Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
opbracht 2
opbrengen 4
opbrengt 1
opdat 1275
opdoen 1
opdrogen 2
opeen 1
Frequency    [«  »]
1397 alzo
1361 alle
1313 zeggende
1275 opdat
1264 1
1241 2
1198 3

Bijbel

IntraText - Concordances

opdat

1-500 | 501-1000 | 1001-1275

     Book Chapter: Verse
1001 1Kor 11:19| ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, 1002 1Kor 11:32| van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden 1003 1Kor 11:34| hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel 1004 1Kor 12:25| 25 Opdat geen tweedracht in het lichaam 1005 1Kor 13:3 | ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, 1006 1Kor 14:5 | dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge 1007 1Kor 14:19| spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, 1008 1Kor 14:31| na den ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen 1009 1Kor 15:28| dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen. ~ 1010 1Kor 16:2 | welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan 1011 1Kor 16:6 | blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, 1012 1Kor 16:11| maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik 1013 2Kor 1:4 | in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten 1014 2Kor 1:9 | onszelven het vonnis des doods, opdat wij niet op onszelven vertrouwen 1015 2Kor 1:11| voor ons door het gebed, opdat over de gave, door vele 1016 2Kor 1:15| ik te voren tot u komen, opdat gij een tweede genade zoudt 1017 2Kor 1:17| voor, hetgeen ik voorneem, opdat bij mij zou wezen, ja, ja, 1018 2Kor 2:3 | ditzelfde heb ik u geschreven, opdat ik, daar komende, niet zou 1019 2Kor 2:4 | tranen geschreven, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, 1020 2Kor 2:4 | zoudt bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt verstaan, 1021 2Kor 2:5 | bedroefd, maar ten dele (opdat ik hem niet bezware) ulieden 1022 2Kor 2:7 | vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige 1023 2Kor 2:9 | daartoe heb ik ook geschreven, opdat ik uw beproeving mocht verstaan, 1024 2Kor 2:10| aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel 1025 2Kor 3:13| op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israels niet 1026 2Kor 4:4 | namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting 1027 2Kor 4:7 | dezen schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht 1028 2Kor 4:10| het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus 1029 2Kor 4:11| overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het leven van Jezus 1030 2Kor 4:15| dingen zijn om uwentwil, opdat de vermenigvuldigde genade, 1031 2Kor 5:4 | maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het 1032 2Kor 5:10| rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen 1033 2Kor 5:12| oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen 1034 2Kor 5:15| is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet 1035 2Kor 5:21| zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid 1036 2Kor 6:3 | geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd 1037 2Kor 7:12| onrecht gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u 1038 2Kor 8:9 | geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt 1039 2Kor 8:11| voleindigt ook het doen; opdat, gelijk als er geweest is 1040 2Kor 8:13| 13 Want dit zeg ik niet, opdat anderen zouden verlichting 1041 2Kor 8:14| 14 Maar opdat uit gelijkheid, in dezen 1042 2Kor 8:14| hun gebrek te vervullen; opdat ook hun overvloed zij om 1043 2Kor 8:14| uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde. ~ 1044 2Kor 9:3 | deze broeders gezonden, opdat onze roem, dien wij over 1045 2Kor 9:3 | gemaakt worden in dezen dele; opdat (gelijk ik gezegd heb) gij 1046 2Kor 9:4 | u onbereid vonden, wij (opdat wij niet zeggen: gij) beschaamd 1047 2Kor 9:5 | voren aangedienden zegen; opdat die gereed zij, alzo als 1048 2Kor 9:8 | doen overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd, 1049 2Kor 10:9 | 9 Opdat ik niet zou schijnen, alsof 1050 2Kor 11:7 | mijzelven vernederd heb, opdat gij zoudt verhoogd worden, 1051 2Kor 11:12| die oorzaak hebben willen, opdat zij in hetgeen zij roemen, 1052 2Kor 11:16| dan aan als een onwijze, opdat ik ook een weinig moge roemen. ~ 1053 2Kor 12:6 | maar ik houde daarvan af, opdat niemand van mij denke boven 1054 2Kor 12:7 | 7 En opdat ik mij door de uitnemendheid 1055 2Kor 12:7 | mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen. ~ 1056 2Kor 12:8 | Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. ~ 1057 2Kor 12:9 | roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in 1058 2Kor 12:21| 21 Opdat wederom, als ik zal gekomen 1059 2Kor 13:7 | gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden 1060 2Kor 13:7 | zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, 1061 2Kor 13:10| afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, 1062 Gal 1:4 | heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit 1063 Gal 1:16 | Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie 1064 Gal 2:2 | degenen, die in achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs 1065 Gal 2:4 | in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid 1066 Gal 2:5 | geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie 1067 Gal 2:9 | rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en 1068 Gal 2:16 | Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd 1069 Gal 2:19 | de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou. ~ 1070 Gal 3:14 | 14 Opdat de zegening van Abraham 1071 Gal 3:14 | zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes 1072 Gal 3:22 | onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof 1073 Gal 3:24 | tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden 1074 Gal 4:5 | 5 Opdat Hij degenen, die onder de 1075 Gal 4:5 | waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen 1076 Gal 4:17 | zij willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren. ~ 1077 Gal 6:1 | zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. ~ 1078 Gal 6:12 | besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van 1079 Gal 6:13 | dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. ~ 1080 Efez 1:4 | grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk 1081 Efez 1:12| 12 Opdat wij zouden zijn tot prijs 1082 Efez 1:17| 17 Opdat de God van onzen Heere Jezus 1083 Efez 1:18| verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij 1084 Efez 2:7 | 7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende 1085 Efez 2:9 | 9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme. ~ 1086 Efez 2:10| welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. 1087 Efez 2:15| in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven 1088 Efez 2:16| 16 En opdat Hij die beiden met God in 1089 Efez 3:10| 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend 1090 Efez 3:16| 16 Opdat Hij u geve, naar den rijkdom 1091 Efez 3:17| 17 Opdat Christus door het geloof 1092 Efez 3:18| 18 Opdat gij ten volle kondet begrijpen 1093 Efez 3:19| de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al 1094 Efez 4:10| verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen 1095 Efez 4:14| 14 Opdat wij niet meer kinderen zouden 1096 Efez 4:28| dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen 1097 Efez 4:29| is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die 1098 Efez 5:26| 26 Opdat Hij haar heiligen zou, haar 1099 Efez 5:27| 27 Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk 1100 Efez 6:3 | 3 Opdat het u welga, en dat gij 1101 Efez 6:11| gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de 1102 Efez 6:13| gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den 1103 Efez 6:19| 19 En voor mij, opdat mij het Woord gegeven worde 1104 Efez 6:20| gezant ben in een keten, opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk 1105 Efez 6:21| 21 En opdat ook gij moogt weten hetgeen 1106 Efez 6:22| einde tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, 1107 Fili 1:10| 10 Opdat gij beproeft de dingen, 1108 Fili 1:10| die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder 1109 Fili 1:26| 26 Opdat uw roem in Christus Jezus 1110 Fili 1:27| Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, 1111 Fili 2:10| 10 Opdat in de Naam van Jezus zich 1112 Fili 2:15| 15 Opdat gij moogt onberispelijk 1113 Fili 2:19| Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, 1114 Fili 2:27| zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid 1115 Fili 2:28| hem te spoediger gezonden, opdat gij, hem ziende, wederom 1116 Fili 2:30| zijn leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening 1117 Fili 3:8 | en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen. ~ 1118 Fili 3:10| 10 Opdat ik Hem kenne, en de kracht 1119 Fili 3:21| lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde 1120 Kol 1:10 | 10 Opdat gij moogt wandelen waardiglijk 1121 Kol 1:18 | Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou 1122 Kol 1:22 | Zijns vleses, door den dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk 1123 Kol 1:28 | iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk 1124 Kol 2:2 | 2 Opdat hun harten vertroost mogen 1125 Kol 2:4 | 4 En dit zeg ik, opdat niet iemand u misleide met 1126 Kol 3:21 | tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden. ~ 1127 Kol 4:4 | 4 Opdat ik dezelve moge openbaren, 1128 Kol 4:6 | aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij 1129 Kol 4:8 | einde tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken wete, en uw 1130 Kol 4:12 | strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt 1131 1The 2:9 | want nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden 1132 1The 2:16| zij zalig mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden 1133 1The 3:3 | 3 Opdat niemand bewogen worde in 1134 1The 3:13| 13 Opdat Hij uw harten versterke, 1135 1The 4:12| 12 Opdat gij eerlijk wandelt bij 1136 1The 4:13| degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, 1137 1The 5:10| Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, 1138 2The 1:5 | Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt 1139 2The 1:12| 12 Opdat de Naam van onzen Heere 1140 2The 2:6 | hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te 1141 2The 2:12| 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, 1142 2The 3:1 | broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren zijn 1143 2The 3:2 | 2 En opdat wij mogen verlost worden 1144 2The 3:8 | nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden 1145 2The 3:9 | macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden 1146 2The 3:14| vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde; ~ 1147 1Tim 1:3 | zo vermaan ik het u nog, opdat gij sommigen beveelt geen 1148 1Tim 1:16| barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die 1149 1Tim 1:20| den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer 1150 1Tim 2:2 | allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven 1151 1Tim 3:6 | 6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, 1152 1Tim 3:7 | degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, 1153 1Tim 3:15| 15 Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men 1154 1Tim 4:15| dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij 1155 1Tim 5:7 | 7 En beveel dit, opdat zij onberispelijk zijn. ~ 1156 1Tim 5:16| Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk 1157 1Tim 5:20| tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen 1158 1Tim 6:1 | alle eer waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer 1159 1Tim 6:19| fondament tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen 1160 2Tim 1:4 | ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld 1161 2Tim 2:4 | handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die 1162 2Tim 2:10| alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden 1163 2Tim 3:17| 17 Opdat de mens Gods volmaakt zij, 1164 2Tim 4:17| en heeft mij bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou 1165 2Tim 5:5 | heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, 1166 2Tim 5:9 | woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om 1167 2Tim 5:13| bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in 1168 Tit 1:5 | heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, 1169 Tit 1:9 | woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om 1170 Tit 1:13 | bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in 1171 Tit 2:4 | 4 Opdat zij de jonge vrouwen leren 1172 Tit 2:5 | mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd 1173 Tit 2:8 | gezond en onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, 1174 Tit 2:10 | goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen 1175 Tit 2:14 | voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van 1176 Tit 3:7 | 7 Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde 1177 Tit 3:8 | gij ernstelijk bevestigt, opdat degenen, die aan God geloven, 1178 Tit 3:13 | Apollos zorgvuldiglijk, opdat hun niets ontbreke. ~ 1179 Tit 3:14 | staan tot nodig gebruik, opdat zij niet onvruchtbaar zijn. ~ 1180 File 1:6 | 6 Opdat de gemeenschap uws geloofs 1181 File 1:13| willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou 1182 File 1:14| goedvinden niets willen doen, opdat uw goeddadigheid niet zou 1183 File 1:15| van u gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder 1184 File 1:19| hand, ik zal het betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij 1185 Heb 2:1 | hetgeen van ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd 1186 Heb 2:9 | vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods 1187 Heb 2:14 | derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet 1188 Heb 2:17 | broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een 1189 Heb 3:13 | het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard 1190 Heb 4:11 | in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde 1191 Heb 4:16 | tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen 1192 Heb 5:1 | die bij God te doen zijn, opdat hij offere gaven en slachtofferen 1193 Heb 6:12 | 12 Opdat gij niet traag wordt, maar 1194 Heb 6:18 | 18 Opdat wij, door twee onveranderlijke 1195 Heb 9:15 | des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen 1196 Heb 9:25 | 25 Noch ook, opdat Hij Zichzelven dikwijls 1197 Heb 10:36 | hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan 1198 Heb 11:5 | Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; 1199 Heb 11:28 | besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen 1200 Heb 11:35 | verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding 1201 Heb 11:40 | beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden 1202 Heb 12:3 | tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt 1203 Heb 12:10 | kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden 1204 Heb 12:13 | rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet 1205 Heb 12:27 | als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, 1206 Heb 13:12 | Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed 1207 Heb 13:17 | rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde 1208 Heb 13:19 | meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge 1209 Heb 13:21 | volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; 1210 Jako 1:4 | hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn 1211 Jako 1:18| het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen 1212 Jako 3:3 | paarden tomen in de monden, opdat zij ons zouden gehoorzamen, 1213 Jako 4:3 | omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten 1214 Jako 5:9 | tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; 1215 Jako 5:12| zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt. ~ 1216 Jako 5:16| en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig 1217 1Pet 1:7 | 7 Opdat de beproeving uws geloofs, 1218 1Pet 1:21| heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God 1219 1Pet 2:2 | redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen; ~ 1220 1Pet 2:9 | volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de 1221 1Pet 2:12| eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van 1222 1Pet 2:21| een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt 1223 1Pet 2:24| gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven 1224 1Pet 3:1 | eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde 1225 1Pet 3:7 | des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd 1226 1Pet 3:9 | gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beerven. ~ 1227 1Pet 3:16| En hebt een goed geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk van 1228 1Pet 3:18| voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; 1229 1Pet 4:6 | Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld 1230 1Pet 4:11| kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde 1231 1Pet 4:13| Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring 1232 1Pet 5:6 | de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner 1233 2Pet 1:4 | beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke 1234 2Pet 3:2 | 2 Opdat gij gedachtig zijt aan de 1235 1Joh 1:3 | dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap 1236 1Joh 1:4 | dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij. ~ 1237 1Joh 2:1 | ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien 1238 1Joh 2:19| zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, 1239 1Joh 2:28| kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard 1240 1Joh 3:5 | dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; 1241 1Joh 3:8 | Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels 1242 1Joh 4:9 | gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. ~ 1243 1Joh 4:17| liefde bij ons volmaakt, opdat wij vrijmoedigheid mogen 1244 1Joh 5:13| Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige 1245 1Joh 5:13| het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam 1246 2Joh 1:12| tot mond met u te spreken, opdat onze blijdschap volkomen 1247 3Joh 1:8 | zodanigen te ontvangen, opdat wij medearbeiders mogen 1248 Open 2:10| in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij 1249 Open 2:14| aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer 1250 Open 2:21| Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van 1251 Open 3:11| haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. ~ 1252 Open 3:18| beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en 1253 Open 3:18| worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, 1254 Open 3:18| zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt. ~ 1255 Open 6:2 | ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! ~ 1256 Open 7:1 | de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op 1257 Open 8:3 | veel reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller 1258 Open 8:12| derde deel der sterren; opdat het derde deel derzelve 1259 Open 9:15| dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen 1260 Open 11:6 | macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de 1261 Open 12:4 | de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, 1262 Open 12:6 | had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden 1263 Open 12:14| vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, 1264 Open 12:15| vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier 1265 Open 13:15| beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest 1266 Open 14:13| aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun 1267 Open 16:12| zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg 1268 Open 16:15| en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, 1269 Open 18:4 | uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen 1270 Open 18:4 | geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet 1271 Open 19:15| ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen 1272 Open 19:18| 18 Opdat gij eet het vlees der koningen, 1273 Open 20:3 | verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer 1274 Open 21:15| had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en 1275 Open 22:14| die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom


1-500 | 501-1000 | 1001-1275

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License