Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
lampe 1
lampen 33
lams 13
land 1459
landbouwe 1
landbouwer 1
landbouwerij 1
Frequency    [«  »]
1541 dit
1540 geen
1503 israel
1459 land
1448 doen
1442 aangezicht
1434 gelijk

Bijbel

IntraText - Concordances

land

1-500 | 501-1000 | 1001-1459

     Book Chapter: Verse
1001 Jes 62:7 | daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; 1002 Jes 63:4 | De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: 1003 Jes 63:4 | lust is aan haar! en uw land:      Het getrouwde; want 1004 Jes 63:4 | heeft een lust aan u, en uw land zal getrouwd worden. ~ 1005 Jes 67:8 | dergelijks gezien? Zou een land kunnen geboren worden op 1006 Jer 1:1 | te Anathoth waren, in het land van Benjamin; ~ 1007 Jer 1:18 | koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, 1008 Jer 1:18 | en tegen het volk van het land. ~ 1009 Jer 2:2 | woestijn, in onbezaaid land. ~ 1010 Jer 2:6 | leidde in de woestijn, in een land van wildernissen en kuilen, 1011 Jer 2:6 | wildernissen en kuilen, in een land van dorheid en schaduw      1012 Jer 2:6 | schaduw      des doods, in een land, waar niemand doorging, 1013 Jer 2:7 | bracht u in een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve 1014 Jer 2:7 | verontreinigdet gij Mijn land, en steldet Mijn erfenis 1015 Jer 2:15 | verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn 1016 Jer 2:31 | woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? 1017 Jer 3:1 | wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd      1018 Jer 3:2 | woestijn; alzo hebt gij het land      ontheiligd met uw hoererijen 1019 Jer 3:9 | harer hoererij, dat zij het land ontheiligde; want zij bedreef 1020 Jer 3:16 | zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de 1021 Jer 3:18 | zullen te zamen komen uit het land van het noorden, in het 1022 Jer 3:18 | van het noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve 1023 Jer 3:19 | en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van 1024 Jer 4:5 | blaast de bazuin in het land; roept met volle stem en 1025 Jer 4:7 | uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen; 1026 Jer 4:20 | uitgeroepen; want het ganse land is verstoord; haastelijk 1027 Jer 4:23 | 23      Ik zag het land aan, en ziet, het was woest 1028 Jer 4:26 | en ziet, het vruchtbare land was een woestijn, en al 1029 Jer 4:27 | zegt de HEERE: Dit ganse land zal een woestijn zijn (doch 1030 Jer 5:19 | en vreemde goden in uw land gediend, alzo zult gij de 1031 Jer 5:19 | uitlandse dienen, in een land, dat het uwe niet is. ~ 1032 Jer 5:30 | zaak geschiedt er in het land. ~ 1033 Jer 6:8 | woestheid, tot een onbewoond land. ~ 1034 Jer 6:22 | er komt een volk uit het land van het noorden, en een 1035 Jer 7:7 | u in deze plaats, in het land, dat Ik uw vaderen gegeven 1036 Jer 7:34 | der bruid;      want het land zal tot een verwoesting 1037 Jer 8:16 | paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid der 1038 Jer 8:16 | komen daarhenen, dat zij het land opeten en diens      volheid, 1039 Jer 9:3 | zij worden geweldig in het land, doch niet tot waarheid; 1040 Jer 9:12 | het verkondige, waarom het land vergaan en afgebrand zij 1041 Jer 9:19 | beschaamd, omdat wij het land hebben verlaten, omdat zij 1042 Jer 10:17 | uw kramerij weg uit het land, gij inwoneres der vesting! ~ 1043 Jer 10:22 | een groot beven uit het land van het noorden; dat men 1044 Jer 11:5 | gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk en honig, 1045 Jer 11:19 | en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, 1046 Jer 12:4 | 4      Hoe lang zal het land treuren, en het kruid des 1047 Jer 12:5 | alleenlijk vertrouwt in een land van vrede, hoe zult gij 1048 Jer 12:11 | treurt hij tot Mij; het ganse land is verwoest, omdat er niemand 1049 Jer 12:14 | ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar      het 1050 Jer 12:15 | een iegelijk      tot zijn land. ~ 1051 Jer 14:8 | als een vreemdeling in het land, en als een reiziger, die 1052 Jer 14:15 | noch honger in dit      land zijn; diezelve profeten 1053 Jer 14:18 | priesters lopen om in het      land, en weten niet. ~ 1054 Jer 15:14 | met uw vijanden, in een land, dat gij niet kent; want 1055 Jer 16:3 | ze gewinnen in      dit land: ~ 1056 Jer 16:6 | groten en kleinen in dit land zullen sterven, zij zullen 1057 Jer 16:13 | Daarom zal Ik ulieden uit dit land werpen, in een land, dat 1058 Jer 16:13 | dit land werpen, in een land, dat gij niet gekend hebt, 1059 Jer 16:15 | heeft opgevoerd uit het land van het noorden, en uit 1060 Jer 16:15 | hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven 1061 Jer 16:18 | vergelden, omdat zij Mijn land ontheiligd hebben; zij hebben 1062 Jer 17:4 | vijanden doen dienen in een land, dat gij niet kent; want 1063 Jer 17:6 | woestijn, in zout en onbewoond land. ~ 1064 Jer 17:26 | rondom Jeruzalem, en uit het land van Benjamin, en uit de 1065 Jer 18:16 | 16      Om hun land te stellen tot een ontzetting, 1066 Jer 22:10 | wederkomen, dat hij het land zijner geboorte zie. ~ 1067 Jer 22:12 | zal hij sterven, en dit land zal hij niet meer zien. ~ 1068 Jer 22:26 | uitwerpen in een ander land, waarin gijlieden niet geboren 1069 Jer 22:27 | 27      En in het land, naar hetwelk hun ziel verlangt 1070 Jer 22:28 | weggeworpen in      een land, dat zij niet kennen? ~ 1071 Jer 22:29 | 29      O land, land, land! hoor des HEEREN 1072 Jer 22:29 | 29      O land, land, land! hoor des HEEREN woord! ~ 1073 Jer 22:29 | 29      O land, land, land! hoor des HEEREN woord! ~ 1074 Jer 23:8 | aangebracht heeft uit het land van het noorden, en uit 1075 Jer 23:8 | zij zullen wonen in hun land. ~ 1076 Jer 23:10 | 10      Want het land is vol overspelers, want 1077 Jer 23:10 | vol overspelers, want het land treurt vanwege den vloek, 1078 Jer 23:15 | uitgegaan in het ganse land. ~ 1079 Jer 24:5 | uit deze plaats naar het land der Chaldeen heb      weggeschikt, 1080 Jer 24:6 | hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en 1081 Jer 24:8 | van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven, en die 1082 Jer 24:10 | verteerd zullen zijn uit het land, dat Ik hun en hun vaderen 1083 Jer 25:5 | handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen 1084 Jer 25:9 | zal ze brengen over dit land, en      over de inwoners 1085 Jer 25:11 | 11      En dit ganse land zal worden tot een woestheid, 1086 Jer 25:12 | mitsgaders      over het land der Chaldeen, en zal dat 1087 Jer 25:13 | En Ik zal over dat land brengen al Mijn woorden, 1088 Jer 25:20 | koningen van der Filistijnen land, en Askelon, en Gaza, en 1089 Jer 25:38 | verlaten; want hunlieder land is geworden tot een verwoesting, 1090 Jer 26:20 | tegen deze stad en tegen dit land, naar al de      woorden 1091 Jer 27:10 | valsheid, om u verre uit uw land te brengen, en dat Ik u 1092 Jer 27:11 | datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt de HEERE, 1093 Jer 30:3 | hen wederbrengen in het land, dat Ik hun      vaderen 1094 Jer 30:10 | verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob      1095 Jer 31:8 | zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal 1096 Jer 31:16 | zij zullen uit des vijands land wederkomen. ~ 1097 Jer 31:23 | zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden, 1098 Jer 32:8 | Anathoth, dat in het      land van Benjamin is; want gij 1099 Jer 32:15 | velden, en wijngaarden in dit land gekocht worden. ~ 1100 Jer 32:22 | 22      En hebt hun dit land gegeven, dat Gij hun vaderen 1101 Jer 32:22 | hun te zullen geven, een land vloeiende van melk en honig; ~ 1102 Jer 32:41 | hen getrouwelijk in dat land planten, met Mijn ganse 1103 Jer 32:43 | velden gekocht worden in dit land, waarvan gij zegt: Het is 1104 Jer 32:44 | getuigen doen betuigen, in het land van Benjamin, en in de plaatsen 1105 Jer 33:13 | van het zuiden, en in het land van Benjamin, en in de plaatsen 1106 Jer 35:7 | veel dagen leeft in het land,      alwaar gij als vreemdeling 1107 Jer 35:11 | koning van Babel, naar dit land optoog, dat wij zeiden: 1108 Jer 35:15 | dienen, zo zult gij in het land blijven, dat Ik u en uw 1109 Jer 36:29 | zekerlijk komen, en dit land verderven, en maken, dat 1110 Jer 37:1 | koning gemaakt had in het land      van Juda. ~ 1111 Jer 37:7 | zal wederkeren in zijn land, in Egypte; ~ 1112 Jer 37:12 | uitging, om te gaan in het land van Benjamin, om van daar 1113 Jer 37:19 | ulieden, noch tegen dit land komen. ~ 1114 Jer 39:5 | Babel, naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen 1115 Jer 39:10 | trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij gaf hun 1116 Jer 40:4 | laat het; zie, het ganse land is voor uw aangezicht, waarhenen 1117 Jer 40:6 | midden des volks, die in het land waren overgelaten. ~ 1118 Jer 40:7 | zoon van Ahikam, over het land gesteld had, en dat hij      1119 Jer 40:9 | te dienen; blijft in het land, en dient den koning van      1120 Jer 40:12 | waren, en kwamen in het land van Juda tot Gedalia te 1121 Jer 41:2 | koning van Babel over het land gesteld had. ~ 1122 Jer 41:18 | koning van Babel over het land gesteld had. ~  ~ 1123 Jer 42:10 | Indien gijlieden in dit land zult blijven wonen, zo zal 1124 Jer 42:12 | erbarme, en u weder in uw land brenge. ~ 1125 Jer 42:13 | zeggen: Wij zullen in dit land niet blijven; opdat gij 1126 Jer 43:4 | des HEEREN niet, om in het land van Juda te blijven. ~ 1127 Jer 43:5 | wedergekeerd      waren, om in het land van Juda te wonen; ~ 1128 Jer 44:1 | Tachpanhes, en te Nof, en in het land Pathros, zeggende: ~ 1129 Jer 44:8 | rokende anderen goden in het land van Egypte, alwaar gij gekomen 1130 Jer 44:9 | zij gedaan hebben in het land van Juda en in de straten 1131 Jer 44:14 | weder te      keren in het land van Juda, waarnaar hun ziel 1132 Jer 44:22 | gij deedt; daarom is uw land geworden tot een woestheid, 1133 Jer 44:28 | Egypteland wederkeren in het land van Juda, weinig in getal; 1134 Jer 45:4 | Ik uit, zelfs dit ganse land. ~ 1135 Jer 46:10 | heeft een slachtoffer in het land van het noorden, aan de 1136 Jer 46:12 | schande gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want 1137 Jer 46:16 | tot ons volk, en tot het land onzer geboorte, vanwege 1138 Jer 46:27 | landen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob 1139 Jer 47:2 | overlopende beek, en overlopen het land en de volheid van hetzelve, 1140 Jer 48:21 | gekomen over het vlakke land; over Holon, en over Jahza, 1141 Jer 48:24 | over alle steden van Moabs land, die verre en die nabij 1142 Jer 48:33 | veld, namelijk uit Moabs land, weggenomen is; want Ik 1143 Jer 50:1 | heeft tegen Babel, tegen het land der Chaldeen, door den dienst 1144 Jer 50:3 | het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat 1145 Jer 50:8 | en gaat uit der Chaldeen land; en weest als de bokken 1146 Jer 50:9 | van grote volken uit het land van het noorden verwekken, 1147 Jer 50:16 | iegelijk naar zijn land. ~ 1148 Jer 50:18 | koning van Babel en over zijn land, gelijk als Ik bezoeking 1149 Jer 50:21 | 21      Tegen het land Merathaim, trek tegen hetzelve 1150 Jer 50:22 | een krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk. ~ 1151 Jer 50:25 | heirscharen, in het      land der Chaldeen. ~ 1152 Jer 50:28 | gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te 1153 Jer 50:34 | zekerlijk twisten, opdat Hij het land in rust brenge, maar de 1154 Jer 50:38 | uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden, en 1155 Jer 50:45 | Hij gedacht heeft over het land der Chaldeen: Zo de geringsten 1156 Jer 51:2 | die haar wannen, en haar land uitledigen zullen; want 1157 Jer 51:4 | verslagenen liggen in het land der Chaldeen, en de doorstokenen 1158 Jer 51:5 | heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van 1159 Jer 51:9 | ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel 1160 Jer 51:27 | Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder 1161 Jer 51:28 | overheden, ja, het ganse land harer heerschappij. ~ 1162 Jer 51:29 | 29      Dan zal het land beven en pijn lijden; want 1163 Jer 51:29 | vast tegen Babel, om Babels land te stellen tot een verwoesting, 1164 Jer 51:43 | tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land, 1165 Jer 51:43 | dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont, en 1166 Jer 51:46 | gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht 1167 Jer 51:46 | er zal geweld zijn in het land, heer over heer. ~ 1168 Jer 51:47 | van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en 1169 Jer 51:52 | zal kermen in haar ganse land. ~ 1170 Jer 51:54 | een grote breuk uit het land der Chaldeen. ~ 1171 Jer 52:9 | Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen 1172 Jer 52:27 | doodde hen te Ribla, in het land van Hamath. Alzo werd Juda 1173 Jer 52:27 | Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk weggevoerd. ~ 1174 Klaa 1:131| dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch de beker 1175 Eze 1:3 | Buzi, den priester, in het land der Chaldeen, bij de rivier 1176 Eze 6:14 | uitstrekken, en zal het land woest maken, ja, woester 1177 Eze 7:2 | de Heere HEERE, van het land Israels: Het einde is er, 1178 Eze 7:12 | de gehele menigte van het land. ~ 1179 Eze 7:13 | de gehele menigte van het land, niet      zal terugkeren; 1180 Eze 7:14 | de gehele menigte van het land. ~ 1181 Eze 7:23 | Maak een keten; want het land is vol van bloedgerichten, 1182 Eze 8:12 | niet, de HEERE heeft het land verlaten. ~ 1183 Eze 8:17 | zij hier doen? Als zij het land met geweld      vervuld 1184 Eze 9:9 | gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en 1185 Eze 9:9 | De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet 1186 Eze 11:15 | van den HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting 1187 Eze 11:17 | verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israels      geven. ~ 1188 Eze 12:6 | gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u 1189 Eze 12:13 | brengen in Babylonie, het land der Chaldeen; ook zal hij 1190 Eze 12:19 | inwoners van Jeruzalem, in het land Israels: Zij zullen hun 1191 Eze 12:19 | verbaasdheid drinken, omdat hun land woest zal worden van zijn 1192 Eze 12:20 | zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn; 1193 Eze 12:22 | dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen 1194 Eze 13:9 | geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij 1195 Eze 14:13 | Mensenkind, als een land tegen Mij gezondigd zal 1196 Eze 14:15 | boos gedierte make door het land door te gaan, hetwelk dat 1197 Eze 14:16 | bevrijd worden, maar het land zou woest worden. ~ 1198 Eze 14:17 | zwaard brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door, 1199 Eze 14:17 | Zwaard! ga door, door dat land, zodat Ik daarvan uitroeie 1200 Eze 14:19 | pestilentie in datzelve land zende, en Mijn grimmigheid 1201 Eze 15:8 | 8   En Ik zal het land woest maken, omdat zij zwaarlijk 1202 Eze 16:3 | uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader 1203 Eze 16:29 | hoererij vermenigvuldigd in het land van Kanaan tot in Chaldea; 1204 Eze 17:4 | af, en bracht hem in een land van koophandel; hij zette 1205 Eze 18:2 | spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders 1206 Eze 19:7 | verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd 1207 Eze 19:13 | woestijn, in een dor en dorstig land. ~ 1208 Eze 20:6 | Egypteland uitvoeren zou, in een land, dat Ik voor hen uitgespeurd 1209 Eze 20:15 | niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had, 1210 Eze 20:28 | 28      Als Ik hen in het land gebracht had, over hetwelk 1211 Eze 20:38 | uitzuiveren; Ik zal hen uit het land hunner vreemdelingschappen 1212 Eze 20:40 | ganse huis Israels in het land dienen, zij allen; daar 1213 Eze 20:42 | gebracht zal hebben, in het land, waarover Ik Mijn hand opgeheven 1214 Eze 21:2 | en profeteer tegen het land van Israel; ~ 1215 Eze 21:3 | 3      En zeg tot het land van Israel: Alzo zegt de 1216 Eze 21:19 | van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen; 1217 Eze 21:30 | gij geschapen zijt, in het land uwer woningen zal Ik u richten. ~ 1218 Eze 22:24 | zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is, 1219 Eze 22:30 | de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht 1220 Eze 23:15 | Babel, van Chaldea, het land hunner geboorte; ~ 1221 Eze 23:19 | zij gehoereerd had in het land van Egypte. ~ 1222 Eze 23:48 | schandelijkheid uit het land doen ophouden; opdat alle 1223 Eze 25:3 | ontheiligd werd, en      over het land Israels, als het verwoest 1224 Eze 25:6 | uw plundering, over het land Israels; ~ 1225 Eze 25:10 | van het oosten, met het land der kinderen Ammons, hetwelk 1226 Eze 26:20 | sieraad herstellen in het land der levenden. ~ 1227 Eze 27:17 | 17      Juda en het land Israels waren uw kooplieden; 1228 Eze 27:29 | schepen nederklimmen; op het land zullen zij staan blijven. ~ 1229 Eze 28:25 | zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht, 1230 Eze 29:14 | hen wederbrengen in het land van Pathros, in het land 1231 Eze 29:14 | land van Pathros, in het land huns koophandels; en aldaar 1232 Eze 30:5 | en de kinderen van het land des verbonds zullen met 1233 Eze 30:11 | aangevoerd worden, om het land te verderven; en zij zullen 1234 Eze 30:11 | Egypte uittrekken, en het land met      verslagenen vervullen. ~ 1235 Eze 30:12 | tot droogte maken, en het land verkopen in de hand der 1236 Eze 30:12 | der bozen; en Ik zal het land met zijn volheid verwoesten 1237 Eze 32:4 | Dan zal Ik u laten op het land, Ik zal u henenwerpen op 1238 Eze 32:6 | 6      En Ik zal het land, waarin gij zwemt, van uw 1239 Eze 32:8 | zal een duisternis over uw land maken, spreekt de Heere 1240 Eze 32:15 | een verwoesting, en het land van zijn volheid zal woest 1241 Eze 32:23 | een schrik gaven in het land der      levenden. ~ 1242 Eze 32:24 | schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen 1243 Eze 32:25 | van hen gegeven is in het land der levenden; nu dragen 1244 Eze 32:26 | gegeven hebben      in het land der levenden. ~ 1245 Eze 32:27 | der helden schrik in het land der levenden geweest is. ~ 1246 Eze 32:32 | Mijn schrik gegeven in het land der levenden; dies zal hij 1247 Eze 33:2 | Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands 1248 Eze 33:3 | zwaard ziet komen over het land, en blaast met de bazuin, 1249 Eze 33:24 | die woeste plaatsen in het land Israels spreken, zeggende: 1250 Eze 33:24 | een enig man, en bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn 1251 Eze 33:24 | maar onzer zijn velen; het land is      ons gegeven tot 1252 Eze 33:25 | bloed; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~ 1253 Eze 33:26 | naasten; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~ 1254 Eze 33:28 | 28      Want Ik zal het land tot een verwoesting en een 1255 Eze 33:29 | de HEERE ben, als Ik het land tot een verwoesting en een 1256 Eze 34:13 | landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op 1257 Eze 34:25 | het boos gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen 1258 Eze 34:27 | zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst geven, 1259 Eze 34:27 | zullen zeker zijn in hun land; en zullen weten, dat Ik 1260 Eze 34:29 | worden door honger in het land, en den smaad der heidenen 1261 Eze 35:14 | HEERE: Gelijk het ganse land verblijd is, alzo zal Ik 1262 Eze 36:5 | het ganse Edom; die Mijn land zichzelven ten      erve 1263 Eze 36:6 | Daarom profeteer van het land Israels, en zeg tot de bergen 1264 Eze 36:13 | tot u zeggen: Gij zijt een land, dat mensen opeet, en gij 1265 Eze 36:13 | mensen opeet, en gij zijt een land, dat uw volken berooft; ~ 1266 Eze 36:17 | Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden 1267 Eze 36:18 | bloeds wil, dat zij in het land vergoten hadden, en om hun 1268 Eze 36:20 | HEEREN, en zijn uit      Zijn land uitgegaan. ~ 1269 Eze 36:24 | vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen. ~ 1270 Eze 36:28 | En gij zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven 1271 Eze 36:34 | 34      En het verwoeste land zal bebouwd worden, in plaats 1272 Eze 36:35 | En zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is geworden 1273 Eze 37:12 | zal u brengen in het      land Israels. ~ 1274 Eze 37:14 | leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten, 1275 Eze 37:21 | en brengen hen in hun land; ~ 1276 Eze 37:22 | tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en 1277 Eze 37:25 | zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob 1278 Eze 38:2 | aangezicht tegen Gog, het land van Magog, den hoofdvorst 1279 Eze 38:8 | jaren zult gij komen in het land, dat wedergebracht is van 1280 Eze 38:8 | geweest zijn; als hetzelve land uit de volken zal uitgevoerd 1281 Eze 38:9 | zijn als een wolk, om het land te bedekken; gij en al uw 1282 Eze 38:16 | Israel, als een wolk, om het land te bedekken; in het laatste 1283 Eze 38:16 | u aanbrengen tegen Mijn land, opdat de      heidenen 1284 Eze 38:18 | ten dage als Gog tegen het land Israels zal aankomen, spreekt 1285 Eze 38:19 | groot beven zal zijn in het land Israels! ~ 1286 Eze 39:12 | zal hen begraven, om het land te reinigen, zeven maanden 1287 Eze 39:14 | uitscheiden, die gestadig door het land doorgaan, en doodgravers 1288 Eze 39:15 | doorgangers zullen door het land doorgaan, en als iemand 1289 Eze 39:16 | zijn. Alzo zullen zij het land reinigen. ~ 1290 Eze 39:26 | overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand 1291 Eze 39:28 | ze weder verzameld in hun land, en heb      aldaar niemand 1292 Eze 40:2 | Gods bracht Hij mij in het land Israels, en Hij zette mij 1293 Eze 45:1 | Als gijlieden nu het land zult doen vallen in erfenis, 1294 Eze 45:1 | heilige plaats, van het land; de lengte zal zijn de lengte 1295 Eze 45:4 | heilige plaats zijn van het land; zij zal zijn voor de priesteren, 1296 Eze 45:8 | 8      Dit land aangaande, het zal hem tot 1297 Eze 45:8 | maar den huize Israels het land laten, naar hun stammen. ~ 1298 Eze 45:15 | tweehonderd, uit het waterrijke land van Israel, tot spijsoffer, 1299 Eze 47:13 | zijn, naar dewelke gij het land ten erve zult nemen, naar 1300 Eze 47:14 | vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden in erfenis vallen. ~ 1301 Eze 47:18 | Gilead, en van tussen het land Israels aan den Jordaan, 1302 Eze 47:21 | 21      Ditzelve land nu zult gij ulieden uitdelen 1303 Eze 48:29 | 29      Dit is het land, dat gijlieden zult doen 1304 Dan 1:2 | en hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis 1305 Dan 8:9 | en tegen het sierlijke land. ~ 1306 Dan 11:9 | hij zal wederom in zijn land trekken. ~ 1307 Dan 11:16 | hij zal ook staan in het land des sieraads, en de verderving 1308 Dan 11:28 | En hij zal in zijn land wederkeren met groot goed, 1309 Dan 11:28 | doen, en wederkeren in zijn land. ~ 1310 Dan 11:39 | velen, en hij      zal het land uitdelen om prijs. ~ 1311 Dan 11:41 | En hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen 1312 Dan 11:42 | landen leggen, ook zal het land van Egypte niet ontkomen. ~ 1313 Hos 1:2 | der hoererijen; want het land      hoereert ganselijk 1314 Hos 1:11 | hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van 1315 Hos 2:2 | en zette ze als een dor land, en dode ze door dorst; ~ 1316 Hos 4:1 | kennis van      God in het land is; ~ 1317 Hos 4:3 | 3      Daarom zal het land treuren, en een iegelijk, 1318 Hos 9:3 | Zij zullen in des HEEREN land niet blijven; maar Efraim 1319 Hos 11:11 | en als een duif uit het land van Assur; en Ik zal hen 1320 Hos 13:5 | woestijn, in een zeer heet land. ~ 1321 Joe 1:6 | volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder getal; 1322 Joe 1:10 | Het veld is verwoest, het land treurt; want het koren is 1323 Joe 2:3 | hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een 1324 Joe 2:18 | HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. ~ 1325 Joe 2:20 | wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de 1326 Joe 2:21 | 21      Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; 1327 Joe 3:2 | hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld; ~ 1328 Joe 3:19 | kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed vergoten      1329 Amos 2:10 | woestijn geleid, opdat gij het land van den Amoriet erfelijk 1330 Amos 3:11 | vijand! en dat rondom het land! die zal uw sterkte van 1331 Amos 5:2 | zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar 1332 Amos 7:10 | het huis Israels; het      land zal al zijn woorden niet 1333 Amos 7:11 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd. ~ 1334 Amos 7:12 | ziener! ga weg, vlied in het land van Juda, en eet aldaar 1335 Amos 7:17 | het zwaard vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld 1336 Amos 7:17 | en gij zult in een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker 1337 Amos 7:17 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd. ~  ~ 1338 Amos 8:8 | 8      Zou het land hierover niet beroerd worden, 1339 Amos 8:9 | zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren. ~ 1340 Amos 8:10 | kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als er 1341 Amos 8:11 | dat Ik een honger in het land zal zenden; niet een honger 1342 Amos 9:5 | heirscharen is het, Die het land aanroert, dat het versmelte, 1343 Amos 9:15 | En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet 1344 Amos 9:15 | worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven 1345 Jona 1:8 | waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij? ~ 1346 Jona 4:2 | niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het 1347 Mic 2:10 | en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat 1348 Mic 5:4 | zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij 1349 Mic 5:5 | 5      Die zullen het land van Assur afweiden met het 1350 Mic 5:5 | afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs ingangen. 1351 Mic 5:5 | wanneer dezelve in ons land zal komen,      en wanneer 1352 Mic 7:2 | goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht 1353 Mic 7:13 | 13      Maar dit land zal worden tot een verwoesting, 1354 Mic 7:14 | midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan 1355 Zep 1:2 | ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. ~ 1356 Zep 1:3 | Ik zal de mensen uit dit land      uitroeien, spreekt 1357 Zep 1:18 | Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij 1358 Zep 2:5 | Kanaan, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat      1359 Zep 3:8 | storten, want dit ganse land zal door het vuur van Mijn 1360 Zep 3:19 | naam, in het ganse      land, waar zij beschaamd zijn 1361 Zac 1:10 | uitgezonden heeft, om het land te doorwandelen. ~ 1362 Zac 1:11 | en zeiden: Wij hebben het land doorwandeld, en ziet, het 1363 Zac 1:11 | doorwandeld, en ziet, het ganse land zit en het is stil. ~ 1364 Zac 1:21 | verheven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien. ~  ~  ~  ~ ~ 1365 Zac 2:12 | Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog 1366 Zac 4:10 | HEEREN, die het ganse land doortrekken. ~ 1367 Zac 5:3 | uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk, die 1368 Zac 5:6 | over henlieden in het ganse land. ~ 1369 Zac 5:11 | een huis te bouwen in het land Sinear; dat zij daar gevestigd 1370 Zac 6:7 | zochten voort te gaan, om het land te doorwandelen; want Hij 1371 Zac 6:7 | Gaat heen, doorwandelt het land. En zij doorwandelden het 1372 Zac 6:7 | En zij doorwandelden het land. ~ 1373 Zac 7:14 | zij niet kenden; en het land werd achter hen verwoest, 1374 Zac 7:14 | stelden      het gewenste land tot een verwoesting. ~  ~  ~  ~ ~ 1375 Zac 8:7 | Mijn volk verlossen uit het land des opgangs, en uit het 1376 Zac 8:7 | des opgangs, en uit het land des nedergangs der zon. ~ 1377 Zac 9:1 | woord des HEEREN over het land Chadrach en Damaskus, deszelfs 1378 Zac 9:16 | gekroonde stenen zullen in Zijn land, als een banier, opgericht 1379 Zac 10:10 | Assyrie; en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon brengen, 1380 Zac 11:6 | konings, en zij zullen dit land te morzel slaan, en Ik zal 1381 Zac 11:16 | herder verwekken in dit land; dat gereed is om afgesneden 1382 Zac 12:12 | 12      En het land zal rouwklagen, elk geslacht 1383 Zac 13:2 | Ik uitroeien zal uit het land de namen der afgoden, dat 1384 Zac 13:2 | onreinen geest zal Ik uit het land wegdoen. ~ 1385 Zac 13:5 | ik ben een man, die het land bouwt; want een mens heeft 1386 Zac 13:8 | geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE, de twee 1387 Zac 14:10 | 10      Dit ganse land zal rondom als een vlak 1388 Mal 3:12 | gijlieden zult een lustig land zijn, zegt de HEERE der 1389 Matt 2:6 | 6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de 1390 Matt 2:12 | anderen weg weder naar hun land. ~ 1391 Matt 2:20 | moeder tot u, en trek in het land Israels; want zij zijn gestorven, 1392 Matt 2:21 | moeder, en is gekomen in het land Israels. ~ 1393 Matt 2:28 | geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan; ~ 1394 Matt 4:15 | 15 Het land Zebulon en het land Nafthali 1395 Matt 4:15 | Het land Zebulon en het land Nafthali aan den weg der 1396 Matt 4:16 | dengenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, 1397 Matt 8:28 | zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem 1398 Matt 9:26 | ging uit door dat gehele land. ~ 1399 Matt 9:31 | gemaakt door dat gehele land. ~ 1400 Matt 14:34 | zijnde, kwamen zij in het land Gennesaret. ~ 1401 Matt 14:35 | in dat gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen, 1402 Matt 23:15 | want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, 1403 Mark 1:5 | 5 En al het Joodse land ging tot hem uit, en die 1404 Mark 1:28 | in het gehele omliggende land van Galilea. ~ 1405 Mark 4:1 | gehele schare was op het land aan de zee. ~ 1406 Mark 5:1 | andere zijde der zee, in het land der Gadarenen. ~ 1407 Mark 5:10 | dat Hij hen buiten het land niet wegzond. ~ 1408 Mark 5:14 | zulks in de stad en op het land. En zij gingen uit, om te 1409 Mark 5:20 | begon te verkondigen in het land van Dekapolis, wat grote 1410 Mark 6:47 | en Hij was alleen op het land. ~ 1411 Mark 6:53 | waren, kwamen zij in het land Gennesareth, en havenden 1412 Mark 6:55 | En het gehele omliggende land doorlopende, begonnen zij 1413 Luk 3:1 | over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias 1414 Luk 3:3 | kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende 1415 Luk 4:14 | door het gehele omliggende land. ~ 1416 Luk 4:25 | hongersnood werd over het gehele land. ~ 1417 Luk 5:3 | dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, 1418 Luk 5:11 | En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten 1419 Luk 7:17 | en in al het omliggende land. ~ 1420 Luk 8:26 | zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is 1421 Luk 8:27 | 27 En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette 1422 Luk 8:34 | het in de stad, en op het land. ~ 1423 Luk 8:37 | menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, 1424 Luk 12:16 | sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; ~ 1425 Luk 14:35 | 35 Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam; 1426 Luk 15:13 | weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed 1427 Luk 15:14 | hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te 1428 Luk 15:15 | en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. ~ 1429 Luk 19:12 | reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een 1430 Luk 21:23 | zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk. ~ 1431 Joha 3:22 | en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich 1432 Joha 4:5 | genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zoon 1433 Joha 6:21 | terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren. ~ 1434 Joha 11:54 | maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de 1435 Joha 11:55 | nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, 1436 Joha 21:8 | waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd 1437 Joha 21:9 | 9 Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij 1438 Joha 21:11 | en trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd 1439 Hand 5:38 | en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, 1440 Hand 5:39 | heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken 1441 Hand 6:19 | geschied was, gingen het land door tot Fenicie toe, en 1442 Hand 6:22 | Barnabas uit, dat hij het land doorging tot Antiochie toe. ~ 1443 Hand 6:50 | begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des 1444 Hand 6:50 | gespijzigd werd van des konings land. ~ 1445 Hand 7:14 | 14 En zij, van Perge het land doorgaande, kwamen te Antiochie, 1446 Hand 7:17 | vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met 1447 Hand 7:19 | uitgeroeid hebbende in het land Kanaan, heeft Hij hun door 1448 Hand 7:19 | Hij hun door het lot het land derzelve uitgedeeld. ~ 1449 Hand 7:49 | Heeren werd door het gehele land uitgebreid. ~ 1450 Hand 8:6 | Derbe, en het omliggende land; ~ 1451 Hand 10:6 | En als zij Frygie, en het land van Galatie doorgereisd 1452 Hand 12:23 | doorreisde vervolgens het land van Galatie en Frygie, versterkende 1453 Hand 20:20 | Jeruzalem, en in het gehele land van Judea, en den heidenen 1454 Hand 21:27 | scheepslieden, dat hun enig land naderde. ~ 1455 Hand 21:39 | dag werd, kenden zij het land niet; maar zij merkten een 1456 Hand 21:43 | eerst zouden afwerpen, en te land komen; ~ 1457 Hand 21:44 | zij allen behouden aan het land gekomen zijn. ~  ~ 1458 Heb 11:9 | een inwoner geweest in het land der belofte, als in een 1459 Heb 11:9 | belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen


1-500 | 501-1000 | 1001-1459

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License