Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
onrijpe 6
onrust 3
onrustig 5
ons 1589
onschuld 3
onschuldig 54
onschuldige 10
Frequency    [«  »]
1732 door
1670 wat
1627 volk
1589 ons
1541 dit
1540 geen
1503 israel

Bijbel

IntraText - Concordances

ons

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1589

     Book Chapter: Verse
1001 Klaa 2:20 | 20      Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? Waarom 1002 Klaa 2:20 | vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten? ~ 1003 Klaa 2:21 | 21      HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd 1004 Klaa 2:22 | 22      Want zoudt Gij ons ganselijk verwerpen? Zoudt 1005 Klaa 2:22 | Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn? ~ 1006 Eze 8:12 | zeggen: De      HEERE ziet ons niet, de HEERE heeft het 1007 Eze 11:15 | HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting gegeven. ~ 1008 Eze 24:19 | zeide tot mij: Zult gij ons niet te kennen geven, wat 1009 Eze 24:19 | niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn, dat gij 1010 Eze 33:10 | overtredingen en onze zonden op ons zijn, en wij in dezelve 1011 Eze 33:24 | velen; het land is      ons gegeven tot een erfelijke 1012 Eze 35:12 | zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven. ~ 1013 Eze 36:2 | de eeuwige hoogten zijn ons ten erve geworden! ~ 1014 Eze 37:18 | spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat 1015 Dan 1:12 | dagen lang, en men geve ons van het gezaaide te eten, 1016 Dan 2:23 | verzocht hebben, want Gij hebt ons des      konings zaak bekend 1017 Dan 3:17 | Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven 1018 Dan 3:17 | brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. ~ 1019 Dan 9:7 | gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten, 1020 Dan 9:8 | 8      O Heere! bij ons is de beschaamdheid der 1021 Dan 9:11 | gehoorzaamden; daarom is over ons uitgestort die vloek, en 1022 Dan 9:12 | Hij gesproken heeft tegen ons, en tegen onze richters, 1023 Dan 9:12 | tegen onze richters, die ons richtten, brengende over 1024 Dan 9:12 | richtten, brengende over ons een groot kwaad, hetwelk 1025 Dan 9:13 | alzo is al dat kwaad over ons gekomen; en wij smeekten 1026 Dan 9:14 | gewaakt, en Hij heeft het over ons gebracht; want de HEERE, 1027 Dan 9:16 | versmaadheid bij allen, die rondom ons zijn. ~ 1028 Hos 6:1 | 1      Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, 1029 Hos 6:1 | heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, 1030 Hos 6:1 | heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. ~ 1031 Hos 6:2 | 2      Hij zal ons na twee dagen levend maken; 1032 Hos 6:2 | op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen 1033 Hos 6:3 | dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als 1034 Hos 10:3 | HEERE niet gevreesd; wat zou ons dan een koning doen? ~ 1035 Hos 10:8 | zeggen tot de bergen: Bedekt ons! en tot      de heuvelen: 1036 Hos 10:8 | de heuvelen: Valt op ons! ~ 1037 Hos 12:5 | en aldaar sprak Hij met ons; ~ 1038 Hos 14:4 | 4      Assur zal ons niet behouden, wij zullen 1039 Amos 6:13 | gij, die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen 1040 Amos 9:10 | zeggen: Het kwaad zal tot ons niet genaken, noch ons voorkomen. ~ 1041 Amos 9:10 | tot ons niet genaken, noch ons voorkomen. ~ 1042 Oba 1:1 | Staat op, en      laat ons opstaan tegen hen ten strijde. ~ 1043 Jona 1:6 | misschien zal die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan. ~ 1044 Jona 1:7 | metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij 1045 Jona 1:7 | mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo 1046 Jona 1:8 | zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit 1047 Jona 1:8 | Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat 1048 Jona 1:11 | opdat de zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer 1049 Jona 1:14 | zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes 1050 Jona 1:14 | geen onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan,      1051 Mic 3:11 | niet in      het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen. ~ 1052 Mic 3:11 | het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen. ~ 1053 Mic 4:2 | en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des 1054 Mic 4:2 | den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en 1055 Mic 4:11 | ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan Sion. ~ 1056 Mic 4:14 | zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den 1057 Mic 5:4 | Vrede zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer 1058 Mic 5:5 | deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer 1059 Mic 5:5 | Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen,      en 1060 Zac 1:6 | heirscharen gedacht heeft ons te doen, naar onze wegen 1061 Zac 1:6 | handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan. ~ 1062 Zac 8:21 | der andere, zeggende: Laat ons vlijtig henengaan, om te 1063 Mal 1:2 | gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Was niet Ezau 1064 Mal 1:9 | aangezicht van God, dat Hij ons genadig zij; zulks is van 1065 Mal 2:10 | Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom handelen 1066 Matt 1:23 | overgezet zijnde, God met ons. ~ 1067 Matt 2:38 | nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. 1068 Matt 6:11 | 11 Geef ons heden ons dagelijks brood. ~ 1069 Matt 6:11 | 11 Geef ons heden ons dagelijks brood. ~ 1070 Matt 6:12 | 12 En vergeef ons onze schulden, gelijk ook 1071 Matt 6:13 | 13 En leid ons niet in verzoeking, maar 1072 Matt 6:13 | verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is 1073 Matt 6:31 | of waarmede zullen wij ons kleden? ~ 1074 Matt 8:25 | zeggende: Heere, behoed ons, wij vergaan! ~ 1075 Matt 8:29 | Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd? ~ 1076 Matt 8:31 | Hem, zeggende: Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, 1077 Matt 8:31 | Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde 1078 Matt 13:36 | Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid 1079 Matt 13:56 | zijn zij niet allen bij ons? Van waar komt dan Dezen 1080 Matt 15:15 | zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. ~ 1081 Matt 15:23 | haar van U; want zij roept ons na. ~ 1082 Matt 17:4 | zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, 1083 Matt 19:27 | zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden? ~ 1084 Matt 20:7 | Zij zeiden tot hem: Omdat ons niemand gehuurd heeft. Hij 1085 Matt 20:12 | gearbeid, en gij hebt ze ons gelijk gemaakt, die den 1086 Matt 21:25 | Uit de hemel; zo zal Hij ons zeggen: Waarom hebt gij 1087 Matt 21:38 | de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis 1088 Matt 21:38 | doden, en zijn erfenis aan ons behouden. ~ 1089 Matt 22:17 | 17 Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het 1090 Matt 22:25 | 25 Nu waren er bij ons zeven broeders; en de eerste, 1091 Matt 24:3 | Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen 1092 Matt 25:8 | zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen 1093 Matt 25:9 | opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; 1094 Matt 25:11 | zeggende: Heer, heer, doe ons open! ~ 1095 Matt 26:46 | 46 Staat op, laat ons gaan; ziet, hij is nabij, 1096 Matt 26:63 | den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, 1097 Matt 26:68 | kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die 1098 Matt 27:4 | Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? Gij moogt toezien. ~ 1099 Matt 27:25 | zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen. ~ 1100 Matt 27:49 | anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om 1101 Mark 1:24 | Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, 1102 Mark 1:38 | Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken 1103 Mark 4:35 | zeide Hij tot hen: Laat ons overvaren aan de andere 1104 Mark 5:12 | baden Hem, zeggende: Zend ons in die zwijnen, opdat wij 1105 Mark 6:3 | Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd. ~ 1106 Mark 9:5 | dat wij hier zijn, en laat ons drie tabernakelen maken, 1107 Mark 9:22 | innerlijke ontferming over ons bewogen, en help ons. ~ 1108 Mark 9:22 | over ons bewogen, en help ons. ~ 1109 Mark 9:38 | uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en wij hebben 1110 Mark 9:38 | hem verboden, omdat hij ons niet volgt. ~ 1111 Mark 9:40 | 40 Want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~ 1112 Mark 9:40 | ons niet is, die is voor ons. ~ 1113 Mark 10:35 | wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren 1114 Mark 10:37 | zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de 1115 Mark 12:7 | de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, en de erfenis 1116 Mark 12:19 | 19 Meester! Mozes heeft ons geschreven: Indien iemands 1117 Mark 13:4 | 4 Zeg ons, wanneer zullen deze dingen 1118 Mark 14:15 | toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar. ~ 1119 Mark 14:42 | 42 Staat op, laat ons gaan; ziet, die Mij verraadt, 1120 Mark 15:36 | zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om 1121 Mark 16:3 | zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des 1122 Luk 1:1 | van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben; ~ 1123 Luk 1:2 | 2 Gelijk ons overgeleverd hebben, die 1124 Luk 1:69 | een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van 1125 Luk 1:71 | de hand al dergenen, die ons haten; ~ 1126 Luk 1:73 | vader, gezworen heeft, om ons te geven, ~ 1127 Luk 1:78 | barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang 1128 Luk 2:15 | tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, 1129 Luk 2:15 | naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied 1130 Luk 2:15 | geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. ~ 1131 Luk 2:48 | Hem: Kind! waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader 1132 Luk 4:34 | Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken U, 1133 Luk 7:5 | 5 Want hij heeft ons volk lief, en heeft zelf 1134 Luk 7:5 | volk lief, en heeft zelf ons de synagoge gebouwd. ~ 1135 Luk 7:16 | Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft 1136 Luk 7:20 | Johannes de Doper heeft ons tot U afgezonden, zeggende: 1137 Luk 8:22 | Hij zeide tot hen: Laat ons overvaren aan de andere 1138 Luk 9:33 | dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen maken, 1139 Luk 9:49 | verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~ 1140 Luk 9:50 | het niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~ 1141 Luk 9:50 | ons niet is, die is voor ons. ~ 1142 Luk 10:11 | stof, dat uit uw stad aan ons kleeft, schudden wij af 1143 Luk 10:17 | Heere, ook de duivelen zijn ons onderworpen, in Uw Naam. ~ 1144 Luk 11:1 | tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes 1145 Luk 11:3 | 3 Geef ons elken dag ons dagelijks 1146 Luk 11:3 | 3 Geef ons elken dag ons dagelijks brood. ~ 1147 Luk 11:4 | 4 En vergeef ons onze zonden; want ook wij 1148 Luk 11:4 | vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons 1149 Luk 11:4 | ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar 1150 Luk 11:4 | verzoeking, maar verlos ons van den boze. ~ 1151 Luk 11:45 | dingen zegt, zo doet Gij ook ons smaadheid aan. ~ 1152 Luk 12:41 | Gij deze gelijkenis tot ons, of ook tot allen? ~ 1153 Luk 13:25 | zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden 1154 Luk 15:23 | en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. ~ 1155 Luk 16:26 | boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote 1156 Luk 16:26 | daar zijn, van daar tot ons overkomen. ~ 1157 Luk 17:5 | tot den Heere: Vermeerder ons het geloof. ~ 1158 Luk 19:14 | willen niet, dat deze over ons koning zij. ~ 1159 Luk 20:2 | spraken tot Hem zeggende: Zeg ons, door wat macht Gij deze 1160 Luk 20:6 | zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want 1161 Luk 20:14 | de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, opdat de erfenis 1162 Luk 20:22 | 22 Is het ons geoorloofd den keizer schatting 1163 Luk 20:28 | Zeggende: Meester! Mozes heeft ons geschreven: Zo iemands broeder 1164 Luk 22:8 | zeggende: Gaat heen, en bereidt ons het pascha, opdat wij het 1165 Luk 22:67 | Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien 1166 Luk 23:18 | Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas los. ~ 1167 Luk 23:30 | zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de heuvelen: Bedekt 1168 Luk 23:30 | tot de heuvelen: Bedekt ons. ~ 1169 Luk 23:39 | zijt, verlos Uzelven en ons. ~ 1170 Luk 24:22 | ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die 1171 Luk 24:22 | sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den 1172 Luk 24:24 | sommigen dergenen, die met ons zijn, gingen heen tot het 1173 Luk 24:29 | Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, 1174 Luk 24:32 | zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, 1175 Luk 24:32 | ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op 1176 Luk 24:32 | brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als 1177 Luk 24:32 | sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende? ~ 1178 Joha 1:14 | geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn 1179 Joha 1:18 | Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard. ~ 1180 Joha 1:22 | geven mogen dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt 1181 Joha 2:18 | Hem: Wat teken toont Gij ons, dat Gij deze dingen doet? ~ 1182 Joha 4:12 | dan onze vader Jakob, die ons den put gegeven heeft, en 1183 Joha 4:25 | gekomen zijn, zo zal Hij ons alle dingen verkondigen. ~ 1184 Joha 6:34 | dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood. ~ 1185 Joha 6:52 | elkander, zeggende: Hoe kan ons deze Zijn vlees te eten 1186 Joha 8:5 | 5 En Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken 1187 Joha 9:34 | zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit. ~ 1188 Joha 10:24 | de Christus zijt, zeg het ons vrijuit. ~ 1189 Joha 11:7 | tot de discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan. ~ 1190 Joha 11:15 | geloven moogt; doch laat ons tot hem gaan. ~ 1191 Joha 11:16 | zijn medediscipelen: Laat ons ook gaan, opdat wij met 1192 Joha 11:50 | gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat een mens sterve 1193 Joha 14:8 | zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons 1194 Joha 14:8 | ons den Vader, en het is ons genoeg. ~ 1195 Joha 14:9 | gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? ~ 1196 Joha 14:22 | het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, en niet 1197 Joha 14:31 | geboden heeft. Staat op, laat ons van hier gaan. ~  ~  ~  1198 Joha 16:17 | Wat is dit, dat Hij tot ons zegt: Een kleinen tijd, 1199 Joha 17:21 | Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld 1200 Joha 18:31 | dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te 1201 Joha 19:24 | zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, maar 1202 Joha 19:24 | niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens die 1203 Hand 1:17 | 17 Want hij was met ons gerekend, en had het lot 1204 Hand 1:21 | dat van de mannen, die met ons ongedaan hebben al den tijd, 1205 Hand 1:21 | welken de Heere Jezus onder ons ingegaan en uitgegaan is, ~ 1206 Hand 1:22 | dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, een derzelven 1207 Hand 1:22 | opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van Zijn opstanding. ~ 1208 Hand 2:29 | is, en zijn graf is onder ons tot op dezen dag. ~ 1209 Hand 3:4 | Johannes, zeide: Zie op ons. ~ 1210 Hand 3:12 | wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze eigen 1211 Hand 4:17 | volk verspreid worde, laat ons hen scherpelijk dreigen, 1212 Hand 5:41 | te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten 1213 Hand 5:42 | 42 En heeft ons geboden den volke te prediken, 1214 Hand 6:13 | 13 En hij heeft ons verhaald, hoe hij een engel 1215 Hand 6:15 | Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin. ~ 1216 Hand 6:17 | gave gegeven heeft, als ook ons, die in de Heere Jezus Christus 1217 Hand 7:32 | dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus 1218 Hand 7:46 | oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen. ~ 1219 Hand 7:47 | 47 Want alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: 1220 Hand 8:11 | gelijk geworden, en tot ons nedergekomen. ~ 1221 Hand 8:17 | goed doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden 1222 Hand 9:7 | van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat 1223 Hand 9:8 | Heiligen Geest, gelijk als ook ons; ~ 1224 Hand 9:9 | onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende 1225 Hand 9:24 | hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden 1226 Hand 9:25 | 25 Zo heeft het ons eendrachtelijk te zamen 1227 Hand 9:28 | heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen 1228 Hand 9:36 | Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken 1229 Hand 10:9 | over in Macedonie, en help ons. ~ 1230 Hand 10:10 | besluitende daaruit, dat ons de Heere geroepen had, om 1231 Hand 10:12 | kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen. ~ 1232 Hand 10:14 | die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft 1233 Hand 10:15 | was, en haar huis, bad zij ons, zeggende: Indien gij hebt 1234 Hand 10:15 | blijft er. En zij dwong ons. ~ 1235 Hand 10:16 | een waarzeggenden geest, ons ontmoette, welke haar heren 1236 Hand 10:17 | Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: 1237 Hand 10:17 | Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen. ~ 1238 Hand 10:21 | zij verkondigen zeden, die ons niet geoorloofd zijn aan 1239 Hand 10:37 | zeide tot hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld 1240 Hand 10:37 | geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet 1241 Hand 10:37 | dat zij zelven komen, en ons uitleiden. ~ 1242 Hand 11:27 | is van een iegelijk van ons. ~ 1243 Hand 11:28 | Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij; gelijk ook 1244 Hand 14:5 | heengegaan zijnde, wachtten ons te Troas. ~ 1245 Hand 14:6 | hen te Troas, alwaar wij ons zeven dagen onthielden. ~ 1246 Hand 14:14 | als hij zich te Assus bij ons gevoegd had, namen wij hem 1247 Hand 15:5 | voort; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen 1248 Hand 15:11 | 11 En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, 1249 Hand 15:14 | liet afraden, hielden wij ons tevreden, zeggende: De wil 1250 Hand 15:15 | na die dagen maakten wij ons gereed, en gingen op naar 1251 Hand 15:16 | 16 En met ons gingen ook sommigen der 1252 Hand 15:17 | gekomen waren, ontvingen ons de broeders blijdelijk. ~ 1253 Hand 15:18 | volgenden dag ging Paulus met ons in tot Jakobus; en al de 1254 Hand 17:9 | heeft, of een engel, laat ons tegen God niet strijden. ~ 1255 Hand 17:14 | ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, 1256 Hand 18:4 | ophoude, ik bid u, dat gij ons, naar uw bescheidenheid, 1257 Hand 19:24 | gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, 1258 Hand 21:2 | van Thessalonica, was met ons. ~ 1259 Hand 21:4 | Cyprus heen, omdat de winden ons tegen waren. ~ 1260 Hand 21:6 | dat naar Italie voer, deed ons in hetzelve overgaan. ~ 1261 Hand 21:7 | gekomen waren, overmits het ons de wind niet toeliet, zo 1262 Hand 21:10 | het schip, maar ook van ons leven. ~ 1263 Hand 21:20 | dagen, en geen klein onweder ons drukte, zo werd ons voort 1264 Hand 21:20 | onweder ons drukte, zo werd ons voort alle hoop van behouden 1265 Hand 22:2 | 2 En de barbaren bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; 1266 Hand 22:2 | ontstoken hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, 1267 Hand 22:7 | Publius, zijn landhoeven, die ons ontving, en drie dagen vriendelijk 1268 Hand 22:10 | 10 Die ons ook eerden met veel eer, 1269 Hand 22:10 | vertrekken zouden, bestelden zij ons hetgeen van node was. ~ 1270 Hand 22:15 | zaken gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appiusmarkt, 1271 Hand 22:22 | wat deze sekte aangaat, ons is bekend, dat zij overal 1272 Rom 3:5 | onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar 1273 Rom 3:8 | zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het 1274 Rom 4:16 | welke een vader is van ons allen; ~ 1275 Rom 5:5 | den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. ~ 1276 Rom 5:8 | bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven 1277 Rom 5:8 | jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog 1278 Rom 8:4 | wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees 1279 Rom 8:18 | de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. ~ 1280 Rom 8:26 | de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. ~ 1281 Rom 8:31 | dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? ~ 1282 Rom 8:31 | voor ons is, wie zal tegen ons zijn? ~ 1283 Rom 8:32 | heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal 1284 Rom 8:32 | overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen 1285 Rom 8:34 | hand Gods is, Die ook voor ons bidt. ~ 1286 Rom 8:35 | 35 Wie zal ons scheiden van de liefde van 1287 Rom 8:37 | overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. ~ 1288 Rom 8:39 | noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van 1289 Rom 9:24 | geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, 1290 Rom 9:29 | Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, 1291 Rom 12:6 | gaven, naar de genade, die ons gegeven is, ~ 1292 Rom 12:7 | 7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij 1293 Rom 13:11 | opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst 1294 Rom 13:12 | dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der 1295 Rom 13:13 | 13 Laat ons, als in den dag, eerlijk 1296 Rom 14:7 | 7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand 1297 Rom 14:12 | Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode 1298 Rom 14:13 | 13 Laat ons dan elkander niet meer oordelen; 1299 Rom 14:19 | 19 Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den 1300 Rom 15:2 | Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, 1301 Rom 15:7 | aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de 1302 Rom 16:6 | Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft. ~ 1303 Rom 16:17 | tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af 1304 1Kor 1:18 | verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is 1305 1Kor 1:30 | gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van 1306 1Kor 2:7 | heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; ~ 1307 1Kor 2:10 | 10 Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; 1308 1Kor 2:12 | zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn; ~ 1309 1Kor 4:1 | 1 Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars 1310 1Kor 4:6 | uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen 1311 1Kor 4:8 | gij rijk geworden, zonder ons hebt gij geheerst; en och, 1312 1Kor 4:9 | 9 Want ik acht, dat God ons, die de laatste apostelen 1313 1Kor 5:7 | ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, 1314 1Kor 5:7 | Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. ~ 1315 1Kor 5:8 | 8 Zo dan laat ons feest houden, niet in den 1316 1Kor 6:14 | den Heere opgewekt, en zal ons opwekken door Zijn kracht. ~ 1317 1Kor 7:15 | gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen. ~ 1318 1Kor 8:8 | 8 De spijze nu maakt ons Gode niet aangenaam; want 1319 1Kor 9:5 | een zuster zijnde, met ons om te leiden, gelijk ook 1320 1Kor 10:6 | deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij 1321 1Kor 10:8 | 8 En laat ons niet hoereren, gelijk sommigen 1322 1Kor 10:9 | 9 En laat ons Christus niet verzoeken, 1323 1Kor 10:11 | beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der 1324 1Kor 12:22 | Ja veeleer, de leden, die ons dunken de zwakste des lichaams 1325 1Kor 12:23 | 23 En die ons dunken de minst eerlijke 1326 1Kor 15:32 | niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen 1327 1Kor 15:57 | Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door 1328 2Kor 1:4 | 4 Die ons vertroost in al onze verdrukking, 1329 2Kor 1:5 | Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus 1330 2Kor 1:8 | van onze verdrukking, die ons in Azie overkomen is, dat 1331 2Kor 1:10 | 10 Die ons uit zo groten dood verlost 1332 2Kor 1:10 | Welken wij hopen, dat Hij ons ook nog verlossen zal. ~ 1333 2Kor 1:11 | gijlieden ook medearbeidt voor ons door het gebed, opdat over 1334 2Kor 1:11 | door vele personen aan ons teweeggebracht ook voor 1335 2Kor 1:11 | teweeggebracht ook voor ons dankzegging door velen gedaan 1336 2Kor 1:12 | namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid 1337 2Kor 1:14 | Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend hebt, dat wij uw 1338 2Kor 1:18 | Doch God is getrouw, dat ons woord, hetwelk tot u is 1339 2Kor 1:19 | Christus, Die onder u door ons is gepredikt, namelijk door 1340 2Kor 1:20 | Gode tot heerlijkheid door ons. ~ 1341 2Kor 1:21 | 21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus, 1342 2Kor 1:21 | bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God; ~ 1343 2Kor 1:22 | 22 Die ons ook heeft verzegeld, en 1344 2Kor 2:10 | Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge; 1345 2Kor 2:11 | Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. ~ 1346 2Kor 2:14 | 14 En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen 1347 2Kor 2:14 | reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen. ~ 1348 2Kor 3:6 | 6 Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, 1349 2Kor 4:1 | naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo vertragen 1350 2Kor 4:3 | 3 Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo 1351 2Kor 4:7 | zij van God, en niet uit ons; ~ 1352 2Kor 4:10 | ook het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard 1353 2Kor 4:11 | ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard 1354 2Kor 4:12 | dan, de dood werkt wel in ons, maar het leven in ulieden. ~ 1355 2Kor 4:14 | Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken, 1356 2Kor 4:17 | haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend 1357 2Kor 5:1 | Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels 1358 2Kor 5:5 | 5 Die ons nu tot ditzelfde bereid 1359 2Kor 5:5 | bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes 1360 2Kor 5:12 | u oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben 1361 2Kor 5:14 | liefde van Christus dringt ons; ~ 1362 2Kor 5:18 | dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend 1363 2Kor 5:18 | door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening 1364 2Kor 5:19 | woord der verzoening in ons gelegd. ~ 1365 2Kor 5:20 | Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus 1366 2Kor 5:21 | heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden 1367 2Kor 6:11 | tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid. ~ 1368 2Kor 6:12 | 12 Gij zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw 1369 2Kor 7:1 | hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle 1370 2Kor 7:2 | 2 Geeft ons plaats; wij hebben niemand 1371 2Kor 7:2 | wij hebben bij niemand ons voordeel gezocht. ~ 1372 2Kor 7:5 | Macedonie gekomen zijn, zo heeft ons vlees geen rust gehad; maar 1373 2Kor 7:6 | nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van 1374 2Kor 7:7 | vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen, 1375 2Kor 7:9 | in geen ding schade van ons geleden hebt. ~ 1376 2Kor 8:4 | 4 Ons met vele vermaning biddende, 1377 2Kor 8:5 | den Heere en daarna aan ons, door den wil van God. ~ 1378 2Kor 8:7 | naarstigheid, en in uw liefde tot ons, ziet, dat gij ook in deze 1379 2Kor 8:19 | Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, 1380 2Kor 8:19 | reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid 1381 2Kor 8:20 | 20 Dit verhoedende, dat ons niemand moge lasteren in 1382 2Kor 8:20 | dezen overvloed, die van ons wordt bediend; ~ 1383 2Kor 9:11 | goeddadigheid, welke door ons werkt dankzegging tot God. ~ 1384 2Kor 10:2 | hebben tegen sommigen, die ons achten, alsof wij naar het 1385 2Kor 10:8 | onze macht, welke de Heere ons gegeven heeft tot stichting, 1386 2Kor 10:13 | maat des regels, welke maat ons God toegedeeld heeft, ook 1387 2Kor 12:19 | Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? 1388 2Kor 13:9 | 9 Want wij verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, 1389 Gal 1:4 | voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige 1390 Gal 1:23 | dat men zeide: Degene, die ons eertijds vervolgde, verkondigt 1391 Gal 2:4 | Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid 1392 Gal 3:13 | 13 Christus heeft ons verlost van den vloek der 1393 Gal 3:13 | vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: 1394 Gal 4:17 | over u; maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij over 1395 Gal 4:26 | dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. ~ 1396 Gal 5:1 | in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, 1397 Gal 5:25 | den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. ~ 1398 Gal 5:26 | 26 Laat ons niet zijn zoekers van ijdele 1399 Gal 6:9 | 9 Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; 1400 Gal 6:10 | terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar 1401 Efez 1:3 | Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle 1402 Efez 1:4 | 4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, 1403 Efez 1:5 | 5 Die ons te voren verordineerd heeft 1404 Efez 1:6 | Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den 1405 Efez 1:8 | overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; ~ 1406 Efez 1:9 | 9 Ons bekend gemaakt hebbende 1407 Efez 1:19 | grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking 1408 Efez 2:4 | grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ~ 1409 Efez 2:5 | door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; ( 1410 Efez 2:6 | 6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft 1411 Efez 2:6 | mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel 1412 Efez 2:7 | de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. ~ 1413 Efez 3:20 | naar de kracht, die in ons werkt, ~ 1414 Efez 4:7 | 7 Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar 1415 Efez 5:2 | gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven 1416 Efez 5:2 | heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een 1417 Fili 3:15 | wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en indien 1418 Fili 3:16 | wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel 1419 Fili 3:16 | denzelfden regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen. ~ 1420 Fili 3:17 | alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. ~ 1421 Fili 3:21 | 21 Die ons vernederd lichaam veranderen 1422 Kol 1:8 | 8 Die ons ook verklaard heeft uw liefde 1423 Kol 1:12 | Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om 1424 Kol 1:13 | 13 Die ons getrokken heeft uit de macht 1425 Kol 2:14 | het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, 1426 Kol 2:14 | hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve 1427 Kol 3:4 | zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij 1428 Kol 4:3 | Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des 1429 Kol 4:3 | meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, 1430 1The 1:5 | 5 Want ons Evangelie is onder u niet 1431 1The 1:9 | zijzelven verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij tot 1432 1The 1:10 | heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden 1433 1The 2:2 | voren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan was, 1434 1The 2:4 | beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd 1435 1The 2:8 | eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. ~ 1436 1The 2:13 | der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat 1437 1The 2:15 | en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode 1438 1The 2:16 | 16 En verhinderen ons te spreken tot de heidenen, 1439 1The 2:17 | niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, 1440 1The 2:18 | andermaal, maar de satanas heeft ons belet. ~ 1441 1The 3:6 | Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede 1442 1The 3:6 | tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht 1443 1The 3:6 | altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde 1444 1The 3:6 | zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook 1445 1The 3:9 | blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor 1446 1The 4:1 | Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij 1447 1The 4:7 | 7 Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, 1448 1The 4:8 | ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven. ~ 1449 1The 5:6 | 6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk 1450 1The 5:6 | als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn. ~ 1451 1The 5:8 | die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan 1452 1The 5:9 | 9 Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, 1453 1The 5:10 | 10 Die voor ons gestorven is, opdat wij, 1454 1The 5:25 | 25 Broeders, bidt voor ons. ~ 1455 2The 1:7 | verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van den 1456 2The 2:2 | door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag 1457 2The 2:14 | Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging 1458 2The 2:15 | geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen 1459 2The 2:16 | en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven 1460 2The 3:1 | Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren 1461 2The 3:6 | de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft. ~ 1462 2The 3:7 | gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; want 1463 2The 3:7 | volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen 1464 2The 3:9 | zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen. ~ 1465 2The 3:14 | 14 Maar indien iemand ons woord, door deze brief geschreven, 1466 1Tim 6:17 | op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, 1467 2Tim 1:7 | 7 Want God heeft ons niet gegeven een geest der 1468 2Tim 1:9 | 9 Die ons heeft zalig gemaakt, en 1469 2Tim 1:9 | voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, 1470 2Tim 1:14 | den Heiligen Geest, Die in ons woont. ~ 1471 2Tim 2:12 | Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen; ~ 1472 Tit 2:12 | 12 En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid 1473 Tit 2:14 | 14 Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij 1474 Tit 2:14 | gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, 1475 Tit 3:5 | 5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit 1476 Tit 3:6 | 6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten 1477 Tit 3:15 | groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben in het geloof. 1478 Heb 1:1 | in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; ~ 1479 Heb 2:1 | 1 Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen 1480 Heb 2:1 | meer houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat wij niet 1481 Heb 2:3 | worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van 1482 Heb 4:1 | 1 Laat ons dan vrezen, dat niet te 1483 Heb 4:2 | 2 Want ook ons is het Evangelie verkondigd, 1484 Heb 4:11 | 11 Laat ons dan ons benaarstigen, om 1485 Heb 4:11 | 11 Laat ons dan ons benaarstigen, om in die 1486 Heb 4:14 | den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. ~ 1487 Heb 4:16 | 16 Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan 1488 Heb 6:1 | leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; 1489 Heb 6:9 | geliefden! wij verzekeren ons van u betere dingen, en 1490 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, 1491 Heb 7:26 | een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, 1492 Heb 9:24 | aangezicht van God voor ons; ~ 1493 Heb 10:15 | Heilige Geest getuigt het ons ook; ~ 1494 Heb 10:20 | levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het 1495 Heb 10:22 | 22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig 1496 Heb 10:23 | 23 Laat ons de onwankelbare belijdenis 1497 Heb 10:24 | 24 En laat ons op elkander acht nemen, 1498 Heb 10:25 | 25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst 1499 Heb 11:40 | Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij 1500 Heb 11:40 | voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. ~  ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1589

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License