1-500 | 501-1000 | 1001-1459
Book Chapter: Verse
1001 Jes 62:7 | daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten;
1002 Jes 63:4 | De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden:
1003 Jes 63:4 | lust is aan haar! en uw land: Het getrouwde; want
1004 Jes 63:4 | heeft een lust aan u, en uw land zal getrouwd worden. ~
1005 Jes 67:8 | dergelijks gezien? Zou een land kunnen geboren worden op
1006 Jer 1:1 | te Anathoth waren, in het land van Benjamin; ~
1007 Jer 1:18 | koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda,
1008 Jer 1:18 | en tegen het volk van het land. ~
1009 Jer 2:2 | woestijn, in onbezaaid land. ~
1010 Jer 2:6 | leidde in de woestijn, in een land van wildernissen en kuilen,
1011 Jer 2:6 | wildernissen en kuilen, in een land van dorheid en schaduw
1012 Jer 2:6 | schaduw des doods, in een land, waar niemand doorging,
1013 Jer 2:7 | bracht u in een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve
1014 Jer 2:7 | verontreinigdet gij Mijn land, en steldet Mijn erfenis
1015 Jer 2:15 | verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn
1016 Jer 2:31 | woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid?
1017 Jer 3:1 | wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd
1018 Jer 3:2 | woestijn; alzo hebt gij het land ontheiligd met uw hoererijen
1019 Jer 3:9 | harer hoererij, dat zij het land ontheiligde; want zij bedreef
1020 Jer 3:16 | zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de
1021 Jer 3:18 | zullen te zamen komen uit het land van het noorden, in het
1022 Jer 3:18 | van het noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve
1023 Jer 3:19 | en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van
1024 Jer 4:5 | blaast de bazuin in het land; roept met volle stem en
1025 Jer 4:7 | uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen;
1026 Jer 4:20 | uitgeroepen; want het ganse land is verstoord; haastelijk
1027 Jer 4:23 | 23 Ik zag het land aan, en ziet, het was woest
1028 Jer 4:26 | en ziet, het vruchtbare land was een woestijn, en al
1029 Jer 4:27 | zegt de HEERE: Dit ganse land zal een woestijn zijn (doch
1030 Jer 5:19 | en vreemde goden in uw land gediend, alzo zult gij de
1031 Jer 5:19 | uitlandse dienen, in een land, dat het uwe niet is. ~
1032 Jer 5:30 | zaak geschiedt er in het land. ~
1033 Jer 6:8 | woestheid, tot een onbewoond land. ~
1034 Jer 6:22 | er komt een volk uit het land van het noorden, en een
1035 Jer 7:7 | u in deze plaats, in het land, dat Ik uw vaderen gegeven
1036 Jer 7:34 | der bruid; want het land zal tot een verwoesting
1037 Jer 8:16 | paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid der
1038 Jer 8:16 | komen daarhenen, dat zij het land opeten en diens volheid,
1039 Jer 9:3 | zij worden geweldig in het land, doch niet tot waarheid;
1040 Jer 9:12 | het verkondige, waarom het land vergaan en afgebrand zij
1041 Jer 9:19 | beschaamd, omdat wij het land hebben verlaten, omdat zij
1042 Jer 10:17 | uw kramerij weg uit het land, gij inwoneres der vesting! ~
1043 Jer 10:22 | een groot beven uit het land van het noorden; dat men
1044 Jer 11:5 | gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk en honig,
1045 Jer 11:19 | en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien,
1046 Jer 12:4 | 4 Hoe lang zal het land treuren, en het kruid des
1047 Jer 12:5 | alleenlijk vertrouwt in een land van vrede, hoe zult gij
1048 Jer 12:11 | treurt hij tot Mij; het ganse land is verwoest, omdat er niemand
1049 Jer 12:14 | ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar het
1050 Jer 12:15 | een iegelijk tot zijn land. ~
1051 Jer 14:8 | als een vreemdeling in het land, en als een reiziger, die
1052 Jer 14:15 | noch honger in dit land zijn; diezelve profeten
1053 Jer 14:18 | priesters lopen om in het land, en weten niet. ~
1054 Jer 15:14 | met uw vijanden, in een land, dat gij niet kent; want
1055 Jer 16:3 | ze gewinnen in dit land: ~
1056 Jer 16:6 | groten en kleinen in dit land zullen sterven, zij zullen
1057 Jer 16:13 | Daarom zal Ik ulieden uit dit land werpen, in een land, dat
1058 Jer 16:13 | dit land werpen, in een land, dat gij niet gekend hebt,
1059 Jer 16:15 | heeft opgevoerd uit het land van het noorden, en uit
1060 Jer 16:15 | hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven
1061 Jer 16:18 | vergelden, omdat zij Mijn land ontheiligd hebben; zij hebben
1062 Jer 17:4 | vijanden doen dienen in een land, dat gij niet kent; want
1063 Jer 17:6 | woestijn, in zout en onbewoond land. ~
1064 Jer 17:26 | rondom Jeruzalem, en uit het land van Benjamin, en uit de
1065 Jer 18:16 | 16 Om hun land te stellen tot een ontzetting,
1066 Jer 22:10 | wederkomen, dat hij het land zijner geboorte zie. ~
1067 Jer 22:12 | zal hij sterven, en dit land zal hij niet meer zien. ~
1068 Jer 22:26 | uitwerpen in een ander land, waarin gijlieden niet geboren
1069 Jer 22:27 | 27 En in het land, naar hetwelk hun ziel verlangt
1070 Jer 22:28 | weggeworpen in een land, dat zij niet kennen? ~
1071 Jer 22:29 | 29 O land, land, land! hoor des HEEREN
1072 Jer 22:29 | 29 O land, land, land! hoor des HEEREN woord! ~
1073 Jer 22:29 | 29 O land, land, land! hoor des HEEREN woord! ~
1074 Jer 23:8 | aangebracht heeft uit het land van het noorden, en uit
1075 Jer 23:8 | zij zullen wonen in hun land. ~
1076 Jer 23:10 | 10 Want het land is vol overspelers, want
1077 Jer 23:10 | vol overspelers, want het land treurt vanwege den vloek,
1078 Jer 23:15 | uitgegaan in het ganse land. ~
1079 Jer 24:5 | uit deze plaats naar het land der Chaldeen heb weggeschikt,
1080 Jer 24:6 | hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en
1081 Jer 24:8 | van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven, en die
1082 Jer 24:10 | verteerd zullen zijn uit het land, dat Ik hun en hun vaderen
1083 Jer 25:5 | handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen
1084 Jer 25:9 | zal ze brengen over dit land, en over de inwoners
1085 Jer 25:11 | 11 En dit ganse land zal worden tot een woestheid,
1086 Jer 25:12 | mitsgaders over het land der Chaldeen, en zal dat
1087 Jer 25:13 | En Ik zal over dat land brengen al Mijn woorden,
1088 Jer 25:20 | koningen van der Filistijnen land, en Askelon, en Gaza, en
1089 Jer 25:38 | verlaten; want hunlieder land is geworden tot een verwoesting,
1090 Jer 26:20 | tegen deze stad en tegen dit land, naar al de woorden
1091 Jer 27:10 | valsheid, om u verre uit uw land te brengen, en dat Ik u
1092 Jer 27:11 | datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt de HEERE,
1093 Jer 30:3 | hen wederbrengen in het land, dat Ik hun vaderen
1094 Jer 30:10 | verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob
1095 Jer 31:8 | zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal
1096 Jer 31:16 | zij zullen uit des vijands land wederkomen. ~
1097 Jer 31:23 | zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden,
1098 Jer 32:8 | Anathoth, dat in het land van Benjamin is; want gij
1099 Jer 32:15 | velden, en wijngaarden in dit land gekocht worden. ~
1100 Jer 32:22 | 22 En hebt hun dit land gegeven, dat Gij hun vaderen
1101 Jer 32:22 | hun te zullen geven, een land vloeiende van melk en honig; ~
1102 Jer 32:41 | hen getrouwelijk in dat land planten, met Mijn ganse
1103 Jer 32:43 | velden gekocht worden in dit land, waarvan gij zegt: Het is
1104 Jer 32:44 | getuigen doen betuigen, in het land van Benjamin, en in de plaatsen
1105 Jer 33:13 | van het zuiden, en in het land van Benjamin, en in de plaatsen
1106 Jer 35:7 | veel dagen leeft in het land, alwaar gij als vreemdeling
1107 Jer 35:11 | koning van Babel, naar dit land optoog, dat wij zeiden:
1108 Jer 35:15 | dienen, zo zult gij in het land blijven, dat Ik u en uw
1109 Jer 36:29 | zekerlijk komen, en dit land verderven, en maken, dat
1110 Jer 37:1 | koning gemaakt had in het land van Juda. ~
1111 Jer 37:7 | zal wederkeren in zijn land, in Egypte; ~
1112 Jer 37:12 | uitging, om te gaan in het land van Benjamin, om van daar
1113 Jer 37:19 | ulieden, noch tegen dit land komen. ~
1114 Jer 39:5 | Babel, naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen
1115 Jer 39:10 | trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij gaf hun
1116 Jer 40:4 | laat het; zie, het ganse land is voor uw aangezicht, waarhenen
1117 Jer 40:6 | midden des volks, die in het land waren overgelaten. ~
1118 Jer 40:7 | zoon van Ahikam, over het land gesteld had, en dat hij
1119 Jer 40:9 | te dienen; blijft in het land, en dient den koning van
1120 Jer 40:12 | waren, en kwamen in het land van Juda tot Gedalia te
1121 Jer 41:2 | koning van Babel over het land gesteld had. ~
1122 Jer 41:18 | koning van Babel over het land gesteld had. ~ ~
1123 Jer 42:10 | Indien gijlieden in dit land zult blijven wonen, zo zal
1124 Jer 42:12 | erbarme, en u weder in uw land brenge. ~
1125 Jer 42:13 | zeggen: Wij zullen in dit land niet blijven; opdat gij
1126 Jer 43:4 | des HEEREN niet, om in het land van Juda te blijven. ~
1127 Jer 43:5 | wedergekeerd waren, om in het land van Juda te wonen; ~
1128 Jer 44:1 | Tachpanhes, en te Nof, en in het land Pathros, zeggende: ~
1129 Jer 44:8 | rokende anderen goden in het land van Egypte, alwaar gij gekomen
1130 Jer 44:9 | zij gedaan hebben in het land van Juda en in de straten
1131 Jer 44:14 | weder te keren in het land van Juda, waarnaar hun ziel
1132 Jer 44:22 | gij deedt; daarom is uw land geworden tot een woestheid,
1133 Jer 44:28 | Egypteland wederkeren in het land van Juda, weinig in getal;
1134 Jer 45:4 | Ik uit, zelfs dit ganse land. ~
1135 Jer 46:10 | heeft een slachtoffer in het land van het noorden, aan de
1136 Jer 46:12 | schande gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want
1137 Jer 46:16 | tot ons volk, en tot het land onzer geboorte, vanwege
1138 Jer 46:27 | landen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob
1139 Jer 47:2 | overlopende beek, en overlopen het land en de volheid van hetzelve,
1140 Jer 48:21 | gekomen over het vlakke land; over Holon, en over Jahza,
1141 Jer 48:24 | over alle steden van Moabs land, die verre en die nabij
1142 Jer 48:33 | veld, namelijk uit Moabs land, weggenomen is; want Ik
1143 Jer 50:1 | heeft tegen Babel, tegen het land der Chaldeen, door den dienst
1144 Jer 50:3 | het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat
1145 Jer 50:8 | en gaat uit der Chaldeen land; en weest als de bokken
1146 Jer 50:9 | van grote volken uit het land van het noorden verwekken,
1147 Jer 50:16 | iegelijk naar zijn land. ~
1148 Jer 50:18 | koning van Babel en over zijn land, gelijk als Ik bezoeking
1149 Jer 50:21 | 21 Tegen het land Merathaim, trek tegen hetzelve
1150 Jer 50:22 | een krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk. ~
1151 Jer 50:25 | heirscharen, in het land der Chaldeen. ~
1152 Jer 50:28 | gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te
1153 Jer 50:34 | zekerlijk twisten, opdat Hij het land in rust brenge, maar de
1154 Jer 50:38 | uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden, en
1155 Jer 50:45 | Hij gedacht heeft over het land der Chaldeen: Zo de geringsten
1156 Jer 51:2 | die haar wannen, en haar land uitledigen zullen; want
1157 Jer 51:4 | verslagenen liggen in het land der Chaldeen, en de doorstokenen
1158 Jer 51:5 | heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van
1159 Jer 51:9 | ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel
1160 Jer 51:27 | Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder
1161 Jer 51:28 | overheden, ja, het ganse land harer heerschappij. ~
1162 Jer 51:29 | 29 Dan zal het land beven en pijn lijden; want
1163 Jer 51:29 | vast tegen Babel, om Babels land te stellen tot een verwoesting,
1164 Jer 51:43 | tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land,
1165 Jer 51:43 | dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont, en
1166 Jer 51:46 | gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht
1167 Jer 51:46 | er zal geweld zijn in het land, heer over heer. ~
1168 Jer 51:47 | van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en
1169 Jer 51:52 | zal kermen in haar ganse land. ~
1170 Jer 51:54 | een grote breuk uit het land der Chaldeen. ~
1171 Jer 52:9 | Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen
1172 Jer 52:27 | doodde hen te Ribla, in het land van Hamath. Alzo werd Juda
1173 Jer 52:27 | Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk weggevoerd. ~
1174 Klaa 1:131| dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch de beker
1175 Eze 1:3 | Buzi, den priester, in het land der Chaldeen, bij de rivier
1176 Eze 6:14 | uitstrekken, en zal het land woest maken, ja, woester
1177 Eze 7:2 | de Heere HEERE, van het land Israels: Het einde is er,
1178 Eze 7:12 | de gehele menigte van het land. ~
1179 Eze 7:13 | de gehele menigte van het land, niet zal terugkeren;
1180 Eze 7:14 | de gehele menigte van het land. ~
1181 Eze 7:23 | Maak een keten; want het land is vol van bloedgerichten,
1182 Eze 8:12 | niet, de HEERE heeft het land verlaten. ~
1183 Eze 8:17 | zij hier doen? Als zij het land met geweld vervuld
1184 Eze 9:9 | gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en
1185 Eze 9:9 | De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet
1186 Eze 11:15 | van den HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting
1187 Eze 11:17 | verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israels geven. ~
1188 Eze 12:6 | gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u
1189 Eze 12:13 | brengen in Babylonie, het land der Chaldeen; ook zal hij
1190 Eze 12:19 | inwoners van Jeruzalem, in het land Israels: Zij zullen hun
1191 Eze 12:19 | verbaasdheid drinken, omdat hun land woest zal worden van zijn
1192 Eze 12:20 | zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn;
1193 Eze 12:22 | dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen
1194 Eze 13:9 | geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij
1195 Eze 14:13 | Mensenkind, als een land tegen Mij gezondigd zal
1196 Eze 14:15 | boos gedierte make door het land door te gaan, hetwelk dat
1197 Eze 14:16 | bevrijd worden, maar het land zou woest worden. ~
1198 Eze 14:17 | zwaard brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door,
1199 Eze 14:17 | Zwaard! ga door, door dat land, zodat Ik daarvan uitroeie
1200 Eze 14:19 | pestilentie in datzelve land zende, en Mijn grimmigheid
1201 Eze 15:8 | 8 En Ik zal het land woest maken, omdat zij zwaarlijk
1202 Eze 16:3 | uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader
1203 Eze 16:29 | hoererij vermenigvuldigd in het land van Kanaan tot in Chaldea;
1204 Eze 17:4 | af, en bracht hem in een land van koophandel; hij zette
1205 Eze 18:2 | spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders
1206 Eze 19:7 | verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd
1207 Eze 19:13 | woestijn, in een dor en dorstig land. ~
1208 Eze 20:6 | Egypteland uitvoeren zou, in een land, dat Ik voor hen uitgespeurd
1209 Eze 20:15 | niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had,
1210 Eze 20:28 | 28 Als Ik hen in het land gebracht had, over hetwelk
1211 Eze 20:38 | uitzuiveren; Ik zal hen uit het land hunner vreemdelingschappen
1212 Eze 20:40 | ganse huis Israels in het land dienen, zij allen; daar
1213 Eze 20:42 | gebracht zal hebben, in het land, waarover Ik Mijn hand opgeheven
1214 Eze 21:2 | en profeteer tegen het land van Israel; ~
1215 Eze 21:3 | 3 En zeg tot het land van Israel: Alzo zegt de
1216 Eze 21:19 | van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen;
1217 Eze 21:30 | gij geschapen zijt, in het land uwer woningen zal Ik u richten. ~
1218 Eze 22:24 | zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is,
1219 Eze 22:30 | de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht
1220 Eze 23:15 | Babel, van Chaldea, het land hunner geboorte; ~
1221 Eze 23:19 | zij gehoereerd had in het land van Egypte. ~
1222 Eze 23:48 | schandelijkheid uit het land doen ophouden; opdat alle
1223 Eze 25:3 | ontheiligd werd, en over het land Israels, als het verwoest
1224 Eze 25:6 | uw plundering, over het land Israels; ~
1225 Eze 25:10 | van het oosten, met het land der kinderen Ammons, hetwelk
1226 Eze 26:20 | sieraad herstellen in het land der levenden. ~
1227 Eze 27:17 | 17 Juda en het land Israels waren uw kooplieden;
1228 Eze 27:29 | schepen nederklimmen; op het land zullen zij staan blijven. ~
1229 Eze 28:25 | zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht,
1230 Eze 29:14 | hen wederbrengen in het land van Pathros, in het land
1231 Eze 29:14 | land van Pathros, in het land huns koophandels; en aldaar
1232 Eze 30:5 | en de kinderen van het land des verbonds zullen met
1233 Eze 30:11 | aangevoerd worden, om het land te verderven; en zij zullen
1234 Eze 30:11 | Egypte uittrekken, en het land met verslagenen vervullen. ~
1235 Eze 30:12 | tot droogte maken, en het land verkopen in de hand der
1236 Eze 30:12 | der bozen; en Ik zal het land met zijn volheid verwoesten
1237 Eze 32:4 | Dan zal Ik u laten op het land, Ik zal u henenwerpen op
1238 Eze 32:6 | 6 En Ik zal het land, waarin gij zwemt, van uw
1239 Eze 32:8 | zal een duisternis over uw land maken, spreekt de Heere
1240 Eze 32:15 | een verwoesting, en het land van zijn volheid zal woest
1241 Eze 32:23 | een schrik gaven in het land der levenden. ~
1242 Eze 32:24 | schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen
1243 Eze 32:25 | van hen gegeven is in het land der levenden; nu dragen
1244 Eze 32:26 | gegeven hebben in het land der levenden. ~
1245 Eze 32:27 | der helden schrik in het land der levenden geweest is. ~
1246 Eze 32:32 | Mijn schrik gegeven in het land der levenden; dies zal hij
1247 Eze 33:2 | Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands
1248 Eze 33:3 | zwaard ziet komen over het land, en blaast met de bazuin,
1249 Eze 33:24 | die woeste plaatsen in het land Israels spreken, zeggende:
1250 Eze 33:24 | een enig man, en bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn
1251 Eze 33:24 | maar onzer zijn velen; het land is ons gegeven tot
1252 Eze 33:25 | bloed; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~
1253 Eze 33:26 | naasten; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~
1254 Eze 33:28 | 28 Want Ik zal het land tot een verwoesting en een
1255 Eze 33:29 | de HEERE ben, als Ik het land tot een verwoesting en een
1256 Eze 34:13 | landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op
1257 Eze 34:25 | het boos gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen
1258 Eze 34:27 | zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst geven,
1259 Eze 34:27 | zullen zeker zijn in hun land; en zullen weten, dat Ik
1260 Eze 34:29 | worden door honger in het land, en den smaad der heidenen
1261 Eze 35:14 | HEERE: Gelijk het ganse land verblijd is, alzo zal Ik
1262 Eze 36:5 | het ganse Edom; die Mijn land zichzelven ten erve
1263 Eze 36:6 | Daarom profeteer van het land Israels, en zeg tot de bergen
1264 Eze 36:13 | tot u zeggen: Gij zijt een land, dat mensen opeet, en gij
1265 Eze 36:13 | mensen opeet, en gij zijt een land, dat uw volken berooft; ~
1266 Eze 36:17 | Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden
1267 Eze 36:18 | bloeds wil, dat zij in het land vergoten hadden, en om hun
1268 Eze 36:20 | HEEREN, en zijn uit Zijn land uitgegaan. ~
1269 Eze 36:24 | vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen. ~
1270 Eze 36:28 | En gij zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven
1271 Eze 36:34 | 34 En het verwoeste land zal bebouwd worden, in plaats
1272 Eze 36:35 | En zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is geworden
1273 Eze 37:12 | zal u brengen in het land Israels. ~
1274 Eze 37:14 | leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten,
1275 Eze 37:21 | en brengen hen in hun land; ~
1276 Eze 37:22 | tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en
1277 Eze 37:25 | zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob
1278 Eze 38:2 | aangezicht tegen Gog, het land van Magog, den hoofdvorst
1279 Eze 38:8 | jaren zult gij komen in het land, dat wedergebracht is van
1280 Eze 38:8 | geweest zijn; als hetzelve land uit de volken zal uitgevoerd
1281 Eze 38:9 | zijn als een wolk, om het land te bedekken; gij en al uw
1282 Eze 38:16 | Israel, als een wolk, om het land te bedekken; in het laatste
1283 Eze 38:16 | u aanbrengen tegen Mijn land, opdat de heidenen
1284 Eze 38:18 | ten dage als Gog tegen het land Israels zal aankomen, spreekt
1285 Eze 38:19 | groot beven zal zijn in het land Israels! ~
1286 Eze 39:12 | zal hen begraven, om het land te reinigen, zeven maanden
1287 Eze 39:14 | uitscheiden, die gestadig door het land doorgaan, en doodgravers
1288 Eze 39:15 | doorgangers zullen door het land doorgaan, en als iemand
1289 Eze 39:16 | zijn. Alzo zullen zij het land reinigen. ~
1290 Eze 39:26 | overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand
1291 Eze 39:28 | ze weder verzameld in hun land, en heb aldaar niemand
1292 Eze 40:2 | Gods bracht Hij mij in het land Israels, en Hij zette mij
1293 Eze 45:1 | Als gijlieden nu het land zult doen vallen in erfenis,
1294 Eze 45:1 | heilige plaats, van het land; de lengte zal zijn de lengte
1295 Eze 45:4 | heilige plaats zijn van het land; zij zal zijn voor de priesteren,
1296 Eze 45:8 | 8 Dit land aangaande, het zal hem tot
1297 Eze 45:8 | maar den huize Israels het land laten, naar hun stammen. ~
1298 Eze 45:15 | tweehonderd, uit het waterrijke land van Israel, tot spijsoffer,
1299 Eze 47:13 | zijn, naar dewelke gij het land ten erve zult nemen, naar
1300 Eze 47:14 | vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden in erfenis vallen. ~
1301 Eze 47:18 | Gilead, en van tussen het land Israels aan den Jordaan,
1302 Eze 47:21 | 21 Ditzelve land nu zult gij ulieden uitdelen
1303 Eze 48:29 | 29 Dit is het land, dat gijlieden zult doen
1304 Dan 1:2 | en hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis
1305 Dan 8:9 | en tegen het sierlijke land. ~
1306 Dan 11:9 | hij zal wederom in zijn land trekken. ~
1307 Dan 11:16 | hij zal ook staan in het land des sieraads, en de verderving
1308 Dan 11:28 | En hij zal in zijn land wederkeren met groot goed,
1309 Dan 11:28 | doen, en wederkeren in zijn land. ~
1310 Dan 11:39 | velen, en hij zal het land uitdelen om prijs. ~
1311 Dan 11:41 | En hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen
1312 Dan 11:42 | landen leggen, ook zal het land van Egypte niet ontkomen. ~
1313 Hos 1:2 | der hoererijen; want het land hoereert ganselijk
1314 Hos 1:11 | hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van
1315 Hos 2:2 | en zette ze als een dor land, en dode ze door dorst; ~
1316 Hos 4:1 | kennis van God in het land is; ~
1317 Hos 4:3 | 3 Daarom zal het land treuren, en een iegelijk,
1318 Hos 9:3 | Zij zullen in des HEEREN land niet blijven; maar Efraim
1319 Hos 11:11 | en als een duif uit het land van Assur; en Ik zal hen
1320 Hos 13:5 | woestijn, in een zeer heet land. ~
1321 Joe 1:6 | volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder getal;
1322 Joe 1:10 | Het veld is verwoest, het land treurt; want het koren is
1323 Joe 2:3 | hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een
1324 Joe 2:18 | HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. ~
1325 Joe 2:20 | wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de
1326 Joe 2:21 | 21 Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde;
1327 Joe 3:2 | hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld; ~
1328 Joe 3:19 | kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed vergoten
1329 Amos 2:10 | woestijn geleid, opdat gij het land van den Amoriet erfelijk
1330 Amos 3:11 | vijand! en dat rondom het land! die zal uw sterkte van
1331 Amos 5:2 | zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar
1332 Amos 7:10 | het huis Israels; het land zal al zijn woorden niet
1333 Amos 7:11 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd. ~
1334 Amos 7:12 | ziener! ga weg, vlied in het land van Juda, en eet aldaar
1335 Amos 7:17 | het zwaard vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld
1336 Amos 7:17 | en gij zult in een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker
1337 Amos 7:17 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd. ~ ~
1338 Amos 8:8 | 8 Zou het land hierover niet beroerd worden,
1339 Amos 8:9 | zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren. ~
1340 Amos 8:10 | kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als er
1341 Amos 8:11 | dat Ik een honger in het land zal zenden; niet een honger
1342 Amos 9:5 | heirscharen is het, Die het land aanroert, dat het versmelte,
1343 Amos 9:15 | En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet
1344 Amos 9:15 | worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven
1345 Jona 1:8 | waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij? ~
1346 Jona 4:2 | niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het
1347 Mic 2:10 | en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat
1348 Mic 5:4 | zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij
1349 Mic 5:5 | 5 Die zullen het land van Assur afweiden met het
1350 Mic 5:5 | afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs ingangen.
1351 Mic 5:5 | wanneer dezelve in ons land zal komen, en wanneer
1352 Mic 7:2 | goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht
1353 Mic 7:13 | 13 Maar dit land zal worden tot een verwoesting,
1354 Mic 7:14 | midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan
1355 Zep 1:2 | ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. ~
1356 Zep 1:3 | Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt
1357 Zep 1:18 | Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij
1358 Zep 2:5 | Kanaan, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat
1359 Zep 3:8 | storten, want dit ganse land zal door het vuur van Mijn
1360 Zep 3:19 | naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn
1361 Zac 1:10 | uitgezonden heeft, om het land te doorwandelen. ~
1362 Zac 1:11 | en zeiden: Wij hebben het land doorwandeld, en ziet, het
1363 Zac 1:11 | doorwandeld, en ziet, het ganse land zit en het is stil. ~
1364 Zac 1:21 | verheven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien. ~ ~ ~ ~ ~
1365 Zac 2:12 | Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog
1366 Zac 4:10 | HEEREN, die het ganse land doortrekken. ~
1367 Zac 5:3 | uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk, die
1368 Zac 5:6 | over henlieden in het ganse land. ~
1369 Zac 5:11 | een huis te bouwen in het land Sinear; dat zij daar gevestigd
1370 Zac 6:7 | zochten voort te gaan, om het land te doorwandelen; want Hij
1371 Zac 6:7 | Gaat heen, doorwandelt het land. En zij doorwandelden het
1372 Zac 6:7 | En zij doorwandelden het land. ~
1373 Zac 7:14 | zij niet kenden; en het land werd achter hen verwoest,
1374 Zac 7:14 | stelden het gewenste land tot een verwoesting. ~ ~ ~ ~ ~
1375 Zac 8:7 | Mijn volk verlossen uit het land des opgangs, en uit het
1376 Zac 8:7 | des opgangs, en uit het land des nedergangs der zon. ~
1377 Zac 9:1 | woord des HEEREN over het land Chadrach en Damaskus, deszelfs
1378 Zac 9:16 | gekroonde stenen zullen in Zijn land, als een banier, opgericht
1379 Zac 10:10 | Assyrie; en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon brengen,
1380 Zac 11:6 | konings, en zij zullen dit land te morzel slaan, en Ik zal
1381 Zac 11:16 | herder verwekken in dit land; dat gereed is om afgesneden
1382 Zac 12:12 | 12 En het land zal rouwklagen, elk geslacht
1383 Zac 13:2 | Ik uitroeien zal uit het land de namen der afgoden, dat
1384 Zac 13:2 | onreinen geest zal Ik uit het land wegdoen. ~
1385 Zac 13:5 | ik ben een man, die het land bouwt; want een mens heeft
1386 Zac 13:8 | geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE, de twee
1387 Zac 14:10 | 10 Dit ganse land zal rondom als een vlak
1388 Mal 3:12 | gijlieden zult een lustig land zijn, zegt de HEERE der
1389 Matt 2:6 | 6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de
1390 Matt 2:12 | anderen weg weder naar hun land. ~
1391 Matt 2:20 | moeder tot u, en trek in het land Israels; want zij zijn gestorven,
1392 Matt 2:21 | moeder, en is gekomen in het land Israels. ~
1393 Matt 2:28 | geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan; ~
1394 Matt 4:15 | 15 Het land Zebulon en het land Nafthali
1395 Matt 4:15 | Het land Zebulon en het land Nafthali aan den weg der
1396 Matt 4:16 | dengenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods,
1397 Matt 8:28 | zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem
1398 Matt 9:26 | ging uit door dat gehele land. ~
1399 Matt 9:31 | gemaakt door dat gehele land. ~
1400 Matt 14:34 | zijnde, kwamen zij in het land Gennesaret. ~
1401 Matt 14:35 | in dat gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen,
1402 Matt 23:15 | want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken,
1403 Mark 1:5 | 5 En al het Joodse land ging tot hem uit, en die
1404 Mark 1:28 | in het gehele omliggende land van Galilea. ~
1405 Mark 4:1 | gehele schare was op het land aan de zee. ~
1406 Mark 5:1 | andere zijde der zee, in het land der Gadarenen. ~
1407 Mark 5:10 | dat Hij hen buiten het land niet wegzond. ~
1408 Mark 5:14 | zulks in de stad en op het land. En zij gingen uit, om te
1409 Mark 5:20 | begon te verkondigen in het land van Dekapolis, wat grote
1410 Mark 6:47 | en Hij was alleen op het land. ~
1411 Mark 6:53 | waren, kwamen zij in het land Gennesareth, en havenden
1412 Mark 6:55 | En het gehele omliggende land doorlopende, begonnen zij
1413 Luk 3:1 | over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias
1414 Luk 3:3 | kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende
1415 Luk 4:14 | door het gehele omliggende land. ~
1416 Luk 4:25 | hongersnood werd over het gehele land. ~
1417 Luk 5:3 | dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende,
1418 Luk 5:11 | En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten
1419 Luk 7:17 | en in al het omliggende land. ~
1420 Luk 8:26 | zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is
1421 Luk 8:27 | 27 En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette
1422 Luk 8:34 | het in de stad, en op het land. ~
1423 Luk 8:37 | menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem,
1424 Luk 12:16 | sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; ~
1425 Luk 14:35 | 35 Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam;
1426 Luk 15:13 | weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed
1427 Luk 15:14 | hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te
1428 Luk 15:15 | en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. ~
1429 Luk 19:12 | reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een
1430 Luk 21:23 | zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk. ~
1431 Joha 3:22 | en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich
1432 Joha 4:5 | genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zoon
1433 Joha 6:21 | terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren. ~
1434 Joha 11:54 | maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de
1435 Joha 11:55 | nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem,
1436 Joha 21:8 | waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd
1437 Joha 21:9 | 9 Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij
1438 Joha 21:11 | en trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd
1439 Hand 5:38 | en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende,
1440 Hand 5:39 | heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken
1441 Hand 6:19 | geschied was, gingen het land door tot Fenicie toe, en
1442 Hand 6:22 | Barnabas uit, dat hij het land doorging tot Antiochie toe. ~
1443 Hand 6:50 | begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des
1444 Hand 6:50 | gespijzigd werd van des konings land. ~
1445 Hand 7:14 | 14 En zij, van Perge het land doorgaande, kwamen te Antiochie,
1446 Hand 7:17 | vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met
1447 Hand 7:19 | uitgeroeid hebbende in het land Kanaan, heeft Hij hun door
1448 Hand 7:19 | Hij hun door het lot het land derzelve uitgedeeld. ~
1449 Hand 7:49 | Heeren werd door het gehele land uitgebreid. ~
1450 Hand 8:6 | Derbe, en het omliggende land; ~
1451 Hand 10:6 | En als zij Frygie, en het land van Galatie doorgereisd
1452 Hand 12:23 | doorreisde vervolgens het land van Galatie en Frygie, versterkende
1453 Hand 20:20 | Jeruzalem, en in het gehele land van Judea, en den heidenen
1454 Hand 21:27 | scheepslieden, dat hun enig land naderde. ~
1455 Hand 21:39 | dag werd, kenden zij het land niet; maar zij merkten een
1456 Hand 21:43 | eerst zouden afwerpen, en te land komen; ~
1457 Hand 21:44 | zij allen behouden aan het land gekomen zijn. ~ ~
1458 Heb 11:9 | een inwoner geweest in het land der belofte, als in een
1459 Heb 11:9 | belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen
1-500 | 501-1000 | 1001-1459 |