Book Chapter: Verse

 1 Hand  18:27|  waren, kreeg Felix Porcius Festus in zijn plaats; en Felix,
 2 Hand  19:1 |                           1 Festus dan, in de provincie gekomen
 3 Hand  19:4 |                      4 Doch Festus antwoordde, dat Paulus te
 4 Hand  19:9 |                      9 Maar Festus, willende den Joden gunst
 5 Hand  19:12|          12 Toen antwoordde Festus, als hij met den raad gesproken
 6 Hand  19:13|   en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten. ~
 7 Hand  19:14|  doorgebracht hadden, heeft Festus de zaken van Paulus aan
 8 Hand  19:22|     22 En Agrippa zeide tot Festus: Ik wilde ook zelf dien
 9 Hand  19:23|    werd Paulus op bevel van Festus voor gebracht. ~
10 Hand  19:24|                       24 En Festus zeide: Koning Agrippa, en
11 Hand  20:24| verantwoording sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast,
12 Hand  20:25|    Ik raas niet, machtigste Festus, maar ik spreek woorden
13 Hand  20:32|     32 En Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten