Book Chapter: Verse

 1 Lev  13:2 |         het vel zijns vleses een gezwel, of gezweer, of witte blaar
 2 Lev  13:10|          zal, dat, ziet, een wit gezwel in het vel is, hetwelk het
 3 Lev  13:10|          van levend vlees in dat gezwel is; ~
 4 Lev  13:19|     plaats van die zweer een wit gezwel, of een witte roodachtige
 5 Lev  13:28| ingetrokken zal zijn, het is een gezwel van den brand; daarom zal
 6 Lev  13:43|    bezien hebben, dat, ziet, het gezwel van die plaag in zijn kaalheid,
 7 Lev  14:56|               56 Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, en voor
 8 Jes  38:21|          tot een pleister op het gezwel maken, en hij zal genezen. ~
 9 Jer  30:13|          oordeelt, aangaande het gezwel; gij hebt geen heelpleisters. ~
10 Hos   5:13|      krankheid zag, en Juda zijn gezwel, zo toog Efraim tot Assur,
11 Hos   5:13|       kunnen genezen, en zal het gezwel van      ulieden niet helen. ~
12 Oba   1:7 |         uw brood eten zullen een gezwel onder u zetten,      er