Book Chapter: Verse

 1 Gen  30:19|  van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor
 2 Gen  31:2 |   2 Sichem nu, de zoon van Hemor den Heviet, den landvorst,
 3 Gen  31:4 |   sprak ook tot zijn vader Hemor, zeggende: Neem mij deze
 4 Gen  31:6 |                       6 En Hemor, de vader van Sichem, ging
 5 Gen  31:8 |               8 Toen sprak Hemor met hen, zeggende: Mijns
 6 Gen  31:13| Jakobs zonen aan Sichem en Hemor, zijn vader, bedriegelijk,
 7 Gen  31:18|  waren goed in de ogen van Hemor, en in de ogen van Sichem,
 8 Gen  31:20|                 20 Zo kwam Hemor en Sichem, zijn zoon, tot
 9 Gen  31:24|     24 En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon,
10 Gen  31:26|         26 Zij sloegen ook Hemor, en zijn zoon Sichem, dood
11 Joz  25:32|    had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor
12 Ric   8:28| dient liever de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want