Book Chapter: Verse

 1 Job   9:6  |      plaats, dat haar pilaren schudden; ~
 2 Job  16:4  |      ik over u met mijn hoofd schudden? ~
 3 Psa  22:8  |    zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende: ~
 4 Psa 109:25 |   smaad; als zij mij zien, zo schudden zij hun hoofd. ~
 5 Jes  30:28 |      raakt; om de heidenen te schudden met een schudding der ijdelheid,
 6 Jer   4:24 |    beefden; en al de heuvelen schudden. ~
 7 Jer  18:16 |  ontzetten, en met zijn hoofd schudden. ~
 8 Klaa   1:37| handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter
 9 Amos   9:9 |  Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als zaad geschud
10 Nah   2:10 |   hart versmelt, en de knieen schudden, en in al de lenden is smart,
11 Luk  10:11 |       uw stad aan ons kleeft, schudden wij af op ulieden; nochtans
12 Hand   7:51|                   51 Doch zij schudden het stof van hun voeten