Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
2zie 1
2zij 1
2zo 2
3 1198
30 405
31 379
32 337
Frequency    [«  »]
1275 opdat
1264 1
1241 2
1198 3
1189 4
1184 5
1176 6

Bijbel

IntraText - Concordances

3

1-500 | 501-1000 | 1001-1198

     Book Chapter: Verse
1001 Joha 10:3 | 3 Dezen doet de deurwachter 1002 Joha 11:3 | 3 Zijn zusters dan zonden 1003 Joha 12:3 | 3 Maria dan, genomen hebbende 1004 Joha 13:3 | 3 Jezus, wetende, dat de Vader 1005 Joha 14:3 | 3 En zo wanneer Ik heen zal 1006 Joha 15:3 | 3 Gijlieden zijt nu rein om 1007 Joha 16:3 | 3 En deze dingen zullen zij 1008 Joha 17:3 | 3 En dit is het eeuwige leven, 1009 Joha 18:3 | 3 Judas dan, genomen hebbende 1010 Joha 19:3 | 3 En zeiden: Wees gegroet, 1011 Joha 20:3 | 3 Petrus dan ging uit, en 1012 Joha 21:3 | 3 Simon Petrus zeide tot hen: 1013 Hand 1:3 | 3 Aan welke Hij ook, nadat 1014 Hand 2:3 | 3 En van hen werden gezien 1015 Hand 3 | 3 ~ 1016 Hand 3:3 | 3 Welke, Petrus en Johannes 1017 Hand 4:3 | 3 En zij sloegen de handen 1018 Hand 5:3 | 3 Deze zag in een gezicht 1019 Hand 6:3 | 3 Zeggende: Gij zijt ingegaan 1020 Hand 6:33 | 3 En toen hij zag, dat het 1021 Hand 7:3 | 3 Toen vastten en baden zij, 1022 Hand 8:3 | 3 Zij verkeerden dan aldaar 1023 Hand 9:3 | 3 Zij dan, van de Gemeente 1024 Hand 10:3 | 3 Deze wilde Paulus, dat met 1025 Hand 11:3 | 3 Dezelve openende, en voor 1026 Hand 12:3 | 3 En omdat hij van hetzelfde 1027 Hand 13:3 | 3 En hij zeide tot hen: Waarin 1028 Hand 14:3 | 3 En als hij aldaar drie maanden 1029 Hand 15:3 | 3 En als wij Cyprus in het 1030 Hand 16:3 | 3 Ik ben een Joods man, en 1031 Hand 17:3 | 3 Toen zeide Paulus tot hem: 1032 Hand 18:3 | 3 Dat wij grote vrede door 1033 Hand 19:3 | 3 Begerende gunst tegen hem, 1034 Hand 20:3 | 3 Allermeest, dewijl ik weet, 1035 Hand 21:3 | 3 En des anderen daags kwamen 1036 Hand 22:3 | 3 En als Paulus een hoop rijzen 1037 Rom 1:3 | 3 Van Zijn Zoon,, Die geworden 1038 Rom 2:3 | 3 En denkt gij dit, o mens, 1039 Rom 3 | 3 ~ 1040 Rom 3:3 | 3 Want wat is het, al zijn 1041 Rom 4:3 | 3 Want wat zegt de Schrift? 1042 Rom 5:3 | 3 En niet alleenlijk dit, 1043 Rom 6:3 | 3 Of weet gij niet, dat zovelen 1044 Rom 7:3 | 3 Daarom dan, indien zij eens 1045 Rom 8:3 | 3 Want hetgeen der wet onmogelijk 1046 Rom 9:3 | 3 Want ik zou zelf wel wensen 1047 Rom 10:3 | 3 Want alzo zij de rechtvaardigheid 1048 Rom 11:3 | 3 Heere! zij hebben Uw profeten 1049 Rom 12:3 | 3 Want door de genade, die 1050 Rom 13:3 | 3 Want de oversten zijn niet 1051 Rom 14:3 | 3 Die daar eet, verachte hem 1052 Rom 15:3 | 3 Want ook Christus heeft 1053 Rom 16:3 | 3 Groet Priscilla en Aquila, 1054 1Kor 1:3 | 3 Genade zij u en vrede van 1055 1Kor 2:3 | 3 En ik was bij ulieden in 1056 1Kor 3 | 3 ~ 1057 1Kor 3:3 | 3 Want gij zijt nog vleselijk; 1058 1Kor 4:3 | 3 Doch mij is voor het minste, 1059 1Kor 5:3 | 3 Doch ik, als wel met het 1060 1Kor 6:3 | 3 Weet gij niet, dat wij de 1061 1Kor 7:3 | 3 De man zal aan de vrouw 1062 1Kor 8:3 | 3 Maar zo iemand God liefheeft, 1063 1Kor 9:3 | 3 Mijn verantwoording aan 1064 1Kor 10:3 | 3 En allen dezelfde geestelijke 1065 1Kor 11:3 | 3 Doch ik wil, dat gij weet, 1066 1Kor 12:3 | 3 Daarom maak ik u bekend, 1067 1Kor 13:3 | 3 En al ware het, dat ik al 1068 1Kor 14:3 | 3 Maar die profeteert, spreekt 1069 1Kor 15:3 | 3 Want ik heb ulieden ten 1070 1Kor 16:3 | 3 En wanneer ik daar zal gekomen 1071 2Kor 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader 1072 2Kor 2:3 | 3 En ditzelfde heb ik u geschreven, 1073 2Kor 3 | 2 Korinthiërs 3 ~ 1074 2Kor 3:3 | 3 Als die openbaar zijt geworden, 1075 2Kor 4:3 | 3 Doch indien ook ons Evangelie 1076 2Kor 5:3 | 3 Zo wij ook bekleed en niet 1077 2Kor 6:3 | 3 Wij geven geen aanstoot 1078 2Kor 7:3 | 3 Ik zeg dit niet tot uw veroordeling; 1079 2Kor 8:3 | 3 Want zij zijn naar vermogen ( 1080 2Kor 9:3 | 3 Maar ik heb deze broeders 1081 2Kor 10:3 | 3 Want wandelende in het vlees, 1082 2Kor 11:3 | 3 Doch ik vrees, dat niet 1083 2Kor 12:3 | 3 En ik ken een zodanig mens ( 1084 2Kor 13:3 | 3 Dewijl gij zoekt een proeve 1085 Gal 1:3 | 3 Genade zij u en vrede van 1086 Gal 2:3 | 3 Maar ook Titus, die met 1087 Gal 3 | 3 ~ 1088 Gal 3:3 | 3 Zijt gij zo uitzinnig? Daar 1089 Gal 4:3 | 3 Alzo wij ook, toen wij kinderen 1090 Gal 5:3 | 3 En ik betuig wederom een 1091 Gal 6:3 | 3 Want zo iemand meent iets 1092 Efez 1:3 | 3 Gezegend zij de God en Vader 1093 Efez 2:3 | 3 Onder dewelke ook wij allen 1094 Efez 3 | 3 ~ 1095 Efez 3:3 | 3 Dat Hij mij door openbaring 1096 Efez 4:3 | 3 U benaarstigende te behouden 1097 Efez 5:3 | 3 Maar hoererij en alle onreinigheid, 1098 Efez 6:3 | 3 Opdat het u welga, en dat 1099 Fili 1:3 | 3 Ik dank mijn God, zo dikwijls 1100 Fili 2:3 | 3 Doet geen ding door twisting 1101 Fili 3 | 3 ~ 1102 Fili 3:3 | 3 Want wij zijn de besnijding, 1103 Fili 4:3 | 3 En ik bid ook u, gij mijn 1104 Kol 1:3 | 3 Wij danken den God en Vader 1105 Kol 2:3 | 3 In Denwelken al de schatten 1106 Kol 3 | 3 ~ 1107 Kol 3:3 | 3 Want gij zijt gestorven, 1108 Kol 4:3 | 3 Biddende meteen ook voor 1109 1The 1:3 | 3 Zonder ophouden gedenkende 1110 1The 2:3 | 3 Want onze vermaning is niet 1111 1The 3 | 3 ~ 1112 1The 3:3 | 3 Opdat niemand bewogen worde 1113 1The 4:3 | 3 Want dit is de wil van God, 1114 1The 5:3 | 3 Want wanneer zij zullen 1115 2The 1:3 | 3 Wij moeten God te allen 1116 2The 2:3 | 3 Dat u niemand verleide op 1117 2The 3 | 3 ~ 1118 2The 3:3 | 3 Maar de Heere is getrouw, 1119 1Tim 1:3 | 3 Gelijk ik u vermaand heb, 1120 1Tim 2:3 | 3 Want dat is goed en aangenaam 1121 1Tim 3 | 3 ~ 1122 1Tim 3:3 | 3 Niet genegen tot den wijn, 1123 1Tim 4:3 | 3 Verbiedende te huwelijken, 1124 1Tim 5:3 | 3 Eer de weduwen, die waarlijk 1125 1Tim 6:3 | 3 Indien iemand een andere 1126 2Tim 1:3 | 3 Ik dank God, Wien ik diene 1127 2Tim 2:3 | 3 Gij dan, lijd verdrukkingen, 1128 2Tim 3 | 3 ~ 1129 2Tim 3:3 | 3 Zonder natuurlijke liefde, 1130 2Tim 4:3 | 3 Want er zal een tijd zijn, 1131 2Tim 5:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door 1132 Tit 1:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door 1133 Tit 2:3 | 3 De oude vrouwen insgelijks, 1134 Tit 3 | 3 ~ 1135 Tit 3:3 | 3 Want ook wij waren eertijds 1136 File 1:3 | 3 Genade zij ulieden en vrede 1137 Heb 1:3 | 3 Dewelke, alzo Hij is het 1138 Heb 2:3 | 3 Hoe zullen wij ontvlieden, 1139 Heb 3 | 3 ~ 1140 Heb 3:3 | 3 Want Deze is zoveel meerder 1141 Heb 4:3 | 3 Want wij, die geloofd hebben, 1142 Heb 5:3 | 3 En om derzelver zwakheid 1143 Heb 6:3 | 3 En dit zullen wij ook doen, 1144 Heb 7:3 | 3 Zonder vader, zonder moeder, 1145 Heb 8:3 | 3 Want een iegelijk hogepriester 1146 Heb 9:3 | 3 Maar achter het tweede voorhangsel 1147 Heb 10:3 | 3 Maar nu geschiedt in dezelve 1148 Heb 11:3 | 3 Door het geloof verstaan 1149 Heb 12:3 | 3 Want aanmerkt Dezen, Die 1150 Heb 13:3 | 3 Gedenkt der gevangenen, 1151 Jako 1:3 | 3 Wetende, dat de beproeving 1152 Jako 2:3 | 3 En gij zoudt aanzien dengene, 1153 Jako 3 | 3 ~ 1154 Jako 3:3 | 3 Ziet, wij leggen den paarden 1155 Jako 4:3 | 3 Gij bidt, en gij ontvangt 1156 Jako 5:3 | 3 Uw goud en zilver is verroest; 1157 1Pet 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader 1158 1Pet 2:3 | 3 Indien gij anders gesmaakt 1159 1Pet 3 | 3 ~ 1160 1Pet 3:3 | 3 Welker versiersel zij, niet 1161 1Pet 4:3 | 3 Want het is ons genoeg, 1162 1Pet 5:3 | 3 Noch als heerschappij voerende 1163 2Pet 1:3 | 3 Gelijk ons Zijn Goddelijke 1164 2Pet 2:3 | 3 En zij zullen door gierigheid, 1165 2Pet 3 | 3 ~ 1166 2Pet 3:3 | 3 Dit eerst wetende, dat in 1167 1Joh 1:3 | 3 Hetgeen wij dan gezien en 1168 1Joh 2:3 | 3 En hieraan kennen wij, dat 1169 1Joh 3 | 1 Johannes 3 ~ 1170 1Joh 3:3 | 3 En een iegelijk, die deze 1171 1Joh 4:3 | 3 En alle geest, die niet 1172 1Joh 5:3 | 3 Want dit is de liefde Gods, 1173 2Joh 1:3 | 3 Genade, barmhartigheid, 1174 3Joh | 3 Johannes~ ~ 1175 3Joh 1:3 | 3 Want ik ben zeer verblijd 1176 Jud 1:3 | 3 Geliefden, alzo ik alle 1177 Open 1:3 | 3 Zalig is hij, die leest, 1178 Open 2:3 | 3 En gij hebt verdragen, en 1179 Open 3 | 3 ~ 1180 Open 3:3 | 3 Gedenk dan, hoe gij het 1181 Open 4:3 | 3 En Die daarop zat, was in 1182 Open 5:3 | 3 En niemand in den hemel, 1183 Open 6:3 | 3 En toen Het het tweede zegel 1184 Open 7:3 | 3 Zeggende: Beschadigt de 1185 Open 8:3 | 3 En er kwam een andere engel, 1186 Open 9:3 | 3 En uit den rook kwamen sprinkhanen 1187 Open 10:3 | 3 En hij riep met een grote 1188 Open 11:3 | 3 En Ik zal Mijn twee getuigen 1189 Open 12:3 | 3 En er werd een ander teken 1190 Open 13:3 | 3 En ik zag een van zijn hoofden 1191 Open 14:3 | 3 En zij zongen als een nieuw 1192 Open 16:3 | 3 En de tweede engel goot 1193 Open 17:3 | 3 En hij bracht mij weg in 1194 Open 18:3 | 3 Dewijl uit den wijn des 1195 Open 19:3 | 3 En zij zeiden ten tweeden 1196 Open 20:3 | 3 En wierp hem in den afgrond, 1197 Open 21:3 | 3 En ik hoorde een grote stem 1198 Open 22:3 | 3 En geen vervloeking zal


1-500 | 501-1000 | 1001-1198

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License