Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
1toen 2
1verder 2
1welgelukzalig 1
2 1241
20 830
21 792
22 736
Frequency    [«  »]
1313 zeggende
1275 opdat
1264 1
1241 2
1198 3
1189 4
1184 5

Bijbel

IntraText - Concordances

2

1-500 | 501-1000 | 1001-1241

     Book Chapter: Verse
1001 Mark 14:2 | 2 Maar zij zeiden: Niet in 1002 Mark 15:2 | 2 En Pilatus vraagde Hem: 1003 Mark 16:2 | 2 En zeer vroeg op den eersten 1004 Luk 1:2 | 2 Gelijk ons overgeleverd 1005 Luk 2 | 2 ~ 1006 Luk 2:2 | 2 Deze eerste beschrijving 1007 Luk 3:2 | 2 Onder de hogepriesters Annas 1008 Luk 4:2 | 2 En werd veertig dagen verzocht 1009 Luk 5:2 | 2 En Hij zag twee schepen 1010 Luk 6:2 | 2 En sommigen der Farizeen 1011 Luk 7:2 | 2 En een dienstknecht van 1012 Luk 8:2 | 2 En sommige vrouwen, die 1013 Luk 9:2 | 2 En Hij zond hen heen, om 1014 Luk 10:2 | 2 Hij zeide dan tot hen: De 1015 Luk 11:2 | 2 En Hij zeide tot hen: Wanneer 1016 Luk 12:2 | 2 En er is niets bedekt, dat 1017 Luk 13:2 | 2 En Jezus antwoordde, en 1018 Luk 14:2 | 2 En ziet, er was een zeker 1019 Luk 15:2 | 2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden 1020 Luk 16:2 | 2 En hij riep hem, en zeide 1021 Luk 17:2 | 2 Het zoude hem nuttiger zijn, 1022 Luk 18:2 | 2 Zeggende: Er was een zeker 1023 Luk 19:2 | 2 En zie, er was een man, 1024 Luk 20:2 | 2 En spraken tot Hem zeggende: 1025 Luk 21:2 | 2 En Hij zag ook een zekere 1026 Luk 22:2 | 2 En de overpriesters en de 1027 Luk 23:2 | 2 En zij begonnen Hem te beschuldigen, 1028 Luk 24:2 | 2 En zij vonden den steen 1029 Joha 1:2 | 2 Dit was in den beginne bij 1030 Joha 2 | 2 ~ 1031 Joha 2:2 | 2 En Jezus was ook genood, 1032 Joha 3:2 | 2 Deze kwam des nachts tot 1033 Joha 4:2 | 2 (Hoewel Jezus zelf niet 1034 Joha 5:2 | 2 En er is te Jeruzalem aan 1035 Joha 6:2 | 2 En Hem volgde een grote 1036 Joha 7:2 | 2 En het feest der Joden, 1037 Joha 8:2 | 2 En des morgens vroeg kwam 1038 Joha 9:2 | 2 En Zijn discipelen vraagden 1039 Joha 10:2 | 2 Maar die door de deur ingaat, 1040 Joha 11:2 | 2 (Maria nu was degene, die 1041 Joha 12:2 | 2 Zij bereidden Hem dan aldaar 1042 Joha 13:2 | 2 En als het avondmaal gedaan 1043 Joha 14:2 | 2 In het huis Mijns Vaders 1044 Joha 15:2 | 2 Alle rank, die in Mij geen 1045 Joha 16:2 | 2 Zij zullen u uit de synagogen 1046 Joha 17:2 | 2 Gelijkerwijs Gij Hem macht 1047 Joha 18:2 | 2 En Judas, die Hem verried, 1048 Joha 19:2 | 2 En de krijgsknechten, een 1049 Joha 20:2 | 2 Zij liep dan, en kwam tot 1050 Joha 21:2 | 2 Er waren te zamen Simon 1051 Hand 1:2 | 2 Tot op den dag, in welken 1052 Hand 2 | 2 ~ 1053 Hand 2:2 | 2 En er geschiedde haastelijk 1054 Hand 3:2 | 2 En een zeker man, die kreupel 1055 Hand 4:2 | 2 Zeer ontevreden zijnde, 1056 Hand 5:2 | 2 Godzalig en vrezende God, 1057 Hand 6:2 | 2 En toen Petrus opgegaan 1058 Hand 6:32 | 2 En hij doodde Jakobus, den 1059 Hand 7:2 | 2 En als zij den Heere dienden, 1060 Hand 8:2 | 2 Maar de Joden, die ongehoorzaam 1061 Hand 9:2 | 2 Als er dan geen kleine wederstand 1062 Hand 10:2 | 2 Welken goeden getuigenis 1063 Hand 11:2 | 2 En Paulus, gelijk hij gewoon 1064 Hand 12:2 | 2 En vond een zekeren Jood, 1065 Hand 13:2 | 2 Zeide hij tot hen: Hebt 1066 Hand 14:2 | 2 En als hij die delen doorgereisd, 1067 Hand 15:2 | 2 En een schip gevonden hebbende, 1068 Hand 16:2 | 2 (Als zij nu hoorden, dat 1069 Hand 17:2 | 2 Maar de hogepriester Ananias 1070 Hand 18:2 | 2 En als hij geroepen was, 1071 Hand 19:2 | 2 En de hogepriester, en de 1072 Hand 20:2 | 2 Ik acht mijzelven gelukkig, 1073 Hand 21:2 | 2 En in een Adramyttenisch 1074 Hand 22:2 | 2 En de barbaren bewezen ons 1075 Rom 1:2 | 2 (Hetwelk Hij te voren beloofd 1076 Rom 2 | 2 ~ 1077 Rom 2:2 | 2 En wij weten, dat het oordeel 1078 Rom 3:2 | 2 Vele in alle manier; want 1079 Rom 4:2 | 2 Want indien Abraham uit 1080 Rom 5:2 | 2 Door Welken wij ook de toeleiding 1081 Rom 6:2 | 2 Dat zij verre. Wij, die 1082 Rom 7:2 | 2 Want een vrouw, die onder 1083 Rom 8:2 | 2 Want de wet des Geestes 1084 Rom 9:2 | 2 Dat het mij een grote droefheid, 1085 Rom 10:2 | 2 Want ik geef hun getuigenis, 1086 Rom 11:2 | 2 God heeft Zijn volk niet 1087 Rom 12:2 | 2 En wordt dezer wereld niet 1088 Rom 13:2 | 2 Alzo dat die zich tegen 1089 Rom 14:2 | 2 De een gelooft wel, dat 1090 Rom 15:2 | 2 Dat dan een iegelijk van 1091 Rom 16:2 | 2 Opdat gij haar ontvangt 1092 1Kor 1:2 | 2 Aan de Gemeente Gods, die 1093 1Kor 2 | 2 ~ 1094 1Kor 2:2 | 2 Want ik heb niet voorgenomen 1095 1Kor 3:2 | 2 Ik heb u met melk gevoed, 1096 1Kor 4:2 | 2 En voorts wordt in de uitdelers 1097 1Kor 5:2 | 2 En zijt gij nog opgeblazen, 1098 1Kor 6:2 | 2 Weet gij niet, dat de heiligen 1099 1Kor 7:2 | 2 Maar om der hoererijen wil 1100 1Kor 8:2 | 2 En zo iemand meent iets 1101 1Kor 9:2 | 2 Zo ik anderen geen apostel 1102 1Kor 10:2 | 2 En allen in Mozes gedoopt 1103 1Kor 11:2 | 2 En ik prijs u, broeders, 1104 1Kor 12:2 | 2 Gij weet, dat gij heidenen 1105 1Kor 13:2 | 2 En al ware het dat ik de 1106 1Kor 14:2 | 2 Want die een vreemde taal 1107 1Kor 15:2 | 2 Door hetwelk gij ook zalig 1108 1Kor 16:2 | 2 Op elken eersten dag der 1109 2Kor | 2 Korinthiërs~ ~ 1110 2Kor 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van 1111 2Kor 2 | 2 ~ 1112 2Kor 2:2 | 2 Want indien ik ulieden bedroef, 1113 2Kor 3 | 2 Korinthiërs 3 ~ 1114 2Kor 3:2 | 2 Gijlieden zijt onze brief, 1115 2Kor 4:2 | 2 Maar wij hebben verworpen 1116 2Kor 5:2 | 2 Want ook in dezen zuchten 1117 2Kor 6:2 | 2 Want Hij zegt: In den aangenamen 1118 2Kor 7:2 | 2 Geeft ons plaats; wij hebben 1119 2Kor 8:2 | 2 Dat in vele beproeving der 1120 2Kor 9:2 | 2 Want ik weet de volvaardigheid 1121 2Kor 10:2 | 2 Ik bid dan, dat ik, tegenwoordig 1122 2Kor 11:2 | 2 Want ik ben ijverig over 1123 2Kor 12:2 | 2 Ik ken een mens in Christus, 1124 2Kor 13:2 | 2 Ik heb het te voren gezegd, 1125 Gal 1:2 | 2 En al de broeders, die met 1126 Gal 2 | 2 ~ 1127 Gal 2:2 | 2 En ik ging op door een openbaring, 1128 Gal 3:2 | 2 Dit alleen wil ik van u 1129 Gal 4:2 | 2 Maar hij is onder voogden 1130 Gal 5:2 | 2 Ziet, ik Paulus zeg u, zo 1131 Gal 6:2 | 2 Draagt elkanders lasten, 1132 Efez 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van 1133 Efez 2 | 2 ~ 1134 Efez 2:2 | 2 In welke gij eertijds gewandeld 1135 Efez 3:2 | 2 Indien gij maar gehoord 1136 Efez 4:2 | 2 Met alle ootmoedigheid en 1137 Efez 5:2 | 2 En wandelt in de liefde, 1138 Efez 6:2 | 2 Eert uw vader en moeder ( 1139 Fili 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van 1140 Fili 2 | 2 ~ 1141 Fili 2:2 | 2 Zo vervult mijn blijdschap, 1142 Fili 3:2 | 2 Ziet op de honden, ziet 1143 Fili 4:2 | 2 Ik vermaan Euodia, en ik 1144 Kol 1:2 | 2 Den heiligen en gelovige 1145 Kol 2 | 2 ~ 1146 Kol 2:2 | 2 Opdat hun harten vertroost 1147 Kol 3:2 | 2 Bedenkt de dingen, die boven 1148 Kol 4:2 | 2 Houdt sterk aan in het gebed, 1149 1The 1:2 | 2 Wij danken God altijd over 1150 1The 2 | 2 ~ 1151 1The 2:2 | 2 Maar, hoewel wij te voren 1152 1The 3:2 | 2 En hebben gezonden Timotheus, 1153 1The 4:2 | 2 Want gij weet, wat bevelen 1154 1The 5:2 | 2 Want gij weet zelven zeer 1155 2The | 2 Thessalonicensen~ ~ 1156 2The 1:2 | 2 Genade zij u, en vrede, 1157 2The 2 | 2 ~ 1158 2The 2:2 | 2 Dat gij niet haastelijk 1159 2The 3:2 | 2 En opdat wij mogen verlost 1160 1Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn oprechten 1161 1Tim 2 | 2 ~ 1162 1Tim 2:2 | 2 Voor koningen, en allen, 1163 1Tim 3:2 | 2 Een opziener dan moet onberispelijk 1164 1Tim 4:2 | 2 Door geveinsdheid der leugensprekers, 1165 1Tim 5:2 | 2 De oude vrouwen als moeders; 1166 1Tim 6:2 | 2 En die gelovige heren hebben, 1167 2Tim | 2 Timothëus~ ~ 1168 2Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn geliefden 1169 2Tim 2 | 2 ~ 1170 2Tim 2:2 | 2 En hetgeen gij van mij gehoord 1171 2Tim 3:2 | 2 Want de mensen zullen zijn 1172 2Tim 4:2 | 2 Predik het woord; houd aan 1173 2Tim 5:2 | 2 In de hoop des eeuwigen 1174 Tit 1:2 | 2 In de hoop des eeuwigen 1175 Tit 2 | 2 ~ 1176 Tit 2:2 | 2 Dat de oude mannen nuchter 1177 Tit 3:2 | 2 Dat zij niemand lasteren, 1178 File 1:2 | 2 En aan Appia, de geliefde, 1179 Heb 1:2 | 2 Welken Hij gesteld heeft 1180 Heb 2 | 2 ~ 1181 Heb 2:2 | 2 Want indien het woord, door 1182 Heb 3:2 | 2 Die getrouw is Dengene, 1183 Heb 4:2 | 2 Want ook ons is het Evangelie 1184 Heb 5:2 | 2 Die behoorlijk medelijden 1185 Heb 6:2 | 2 Van de leer der dopen, en 1186 Heb 7:2 | 2 Aan welken ook Abraham van 1187 Heb 8:2 | 2 Een Bedienaar des heiligdoms, 1188 Heb 9:2 | 2 Want de tabernakel was toebereid, 1189 Heb 10:2 | 2 Anderszins zouden zij opgehouden 1190 Heb 11:2 | 2 Want door hetzelve hebben 1191 Heb 12:2 | 2 Ziende op den oversten Leidsman 1192 Heb 13:2 | 2 Vergeet de herbergzaamheid 1193 Jako 1:2 | 2 Acht het voor grote vreugde, 1194 Jako 2 | 2 ~ 1195 Jako 2:2 | 2 Want zo in uw vergadering 1196 Jako 3:2 | 2 Want wij struikelen allen 1197 Jako 4:2 | 2 Gij begeert, en hebt niet; 1198 Jako 5:2 | 2 Uw rijkdom is verrot, en 1199 1Pet 1:2 | 2 Den uitverkorenen naar de 1200 1Pet 2 | 1 Petrus 2 ~ 1201 1Pet 2:2 | 2 En, als nieuwgeborene kinderkens, 1202 1Pet 3:2 | 2 Als zij zullen ingezien 1203 1Pet 4:2 | 2 Om nu niet meer naar de 1204 1Pet 5:2 | 2 Weidt de kudde Gods, die 1205 2Pet | 2 Petrus~ ~ 1206 2Pet 1:2 | 2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd 1207 2Pet 2 | 2 ~ 1208 2Pet 2:2 | 2 En velen zullen hun verderfenissen 1209 2Pet 3:2 | 2 Opdat gij gedachtig zijt 1210 1Joh 1:2 | 2 (Want het Leven is geopenbaard, 1211 1Joh 2 | 2 ~ 1212 1Joh 2:2 | 2 En Hij is een verzoening 1213 1Joh 3:2 | 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen 1214 1Joh 4:2 | 2 Hieraan kent gij den Geest 1215 1Joh 5:2 | 2 Hieraan kennen wij, dat 1216 2Joh | 2 Johannes~ ~ 1217 2Joh 1:2 | 2 Om der waarheid wil, die 1218 3Joh 1:2 | 2 Geliefde, voor alle dingen 1219 Jud 1:2 | 2 Barmhartigheid, en vrede, 1220 Open 1:2 | 2 Dewelke het woord Gods betuigd 1221 Open 2 | 2 ~ 1222 Open 2:2 | 2 Ik weet uw werken, en uw 1223 Open 3:2 | 2 Zijt wakende, en versterk 1224 Open 4:2 | 2 En terstond werd ik in den 1225 Open 5:2 | 2 En ik zag een sterken engel, 1226 Open 6:2 | 2 En ik zag, en ziet, een 1227 Open 7:2 | 2 En ik zag een anderen engel 1228 Open 8:2 | 2 En ik zag de zeven engelen, 1229 Open 9:2 | 2 En zij heeft den put des 1230 Open 10:2 | 2 En hij had in zijn hand 1231 Open 11:2 | 2 En laat het voorhof uit, 1232 Open 12:2 | 2 En zij was zwanger, en riep, 1233 Open 13:2 | 2 En het beest dat ik zag, 1234 Open 14:2 | 2 En ik hoorde een stem uit 1235 Open 16:2 | 2 En de eerste ging henen, 1236 Open 17:2 | 2 Met welke de koningen der 1237 Open 18:2 | 2 En hij riep krachtelijk 1238 Open 19:2 | 2 Want Zijn oordelen zijn 1239 Open 20:2 | 2 En hij greep den draak, 1240 Open 21:2 | 2 En ik, Johannes, zag de 1241 Open 22:2 | 2 In het midden van haar straat


1-500 | 501-1000 | 1001-1241

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License