Book Chapter: Verse

 1 Ezra   7:14|         den koning en zijn zeven raadsheren gezonden zijt, om onderzoek
 2 Ezra   7:15|      goud, dat de koning en zijn raadsheren vrijwilliglijk gegeven hebben
 3 Ezra   7:28| aangezicht des konings en zijner raadsheren, en aller geweldige vorsten
 4 Ezra   8:25|       Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans
 5 Job   3:14 |            14 Met de koningen en raadsheren der aarde, die voor zich
 6 Job  12:17 |                  17 Hij voert de raadsheren beroofd weg, en de rechters
 7 Dan   3:2  | wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, de      ambtlieden, en
 8 Dan   3:3  | wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, de ambtlieden, en al de
 9 Dan   3:24 |     antwoordde en zeide tot zijn raadsheren: Hebben wij niet drie mannen
10 Dan   3:27 |         en de landvoogden, en de raadsheren des konings, deze mannen
11 Dan   4:36 |      glans weder op mij; en mijn raadsheren en mijn geweldigen     
12 Dan   6:8  |     overheden en stadhouders, de raadsheren en landvoogden hebben zich