1-500 | 501-1000 | 1001-1241
Book Chapter: Verse
1001 Mark 14:2 | 2 Maar zij zeiden: Niet in
1002 Mark 15:2 | 2 En Pilatus vraagde Hem:
1003 Mark 16:2 | 2 En zeer vroeg op den eersten
1004 Luk 1:2 | 2 Gelijk ons overgeleverd
1005 Luk 2 | 2 ~
1006 Luk 2:2 | 2 Deze eerste beschrijving
1007 Luk 3:2 | 2 Onder de hogepriesters Annas
1008 Luk 4:2 | 2 En werd veertig dagen verzocht
1009 Luk 5:2 | 2 En Hij zag twee schepen
1010 Luk 6:2 | 2 En sommigen der Farizeen
1011 Luk 7:2 | 2 En een dienstknecht van
1012 Luk 8:2 | 2 En sommige vrouwen, die
1013 Luk 9:2 | 2 En Hij zond hen heen, om
1014 Luk 10:2 | 2 Hij zeide dan tot hen: De
1015 Luk 11:2 | 2 En Hij zeide tot hen: Wanneer
1016 Luk 12:2 | 2 En er is niets bedekt, dat
1017 Luk 13:2 | 2 En Jezus antwoordde, en
1018 Luk 14:2 | 2 En ziet, er was een zeker
1019 Luk 15:2 | 2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden
1020 Luk 16:2 | 2 En hij riep hem, en zeide
1021 Luk 17:2 | 2 Het zoude hem nuttiger zijn,
1022 Luk 18:2 | 2 Zeggende: Er was een zeker
1023 Luk 19:2 | 2 En zie, er was een man,
1024 Luk 20:2 | 2 En spraken tot Hem zeggende:
1025 Luk 21:2 | 2 En Hij zag ook een zekere
1026 Luk 22:2 | 2 En de overpriesters en de
1027 Luk 23:2 | 2 En zij begonnen Hem te beschuldigen,
1028 Luk 24:2 | 2 En zij vonden den steen
1029 Joha 1:2 | 2 Dit was in den beginne bij
1030 Joha 2 | 2 ~
1031 Joha 2:2 | 2 En Jezus was ook genood,
1032 Joha 3:2 | 2 Deze kwam des nachts tot
1033 Joha 4:2 | 2 (Hoewel Jezus zelf niet
1034 Joha 5:2 | 2 En er is te Jeruzalem aan
1035 Joha 6:2 | 2 En Hem volgde een grote
1036 Joha 7:2 | 2 En het feest der Joden,
1037 Joha 8:2 | 2 En des morgens vroeg kwam
1038 Joha 9:2 | 2 En Zijn discipelen vraagden
1039 Joha 10:2 | 2 Maar die door de deur ingaat,
1040 Joha 11:2 | 2 (Maria nu was degene, die
1041 Joha 12:2 | 2 Zij bereidden Hem dan aldaar
1042 Joha 13:2 | 2 En als het avondmaal gedaan
1043 Joha 14:2 | 2 In het huis Mijns Vaders
1044 Joha 15:2 | 2 Alle rank, die in Mij geen
1045 Joha 16:2 | 2 Zij zullen u uit de synagogen
1046 Joha 17:2 | 2 Gelijkerwijs Gij Hem macht
1047 Joha 18:2 | 2 En Judas, die Hem verried,
1048 Joha 19:2 | 2 En de krijgsknechten, een
1049 Joha 20:2 | 2 Zij liep dan, en kwam tot
1050 Joha 21:2 | 2 Er waren te zamen Simon
1051 Hand 1:2 | 2 Tot op den dag, in welken
1052 Hand 2 | 2 ~
1053 Hand 2:2 | 2 En er geschiedde haastelijk
1054 Hand 3:2 | 2 En een zeker man, die kreupel
1055 Hand 4:2 | 2 Zeer ontevreden zijnde,
1056 Hand 5:2 | 2 Godzalig en vrezende God,
1057 Hand 6:2 | 2 En toen Petrus opgegaan
1058 Hand 6:32 | 2 En hij doodde Jakobus, den
1059 Hand 7:2 | 2 En als zij den Heere dienden,
1060 Hand 8:2 | 2 Maar de Joden, die ongehoorzaam
1061 Hand 9:2 | 2 Als er dan geen kleine wederstand
1062 Hand 10:2 | 2 Welken goeden getuigenis
1063 Hand 11:2 | 2 En Paulus, gelijk hij gewoon
1064 Hand 12:2 | 2 En vond een zekeren Jood,
1065 Hand 13:2 | 2 Zeide hij tot hen: Hebt
1066 Hand 14:2 | 2 En als hij die delen doorgereisd,
1067 Hand 15:2 | 2 En een schip gevonden hebbende,
1068 Hand 16:2 | 2 (Als zij nu hoorden, dat
1069 Hand 17:2 | 2 Maar de hogepriester Ananias
1070 Hand 18:2 | 2 En als hij geroepen was,
1071 Hand 19:2 | 2 En de hogepriester, en de
1072 Hand 20:2 | 2 Ik acht mijzelven gelukkig,
1073 Hand 21:2 | 2 En in een Adramyttenisch
1074 Hand 22:2 | 2 En de barbaren bewezen ons
1075 Rom 1:2 | 2 (Hetwelk Hij te voren beloofd
1076 Rom 2 | 2 ~
1077 Rom 2:2 | 2 En wij weten, dat het oordeel
1078 Rom 3:2 | 2 Vele in alle manier; want
1079 Rom 4:2 | 2 Want indien Abraham uit
1080 Rom 5:2 | 2 Door Welken wij ook de toeleiding
1081 Rom 6:2 | 2 Dat zij verre. Wij, die
1082 Rom 7:2 | 2 Want een vrouw, die onder
1083 Rom 8:2 | 2 Want de wet des Geestes
1084 Rom 9:2 | 2 Dat het mij een grote droefheid,
1085 Rom 10:2 | 2 Want ik geef hun getuigenis,
1086 Rom 11:2 | 2 God heeft Zijn volk niet
1087 Rom 12:2 | 2 En wordt dezer wereld niet
1088 Rom 13:2 | 2 Alzo dat die zich tegen
1089 Rom 14:2 | 2 De een gelooft wel, dat
1090 Rom 15:2 | 2 Dat dan een iegelijk van
1091 Rom 16:2 | 2 Opdat gij haar ontvangt
1092 1Kor 1:2 | 2 Aan de Gemeente Gods, die
1093 1Kor 2 | 2 ~
1094 1Kor 2:2 | 2 Want ik heb niet voorgenomen
1095 1Kor 3:2 | 2 Ik heb u met melk gevoed,
1096 1Kor 4:2 | 2 En voorts wordt in de uitdelers
1097 1Kor 5:2 | 2 En zijt gij nog opgeblazen,
1098 1Kor 6:2 | 2 Weet gij niet, dat de heiligen
1099 1Kor 7:2 | 2 Maar om der hoererijen wil
1100 1Kor 8:2 | 2 En zo iemand meent iets
1101 1Kor 9:2 | 2 Zo ik anderen geen apostel
1102 1Kor 10:2 | 2 En allen in Mozes gedoopt
1103 1Kor 11:2 | 2 En ik prijs u, broeders,
1104 1Kor 12:2 | 2 Gij weet, dat gij heidenen
1105 1Kor 13:2 | 2 En al ware het dat ik de
1106 1Kor 14:2 | 2 Want die een vreemde taal
1107 1Kor 15:2 | 2 Door hetwelk gij ook zalig
1108 1Kor 16:2 | 2 Op elken eersten dag der
1109 2Kor | 2 Korinthiërs~ ~
1110 2Kor 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van
1111 2Kor 2 | 2 ~
1112 2Kor 2:2 | 2 Want indien ik ulieden bedroef,
1113 2Kor 3 | 2 Korinthiërs 3 ~
1114 2Kor 3:2 | 2 Gijlieden zijt onze brief,
1115 2Kor 4:2 | 2 Maar wij hebben verworpen
1116 2Kor 5:2 | 2 Want ook in dezen zuchten
1117 2Kor 6:2 | 2 Want Hij zegt: In den aangenamen
1118 2Kor 7:2 | 2 Geeft ons plaats; wij hebben
1119 2Kor 8:2 | 2 Dat in vele beproeving der
1120 2Kor 9:2 | 2 Want ik weet de volvaardigheid
1121 2Kor 10:2 | 2 Ik bid dan, dat ik, tegenwoordig
1122 2Kor 11:2 | 2 Want ik ben ijverig over
1123 2Kor 12:2 | 2 Ik ken een mens in Christus,
1124 2Kor 13:2 | 2 Ik heb het te voren gezegd,
1125 Gal 1:2 | 2 En al de broeders, die met
1126 Gal 2 | 2 ~
1127 Gal 2:2 | 2 En ik ging op door een openbaring,
1128 Gal 3:2 | 2 Dit alleen wil ik van u
1129 Gal 4:2 | 2 Maar hij is onder voogden
1130 Gal 5:2 | 2 Ziet, ik Paulus zeg u, zo
1131 Gal 6:2 | 2 Draagt elkanders lasten,
1132 Efez 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van
1133 Efez 2 | 2 ~
1134 Efez 2:2 | 2 In welke gij eertijds gewandeld
1135 Efez 3:2 | 2 Indien gij maar gehoord
1136 Efez 4:2 | 2 Met alle ootmoedigheid en
1137 Efez 5:2 | 2 En wandelt in de liefde,
1138 Efez 6:2 | 2 Eert uw vader en moeder (
1139 Fili 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van
1140 Fili 2 | 2 ~
1141 Fili 2:2 | 2 Zo vervult mijn blijdschap,
1142 Fili 3:2 | 2 Ziet op de honden, ziet
1143 Fili 4:2 | 2 Ik vermaan Euodia, en ik
1144 Kol 1:2 | 2 Den heiligen en gelovige
1145 Kol 2 | 2 ~
1146 Kol 2:2 | 2 Opdat hun harten vertroost
1147 Kol 3:2 | 2 Bedenkt de dingen, die boven
1148 Kol 4:2 | 2 Houdt sterk aan in het gebed,
1149 1The 1:2 | 2 Wij danken God altijd over
1150 1The 2 | 2 ~
1151 1The 2:2 | 2 Maar, hoewel wij te voren
1152 1The 3:2 | 2 En hebben gezonden Timotheus,
1153 1The 4:2 | 2 Want gij weet, wat bevelen
1154 1The 5:2 | 2 Want gij weet zelven zeer
1155 2The | 2 Thessalonicensen~ ~
1156 2The 1:2 | 2 Genade zij u, en vrede,
1157 2The 2 | 2 ~
1158 2The 2:2 | 2 Dat gij niet haastelijk
1159 2The 3:2 | 2 En opdat wij mogen verlost
1160 1Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn oprechten
1161 1Tim 2 | 2 ~
1162 1Tim 2:2 | 2 Voor koningen, en allen,
1163 1Tim 3:2 | 2 Een opziener dan moet onberispelijk
1164 1Tim 4:2 | 2 Door geveinsdheid der leugensprekers,
1165 1Tim 5:2 | 2 De oude vrouwen als moeders;
1166 1Tim 6:2 | 2 En die gelovige heren hebben,
1167 2Tim | 2 Timothëus~ ~
1168 2Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn geliefden
1169 2Tim 2 | 2 ~
1170 2Tim 2:2 | 2 En hetgeen gij van mij gehoord
1171 2Tim 3:2 | 2 Want de mensen zullen zijn
1172 2Tim 4:2 | 2 Predik het woord; houd aan
1173 2Tim 5:2 | 2 In de hoop des eeuwigen
1174 Tit 1:2 | 2 In de hoop des eeuwigen
1175 Tit 2 | 2 ~
1176 Tit 2:2 | 2 Dat de oude mannen nuchter
1177 Tit 3:2 | 2 Dat zij niemand lasteren,
1178 File 1:2 | 2 En aan Appia, de geliefde,
1179 Heb 1:2 | 2 Welken Hij gesteld heeft
1180 Heb 2 | 2 ~
1181 Heb 2:2 | 2 Want indien het woord, door
1182 Heb 3:2 | 2 Die getrouw is Dengene,
1183 Heb 4:2 | 2 Want ook ons is het Evangelie
1184 Heb 5:2 | 2 Die behoorlijk medelijden
1185 Heb 6:2 | 2 Van de leer der dopen, en
1186 Heb 7:2 | 2 Aan welken ook Abraham van
1187 Heb 8:2 | 2 Een Bedienaar des heiligdoms,
1188 Heb 9:2 | 2 Want de tabernakel was toebereid,
1189 Heb 10:2 | 2 Anderszins zouden zij opgehouden
1190 Heb 11:2 | 2 Want door hetzelve hebben
1191 Heb 12:2 | 2 Ziende op den oversten Leidsman
1192 Heb 13:2 | 2 Vergeet de herbergzaamheid
1193 Jako 1:2 | 2 Acht het voor grote vreugde,
1194 Jako 2 | 2 ~
1195 Jako 2:2 | 2 Want zo in uw vergadering
1196 Jako 3:2 | 2 Want wij struikelen allen
1197 Jako 4:2 | 2 Gij begeert, en hebt niet;
1198 Jako 5:2 | 2 Uw rijkdom is verrot, en
1199 1Pet 1:2 | 2 Den uitverkorenen naar de
1200 1Pet 2 | 1 Petrus 2 ~
1201 1Pet 2:2 | 2 En, als nieuwgeborene kinderkens,
1202 1Pet 3:2 | 2 Als zij zullen ingezien
1203 1Pet 4:2 | 2 Om nu niet meer naar de
1204 1Pet 5:2 | 2 Weidt de kudde Gods, die
1205 2Pet | 2 Petrus~ ~
1206 2Pet 1:2 | 2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd
1207 2Pet 2 | 2 ~
1208 2Pet 2:2 | 2 En velen zullen hun verderfenissen
1209 2Pet 3:2 | 2 Opdat gij gedachtig zijt
1210 1Joh 1:2 | 2 (Want het Leven is geopenbaard,
1211 1Joh 2 | 2 ~
1212 1Joh 2:2 | 2 En Hij is een verzoening
1213 1Joh 3:2 | 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen
1214 1Joh 4:2 | 2 Hieraan kent gij den Geest
1215 1Joh 5:2 | 2 Hieraan kennen wij, dat
1216 2Joh | 2 Johannes~ ~
1217 2Joh 1:2 | 2 Om der waarheid wil, die
1218 3Joh 1:2 | 2 Geliefde, voor alle dingen
1219 Jud 1:2 | 2 Barmhartigheid, en vrede,
1220 Open 1:2 | 2 Dewelke het woord Gods betuigd
1221 Open 2 | 2 ~
1222 Open 2:2 | 2 Ik weet uw werken, en uw
1223 Open 3:2 | 2 Zijt wakende, en versterk
1224 Open 4:2 | 2 En terstond werd ik in den
1225 Open 5:2 | 2 En ik zag een sterken engel,
1226 Open 6:2 | 2 En ik zag, en ziet, een
1227 Open 7:2 | 2 En ik zag een anderen engel
1228 Open 8:2 | 2 En ik zag de zeven engelen,
1229 Open 9:2 | 2 En zij heeft den put des
1230 Open 10:2 | 2 En hij had in zijn hand
1231 Open 11:2 | 2 En laat het voorhof uit,
1232 Open 12:2 | 2 En zij was zwanger, en riep,
1233 Open 13:2 | 2 En het beest dat ik zag,
1234 Open 14:2 | 2 En ik hoorde een stem uit
1235 Open 16:2 | 2 En de eerste ging henen,
1236 Open 17:2 | 2 Met welke de koningen der
1237 Open 18:2 | 2 En hij riep krachtelijk
1238 Open 19:2 | 2 Want Zijn oordelen zijn
1239 Open 20:2 | 2 En hij greep den draak,
1240 Open 21:2 | 2 En ik, Johannes, zag de
1241 Open 22:2 | 2 In het midden van haar straat
1-500 | 501-1000 | 1001-1241 |