Book Chapter: Verse

 1 Job  20:26 | schuilplaatsen; een vuur, dat niet opgeblazen is, zal hem verteren; den
 2 1Kor   4:6 |            een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander. ~
 3 1Kor   4:18|              18 Doch sommigen zijn opgeblazen, alsof ik tot ulieden niet
 4 1Kor   4:19|           de woorden dergenen, die opgeblazen zijn, maar de kracht. ~
 5 1Kor   5:2 |                  2 En zijt gij nog opgeblazen, en hebt niet veel meer
 6 1Kor   8:1 |            hebben. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. ~
 7 1Kor  13:4 |      lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; ~
 8 Kol   2:18 |           gezien heeft, tevergeefs opgeblazen zijnde door het verstand
 9 1Tim   3:6 |         nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel
10 1Tim   6:4 |                           4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij
11 2Tim   3:4 |            4 Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten
12 Jud   1:16 |           en hun mond spreekt zeer opgeblazen dingen, verwonderende zich