Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
1toen 2
1verder 2
1welgelukzalig 1
2 1241
20 830
21 792
22 736
Frequency    [«  »]
1313 zeggende
1275 opdat
1264 1
1241 2
1198 3
1189 4
1184 5

Bijbel

IntraText - Concordances

2

1-500 | 501-1000 | 1001-1241

     Book Chapter: Verse
501 Job 5:2 | 2 Want den dwaze brengt de 502 Job 6:2 | 2 Och, of mijn verdriet recht 503 Job 7:2 | 2 Gelijk de dienstknecht hijgt 504 Job 8:2 | 2 Hoe lang zult gij deze dingen 505 Job 9:2 | 2 Waarlijk, ik weet, dat het 506 Job 10:2 | 2 Ik zal tot God zeggen: Verdoem 507 Job 11:2 | 2 Zou de veelheid der woorden 508 Job 12:2 | 2 Trouwens, omdat gijlieden 509 Job 13:2 | 2 Gelijk gijlieden het weet, 510 Job 14:2 | 2 Hij komt voort als een bloem, 511 Job 15:2 | 2 Zal een wijs man winderige 512 Job 16:2 | 2 Ik heb vele dergelijke dingen 513 Job 17:2 | 2 Zijn niet bespotters bij 514 Job 18:2 | 2 Hoe lang is het, dat gijlieden 515 Job 19:2 | 2 Hoe lang zult gijlieden 516 Job 20:2 | 2 Daarom doen mijn gedachten 517 Job 21:2 | 2 Hoort aandachtelijk mijn 518 Job 22:2 | 2 Zal ook een man Gode voordelig 519 Job 23:2 | 2 Ook heden is mijn klacht 520 Job 24:2 | 2 Zij tasten de landpalen 521 Job 26:2 | 2 Hoe hebt gij geholpen dien, 522 Job 27:2 | 2 Zo waarachtig als God leeft, 523 Job 28:2 | 2 Het ijzer wordt uit stof 524 Job 29:2 | 2 Och, of ik ware, gelijk 525 Job 30:2 | 2 Waartoe zou mij ook geweest 526 Job 31:2 | 2 Want wat is het deel Gods 527 Job 32:2 | 2 Zo ontstak de toorn van 528 Job 33:2 | 2 Zie nu, ik heb mijn mond 529 Job 34:2 | 2 Hoort, gij wijzen, mijn 530 Job 35:2 | 2 Houdt gij dat voor recht, 531 Job 36:2 | 2 Verbeid mij een weinig, 532 Job 36:35 | 2 Hoort met aandacht de beweging 533 Job 37:2 | 2 Wie is hij, die den raad 534 Job 38:2 | 2 Als zij nederbukken in de 535 Job 39:2 | 2 Gord nu als een man uw lenden; 536 Job 40:2 | 2 Wie heeft Mij voorgekomen, 537 Job 41:2 | 2 Ik weet, dat Gij alles vermoogt, 538 Psa 2 | 2 ~ 539 Psa 2:2 | 2 De koningen der aarde stellen 540 Psa 5:2 | 2 O HEERE, neem mijn redenen 541 Psa 6:2 | 2 O HEERE, straf mij niet 542 Psa 7:2 | 2 HEERE, mijn God, op U betrouw 543 Psa 8:2 | 2 O HEERE, onze Heere! hoe 544 Psa 9:2 | 2 Ik zal den HEERE loven met 545 Psa 10:2 | 2 De goddeloze vervolgt hittiglijk 546 Psa 16:2 | 2 O mijn ziel! gij hebt tot 547 Psa 17:2 | 2 Laat mijn recht van voor 548 Psa 18:2 | 2 Hij zeide dan: Ik zal U 549 Psa 19:2 | 2 De hemelen vertellen Gods 550 Psa 20:2 | 2 De HEERE verhore u in den 551 Psa 21:2 | 2 O HEERE! de koning is verblijd 552 Psa 22:2 | 2 Mijn God, mijn God! waarom 553 Psa 24:2 | 2 Want Hij heeft ze gegrond 554 Psa 25:2 | 2 Beth. Mijn God! op U vertrouw 555 Psa 26:2 | 2 Proef mij, HEERE, en verzoek 556 Psa 27:2 | 2 Als de bozen, mijn tegenpartijen, 557 Psa 29:2 | 2 Geeft den HEERE de eer Zijns 558 Psa 30:2 | 2 Ik zal U verhogen, HEERE, 559 Psa 31:2 | 2 Op U, o HEERE! betrouw ik, 560 Psa 32:2 | 2 Welgelukzalig is de mens, 561 Psa 33:2 | 2 Looft den HEERE met de harp; 562 Psa 34:2 | 2 Looft den HEERE met de harp; 563 Psa 35:2 | 2 Aleph. Ik zal den HEERE 564 Psa 36:2 | 2 Grijp het schild en de rondas, 565 Psa 37:2 | 2 De overtreding des goddelozen 566 Psa 38:2 | 2 Want als gras zullen zij 567 Psa 39:2 | 2 O HEERE! straf mij niet 568 Psa 40:2 | 2 Ik zeide: Ik zal mijn wegen 569 Psa 41:2 | 2 Ik heb den HEERE lang verwacht; 570 Psa 42:2 | 2 Welgelukzalig is hij, die 571 Psa 42:16 | 2 Gelijk een hert schreeuwt 572 Psa 44:2 | 2 O God! wij hebben het met 573 Psa 45:2 | 2 Mijn hart geeft een goede 574 Psa 46:2 | 2 God is ons een Toevlucht 575 Psa 47:2 | 2 Al gij volken, klapt in 576 Psa 48:2 | 2 De HEERE is groot en zeer 577 Psa 49:2 | 2 Hoort dit, alle gij volken! 578 Psa 50:2 | 2 Uit Sion, de volkomenheid 579 Psa 51:2 | 2 Toen de profeet Nathan tot 580 Psa 52:2 | 2 Als Doeg, de Edomiet, gekomen 581 Psa 55:2 | 2 O God! neem mijn gebed ter 582 Psa 56:2 | 2 Wees mij genadig, o God! 583 Psa 57:2 | 2 Wees mij genadig, o God! 584 Psa 58:2 | 2 Spreekt gijlieden waarlijk 585 Psa 59:2 | 2 Red mij van mijn vijanden, 586 Psa 60:2 | 2 Als hij gevochten had met 587 Psa 62:2 | 2 Immers is mijn ziel stil 588 Psa 63:2 | 2 O God! Gij zijt mijn God! 589 Psa 64:2 | 2 Hoor, o God! mijn stem in 590 Psa 65:2 | 2 De lofzang is in stilheid 591 Psa 66:2 | 2 Psalmzingt de eer Zijns 592 Psa 68:2 | 2 God zal opstaan, Zijn vijanden 593 Psa 69:2 | 2 Verlos mij, o God! want 594 Psa 71:2 | 2 Red mij door Uw gerechtigheid, 595 Psa 72:2 | 2 Zo zal hij Uw volk richten 596 Psa 73:2 | 2 Maar mij aangaande, mijn 597 Psa 74:2 | 2 Gedenk aan Uw vergadering, 598 Psa 75:2 | 2 Wij loven U, o God; wij 599 Psa 76:2 | 2 God is bekend in Juda; Zijn 600 Psa 77:2 | 2 Mijn stem is tot God, en 601 Psa 78:2 | 2 Ik zal mijn mond opendoen 602 Psa 79:2 | 2 Zij hebben de dode lichamen 603 Psa 80:2 | 2 O Herder Israels! neem ter 604 Psa 81:2 | 2 Zingt vrolijk Gode, onze 605 Psa 83:2 | 2 O God! zwijg niet, houd 606 Psa 84:2 | 2 Hoe liefelijk zijn Uw woningen, 607 Psa 85:2 | 2 Gij zijt Uw lande gunstig 608 Psa 86:2 | 2 Bewaar mijn ziel, want ik 609 Psa 88:2 | 2 O HEERE, God mijns heils! 610 Psa 89:2 | 2 Ik zal de goedertierenheid 611 Psa 90:2 | 2 Eer de bergen geboren waren, 612 Psa 91:2 | 2 Ik zal tot den HEERE zeggen: 613 Psa 92:2 | 2 Het is goed, dat men den 614 Psa 94:2 | 2 Gij, Rechter der aarde! 615 Psa 95:2 | 2 Laat ons Zijn aangezicht 616 Psa 96:2 | 2 Zingt den HEERE, looft Zijn 617 Psa 97:2 | 2 Rondom Hem zijn wolken en 618 Psa 102:2 | 2 O HEERE! hoor mijn gebed, 619 Psa 103:2 | 2 Loof den HEERE, mijn ziel, 620 Psa 104:2 | 2 Hij bedekt Zich met het 621 Psa 105:2 | 2 Zingt Hem, psalmzingt Hem, 622 Psa 106:2 | 2 Wie zal de mogendheden des 623 Psa 107:2 | 2 Dat zulks de bevrijden des 624 Psa 108:2 | 2 O God! mijn hart is bereid; 625 Psa 109:2 | 2 Want de mond des goddelozen 626 Psa 111:2 | 2 Gimel. De werken des HEEREN 627 Psa 112:2 | 2 Gimel. Zijn zaad zal geweldig 628 Psa 115:2 | 2 Waarom zouden de heidenen 629 Psa 116:2 | 2 Want Hij neigt Zijn oor 630 Psa 118:2 | 2 Dat Israel nu zegge, dat 631 Psa 119:2 | 2  Welgelukzalig zijn zij, 632 Psa 132:2 | 2 Dat hij den HEERE gezworen 633 Psa 135:2 | 2 Gij, die staat in het huis 634 Psa 136:2 | 2 Looft den God der goden; 635 Psa 139:2 | 2 Gij weet mijn zitten en 636 Psa 140:2 | 2 Red mij, HEERE! van den 637 Psa 141:2 | 2 Mijn gebed worde gesteld 638 Psa 143:2 | 2 En ga niet in het gericht 639 Psa 144:2 | 2 Mijn Goedertierenheid en 640 Psa 145:2 | 2 Beth. Te allen dage zal 641 Psa 146:2 | 2 Ik zal den HEERE prijzen 642 Psa 147:2 | 2 De HEERE bouwt Jeruzalem; 643 Psa 148:2 | 2 Looft Hem, al Zijn engelen! 644 Spre 1:2 | 2      Om wijsheid en tucht 645 Spre 2 | 2 ~ 646 Spre 2:2 | 2      Om uw oren naar wijsheid 647 Spre 3:2 | 2      Want langheid van dagen, 648 Spre 4:2 | 2      Dewijl ik ulieden goede 649 Spre 5:2 | 2      Opdat gij alle bedachtzaamheid 650 Spre 6:2 | 2      Gij zijt verstrikt 651 Spre 7:2 | 2      Bewaar mijn geboden, 652 Spre 8:2 | 2      Op de spits der hoge 653 Spre 9:2 | 2      Zij heeft Haar slachtvee 654 Spre 10:2 | 2      Schatten der goddeloosheid 655 Spre 11:2 | 2      Als de hovaardigheid 656 Spre 12:2 | 2      De goede zal een welgevallen 657 Spre 13:2 | 2      Een ieder zal van de 658 Spre 14:2 | 2      Die in zijn oprechtheid 659 Spre 15:2 | 2      De tong der wijzen 660 Spre 16:2 | 2      Alle wegen des mans 661 Spre 17:2 | 2      Een verstandig knecht 662 Spre 18:2 | 2      De zot heeft geen lust 663 Spre 19:2 | 2      Ook is de ziel zonder 664 Spre 20:2 | 2      De schrik des konings 665 Spre 21:2 | 2      Alle weg des mensen 666 Spre 22:2 | 2      Rijken en armen ontmoeten 667 Spre 23:2 | 2      En zet een mes aan 668 Spre 24:2 | 2      Want hun hart bedenkt 669 Spre 25:2 | 2      Het is Gods eer een 670 Spre 26:2 | 2      Gelijk de mus is tot 671 Spre 27:2 | 2      Laat u een vreemde 672 Spre 28:2 | 2      Om de overtreding des 673 Spre 29:2 | 2      Als de rechtvaardigen 674 Spre 30:2 | 2      Voorwaar, ik ben onvernuftiger 675 Spre 31:2 | 2      Wat, o mijn zoon, en 676 Pred 1:2 | 2      Ijdelheid der ijdelheden, 677 Pred 2 | 2 ~ 678 Pred 2:2 | 2      Tot het lachen zeide 679 Pred 3:2 | 2      Er is een tijd om geboren 680 Pred 4:2 | 2      Dies prees ik de doden, 681 Pred 5:2 | 2      Want gelijk de droom 682 Pred 6:2 | 2      Een man, denwelken 683 Pred 7:2 | 2      Het is beter te gaan 684 Pred 8:2 | 2      Ik zeg: Neem acht op 685 Pred 9:2 | 2      Alle ding wedervaart 686 Pred 10:2 | 2      Het hart des wijzen 687 Pred 11:2 | 2      Geef een deel aan zeven, 688 Pred 12:2 | 2      Eer dan de zon, en 689 Hoo 1:2 | 2      Hij kusse mij met de 690 Hoo 2 | 2 ~ 691 Hoo 2:2 | 2      Gelijk een lelie onder 692 Hoo 3:2 | 2      Ik zal nu opstaan, 693 Hoo 4:2 | 2      Uw tanden zijn als 694 Hoo 5:2 | 2      Ik sliep, maar mijn 695 Hoo 6:2 | 2      Mijn Liefste is afgegaan 696 Hoo 7:2 | 2      Uw navel is als een 697 Hoo 8:2 | 2      Ik zou U leiden, ik 698 Jes 1:2 | 2      Hoort, gij hemelen! 699 Jes 2 | 2 ~ 700 Jes 2:2 | 2      En het zal geschieden 701 Jes 3:2 | 2      Den held en den krijgsman, 702 Jes 4:2 | 2   Te dien dage zal des HEEREN 703 Jes 5:2 | 2      En Hij heeft dien omtuind, 704 Jes 6:2 | 2      De serafs stonden boven 705 Jes 7:2 | 2      Als men den huize Davids 706 Jes 8:2 | 2      Toen nam ik mij getrouwe 707 Jes 9:2 | 2      Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, 708 Jes 10:2 | 2      Om de armen van het 709 Jes 11:2 | 2      En op Hem zal de Geest 710 Jes 12:2 | 2   Ziet, God is mijn Heil, 711 Jes 13:2 | 2      Heft op een banier, 712 Jes 14:2 | 2      En de volken zullen 713 Jes 15:2 | 2   Hij gaat op naar Baith 714 Jes 16:2 | 2      Anderszins zal het 715 Jes 17:2 | 2      De steden van Aroer 716 Jes 18:2 | 2   Dat gezanten zendt over 717 Jes 19:2 | 2      Want Ik zal de Egyptenaren 718 Jes 20:2 | 2   Ter zelfder tijd sprak 719 Jes 21:2 | 2      Een hard gezicht is 720 Jes 22:2 | 2      Gij, die vol van groot 721 Jes 23:2 | 2      Zwijgt, gij inwoners 722 Jes 24:2 | 2      En gelijk het volk, 723 Jes 25:2 | 2      Want Gij hebt van de 724 Jes 26:2 | 2      Doet de poorten open, 725 Jes 27:2 | 2      Te dien dage zal er 726 Jes 28:2 | 2      Ziet, de Heere heeft 727 Jes 29:2 | 2      Evenwel zal Ik Ariel 728 Jes 30:2 | 2      Die gaan, om af te 729 Jes 31:2 | 2   Nochtans is Hij ook wijs, 730 Jes 32:2 | 2      En die man zal zijn 731 Jes 33:2 | 2      HEERE, wees ons genadig, 732 Jes 34:2 | 2      Want de verbolgenheid 733 Jes 35:2 | 2      Zij zal lustig bloeien, 734 Jes 36:2 | 2      En de koning van Assyrie 735 Jes 37:2 | 2      Daarna zond hij Eljakim, 736 Jes 38:2 | 2      Toen keerde Hizkia 737 Jes 39:2 | 2   En Hizkia verblijdde zich 738 Jes 40:2 | 2      Spreekt naar het hart 739 Jes 41:2 | 2      Wie heeft van den opgang 740 Jes 42:2 | 2      Hij zal niet schreeuwen, 741 Jes 43:2 | 2      Wanneer gij zult gaan 742 Jes 44:2 | 2      Zo zegt de HEERE, uw 743 Jes 45:2 | 2      Ik zal voor uw aangezicht 744 Jes 46:2 | 2      Samen zijn zij nedergebogen, 745 Jes 47:2 | 2      Neem de molen, en maal 746 Jes 48:2 | 2      Ja, van de heilige 747 Jes 49:2 | 2      En Hij heeft Mijn mond 748 Jes 50:2 | 2      Waarom kwam Ik, en 749 Jes 51:2 | 2      Aanschouwt Abraham, 750 Jes 52:2 | 2      Schud u uit het stof, 751 Jes 53:2 | 2      Want Hij is als een 752 Jes 54:2 | 2      Maak de plaats uwer 753 Jes 55:2 | 2      Waarom weegt gijlieden 754 Jes 56:2 | 2      Waarom weegt gijlieden 755 Jes 57:2 | 2      Welgelukzalig is de 756 Jes 58:2 | 2      Hij zal ingaan in den 757 Jes 59:2 | 2      Hoewel zij Mij dagelijks 758 Jes 60:2 | 2      Maar uw ongerechtigheden 759 Jes 61:2 | 2      Want zie, de duisternis 760 Jes 62:2 | 2      Om uit te roepen het 761 Jes 63:2 | 2      En de heidenen zullen 762 Jes 64:2 | 2      Waarom zijt Gij rood 763 Jes 65:2 | 2      Gelijk een smeltvuur 764 Jes 66:2 | 2      Ik heb Mijn handen 765 Jes 67:2 | 2      Want Mijn hand heeft 766 Jer 1:2 | 2      Tot welken het woord 767 Jer 2 | 2 ~ 768 Jer 2:2 | 2      Ga en roep voor de 769 Jer 3:2 | 2      Hef uw ogen op naar 770 Jer 4:2 | 2      Maar zweer: Zo waarachtig 771 Jer 5:2 | 2      En of zij al zeggen: 772 Jer 6:2 | 2      Ik heb wel de dochter 773 Jer 7:2 | 2      Sta in de poort van 774 Jer 8:2 | 2      En zij zullen ze uitspreiden 775 Jer 9:2 | 2      Och, dat ik in de woestijn 776 Jer 10:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Leert 777 Jer 11:2 | 2      Hoort gijlieden de 778 Jer 12:2 | 2      Gij hebt ze geplant, 779 Jer 13:2 | 2      En ik kocht een gordel 780 Jer 14:2 | 2      Juda treurt en haar 781 Jer 15:2 | 2      En het zal geschieden, 782 Jer 16:2 | 2      Gij zult u geen vrouw 783 Jer 17:2 | 2      Gelijk hun kinderen 784 Jer 18:2 | 2      Maak u op, en ga af 785 Jer 19:2 | 2      En ga uit naar het 786 Jer 20:2 | 2      Zo sloeg Pashur den 787 Jer 21:2 | 2      Vraag toch den HEERE 788 Jer 22:2 | 2      En zeg: Hoor het woord 789 Jer 23:2 | 2      Daarom zegt de HEERE, 790 Jer 24:2 | 2      In den enen korf waren 791 Jer 25:2 | 2      Hetwelk de profeet 792 Jer 26:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Sta 793 Jer 27:2 | 2      Alzo zeide de HEERE 794 Jer 28:2 | 2      Zo spreekt de HEERE 795 Jer 29:2 | 2      (Nadat de koning Jechonia, 796 Jer 30:2 | 2      Zo spreekt de HEERE, 797 Jer 31:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Het 798 Jer 32:2 | 2      (Het heir nu des konings 799 Jer 33:2 | 2      Zo zegt de HEERE, Die 800 Jer 34:2 | 2      Zo zegt de HEERE, de 801 Jer 35:2 | 2      Ga henen tot der Rechabieten 802 Jer 36:2 | 2      Neem u een rol des 803 Jer 37:2 | 2      Maar hij hoorde niet, 804 Jer 38:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Wie 805 Jer 39:2 | 2      In het elfde jaar van 806 Jer 40:2 | 2      Want de overste der 807 Jer 41:2 | 2      En Ismael, de zoon 808 Jer 42:2 | 2      En zij zeiden tot den 809 Jer 43:2 | 2      Zo sprak Azaria, de 810 Jer 44:2 | 2      Alzo zegt de HEERE 811 Jer 45:2 | 2   Alzo zegt de HEERE, de 812 Jer 46:2 | 2      Tegen Egypte; tegen 813 Jer 47:2 | 2   Zo zegt de HEERE: Ziet, 814 Jer 48:2 | 2      Moabs roem van Hesbon 815 Jer 49:2 | 2      Daarom ziet, de dagen 816 Jer 50:2 | 2      Verkondigt onder de 817 Jer 51:2 | 2      En Ik zal Babel wanners 818 Jer 52:2 | 2      En hij deed dat kwaad 819 Klaa 1:2 | 2      Beth. Zij weent steeds 820 Klaa 1:22 | Klaagliederen van Jeremia 2 ~ 821 Klaa 1:24 | 2      Beth. De Heere heeft 822 Klaa 1:46 | 2      Aleph. Hij heeft mij 823 Klaa 1:112| 2      Beth. De kostelijke 824 Klaa 2:2 | 2      Ons erfdeel is tot 825 Eze 1:2 | 2      Op den vijfden derzelve 826 Eze 2 | 2 ~ 827 Eze 2:2 | 2      Zo kwam in mij, als 828 Eze 3:2 | 2      Toen opende ik mijn 829 Eze 4:2 | 2      En maak een belegering 830 Eze 5:2 | 2      Een derde deel zult 831 Eze 6:2 | 2      Mensenkind, zet uw 832 Eze 7:2 | 2      Verder, gij mensenkind, 833 Eze 8:2 | 2      Toen zag ik, en ziet, 834 Eze 9:2 | 2      En ziet, zes mannen 835 Eze 10:2 | 2      En Hij sprak tot den 836 Eze 11:2 | 2      En Hij zeide tot mij: 837 Eze 12:2 | 2      Mensenkind! gij woont 838 Eze 13:2 | 2      Mensenkind, profeteer 839 Eze 14:2 | 2      Toen geschiedde des 840 Eze 15:2 | 2   Mensenkind, wat is het 841 Eze 16:2 | 2      Mensenkind, maak Jeruzalem 842 Eze 17:2 | 2      Mensenkind, stel een 843 Eze 18:2 | 2      Wat is ulieden, dat 844 Eze 19:2 | 2      En zeg: Wat was uw 845 Eze 20:2 | 2      Toen geschiedde des 846 Eze 21:2 | 2      Mensenkind! zet uw 847 Eze 22:2 | 2      Gij nu, mensenkind, 848 Eze 23:2 | 2      Mensenkind! daar waren 849 Eze 24:2 | 2      Mensenkind! schrijf 850 Eze 25:2 | 2      Mensenkind! zet uw 851 Eze 26:2 | 2      Mensenkind! daarom 852 Eze 27:2 | 2      Gij dan, mensenkind! 853 Eze 28:2 | 2      Mensenkind! zeg tot 854 Eze 29:2 | 2      Mensenkind! zet uw 855 Eze 30:2 | 2      Mensenkind! profeteer, 856 Eze 31:2 | 2      Mensenkind! zeg tot 857 Eze 32:2 | 2      Mensenkind! hef een 858 Eze 33:2 | 2      Mensenkind! spreek 859 Eze 34:2 | 2      Mensenkind! profeteer 860 Eze 35:2 | 2      Mensenkind! zet uw 861 Eze 36:2 | 2      Alzo zegt de Heere 862 Eze 37:2 | 2      En Hij deed mij bij 863 Eze 38:2 | 2      Mensenkind! zet uw 864 Eze 39:2 | 2      En Ik zal u omwenden, 865 Eze 40:2 | 2      In de gezichten Gods 866 Eze 41:2 | 2      En de breedte der deur, 867 Eze 42:2 | 2      Voor aan de lengte 868 Eze 43:2 | 2      En ziet, de heerlijkheid 869 Eze 44:2 | 2      En de HEERE zeide tot 870 Eze 45:2 | 2      Hiervan zullen tot 871 Eze 46:2 | 2      En de vorst zal ingaan 872 Eze 47:2 | 2      En hij bracht mij uit 873 Eze 48:2 | 2      En aan de landpale 874 Dan 1:2 | 2      En de HEERE gaf Jojakim, 875 Dan 2 | 2 ~ 876 Dan 2:2 | 2      Toen zeide de koning, 877 Dan 3:2 | 2      En de koning Nebukadnezar 878 Dan 4:2 | 2      Het behaagt mij te 879 Dan 5:2 | 2      Als Belsazar den wijn 880 Dan 6:2 | 2      En het dacht Darius 881 Dan 7:2 | 2      Daniel antwoordde en 882 Dan 8:2 | 2      En ik zag een gezicht, ( 883 Dan 9:2 | 2      In het eerste jaar 884 Dan 10:2 | 2      In die dagen was ik, 885 Dan 11:2 | 2      En nu, ik zal u de 886 Dan 12:2 | 2      En velen van die, die 887 Hos 1:2 | 2      Het begin van het woord 888 Hos 2 | 2 ~ 889 Hos 2:2 | 2      Opdat Ik ze niet naakt 890 Hos 3:2 | 2   En ik kocht ze mij voor 891 Hos 4:2 | 2      Maar vloeken en liegen, 892 Hos 5:2 | 2      En die afwijken, verdiepen 893 Hos 6:2 | 2      Hij zal ons na twee 894 Hos 7:2 | 2      En zij zeggen niet 895 Hos 8:2 | 2      Dan zullen zij tot 896 Hos 9:2 | 2      De dors vloer en de 897 Hos 10:2 | 2      Hij heeft hun hart 898 Hos 11:2 | 2      Maar gelijk zij henlieden 899 Hos 12:2 | 2      Efraim weidt zich met 900 Hos 13:2 | 2      En nu zijn zij voortgevaren 901 Hos 14:2 | 2      Bekeer u, o Israel! 902 Joe 1:2 | 2      Hoort dit, gij oudsten! 903 Joe 2 | 2 ~ 904 Joe 2:2 | 2      Een dag van duisternis 905 Joe 3:2 | 2      Dan zal Ik alle heidenen 906 Amos 1:2 | 2      En hij zeide: De HEERE 907 Amos 2 | 2 ~ 908 Amos 2:2 | 2      Daarom zal Ik een vuur 909 Amos 3:2 | 2      Uit alle geslachten 910 Amos 4:2 | 2      De Heere HEERE heeft 911 Amos 5:2 | 2      De jonkvrouw Israels 912 Amos 6:2 | 2      Gaat over naar Kalne, 913 Amos 7:2 | 2      En het geschiedde, 914 Amos 8:2 | 2      En Hij zeide: Wat ziet 915 Amos 9:2 | 2      Al groeven zij tot 916 Oba 1:2 | 2      Ziet, Ik heb u klein 917 Jona 1:2 | 2      Maak u op, ga naar 918 Jona 2 | 2 ~ 919 Jona 2:2 | 2      En hij zeide: Ik riep 920 Jona 3:2 | 2      Maak u op, ga naar 921 Jona 4:2 | 2      En hij bad tot den 922 Mic 1:2 | 2      Hoort, gij volken altemaal! 923 Mic 2 | 2 ~ 924 Mic 2:2 | 2      En zij begeren akkers, 925 Mic 3:2 | 2      Zij haten het goede, 926 Mic 4:2 | 2      En vele heidenen zullen 927 Mic 5:2 | 2      Daarom zal Hij henlieden 928 Mic 6:2 | 2      Hoort, gij bergen! 929 Mic 7:2 | 2      De goedertierene is 930 Nah 1:2 | 2      Een ijverig God en 931 Nah 2 | 2 ~ 932 Nah 2:2 | 2      Want de HEERE heeft 933 Nah 3:2 | 2      Er is het geklap der 934 Zep 1:2 | 2      Ik zal ganselijk alles 935 Zep 2 | 2 ~ 936 Zep 2:2 | 2      Eer het besluit bare ( 937 Zep 3:2 | 2      Zij hoort naar de stem 938 Zac 1:2 | 2      De HEERE is zeer vertoornd 939 Zac 2 | 2 ~ 940 Zac 2:2 | 2      En ik zeide: Waar gaat 941 Zac 3:2 | 2      Doch de HEERE zeide 942 Zac 4:2 | 2      En Hij zeide tot mij: 943 Zac 5:2 | 2      En Hij zeide tot mij: 944 Zac 6:2 | 2      Aan den eersten wagen 945 Zac 7:2 | 2      Toen men naar het huis 946 Zac 8:2 | 2      Alzo zegt de HEERE 947 Zac 9:2 | 2      En ook zal Hij Hamath 948 Zac 10:2 | 2      Want de terafim spreken 949 Zac 11:2 | 2      Huilt, gij dennen! 950 Zac 12:2 | 2      Ziet, Ik zal Jeruzalem 951 Zac 13:2 | 2   En het zal te dien dage 952 Zac 14:2 | 2      Want Ik zal alle heidenen 953 Mal 1:2 | 2      Ik heb u liefgehad, 954 Mal 2 | 2 ~ 955 Mal 2:2 | 2      Indien gij het niet 956 Mal 3:2 | 2      Maar wie zal den dag 957 Mal 4:2 | 2   Ulieden daarentegen, die 958 Matt 1:2 | 2 Abraham gewon Izak, en Izak 959 Matt 2 | 2 ~ 960 Matt 2:2 | 2 Zeggende: Waar is de geboren 961 Matt 2:25 | 2 En zeggende: Bekeert u; 962 Matt 4:2 | 2 En als Hij veertig dagen 963 Matt 5:2 | 2 En Zijn mond geopend hebbende, 964 Matt 6:2 | 2 Wanneer gij dan aalmoes 965 Matt 7:2 | 2 Want met welk oordeel gij 966 Matt 8:2 | 2 En ziet, een melaatse kwam, 967 Matt 9:2 | 2 En Jezus, hun geloof ziende, 968 Matt 10:2 | 2 De namen nu der twaalf apostelen 969 Matt 11:2 | 2 En Johannes, in de gevangenis 970 Matt 12:2 | 2 En de Farizeen, dat ziende, 971 Matt 13:2 | 2 En tot Hem vergaderden vele 972 Matt 14:2 | 2 En zeide tot zijn knechten: 973 Matt 15:2 | 2 Waarom overtreden Uw discipelen 974 Matt 16:2 | 2 Maar Hij antwoordde, en 975 Matt 17:2 | 2 En Hij werd voor hen veranderd 976 Matt 18:2 | 2 En Jezus een kindeken tot 977 Matt 19:2 | 2 En vele scharen volgden 978 Matt 20:2 | 2 En als hij met de arbeiders 979 Matt 21:2 | 2 Gaat heen in het vlek, dat 980 Matt 22:2 | 2 Het Koninkrijk der hemelen 981 Matt 23:2 | 2 Zeggende: De Schriftgeleerden 982 Matt 24:2 | 2 En Jezus zeide tot hen: 983 Matt 25:2 | 2 En vijf van haar waren wijzen, 984 Matt 26:2 | 2 Gij weet, dat na twee dagen 985 Matt 27:2 | 2 En Hem gebonden hebbende, 986 Matt 28:2 | 2 En ziet, er geschiedde een 987 Mark 1:2 | 2 Gelijk geschreven is in 988 Mark 2 | 2 ~ 989 Mark 2:2 | 2 En terstond vergaderden 990 Mark 3:2 | 2 En zij namen Hem waar, of 991 Mark 4:2 | 2 En Hij leerde hun veel dingen 992 Mark 5:2 | 2 En zo Hij uit het schip 993 Mark 6:2 | 2 En als het sabbat geworden 994 Mark 7:2 | 2 En ziende, dat sommigen 995 Mark 8:2 | 2 Ik word innerlijk met ontferming 996 Mark 9:2 | 2 En na zes dagen nam Jezus 997 Mark 10:2 | 2 En de Farizeen, tot Hem 998 Mark 11:2 | 2 En zeide tot hen: Gaat heen 999 Mark 12:2 | 2 En als het de tijd was, 1000 Mark 13:2 | 2 En Jezus, antwoordende,


1-500 | 501-1000 | 1001-1241

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License