Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
3zij 2
3zijt 1
3zo 1
4 1189
40 161
41 142
42 136
Frequency    [«  »]
1264 1
1241 2
1198 3
1189 4
1184 5
1176 6
1169 7

Bijbel

IntraText - Concordances

4

1-500 | 501-1000 | 1001-1189

     Book Chapter: Verse
501 Psa 6:4 | 4 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; 502 Psa 7:4 | 4 HEERE, mijn God, indien 503 Psa 8:4 | 4 Als ik Uw hemel aanzie, 504 Psa 9:4 | 4 Omdat mijn vijanden achterwaarts 505 Psa 10:4 | 4 De goddeloze, gelijk hij 506 Psa 16:4 | 4 De smarten dergenen, die 507 Psa 17:4 | 4 Aangaande de handelingen 508 Psa 18:4 | 4 Ik riep den HEERE aan, Die 509 Psa 19:4 | 4 Geen spraak, en geen woorden 510 Psa 20:4 | 4 Hij gedenke al uwer spijsofferen, 511 Psa 21:4 | 4 Want Gij komt hem voor met 512 Psa 22:4 | 4 Doch Gij zijt heilig, wonende 513 Psa 24:4 | 4 Die rein van handen, en 514 Psa 25:4 | 4 Daleth. HEERE! maak mij 515 Psa 26:4 | 4 Ik zit niet bij ijdele lieden, 516 Psa 27:4 | 4 Een ding heb ik van den 517 Psa 29:4 | 4 De stem des HEEREN is met 518 Psa 30:4 | 4 HEERE! Gij hebt mijn ziel 519 Psa 31:4 | 4 Want Gij zijt mijn Steenrots 520 Psa 32:4 | 4 Want Uw hand was dag en 521 Psa 33:4 | 4 Want des HEEREN woord is 522 Psa 34:4 | 4 Want des HEEREN woord is 523 Psa 35:4 | 4 Gimel. Maakt den HEERE met 524 Psa 36:4 | 4 Laat hen beschaamd en te 525 Psa 37:4 | 4 De woorden zijns monds zijn 526 Psa 38:4 | 4 En verlustig u in den HEERE, 527 Psa 39:4 | 4 Er is niets geheels in mijn 528 Psa 40:4 | 4 Mijn hart werd heet in mijn 529 Psa 41:4 | 4 En Hij heeft een nieuw lied 530 Psa 42:4 | 4 De HEERE zal hem ondersteunen 531 Psa 42:18 | 4 Mijn tranen zijn mij tot 532 Psa 44:4 | 4 Want zij hebben het land 533 Psa 45:4 | 4 Gord Uw zwaard aan de heup, 534 Psa 46:4 | 4 Laat haar wateren bruisen, 535 Psa 47:4 | 4 Hij brengt de volken onder 536 Psa 48:4 | 4 God is in haar paleizen; 537 Psa 49:4 | 4 Mijn mond zal enkel wijsheid 538 Psa 50:4 | 4 Hij zal roepen tot den hemel 539 Psa 51:4 | 4 Was mij wel van mijn ongerechtigheid, 540 Psa 52:4 | 4 Uw tong denkt enkel schade 541 Psa 55:4 | 4 Om den roep des vijands, 542 Psa 56:4 | 4 Ten dage, als ik zal vrezen, 543 Psa 57:4 | 4 Hij zal van den hemel zenden, 544 Psa 58:4 | 4 De goddelozen zijn vervreemd 545 Psa 59:4 | 4 Want zie, zij leggen mijner 546 Psa 60:4 | 4 Gij hebt het land geschud, 547 Psa 62:4 | 4 Hoe lang zult gijlieden 548 Psa 63:4 | 4 Want Uw goedertierenheid 549 Psa 64:4 | 4 Die hun tong scherpen als 550 Psa 65:4 | 4 Ongerechtige dingen hadden 551 Psa 66:4 | 4 De ganse aarde aanbidde 552 Psa 68:4 | 4 Maar de rechtvaardigen zullen 553 Psa 69:4 | 4 Ik ben vermoeid van mijn 554 Psa 71:4 | 4 Mijn God, bevrijd mij van 555 Psa 72:4 | 4 Hij zal de ellendigen des 556 Psa 73:4 | 4 Want er zijn geen banden 557 Psa 74:4 | 4 Uw wederpartijders hebben 558 Psa 75:4 | 4 Het land en al zijn inwoners 559 Psa 76:4 | 4 Aldaar heeft Hij verbroken 560 Psa 77:4 | 4 Dacht ik aan God, zo maakte 561 Psa 78:4 | 4 Wij zullen het niet verbergen 562 Psa 79:4 | 4 Wij zijn onzen naburen een 563 Psa 80:4 | 4 O God! breng ons weder, 564 Psa 81:4 | 4 Blaast de bazuin in de nieuwe 565 Psa 83:4 | 4 Zij maken listiglijk een 566 Psa 84:4 | 4 Zelfs vindt de mus een huis, 567 Psa 85:4 | 4 Gij hebt weggenomen al Uw 568 Psa 86:4 | 4 Verheug de ziel Uws knechts; 569 Psa 88:4 | 4 Want mijn ziel is der tegenheden 570 Psa 89:4 | 4 Ik heb een verbond gemaakt 571 Psa 90:4 | 4 Want duizend jaren zijn 572 Psa 91:4 | 4 Hij zal u dekken met Zijn 573 Psa 92:4 | 4 Op het tiensnarig instrument 574 Psa 94:4 | 4 Uitgieten? hard spreken? 575 Psa 95:4 | 4 In Wiens hand de diepste 576 Psa 96:4 | 4 Want de HEERE is groot, 577 Psa 97:4 | 4 Zijn bliksemen verlichten 578 Psa 102:4 | 4 Want mijn dagen zijn vergaan 579 Psa 103:4 | 4 Die uw leven verlost van 580 Psa 104:4 | 4 Hij maakt Zijn engelen geesten, 581 Psa 105:4 | 4 Vraagt naar den HEERE en 582 Psa 106:4 | 4 Gedenk mijner, o HEERE! 583 Psa 107:4 | 4 Die in de woestijn dwaalden, 584 Psa 108:4 | 4 Ik zal U loven onder de 585 Psa 109:4 | 4 Voor mijn liefde, staan 586 Psa 111:4 | 4 Zain. Hij heeft Zijn wonderen 587 Psa 112:4 | 4 Zain. Den oprechten gaat 588 Psa 115:4 | 4 Hunlieder afgoden zijn zilver 589 Psa 116:4 | 4 Maar ik riep den Naam des 590 Psa 118:4 | 4 Dat degenen, die den HEERE 591 Psa 119:4 | 4  HEERE! Gij hebt geboden, 592 Psa 132:4 | 4 Zo ik mijn ogen slaap geve, 593 Psa 135:4 | 4 Want de HEERE heeft Zich 594 Psa 136:4 | 4 Dien, Die alleen grote wonderen 595 Psa 139:4 | 4 Als er nog geen woord op 596 Psa 140:4 | 4 Zij scherpen hun tong, als 597 Psa 141:4 | 4 Neig mijn hart niet tot 598 Psa 143:4 | 4 Daarom wordt mijn geest 599 Psa 144:4 | 4 De mens is der ijdelheid 600 Psa 145:4 | 4 Daleth. Geslacht aan geslacht 601 Psa 146:4 | 4 Zijn geest gaat uit, hij 602 Psa 147:4 | 4 Hij telt het getal der sterren; 603 Psa 148:4 | 4 Looft Hem, gij hemelen der 604 Spre 1:4 | 4      Om den slechten kloekzinnigheid 605 Spre 2:4 | 4      Zo gij haar zoekt als 606 Spre 3:4 | 4      En vind gunst en goed 607 Spre 4 | 4 ~ 608 Spre 4:4 | 4      Hij nu leerde mij, 609 Spre 5:4 | 4      Maar het laatste van 610 Spre 6:4 | 4      Laat uw ogen geen slaap 611 Spre 7:4 | 4      Zeg tot de wijsheid: 612 Spre 8:4 | 4      Tot u, o mannen! roep 613 Spre 9:4 | 4      Wie is slecht? Hij 614 Spre 10:4 | 4      Die met een bedriegelijke 615 Spre 11:4 | 4      Goed doet geen nut 616 Spre 12:4 | 4      Een kloeke huisvrouw 617 Spre 13:4 | 4      De ziel des luiaards 618 Spre 14:4 | 4      Als er geen ossen zijn, 619 Spre 15:4 | 4      De medicijn der tong 620 Spre 16:4 | 4      De HEERE heeft alles 621 Spre 17:4 | 4      De boosdoener merkt 622 Spre 18:4 | 4      De woorden van den 623 Spre 19:4 | 4      Het goed brengt veel 624 Spre 20:4 | 4      Om den winter zal de 625 Spre 21:4 | 4      Hoogheid der ogen, 626 Spre 22:4 | 4      Het loon der nederigheid, 627 Spre 23:4 | 4      Vermoei u niet om rijk 628 Spre 24:4 | 4      En door wetenschap 629 Spre 25:4 | 4      Doe het schuim van 630 Spre 26:4 | 4      Antwoord den zot naar 631 Spre 27:4 | 4      Grimmigheid en overloping 632 Spre 28:4 | 4      Die de wet verlaten, 633 Spre 29:4 | 4      Een koning houdt het 634 Spre 30:4 | 4      Wie is ten hemel opgeklommen, 635 Spre 31:4 | 4      Het komt den koningen 636 Pred 1:4 | 4      Het ene geslacht gaat, 637 Pred 2:4 | 4      Ik maakte mij grote 638 Pred 3:4 | 4      Een tijd om te wenen, 639 Pred 4 | 4 ~ 640 Pred 4:4 | 4      Verder zag ik al den 641 Pred 5:4 | 4      Het is beter, dat gij 642 Pred 6:4 | 4      Want met ijdelheid 643 Pred 7:4 | 4      Het hart der wijzen 644 Pred 8:4 | 4      Waar het woord des 645 Pred 9:4 | 4      Want voor dengene, 646 Pred 10:4 | 4      Als de geest des heersers 647 Pred 11:4 | 4      Wie op den wind acht 648 Pred 12:4 | 4      En de twee deuren naar 649 Hoo 1:4 | 4      Trek mij, wij zullen 650 Hoo 2:4 | 4      Hij voert mij in het 651 Hoo 3:4 | 4      Toen ik een weinigje 652 Hoo 4 | 4 ~ 653 Hoo 4:4 | 4      Uw hals is als Davids 654 Hoo 5:4 | 4      Mijn Liefste trok Zijn 655 Hoo 6:4 | 4      Gij zijt schoon, Mijn 656 Hoo 7:4 | 4      Uw hals is als een 657 Hoo 8:4 | 4      Ik bezweer u, gij dochteren 658 Jes 1:4 | 4      Wee het zondige volk, 659 Jes 2:4 | 4      En Hij zal rechten 660 Jes 3:4 | 4      En Ik zal jongelingen 661 Jes 4 | 4 ~ 662 Jes 4:4 | 4   Als de Heere zal afgewassen 663 Jes 5:4 | 4      Wat is er meer te doen 664 Jes 6:4 | 4      Zodat de posten der 665 Jes 7:4 | 4      En zeg tot hem: Wacht 666 Jes 8:4 | 4      Want eer dat knechtje 667 Jes 9:4 | 4      Toen de ganse strijd 668 Jes 10:4 | 4      Dat elkeen zich niet 669 Jes 11:4 | 4      Maar Hij zal de armen 670 Jes 12:4 | 4   En zult te dienzelfden 671 Jes 13:4 | 4      Er is een ruisende 672 Jes 14:4 | 4      Dan zult gij deze spreuk 673 Jes 15:4 | 4   Zo Hesbon als Eleale schreeuwt, 674 Jes 16:4 | 4      Laat mijn verdrevenen 675 Jes 17:4 | 4      En het zal geschieden 676 Jes 18:4 | 4   Want alzo heeft de HEERE 677 Jes 19:4 | 4      En Ik zal de Egyptenaars 678 Jes 20:4 | 4   Alzo zal de koning van 679 Jes 21:4 | 4      Mijn hart dwaalt, gruwen 680 Jes 22:4 | 4      Daarom zeg ik: Wendt 681 Jes 23:4 | 4      Word beschaamd, o Sidon! 682 Jes 24:4 | 4      Het land treurt, het 683 Jes 25:4 | 4      Want Gij zijt den arme 684 Jes 26:4 | 4      Vertrouwt op den HEERE 685 Jes 27:4 | 4      Grimmigheid is bij 686 Jes 28:4 | 4      En de afvallende bloem 687 Jes 29:4 | 4      Dan zult gij vernederd 688 Jes 30:4 | 4      Wanneer zijn vorsten 689 Jes 31:4 | 4   Want alzo heeft de HEERE 690 Jes 32:4 | 4      En het hart der onbedachtzamen 691 Jes 33:4 | 4      Dan zal ulieder buit 692 Jes 34:4 | 4      En al het heir der 693 Jes 35:4 | 4      Zegt den onbedachtzamen 694 Jes 36:4 | 4      En Rabsake zeide tot 695 Jes 37:4 | 4      Misschien zal de HEERE, 696 Jes 38:4 | 4      Toen geschiedde het 697 Jes 39:4 | 4   En hij zeide: Wat hebben 698 Jes 40:4 | 4      Alle dalen zullen verhoogd 699 Jes 41:4 | 4      Wie heeft dit gewrocht 700 Jes 42:4 | 4      Hij zal niet verdonkerd 701 Jes 43:4 | 4      Van toen af, dat gij 702 Jes 44:4 | 4      En zij zullen uitspruiten 703 Jes 45:4 | 4      Om Jakobs, Mijns knechts 704 Jes 46:4 | 4      En tot de ouderdom 705 Jes 47:4 | 4      Onzes Verlossers Naam 706 Jes 48:4 | 4      Omdat Ik wist, dat 707 Jes 49:4 | 4      Doch Ik zeide: Ik heb 708 Jes 50:4 | 4      De Heere HEERE heeft 709 Jes 51:4 | 4      Luistert naar Mij, 710 Jes 52:4 | 4      Want zo zegt de Heere 711 Jes 53:4 | 4      Waarlijk, Hij heeft 712 Jes 54:4 | 4      Vrees niet, want gij 713 Jes 55:4 | 4      Ziet, Ik heb hem tot 714 Jes 56:4 | 4      Ziet, Ik heb hem tot 715 Jes 57:4 | 4      Want alzo zegt de HEERE 716 Jes 58:4 | 4      Over wien maakt gij 717 Jes 59:4 | 4      Ziet, tot twist en 718 Jes 60:4 | 4      Er is niemand, die 719 Jes 61:4 | 4      Hef uw ogen rondom 720 Jes 62:4 | 4      En zij zullen de oude 721 Jes 63:4 | 4      Tot u zal niet meer 722 Jes 64:4 | 4      Want de dag der wraak 723 Jes 65:4 | 4      Ja, van ouds heeft 724 Jes 66:4 | 4      Zittende bij de graven, 725 Jes 67:4 | 4      Ik zal ook verkiezen 726 Jer 1:4 | 4      Het woord des HEEREN 727 Jer 2:4 | 4      Hoort des HEEREN woord, 728 Jer 3:4 | 4      Zult gij niet van nu 729 Jer 4 | 4 ~ 730 Jer 4:4 | 4      Besnijdt u den HEERE 731 Jer 5:4 | 4      Doch ik zeide: Zekerlijk, 732 Jer 6:4 | 4      Heiligt den krijg tegen 733 Jer 7:4 | 4      Vertrouwt niet op valse 734 Jer 8:4 | 4      Zeg wijders tot hen: 735 Jer 9:4 | 4      Wacht u, een iegelijk 736 Jer 10:4 | 4      Men pronkt het op met 737 Jer 11:4 | 4      Dat Ik uw vaderen geboden 738 Jer 12:4 | 4      Hoe lang zal het land 739 Jer 13:4 | 4      Neem den gordel, dien 740 Jer 14:4 | 4      Omdat het aardrijk 741 Jer 15:4 | 4      En Ik zal hen overgeven 742 Jer 16:4 | 4      Zij zullen pijnlijke 743 Jer 17:4 | 4      Alzo zult gij aflaten ( 744 Jer 18:4 | 4      En het vat, dat hij 745 Jer 19:4 | 4      Omdat zij Mij verlaten, 746 Jer 20:4 | 4      Want zo zegt de HEERE: 747 Jer 21:4 | 4      Zo zegt de HEERE, de 748 Jer 22:4 | 4      Want indien gijlieden 749 Jer 23:4 | 4      En Ik zal herderen 750 Jer 24:4 | 4      Toen geschiedde des 751 Jer 25:4 | 4      Ook heeft de HEERE 752 Jer 26:4 | 4      Zeg dan tot hen: Zo 753 Jer 27:4 | 4      En beveel hun aan hun 754 Jer 28:4 | 4      Ook zal Ik Jechonia, 755 Jer 29:4 | 4      Zo zegt de HEERE der 756 Jer 30:4 | 4      En dit zijn de woorden, 757 Jer 31:4 | 4      Ik zal u weder bouwen, 758 Jer 32:4 | 4      En Zedekia, de koning 759 Jer 33:4 | 4      Want zo zegt de HEERE, 760 Jer 34:4 | 4      Maar hoor des HEEREN 761 Jer 35:4 | 4      En bracht hen in des 762 Jer 36:4 | 4      Toen riep Jeremia Baruch, 763 Jer 37:4 | 4      (Want Jeremia was nog 764 Jer 38:4 | 4      Zo zeiden de vorsten 765 Jer 39:4 | 4      En het geschiedde, 766 Jer 40:4 | 4      Nu dan, zie, ik heb 767 Jer 41:4 | 4      Het geschiedde nu op 768 Jer 42:4 | 4      En de profeet Jeremia 769 Jer 43:4 | 4      Alzo gehoorzaamde Johanan, 770 Jer 44:4 | 4      En Ik heb tot u gezonden 771 Jer 45:4 | 4   Zo zult gij tot hem zeggen: 772 Jer 46:4 | 4      Spant de paarden aan, 773 Jer 47:4 | 4   Vanwege den dag, die er 774 Jer 48:4 | 4      Moab is verbroken; 775 Jer 49:4 | 4      Wat roemt gij op uw 776 Jer 50:4 | 4      In dezelve dagen en 777 Jer 51:4 | 4      Dat de verslagenen 778 Jer 52:4 | 4      En het geschiedde in 779 Klaa 1:4 | 4      Daleth. De wegen Sions 780 Klaa 1:26 | 4      Daleth. Hij heeft Zijn 781 Klaa 1:48 | 4      Beth. Hij heeft mijn 782 Klaa 1:110| Klaagliederen van Jeremia 4 ~ 783 Klaa 1:114| 4      Daleth. De tong van 784 Klaa 2:4 | 4      Ons water moeten wij 785 Eze 1:4 | 4      Toen zag ik, en ziet, 786 Eze 2:4 | 4      En deze kinderen zijn 787 Eze 3:4 | 4      En Hij zeide tot mij: 788 Eze 4 | 4 ~ 789 Eze 4:4 | 4      Lig gij ook neder op 790 Eze 5:4 | 4      En nog zult gij van 791 Eze 6:4 | 4      Daartoe zullen uw altaren 792 Eze 7:4 | 4      En Mijn oog zal u niet 793 Eze 8:4 | 4      En ziet, de heerlijkheid 794 Eze 9:4 | 4      En de HEERE zeide tot 795 Eze 10:4 | 4      Toen hief zich de heerlijkheid 796 Eze 11:4 | 4      Daarom profeteer tegen 797 Eze 12:4 | 4      Gij zult dan uw gereedschap 798 Eze 13:4 | 4      Uw profeten, o Israel, 799 Eze 14:4 | 4      Daarom spreek met hen, 800 Eze 15:4 | 4   Ziet, het wordt aan het 801 Eze 16:4 | 4      En aangaande uw geboorten: 802 Eze 17:4 | 4      Hij plukte den top 803 Eze 18:4 | 4      Ziet, alle zielen zijn 804 Eze 19:4 | 4      Dit hoorden de volken 805 Eze 20:4 | 4      Zoudt gij hun recht 806 Eze 21:4 | 4      Omdat Ik dan van u 807 Eze 22:4 | 4      Door uw bloed, dat 808 Eze 23:4 | 4      Haar namen nu waren: 809 Eze 24:4 | 4      Doe zijn stukken te 810 Eze 25:4 | 4      Daarom, ziet, Ik zal 811 Eze 26:4 | 4      Die zullen de muren 812 Eze 27:4 | 4      Uw landpalen zijn in 813 Eze 28:4 | 4      Door uw wijsheid en 814 Eze 29:4 | 4      Maar Ik zal haken in 815 Eze 30:4 | 4      En het zwaard zal komen 816 Eze 31:4 | 4      De wateren maakten 817 Eze 32:4 | 4      Dan zal Ik u laten 818 Eze 33:4 | 4      En een, die het geluid 819 Eze 34:4 | 4      De zwakke sterkt gij 820 Eze 35:4 | 4      Ik zal uw steden stellen 821 Eze 36:4 | 4      Daarom, gij bergen 822 Eze 37:4 | 4      Toen zeide Hij tot 823 Eze 38:4 | 4      En Ik zal u omwenden, 824 Eze 39:4 | 4      Op de bergen Israels 825 Eze 40:4 | 4      En die man sprak tot 826 Eze 41:4 | 4      Ook mat hij de lengte 827 Eze 42:4 | 4      En voor de kameren 828 Eze 43:4 | 4      En de heerlijkheid 829 Eze 44:4 | 4      Daarna bracht hij mij 830 Eze 45:4 | 4      Dat zal een heilige 831 Eze 46:4 | 4      Het brandoffer nu, 832 Eze 47:4 | 4      Toen mat hij nog duizend 833 Eze 48:4 | 4      En aan de landpale 834 Dan 1:4 | 4      Jongelingen, aan dewelke 835 Dan 2:4 | 4      Toen spraken de Chaldeen, 836 Dan 3:4 | 4      En een heraut riep 837 Dan 4 | l 4 ~ 838 Dan 4:4 | 4      Ik, Nebukadnezar, gerust 839 Dan 5:4 | 4      Zij dronken den wijn, 840 Dan 6:4 | 4      Toen overtrof deze 841 Dan 7:4 | 4      Het eerste was als 842 Dan 8:4 | 4      Ik zag, dat de ram 843 Dan 9:4 | 4      Ik bad dan tot den 844 Dan 10:4 | 4      En op den vier en twintigsten 845 Dan 11:4 | 4      En als hij zal staan, 846 Dan 12:4 | 4      En gij, Daniel! sluit 847 Hos 1:4 | 4      En de HEERE zeide tot 848 Hos 2:4 | 4      Want hunlieder moeder 849 Hos 3:4 | 4   Want de kinderen Israels 850 Hos 4 | 4 ~ 851 Hos 4:4 | 4      Doch niemand twiste 852 Hos 5:4 | 4      Zij stellen hun handelingen 853 Hos 6:4 | 4      Wat zal Ik u doen, 854 Hos 7:4 | 4      Zij bedrijven al te 855 Hos 8:4 | 4      Zij hebben koningen 856 Hos 9:4 | 4      Zij zullen den HEERE 857 Hos 10:4 | 4      Zij hebben woorden 858 Hos 11:4 | 4      Ik trok ze met mensenzelen, 859 Hos 12:4 | 4      In moeders buik hield 860 Hos 13:4 | 4      Ik ben toch de HEERE, 861 Hos 14:4 | 4      Assur zal ons niet 862 Joe 1:4 | 4      Wat de rups heeft overgelaten, 863 Joe 2:4 | 4      De gedaante deszelven 864 Joe 3:4 | 4      En ook, wat hebt gij 865 Amos 1:4 | 4      Daarom zal Ik een vuur 866 Amos 2:4 | 4      Alzo zegt de HEERE: 867 Amos 3:4 | 4      Zal een leeuw brullen 868 Amos 4 | 4 ~ 869 Amos 4:4 | 4      Komt te Beth-El, en 870 Amos 5:4 | 4      Want zo zegt de HEERE 871 Amos 6:4 | 4      Die daar liggen op 872 Amos 7:4 | 4      Wijders deed mij de 873 Amos 8:4 | 4      Hoort dit, gij, die 874 Amos 9:4 | 4      En al gingen zij in 875 Oba 1:4 | 4      Al verhieft gij u gelijk 876 Jona 1:4 | 4      Maar de HEERE wierp 877 Jona 2:4 | 4      En ik zeide: Ik ben 878 Jona 3:4 | 4      En Jona begon in de 879 Jona 4 | 4 ~ 880 Jona 4:4 | 4      En de HEERE zeide: 881 Mic 1:4 | 4      En de bergen zullen 882 Mic 2:4 | 4      Te dien dage zal men 883 Mic 3:4 | 4      Alsdan zullen zij roepen 884 Mic 4 | 4 ~ 885 Mic 4:4 | 4      Maar zij zullen zitten, 886 Mic 5:4 | 4      En Deze zal Vrede zijn; 887 Mic 6:4 | 4      Immers heb Ik u uit 888 Mic 7:4 | 4      De beste van hen is 889 Nah 1:4 | 4      Hij scheldt de zee, 890 Nah 2:4 | 4      De wagens razen door 891 Nah 3:4 | 4      Om der grote hoererijen 892 Zep 1:4 | 4      En Ik zal Mijn hand 893 Zep 2:4 | 4      Want Gaza zal verlaten 894 Zep 3:4 | 4      Haar profeten zijn 895 Zac 1:4 | 4      Weest niet als uw vaderen, 896 Zac 2:4 | 4      En hij zeide tot hem: 897 Zac 3:4 | 4      Toen antwoordde Hij, 898 Zac 4 | 4 ~ 899 Zac 4:4 | 4      En ik antwoordde, en 900 Zac 5:4 | 4      Ik breng dezen vloek 901 Zac 6:4 | 4      En ik antwoordde, en 902 Zac 7:4 | 4      Toen geschiedde het 903 Zac 8:4 | 4      Alzo zegt de HEERE 904 Zac 9:4 | 4      Ziet, de HEERE zal 905 Zac 10:4 | 4      Van hetzelve zal de 906 Zac 11:4 | 4      Alzo zegt de HEERE, 907 Zac 12:4 | 4      Te dien dage, spreekt 908 Zac 13:4 | 4   En het zal geschieden 909 Zac 14:4 | 4      En Zijn voeten zullen 910 Mal 1:4 | 4      Ofschoon Edom zeide: 911 Mal 2:4 | 4      Dan zult gij weten, 912 Mal 3:4 | 4      Dan zal het spijsoffer 913 Mal 4 | 4 ~ 914 Mal 4:4 | 4   Gedenk der wet van Mozes, 915 Matt 1:4 | 4 En Aram gewon Aminadab, 916 Matt 2:4 | 4 En bijeenvergaderd hebbende 917 Matt 2:27 | 4 En dezelve Johannes had 918 Matt 4 | 4 ~ 919 Matt 4:4 | 4 Doch Hij, antwoordende, 920 Matt 5:4 | 4 Zalig zijn die treuren; 921 Matt 6:4 | 4 Opdat uw aalmoes in het 922 Matt 7:4 | 4 Of, hoe zult gij tot uw 923 Matt 8:4 | 4 En Jezus zeide tot hem: 924 Matt 9:4 | 4 En Jezus, ziende hun gedachten, 925 Matt 10:4 | 4 Simon Kananites, en Judas 926 Matt 11:4 | 4 En Jezus antwoordde en zeide 927 Matt 12:4 | 4 Hoe hij gegaan is in het 928 Matt 13:4 | 4 En als hij zaaide, viel 929 Matt 14:4 | 4 Want Johannes zeide tot 930 Matt 15:4 | 4 Want God heeft geboden, 931 Matt 16:4 | 4 Het boos en overspelig geslacht 932 Matt 17:4 | 4 En Petrus, antwoordende, 933 Matt 18:4 | 4 Zo wie dan zichzelven zal 934 Matt 19:4 | 4 Doch Hij, antwoordende, 935 Matt 20:4 | 4 En hij zeide tot dezelve: 936 Matt 21:4 | 4 Dit alles nu is geschied, 937 Matt 22:4 | 4 Wederom zond hij andere 938 Matt 23:4 | 4 Want zij binden lasten, 939 Matt 24:4 | 4 En Jezus, antwoordende, 940 Matt 25:4 | 4 Maar de wijzen namen olie 941 Matt 26:4 | 4 En zij beraadslaagden te 942 Matt 27:4 | 4 Zeggende: Ik heb gezondigd, 943 Matt 28:4 | 4 En uit vrees van hem zijn 944 Mark 1:4 | 4 Johannes was dopende in 945 Mark 2:4 | 4 En niet kunnende tot Hem 946 Mark 3:4 | 4 En Hij zeide tot hen: Is 947 Mark 4 | 4 ~ 948 Mark 4:4 | 4 En het geschiedde in het 949 Mark 5:4 | 4 Want hij was menigmaal met 950 Mark 6:4 | 4 En Jezus zeide tot hen: 951 Mark 7:4 | 4 En van de markt komende, 952 Mark 8:4 | 4 En Zijn discipelen antwoordden 953 Mark 9:4 | 4 En van hen werd gezien Elias 954 Mark 10:4 | 4 En zij zeiden: Mozes heeft 955 Mark 11:4 | 4 En zij gingen heen, en vonden 956 Mark 12:4 | 4 En hij zond wederom een 957 Mark 13:4 | 4 Zeg ons, wanneer zullen 958 Mark 14:4 | 4 En er waren sommigen, die 959 Mark 15:4 | 4 En Pilatus vraagde Hem wederom, 960 Mark 16:4 | 4 (En opziende zagen zij, 961 Luk 1:4 | 4 Opdat gij moogt kennen de 962 Luk 2:4 | 4 En Jozef ging ook op van 963 Luk 3:4 | 4 Gelijk geschreven is in 964 Luk 4 | 4 ~ 965 Luk 4:4 | 4 En Jezus antwoordde hem, 966 Luk 5:4 | 4 En als Hij afliet van spreken, 967 Luk 6:4 | 4 Hoe hij ingegaan is in het 968 Luk 7:4 | 4 Dezen nu, tot Jezus gekomen 969 Luk 8:4 | 4 Als nu een grote schare 970 Luk 9:4 | 4 En in wat huis gij ook zult 971 Luk 10:4 | 4 Draagt geen buidel, noch 972 Luk 11:4 | 4 En vergeef ons onze zonden; 973 Luk 12:4 | 4 En Ik zeg u, Mijn vrienden: 974 Luk 13:4 | 4 Of die achttien, op welke 975 Luk 14:4 | 4 Maar zij zwegen stil. En 976 Luk 15:4 | 4 Wat mens onder u, hebbende 977 Luk 16:4 | 4 Ik weet, wat ik doen zal, 978 Luk 17:4 | 4 En indien hij zevenmaal 979 Luk 18:4 | 4 En hij wilde voor een langen 980 Luk 19:4 | 4 En vooruitlopende, klom 981 Luk 20:4 | 4 De doop van Johannes, was 982 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van 983 Luk 22:4 | 4 En hij ging heen en sprak 984 Luk 23:4 | 4 En Pilatus zeide tot de 985 Luk 24:4 | 4 En het geschiedde, als zij 986 Joha 1:4 | 4 In Hetzelve was het Leven, 987 Joha 2:4 | 4 Jezus zeide tot haar: Vrouw, 988 Joha 3:4 | 4 Nicodemus zeide tot Hem: 989 Joha 4 | 4 ~ 990 Joha 4:4 | 4 En Hij moest door Samaria 991 Joha 5:4 | 4 Want een engel daalde neder 992 Joha 6:4 | 4 En het pascha, het feest 993 Joha 7:4 | 4 Want niemand doet iets in 994 Joha 8:4 | 4 En haar gesteld hebbende 995 Joha 9:4 | 4 Ik moet werken de werken 996 Joha 10:4 | 4 En wanneer hij zijn schapen 997 Joha 11:4 | 4 En Jezus, dat horende, zeide: 998 Joha 12:4 | 4 Zo zeide dan een van Zijn 999 Joha 13:4 | 4 Stond op van het avondmaal, 1000 Joha 14:4 | 4 En waar Ik heenga, weet


1-500 | 501-1000 | 1001-1189

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License