Book Chapter: Verse

 1 Num   3:27 |      dit zijn de geslachten der Kahathieten. ~
 2 Num   3:30 |      huis der geslachten van de Kahathieten, zal zijn Elisafan, de zoon
 3 Num   4:18 |      stam van de geslachten der Kahathieten niet laten uitgeroeid worden,
 4 Num   4:34 | vergadering telden de zonen der Kahathieten, naar hun geslachten, en
 5 Num   4:37 |  getelden van de geslachten der Kahathieten, van al wie in de tent der
 6 Joz  21:4  |        voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van
 7 Joz  21:10 |         van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi;
 8 1Kro   6:33|         zonen; van de zonen der Kahathieten, Heman de zanger, de zoon
 9 1Kro   6:54|    Aaron, van het huisgezin der Kahathieten, want dat lot was voor hen. ~
10 1Kro   9:32|       32 En uit de kinderen der Kahathieten, uit hun broederen, waren
11 2Kro  21:19|    Levieten uit de kinderen der Kahathieten, en uit de kinderen der
12 2Kro  29:12|     Azarja, van de kinderen der Kahathieten; en van de kinderen van