Book Chapter: Verse

 1 Joz   9:13 |         vanwege deze zeer lange reis. ~
 2 2Sa  11:10 |      Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom zijt gij niet afgegaan
 3 Neh   2:6  |        hem zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij
 4 Jes  58:10 |     zijt vermoeid door uw grote reis, maar gij zegt niet: Het
 5 Matt  10:23|  voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet
 6 Luk  11:6  |     Overmits mijn vriend van de reis tot mij gekomen is, en ik
 7 Luk  13:22 |      lerende, en richtende Zijn reis naar Jeruzalem. ~
 8 Hand   5:20|     Daarom sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende;
 9 Hand  13:29|    metgezellen van Paulus op de reis. ~
10 Hand  14:22| gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende,
11 Rom  15:24 |          wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop
12 Rom  15:25 |                      25 Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende