Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
3zij 2
3zijt 1
3zo 1
4 1189
40 161
41 142
42 136
Frequency    [«  »]
1264 1
1241 2
1198 3
1189 4
1184 5
1176 6
1169 7

Bijbel

IntraText - Concordances

4

1-500 | 501-1000 | 1001-1189

     Book Chapter: Verse
1001 Joha 15:4 | 4 Blijft in Mij, en Ik in 1002 Joha 16:4 | 4 Maar deze dingen heb Ik 1003 Joha 17:4 | 4 Ik heb U verheerlijkt op 1004 Joha 18:4 | 4 Jezus dan, wetende alles, 1005 Joha 19:4 | 4 Pilatus dan kwam wederom 1006 Joha 20:4 | 4 En deze twee liepen tegelijk; 1007 Joha 21:4 | 4 En als het nu morgenstond 1008 Hand 1:4 | 4 En als Hij met hen vergaderd 1009 Hand 2:4 | 4 En zij werden allen vervuld 1010 Hand 3:4 | 4 En Petrus, sterk op hem 1011 Hand 4 | 4 ~ 1012 Hand 4:4 | 4 En velen van degenen, die 1013 Hand 5:4 | 4 En hij, de ogen op hem houdende, 1014 Hand 6:4 | 4 Maar Petrus, beginnende, 1015 Hand 6:34 | 4 Denwelken ook gegrepen hebbende, 1016 Hand 7:4 | 4 Dezen dan, uitgezonden zijnde 1017 Hand 8:4 | 4 En de menigte der stad werd 1018 Hand 9:4 | 4 En te Jeruzalem gekomen 1019 Hand 10:4 | 4 En alzo zij de steden doorreisden, 1020 Hand 11:4 | 4 En sommigen uit hen geloofden, 1021 Hand 12:4 | 4 En hij handelde op elken 1022 Hand 13:4 | 4 Maar Paulus zeide: Johannes 1023 Hand 14:4 | 4 En hem vergezelschapte tot 1024 Hand 15:4 | 4 En de discipelen gevonden 1025 Hand 16:4 | 4 Die dezen weg vervolgd heb 1026 Hand 17:4 | 4 En die daarbij stonden, 1027 Hand 18:4 | 4 Maar opdat ik u niet lang 1028 Hand 19:4 | 4 Doch Festus antwoordde, 1029 Hand 20:4 | 4 Mijn leven dan van der jonkheid 1030 Hand 21:4 | 4 En van daar afgevaren zijnde, 1031 Hand 22:4 | 4 En als de barbaren het beest 1032 Rom 1:4 | 4 Die krachtelijk bewezen 1033 Rom 2:4 | 4 Of veracht gij den rijkdom 1034 Rom 3:4 | 4 Dat zij verre. Doch God 1035 Rom 4 | 4 ~ 1036 Rom 4:4 | 4 Nu dengene, die werkt, wordt 1037 Rom 5:4 | 4 En de lijdzaamheid bevinding, 1038 Rom 6:4 | 4 Wij zijn dan met Hem begraven, 1039 Rom 7:4 | 4 Zo dan, mijn broeders, gij 1040 Rom 8:4 | 4 Opdat het recht der wet 1041 Rom 9:4 | 4 Welke Israelieten zijn, 1042 Rom 10:4 | 4 Want het einde der wet is 1043 Rom 11:4 | 4 Maar wat zegt tot hem het 1044 Rom 12:4 | 4 Want gelijk wij in een lichaam 1045 Rom 13:4 | 4 Want zij is Gods dienares, 1046 Rom 14:4 | 4 Wie zijt gij, die eens anderen 1047 Rom 15:4 | 4 Want al wat te voren geschreven 1048 Rom 16:4 | 4 Die voor mijn leven hun 1049 1Kor 1:4 | 4 Ik dank mijn God allen tijd 1050 1Kor 2:4 | 4 En mijn rede, en mijn prediking 1051 1Kor 3:4 | 4 Want als de een zegt: Ik 1052 1Kor 4 | 1 Korinthiërs 4 ~ 1053 1Kor 4:4 | 4 Want ik ben mijzelven van 1054 1Kor 5:4 | 4 In den Naam van onzen Heere 1055 1Kor 6:4 | 4 Zo gij dan gerechtzaken 1056 1Kor 7:4 | 4 De vrouw heeft de macht 1057 1Kor 8:4 | 4 Aangaande dan het eten der 1058 1Kor 9:4 | 4 Hebben wij niet macht, om 1059 1Kor 10:4 | 4 En allen denzelfden geestelijken 1060 1Kor 11:4 | 4 Een iegelijk man, die bidt 1061 1Kor 12:4 | 4 En er is verscheidenheid 1062 1Kor 13:4 | 4 De liefde is lankmoedig, 1063 1Kor 14:4 | 4 Die een vreemde taal spreekt, 1064 1Kor 15:4 | 4 En dat Hij is begraven, 1065 1Kor 16:4 | 4 En indien het der moeite 1066 2Kor 1:4 | 4 Die ons vertroost in al 1067 2Kor 2:4 | 4 Want ik heb ulieden uit 1068 2Kor 3:4 | 4 En zodanig een vertrouwen 1069 2Kor 4 | 4 ~ 1070 2Kor 4:4 | 4 In dewelke de god dezer 1071 2Kor 5:4 | 4 Want ook wij, die in dezen 1072 2Kor 6:4 | 4 Maar wij, als dienaars van 1073 2Kor 7:4 | 4 Ik heb vele vrijmoedigheid 1074 2Kor 8:4 | 4 Ons met vele vermaning biddende, 1075 2Kor 9:4 | 4 En dat niet mogelijk, zo 1076 2Kor 10:4 | 4 Want de wapenen van onzen 1077 2Kor 11:4 | 4 Want indien degene, die 1078 2Kor 12:4 | 4 Dat hij opgetrokken is geweest 1079 2Kor 13:4 | 4 Want hoewel Hij gekruist 1080 Gal 1:4 | 4 Die Zichzelven gegeven heeft 1081 Gal 2:4 | 4 En dat om der ingekropen 1082 Gal 3:4 | 4 Hebt gij zoveel tevergeefs 1083 Gal 4 | 4 ~ 1084 Gal 4:4 | 4 Maar wanneer de volheid 1085 Gal 5:4 | 4 Christus is u ijdel geworden, 1086 Gal 6:4 | 4 Maar een iegelijk beproeve 1087 Efez 1:4 | 4 Gelijk Hij ons uitverkoren 1088 Efez 2:4 | 4 Maar God, Die rijk is in 1089 Efez 3:4 | 4 Waaraan gij, dit lezende, 1090 Efez 4 | 4 ~ 1091 Efez 4:4 | 4 Een lichaam is het, en een 1092 Efez 5:4 | 4 Noch oneerbaarheid, noch 1093 Efez 6:4 | 4 En gij vaders, verwekt uw 1094 Fili 1:4 | 4 (Te allen tijd in al mijn 1095 Fili 2:4 | 4 Een iegelijk zie niet op 1096 Fili 3:4 | 4 Hoewel ik heb, dat ik ook 1097 Fili 4 | 4 ~ 1098 Fili 4:4 | 4 Verblijdt u in den Heere 1099 Kol 1:4 | 4 Alzo wij van uw geloof in 1100 Kol 2:4 | 4 En dit zeg ik, opdat niet 1101 Kol 3:4 | 4 Wanneer nu Christus zal 1102 Kol 4 | 4 ~ 1103 Kol 4:4 | 4 Opdat ik dezelve moge openbaren, 1104 1The 1:4 | 4 Wetende, geliefde broeders, 1105 1The 2:4 | 4 Maar, gelijk wij van God 1106 1The 3:4 | 4 Want ook, toen wij bij u 1107 1The 4 | 4 ~ 1108 1The 4:4 | 4 Dat een iegelijk van u wete 1109 1The 5:4 | 4 Maar gij, broeders, gij 1110 2The 1:4 | 4 Alzo dat wij zelven van 1111 2The 2:4 | 4 Die zich tegenstelt, en 1112 2The 3:4 | 4 En wij vertrouwen van u 1113 1Tim 1:4 | 4 Noch zich te begeven tot 1114 1Tim 2:4 | 4 Welke wil, dat alle mensen 1115 1Tim 3:4 | 4 Die zijn eigen huis wel 1116 1Tim 4 | 4 ~ 1117 1Tim 4:4 | 4 Want alle schepsel Gods 1118 1Tim 5:4 | 4 Maar zo enige weduwe kinderen 1119 1Tim 6:4 | 4 Die is opgeblazen, en weet 1120 2Tim 1:4 | 4 Zeer begerig zijnde om u 1121 2Tim 2:4 | 4 Niemand, die in de krijg 1122 2Tim 3:4 | 4 Verraders, roekeloos, opgeblazen, 1123 2Tim 4 | 4 ~ 1124 2Tim 4:4 | 4 En zullen hun gehoor van 1125 2Tim 5:4 | 4 Genade, barmhartigheid, 1126 Tit 1:4 | 4 Genade, barmhartigheid, 1127 Tit 2:4 | 4 Opdat zij de jonge vrouwen 1128 Tit 3:4 | 4 Maar wanneer de goedertierenheid 1129 File 1:4 | 4 Ik dank mijn God, uwer altijd 1130 Heb 1:4 | 4 Zoveel treffelijker geworden 1131 Heb 2:4 | 4 God bovendien medegetuigende 1132 Heb 3:4 | 4 Want een ieder huis wordt 1133 Heb 4 | 4 ~ 1134 Heb 4:4 | 4 Want Hij heeft ergens van 1135 Heb 5:4 | 4 En niemand neemt zichzelven 1136 Heb 6:4 | 4 Want het is onmogelijk, 1137 Heb 7:4 | 4 Aanmerkt nu, hoe groot deze 1138 Heb 8:4 | 4 Want indien Hij op aarde 1139 Heb 9:4 | 4 Hebbende een gouden wierookvat, 1140 Heb 10:4 | 4 Want het is onmogelijk, 1141 Heb 11:4 | 4 Door het geloof heeft Abel 1142 Heb 12:4 | 4 Gij hebt nog tot den bloede 1143 Heb 13:4 | 4 Het huwelijk is eerlijk 1144 Jako 1:4 | 4 Doch de lijdzaamheid hebbe 1145 Jako 2:4 | 4 Hebt gij dan niet in uzelven 1146 Jako 3:4 | 4 Ziet ook de schepen, hoewel 1147 Jako 4 | 4 ~ 1148 Jako 4:4 | 4 Overspelers en overspeleressen, 1149 Jako 5:4 | 4 Ziet, het loon der werklieden, 1150 1Pet 1:4 | 4 Tot een onverderfelijke, 1151 1Pet 2:4 | 4 Tot Welken komende, als 1152 1Pet 3:4 | 4 Maar de verborgen mens des 1153 1Pet 4 | 1 Petrus 4 ~ 1154 1Pet 4:4 | 4 Waarin zij zich vreemd houden, 1155 1Pet 5:4 | 4 En als de overste Herder 1156 2Pet 1:4 | 4 Door welke ons de grootste 1157 2Pet 2:4 | 4 Want indien God de engelen, 1158 2Pet 3:4 | 4 En zeggen: Waar is de belofte 1159 1Joh 1:4 | 4 En deze dingen schrijven 1160 1Joh 2:4 | 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, 1161 1Joh 3:4 | 4 Een iegelijk, die de zonde 1162 1Joh 4 | 1 Johannes 4 ~ 1163 1Joh 4:4 | 4 Kinderkens, gij zijt uit 1164 1Joh 5:4 | 4 Want al wat uit God geboren 1165 2Joh 1:4 | 4 Ik ben zeer verblijd geweest, 1166 3Joh 1:4 | 4 Ik heb geen meerdere blijdschap 1167 Jud 1:4 | 4 Want er zijn sommige mensen 1168 Open 1:4 | 4 Johannes aan de zeven Gemeenten, 1169 Open 2:4 | 4 Maar Ik heb tegen u, dat 1170 Open 3:4 | 4 Doch gij hebt enige weinige 1171 Open 4 | 4 ~ 1172 Open 4:4 | 4 En rondom den troon waren 1173 Open 5:4 | 4 En ik weende zeer, dat niemand 1174 Open 6:4 | 4 En een ander paard ging 1175 Open 7:4 | 4 En ik hoorde het getal dergenen, 1176 Open 8:4 | 4 En de rook des reukwerks, 1177 Open 9:4 | 4 En hun werd gezegd, dat 1178 Open 10:4 | 4 En toen de zeven donderslagen 1179 Open 11:4 | 4 Dezen zijn de twee olijfbomen, 1180 Open 12:4 | 4 En zijn staart trok het 1181 Open 13:4 | 4 En zij aanbaden den draak, 1182 Open 14:4 | 4 Dezen zijn het, die met 1183 Open 16:4 | 4 En de derde engel goot zijn 1184 Open 17:4 | 4 En de vrouw was bekleed 1185 Open 18:4 | 4 En ik hoorde een andere 1186 Open 19:4 | 4 En de vier en twintig ouderlingen, 1187 Open 20:4 | 4 En ik zag tronen, en zij 1188 Open 21:4 | 4 En God zal alle tranen van 1189 Open 22:4 | 4 En zullen Zijn aangezicht


1-500 | 501-1000 | 1001-1189

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License