Book Chapter: Verse

 1 Gen  25:9  |      nu heen tot de kudde, en haal mij van daar twee goede
 2 Gen  25:13 | alleen naar mijn stem, en ga, haal ze mij. ~
 3 1Sa  14:19 |  zeide Saul tot den priester: Haal uw hand in. ~
 4 1Sa  20:31 |        nu dan, schik heen, en haal hem tot mij, want hij is
 5 2Sa  14:21 |     zaak gedaan; zo ga henen, haal den jongeling Absalom weder. ~
 6 1Kon  17:10|      riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters
 7 1Kon  17:11|       hij tot haar, en zeide: Haal mij toch ook een bete broods
 8 1Kon  22:9 |      kamerling, en hij zeide: Haal haastelijk Micha, den zoon
 9 2Kon  20:32|        32 Totdat ik kom, en u haal in een land, als ulieder
10 2Kro  19:8 |      kamerling, en hij zeide: Haal haastelijk Micha, den zoon
11 Jes  36:17 |            Totdat ik kom en u haal in een land, als ulieder
12 Jer  38:10 |      mannen onder uw hand, en haal den profeet Jeremia op uit
13 Jer  46:11 |      henen op naar Gilead, en haal balsem, gij jonkvrouw, dochter