1-500 | 501-1000 | 1001-1184
Book Chapter: Verse
1001 Joha 16:5 | 5 En nu ga Ik heen tot Dengene,
1002 Joha 17:5 | 5 En nu verheerlijk Mij, Gij
1003 Joha 18:5 | 5 Zij antwoordden Hem: Jezus
1004 Joha 19:5 | 5 Jezus dan kwam uit, dragende
1005 Joha 20:5 | 5 En als hij nederbukte, zag
1006 Joha 21:5 | 5 Jezus dan zeide tot hen:
1007 Hand 1:5 | 5 Want Johannes doopte wel
1008 Hand 2:5 | 5 En er waren Joden, te Jeruzalem
1009 Hand 3:5 | 5 En hij hield de ogen op
1010 Hand 4:5 | 5 En het geschiedde des anderen
1011 Hand 5:5 | 5 En nu, zend mannen naar
1012 Hand 6:5 | 5 Ik was in de stad Joppe,
1013 Hand 6:35 | 5 Petrus dan werd in de gevangenis
1014 Hand 7:5 | 5 En gekomen zijnde te Salamis,
1015 Hand 8:5 | 5 En als er een oploop geschiedde,
1016 Hand 9:5 | 5 Maar, zeiden zij, er zijn
1017 Hand 10:5 | 5 De Gemeenten dan werden
1018 Hand 11:5 | 5 Maar de Joden, die ongehoorzaam
1019 Hand 12:5 | 5 En als Silas en Timotheus
1020 Hand 13:5 | 5 En die hem hoorden werden
1021 Hand 14:5 | 5 Dezen, vooraf heengegaan
1022 Hand 15:5 | 5 Toen het nu geschiedde,
1023 Hand 16:5 | 5 Gelijk mij ook de hogepriester
1024 Hand 17:5 | 5 En Paulus zeide: Ik wist
1025 Hand 18:5 | 5 Want wij hebben dezen man
1026 Hand 19:5 | 5 Die dan, zeide hij, onder
1027 Hand 20:5 | 5 Als die van over lang mij
1028 Hand 21:5 | 5 En de zee, die langs Cilicie
1029 Hand 22:5 | 5 Maar hij schudde het beest
1030 Rom 1:5 | 5 (Door Welken wij hebben
1031 Rom 2:5 | 5 Maar naar uw hardigheid,
1032 Rom 3:5 | 5 Indien nu onze ongerechtigheid
1033 Rom 4:5 | 5 Doch dengene, die niet werkt,
1034 Rom 5 | 5 ~
1035 Rom 5:5 | 5 En de hoop beschaamt niet,
1036 Rom 6:5 | 5 Want indien wij met Hem
1037 Rom 7:5 | 5 Want toen wij in het vlees
1038 Rom 8:5 | 5 Want die naar het vlees
1039 Rom 9:5 | 5 Welker zijn de vaders, en
1040 Rom 10:5 | 5 Want Mozes beschrijft de
1041 Rom 11:5 | 5 Alzo is er dan ook in dezen
1042 Rom 12:5 | 5 Alzo zijn wij velen een
1043 Rom 13:5 | 5 Daarom is het nodig onderworpen
1044 Rom 14:5 | 5 De een acht wel den enen
1045 Rom 15:5 | 5 Doch de God der lijdzaamheid
1046 Rom 16:5 | 5 Groet ook de Gemeente in
1047 1Kor 1:5 | 5 Dat gij in alles rijk zijt
1048 1Kor 2:5 | 5 Opdat uw geloof niet zou
1049 1Kor 3:5 | 5 Wie is dan Paulus, en wie
1050 1Kor 4:5 | 5 Zo dan oordeelt niets voor
1051 1Kor 5 | 5 ~
1052 1Kor 5:5 | 5 Denzulken over te geven
1053 1Kor 6:5 | 5 Ik zeg u dit tot schaamte.
1054 1Kor 7:5 | 5 Onttrekt u elkander niet,
1055 1Kor 8:5 | 5 Want hoewel er ook zijn,
1056 1Kor 9:5 | 5 Hebben wij niet macht, om
1057 1Kor 10:5 | 5 Maar in het meerder deel
1058 1Kor 11:5 | 5 Maar een iegelijke vrouw,
1059 1Kor 12:5 | 5 En er is verscheidenheid
1060 1Kor 13:5 | 5 Zij handelt niet ongeschiktelijk,
1061 1Kor 14:5 | 5 En ik wil wel, dat gij allen
1062 1Kor 15:5 | 5 En dat Hij is van Cefas
1063 1Kor 16:5 | 5 Doch ik zal tot u komen,
1064 2Kor 1:5 | 5 Want gelijk het lijden van
1065 2Kor 2:5 | 5 Doch indien iemand bedroefd
1066 2Kor 3:5 | 5 Niet dat wij van onszelven
1067 2Kor 4:5 | 5 Want wij prediken niet onszelven,
1068 2Kor 5 | 5 ~
1069 2Kor 5:5 | 5 Die ons nu tot ditzelfde
1070 2Kor 6:5 | 5 In slagen, in gevangenissen,
1071 2Kor 7:5 | 5 Want ook, als wij in Macedonie
1072 2Kor 8:5 | 5 En zij deden niet alleen,
1073 2Kor 9:5 | 5 Ik heb dan nodig geacht
1074 2Kor 10:5 | 5 Dewijl wij de overleggingen
1075 2Kor 11:5 | 5 Want ik acht, dat ik nergens
1076 2Kor 12:5 | 5 Van den zodanige zal ik
1077 2Kor 13:5 | 5 Onderzoekt uzelven, of gij
1078 Gal 1:5 | 5 Denwelken zij de heerlijkheid
1079 Gal 2:5 | 5 Denwelken wij ook niet een
1080 Gal 3:5 | 5 Die u dan den Geest verleent,
1081 Gal 4:5 | 5 Opdat Hij degenen, die onder
1082 Gal 5 | 5 ~
1083 Gal 5:5 | 5 Want wij verwachten door
1084 Gal 6:5 | 5 Want een iegelijk zal zijn
1085 Efez 1:5 | 5 Die ons te voren verordineerd
1086 Efez 2:5 | 5 Ook toen wij dood waren
1087 Efez 3:5 | 5 Welke in andere eeuwen den
1088 Efez 4:5 | 5 Een Heere, een geloof, een
1089 Efez 5 | 5 ~
1090 Efez 5:5 | 5 Want dit weet gij, dat geen
1091 Efez 6:5 | 5 Gij dienstknechten, zijt
1092 Fili 1:5 | 5 Over uw gemeenschap aan
1093 Fili 2:5 | 5 Want dat gevoelen zij in
1094 Fili 3:5 | 5 Besneden ten achtsten dage,
1095 Fili 4:5 | 5 Uw bescheidenheid zij allen
1096 Kol 1:5 | 5 Om de hoop, die u weggelegd
1097 Kol 2:5 | 5 Want hoewel ik met het vlees
1098 Kol 3:5 | 5 Doodt dan uw leden, die
1099 Kol 4:5 | 5 Wandelt met wijsheid bij
1100 1The 1:5 | 5 Want ons Evangelie is onder
1101 1The 2:5 | 5 Want wij hebben nooit met
1102 1The 3:5 | 5 Daarom ook deze begeerte
1103 1The 4:5 | 5 Niet in kwade beweging der
1104 1The 5 | 5 ~
1105 1The 5:5 | 5 Gij zijt allen kinderen
1106 2The 1:5 | 5 Een bewijs van Gods rechtvaardig
1107 2The 2:5 | 5 Gedenkt gij niet, dat ik,
1108 2The 3:5 | 5 Doch de Heere richte uw
1109 1Tim 1:5 | 5 Maar het einde des gebods
1110 1Tim 2:5 | 5 Want er is een God, er is
1111 1Tim 3:5 | 5 (Want zo iemand zijn eigen
1112 1Tim 4:5 | 5 Want het wordt geheiligd
1113 1Tim 5 | 5 ~
1114 1Tim 5:5 | 5 Die nu waarlijk weduwe is,
1115 1Tim 6:5 | 5 Verkeerde krakelingen van
1116 2Tim 1:5 | 5 Als ik mij in gedachtenis
1117 2Tim 2:5 | 5 En indien ook iemand strijdt,
1118 2Tim 3:5 | 5 Hebbende een gedaante van
1119 2Tim 4:5 | 5 Maar gij, wees wakker in
1120 2Tim 5:5 | 5 Om die oorzaak heb ik u
1121 Tit 1:5 | 5 Om die oorzaak heb ik u
1122 Tit 2:5 | 5 Matig te zijn, kuis te zijn,
1123 Tit 3:5 | 5 Heeft Hij ons zalig gemaakt,
1124 File 1:5 | 5 Alzo ik hoor uw liefde en
1125 Heb 1:5 | 5 Want tot wien van de engelen
1126 Heb 2:5 | 5 Want Hij heeft aan de engelen
1127 Heb 3:5 | 5 En Mozes is wel getrouw
1128 Heb 4:5 | 5 En in deze plaats wederom:
1129 Heb 5 | 5 ~
1130 Heb 5:5 | 5 Alzo heeft ook Christus
1131 Heb 6:5 | 5 En gesmaakt hebben het goede
1132 Heb 7:5 | 5 En die uit de kinderen van
1133 Heb 8:5 | 5 Welke het voorbeeld en de
1134 Heb 9:5 | 5 En boven over deze ark waren
1135 Heb 10:5 | 5 Daarom, komende in de wereld,
1136 Heb 11:5 | 5 Door het geloof is Enoch
1137 Heb 12:5 | 5 En gij hebt vergeten de
1138 Heb 13:5 | 5 Uw wandel zij zonder geldgierigheid;
1139 Jako 1:5 | 5 En indien iemand van u wijsheid
1140 Jako 2:5 | 5 Hoort, mijn geliefde broeders,
1141 Jako 3:5 | 5 Alzo is ook de tong een
1142 Jako 4:5 | 5 Of meent gij, dat de Schrift
1143 Jako 5 | 5 ~
1144 Jako 5:5 | 5 Gij hebt lekkerlijk geleefd
1145 1Pet 1:5 | 5 Die in de kracht Gods bewaard
1146 1Pet 2:5 | 5 Zo wordt gij ook zelven,
1147 1Pet 3:5 | 5 Want alzo versierden zichzelven
1148 1Pet 4:5 | 5 Dewelke zullen rekenschap
1149 1Pet 5 | 5 ~
1150 1Pet 5:5 | 5 Desgelijks gij jongen, zijt
1151 2Pet 1:5 | 5 En gij, tot hetzelve ook
1152 2Pet 2:5 | 5 En de oude wereld niet heeft
1153 2Pet 3:5 | 5 Want willens is dit hun
1154 1Joh 1:5 | 5 En dit is de verkondiging,
1155 1Joh 2:5 | 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart,
1156 1Joh 3:5 | 5 En gij weet, dat Hij geopenbaard
1157 1Joh 4:5 | 5 Zij zijn uit de wereld,
1158 1Joh 5 | 1 Johannes 5 ~
1159 1Joh 5:5 | 5 Wie is het, die de wereld
1160 2Joh 1:5 | 5 En nu bid ik u, uitverkoren
1161 3Joh 1:5 | 5 Geliefde, gij doet trouwelijk,
1162 Jud 1:5 | 5 Maar ik wil u indachtig
1163 Open 1:5 | 5 En van Jezus Christus, Die
1164 Open 2:5 | 5 Gedenk dan, waarvan gij
1165 Open 3:5 | 5 Die overwint, die zal bekleed
1166 Open 4:5 | 5 En van den troon gingen
1167 Open 5 | 5 ~
1168 Open 5:5 | 5 En een van de ouderlingen
1169 Open 6:5 | 5 En toen Het het derde zegel
1170 Open 7:5 | 5 Uit het geslacht van Juda
1171 Open 8:5 | 5 En de engel nam het wierookvat,
1172 Open 9:5 | 5 En hun werd macht gegeven,
1173 Open 10:5 | 5 En de engel, dien ik zag
1174 Open 11:5 | 5 En zo iemand die wil beschadigen,
1175 Open 12:5 | 5 En zij baarde een mannelijken
1176 Open 13:5 | 5 En hetzelve werd een mond
1177 Open 14:5 | 5 En in hun mond is geen bedrog
1178 Open 16:5 | 5 En ik hoorde den engel der
1179 Open 17:5 | 5 En op haar voorhoofd was
1180 Open 18:5 | 5 Want haar zonden zijn de
1181 Open 19:5 | 5 En een stem kwam uit den
1182 Open 20:5 | 5 Maar de overigen der doden
1183 Open 21:5 | 5 En Die op den troon zat,
1184 Open 22:5 | 5 En aldaar zal geen nacht
1-500 | 501-1000 | 1001-1184 |