1-500 | 501-1000 | 1001-1264
Book Chapter: Verse
1001 Mark 7:1 | 1 En tot Hem vergaderden de
1002 Mark 8:1 | 1 In dezelfde dagen, als er
1003 Mark 9:1 | 1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar,
1004 Mark 10:1 | 1 En van daar opgestaan zijnde,
1005 Mark 11:1 | 1 En toen zij Jeruzalem genaakten,
1006 Mark 12:1 | 1 En Hij begon door gelijkenissen
1007 Mark 13:1 | 1 En als Hij uit den tempel
1008 Mark 14:1 | 1 En het pascha, en het feest
1009 Mark 15:1 | 1 En terstond, des morgens
1010 Mark 16:1 | 1 En als de sabbat voorbijgegaan
1011 Luk 1 | 1 ~
1012 Luk 1:1 | 1 Nademaal velen ter hand
1013 Luk 2:1 | 1 En het geschiedde in diezelfde
1014 Luk 3:1 | 1 En in het vijftiende jaar
1015 Luk 4:1 | 1 En Jezus, vol des Heiligen
1016 Luk 5:1 | 1 En het geschiedde, als de
1017 Luk 6:1 | 1 En het geschiedde op den
1018 Luk 7:1 | 1 Nadat Hij nu al Zijn woorden
1019 Luk 8:1 | 1 En het geschiedde daarna,
1020 Luk 9:1 | 1 En Zijn twaalf discipelen
1021 Luk 10:1 | 1 En na dezen stelde de Heere
1022 Luk 11:1 | 1 En het geschiedde, toen
1023 Luk 12:1 | 1 Daarentussen als vele duizenden
1024 Luk 13:1 | 1 En er waren te dierzelfder
1025 Luk 14:1 | 1 En het geschiedde, als Hij
1026 Luk 15:1 | 1 En al de tollenaars en de
1027 Luk 16:1 | 1 En Hij zeide ook tot Zijn
1028 Luk 17:1 | 1 En Hij zeide tot de discipelen:
1029 Luk 18:1 | 1 En Hij zeide ook een gelijkenis
1030 Luk 19:1 | 1 En Jezus, ingekomen zijnde,
1031 Luk 20:1 | 1 En het geschiedde in een
1032 Luk 21:1 | 1 En opziende, zag Hij de
1033 Luk 22:1 | 1 En het feest der ongehevelde
1034 Luk 23:1 | 1 En de gehele menigte van
1035 Luk 24:1 | 1 En op den eersten dag der
1036 Joha 1 | 1 ~
1037 Joha 1:1 | 1 In den beginne was het Woord,
1038 Joha 2:1 | 1 En op den derden dag was
1039 Joha 3:1 | 1 En er was een mens uit de
1040 Joha 4:1 | 1 Als dan de Heere verstond,
1041 Joha 5:1 | 1 Na dezen was een feest der
1042 Joha 6:1 | 1 Na dezen vertrok Jezus over
1043 Joha 7:1 | 1 En na dezen wandelde Jezus
1044 Joha 8:1 | 1 Maar Jezus ging naar den
1045 Joha 9:1 | 1 En voorbijgaande, zag Hij
1046 Joha 10:1 | 1 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
1047 Joha 11:1 | 1 En er was een zeker man
1048 Joha 12:1 | 1 Jezus dan kwam zes dagen
1049 Joha 13:1 | 1 En voor het feest van het
1050 Joha 14:1 | 1 Uw hart worde niet ontroerd;
1051 Joha 15:1 | 1 Ik ben de ware Wijnstok,
1052 Joha 16:1 | 1 Deze dingen heb Ik tot u
1053 Joha 17:1 | 1 Dit heeft Jezus gesproken,
1054 Joha 18:1 | 1 Jezus, dit gezegd hebbende,
1055 Joha 19:1 | 1 Toen nam Pilatus dan Jezus,
1056 Joha 20:1 | 1 En op den eersten dag der
1057 Joha 21:1 | 1 Na dezen openbaarde Jezus
1058 Hand 1 | 1 ~
1059 Hand 1:1 | 1 Het eerste boek heb ik gemaakt,
1060 Hand 2:1 | 1 En als de dag van het Pinkster
1061 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen
1062 Hand 4:1 | 1 En terwijl zij tot het volk
1063 Hand 5:1 | 1 En er was een zeker man
1064 Hand 6:1 | 1 De apostelen nu, en de broeders,
1065 Hand 6:31 | 1 En omtrent denzelfden tijd
1066 Hand 7:1 | 1 En er waren te Antiochie,
1067 Hand 8:1 | 1 En het geschiedde te Ikonium,
1068 Hand 9:1 | 1 En sommigen, die afgekomen
1069 Hand 10:1 | 1 En hij kwam te Derbe en
1070 Hand 11:1 | 1 En door Amfipolis en Apollonia
1071 Hand 12:1 | 1 En na dezen scheidde Paulus
1072 Hand 13:1 | 1 En het geschiedde, terwijl
1073 Hand 14:1 | 1 Nadat nu het oproer gestild
1074 Hand 15:1 | 1 En als het geschiedde, dat
1075 Hand 16:1 | 1 Mannen broeders en vaders,
1076 Hand 17:1 | 1 En Paulus, de ogen op den
1077 Hand 18:1 | 1 En vijf dagen daarna kwam
1078 Hand 19:1 | 1 Festus dan, in de provincie
1079 Hand 20:1 | 1 En Agrippa zeide tot Paulus:
1080 Hand 21:1 | 1 En als het besloten was,
1081 Hand 22:1 | 1 En als zij ontkomen waren,
1082 Rom 1 | 1 ~
1083 Rom 1:1 | 1 Paulus, een dienstknecht
1084 Rom 2:1 | 1 Daarom zijt gij niet te
1085 Rom 3:1 | 1 Welk is dan het voordeel
1086 Rom 4:1 | 1 Wat zullen wij dan zeggen,
1087 Rom 5:1 | 1 Wij dan, gerechtvaardigd
1088 Rom 6:1 | 1 Wat zullen wij dan zeggen?
1089 Rom 7:1 | 1 Weet gij niet, broeders! (
1090 Rom 8:1 | 1 Zo is er dan nu geen verdoemenis
1091 Rom 9:1 | 1 Ik zeg de waarheid in Christus,
1092 Rom 10:1 | 1 Broeders, de toegenegenheid
1093 Rom 11:1 | 1 Ik zeg dan: Heeft God Zijn
1094 Rom 12:1 | 1 Ik bid u dan, broeders,
1095 Rom 13:1 | 1 Alle ziel zij den machten,
1096 Rom 14:1 | 1 Dengene nu, die zwak is
1097 Rom 15:1 | 1 Maar wij, die sterk zijn,
1098 Rom 16:1 | 1 En ik beveel u Febe, onze
1099 1Kor | 1 Korinthiërs~ ~
1100 1Kor 1 | 1 ~
1101 1Kor 1:1 | 1 Paulus, een geroepen apostel
1102 1Kor 2:1 | 1 En ik, broeders, als ik
1103 1Kor 3:1 | 1 En ik, broeders, kon tot
1104 1Kor 4 | 1 Korinthiërs 4 ~
1105 1Kor 4:1 | 1 Alzo houde ons een ieder
1106 1Kor 5:1 | 1 Men hoort ganselijk, dat
1107 1Kor 6 | 1 Korinthiërs 6 ~
1108 1Kor 6:1 | 1 Durft iemand van ulieden,
1109 1Kor 7 | 1 Korinthiërs 7 ~
1110 1Kor 7:1 | 1 Aangaande nu de dingen,
1111 1Kor 8 | 1 Korinthiërs 8 ~
1112 1Kor 8:1 | 1 Aangaande nu de dingen,
1113 1Kor 9:1 | 1 Ben ik niet een apostel?
1114 1Kor 10 | 1 Korinthiërs 10 ~
1115 1Kor 10:1 | 1 En ik wil niet, broeders,
1116 1Kor 11:1 | 1 Weest mijn navolgers, gelijkerwijs
1117 1Kor 12 | 1 Korinthiërs 12 ~
1118 1Kor 12:1 | 1 En van de geestelijke gaven,
1119 1Kor 13:1 | 1 Al ware het, dat ik de talen
1120 1Kor 14:1 | 1 Jaagt de liefde na, en ijvert
1121 1Kor 15:1 | 1 Voorts, broeders, ik maak
1122 1Kor 16 | 1 Korinthiërs 16 ~
1123 1Kor 16:1 | 1 Aangaande nu de verzameling,
1124 2Kor 1 | 1 ~
1125 2Kor 1:1 | 1 Paulus, een apostel van
1126 2Kor 2:1 | 1 Maar ik heb dit bij mijzelven
1127 2Kor 3:1 | 1 Beginnen wij onszelven wederom
1128 2Kor 4:1 | 1 Daarom dewijl wij deze bediening
1129 2Kor 5:1 | 1 Want wij weten, dat, zo
1130 2Kor 6:1 | 1 En wij, als medearbeidende,
1131 2Kor 7:1 | 1 Dewijl wij dan deze beloften
1132 2Kor 8:1 | 1 Voorts maken wij u bekend,
1133 2Kor 9:1 | 1 Want van de bediening, die
1134 2Kor 10:1 | 1 Voorts ik Paulus zelf bid
1135 2Kor 11:1 | 1 Och, of gij mij een weinig
1136 2Kor 12:1 | 1 Te roemen is mij waarlijk
1137 2Kor 13:1 | 1 Dit is de derde maal, dat
1138 Gal 1 | 1 ~
1139 Gal 1:1 | 1 Paulus, een apostel,, geroepen
1140 Gal 2:1 | 1 Daarna ben ik, na veertien
1141 Gal 3:1 | 1 O gij uitzinnige Galaten,
1142 Gal 4:1 | 1 Doch ik zeg, zo langen tijd
1143 Gal 5:1 | 1 Staat dan in de vrijheid,
1144 Gal 6:1 | 1 Broeders, indien ook een
1145 Efez 1 | 1 ~
1146 Efez 1:1 | 1 Paulus, een apostel van
1147 Efez 2:1 | 1 En u heeft Hij mede levend
1148 Efez 3:1 | 1 Om deze oorzaak ben ik Paulus
1149 Efez 4:1 | 1 Zo bid ik u dan, ik, de
1150 Efez 5:1 | 1 Zijt dan navolgers Gods,
1151 Efez 6:1 | 1 Gij kinderen, zijt uw ouderen
1152 Fili 1 | 1 ~
1153 Fili 1:1 | 1 Paulus en Timotheus, dienstknechten
1154 Fili 2:1 | 1 Indien er dan enige vertroosting
1155 Fili 3:1 | 1 Voorts, mijn broeders, verblijdt
1156 Fili 4:1 | 1 Zo dan, mijn geliefde en
1157 Kol 1 | 1 ~
1158 Kol 1:1 | 1 Paulus, een apostel van
1159 Kol 2:1 | 1 Want ik wil, dat gij weet,
1160 Kol 3:1 | 1 Indien gij dan met Christus
1161 Kol 4:1 | 1 Gij heren, doet uw dienstknechten
1162 1The | 1 Thessalonicensen~ ~
1163 1The 1 | 1 ~
1164 1The 1:1 | 1 Paulus, en Silvanus, en
1165 1The 2:1 | 1 Want gij weet zelven, broeders,
1166 1The 3:1 | 1 Daarom, deze begeerte niet
1167 1The 4:1 | 1 Voorts dan, broeders, wij
1168 1The 5:1 | 1 Maar van de tijden en de
1169 2The 1 | 1 ~
1170 2The 1:1 | 1 Paulus, en Silvanus, en
1171 2The 2:1 | 1 En wij bidden u, broeders,
1172 2The 3:1 | 1 Voorts, broeders, bidt voor
1173 1Tim | 1 Timothëus~ ~
1174 1Tim 1 | 1 ~
1175 1Tim 1:1 | 1 Paulus, een apostel van
1176 1Tim 2:1 | 1 Ik vermaan dan voor alle
1177 1Tim 3:1 | 1 Dit is een getrouw woord:
1178 1Tim 4:1 | 1 Doch de Geest zegt duidelijk,
1179 1Tim 5:1 | 1 Bestraf een ouden man niet
1180 1Tim 6:1 | 1 De dienstknechten, zovelen
1181 2Tim 1 | 1 ~
1182 2Tim 1:1 | 1 Paulus, een apostel van
1183 2Tim 2:1 | 1 Gij dan, mijn zoon, word
1184 2Tim 3:1 | 1 En weet dit, dat in de laatste
1185 2Tim 4:1 | 1 Ik betuig dan voor God en
1186 2Tim 5 | 1 ~
1187 2Tim 5:1 | 1 Paulus, een dienstknecht
1188 Tit 1 | 1 ~
1189 Tit 1:1 | 1 Paulus, een dienstknecht
1190 Tit 2:1 | 1 Doch gij, spreek hetgeen
1191 Tit 3:1 | 1 Vermaan hen, dat zij aan
1192 File 1 | 1 ~
1193 File 1:1 | 1 Paulus, een gevangene van
1194 Heb 1 | 1 ~
1195 Heb 1:1 | 1 God, voortijds veelmaal
1196 Heb 2:1 | 1 Daarom moeten wij ons te
1197 Heb 3:1 | 1 Hierom, heilige broeders,
1198 Heb 4:1 | 1 Laat ons dan vrezen, dat
1199 Heb 5:1 | 1 Want alle hogepriester,
1200 Heb 6:1 | 1 Daarom, nalatende het beginsel
1201 Heb 7:1 | 1 Want deze Melchizedek was
1202 Heb 8:1 | 1 De hoofdsom nu der dingen,
1203 Heb 9:1 | 1 Zo had dan wel ook het eerste
1204 Heb 10:1 | 1 Want de wet, hebbende een
1205 Heb 11:1 | 1 Het geloof nu is een vaste
1206 Heb 12:1 | 1 Daarom dan ook, alzo wij
1207 Heb 13:1 | 1 Dat de broederlijke liefde
1208 Jako 1 | 1 ~
1209 Jako 1:1 | 1 Jakobus, een dienstknecht
1210 Jako 2:1 | 1 Mijn broeders, hebt niet
1211 Jako 3:1 | 1 Zijt niet vele meesters,
1212 Jako 4:1 | 1 Van waar komen krijgen en
1213 Jako 5:1 | 1 Welaan nu, gij rijken, weent
1214 1Pet | 1 Petrus~ ~
1215 1Pet 1 | 1 ~
1216 1Pet 1:1 | 1 Petrus, een apostel van
1217 1Pet 2 | 1 Petrus 2 ~
1218 1Pet 2:1 | 1 Zo legt dan af alle kwaadheid,
1219 1Pet 3:1 | 1 Desgelijks gij vrouwen,
1220 1Pet 4 | 1 Petrus 4 ~
1221 1Pet 4:1 | 1 Dewijl dan Christus voor
1222 1Pet 5:1 | 1 De ouderlingen, die onder
1223 2Pet 1 | 1 ~
1224 2Pet 1:1 | 1 Simeon Petrus, een dienstknecht
1225 2Pet 2:1 | 1 En er zijn ook valse profeten
1226 2Pet 3:1 | 1 Dezen tweeden zendbrief,
1227 1Joh | 1 Johannes~ ~
1228 1Joh 1 | 1 ~
1229 1Joh 1:1 | 1 Hetgeen van den beginne
1230 1Joh 2:1 | 1 Mijn kinderkens, ik schrijf
1231 1Joh 3 | 1 Johannes 3 ~
1232 1Joh 3:1 | 1 Ziet, hoe grote liefde ons
1233 1Joh 4 | 1 Johannes 4 ~
1234 1Joh 4:1 | 1 Geliefden, gelooft niet
1235 1Joh 5 | 1 Johannes 5 ~
1236 1Joh 5:1 | 1 Een iegelijk, die gelooft,
1237 2Joh 1 | 1 ~
1238 2Joh 1:1 | 1 De ouderling aan de uitverkoren
1239 3Joh 1 | 1 ~
1240 3Joh 1:1 | 1 De ouderling aan den geliefden
1241 Jud 1 | 1 ~
1242 Jud 1:1 | 1 Judas, een dienstknecht
1243 Open 1 | 1 ~
1244 Open 1:1 | 1 De openbaring van Jezus
1245 Open 2:1 | 1 Schrijf aan den engel der
1246 Open 3:1 | 1 En schrijf aan den engel
1247 Open 4:1 | 1 Na dezen zag ik, en ziet,
1248 Open 5:1 | 1 En ik zag in de rechter
1249 Open 6:1 | 1 En ik zag, toen het Lam
1250 Open 7:1 | 1 En na dezen zag ik vier
1251 Open 8:1 | 1 En toen Het het zevende
1252 Open 9:1 | 1 En de vijfde engel heeft
1253 Open 10:1 | 1 En ik zag een anderen sterken
1254 Open 11:1 | 1 En mij werd een rietstok
1255 Open 12:1 | 1 En er werd een groot teken
1256 Open 13:1 | 1 En ik zag uit de zee een
1257 Open 14:1 | 1 En ik zag, en ziet, het
1258 Open 16:1 | 1 En ik hoorde een grote stem
1259 Open 17:1 | 1 En een uit de zeven engelen,
1260 Open 18:1 | 1 En na dezen zag ik een anderen
1261 Open 19:1 | 1 En na dezen hoorde ik als
1262 Open 20:1 | 1 En ik zag een engel afkomen
1263 Open 21:1 | 1 En ik zag een nieuwen hemel
1264 Open 22:1 | 1 En hij toonde mij een zuivere
1-500 | 501-1000 | 1001-1264 |