Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
6tot 1
6want 3
6ziet 1
7 1169
70 12
71 11
72 9
Frequency    [«  »]
1189 4
1184 5
1176 6
1169 7
1166 8
1163 9
1160 10

Bijbel

IntraText - Concordances

7

1-500 | 501-1000 | 1001-1169

     Book Chapter: Verse
1001 Hand 3:7 | 7 En hem grijpende bij de 1002 Hand 4:7 | 7 En als zij hen in het midden 1003 Hand 5:7 | 7 En als de engel, die tot 1004 Hand 6:7 | 7 En ik hoorde een stem, die 1005 Hand 6:37 | 7 En ziet, een engel des Heeren 1006 Hand 7:7 | 7 Welke was bij den stadhouder 1007 Hand 8:7 | 7 En verkondigden aldaar het 1008 Hand 9:7 | 7 En als daarover grote twisting 1009 Hand 10:7 | 7 En aan Mysie gekomen zijnde, 1010 Hand 11:7 | 7 Welke Jason in zijn huis 1011 Hand 12:7 | 7 En van daar gegaan zijnde, 1012 Hand 13:7 | 7 En alle deze waren omtrent 1013 Hand 14:7 | 7 En op den eersten dag der 1014 Hand 15:7 | 7 Wij nu, de scheepvaart volbracht 1015 Hand 16:7 | 7 En ik viel ter aarde, en 1016 Hand 17:7 | 7 En als hij dit gesproken 1017 Hand 18:7 | 7 Maar Lysias, de overste, 1018 Hand 19:7 | 7 En als hij daar gekomen 1019 Hand 20:7 | 7 Tot dewelke onze twaalf 1020 Hand 21:7 | 7 En als wij vele dagen langzaam 1021 Hand 22:7 | 7 En hier, omtrent dezelfde 1022 Rom 1:7 | 7 Allen, die te Rome zijt, 1023 Rom 2:7 | 7 Dengenen wel, die met volharding 1024 Rom 3:7 | 7 Want indien de waarheid 1025 Rom 4:7 | 7 Zeggende: Zalig zijn zij, 1026 Rom 5:7 | 7 Want nauwelijks zal iemand 1027 Rom 6:7 | 7 Want die gestorven is, die 1028 Rom 7 | 7 ~ 1029 Rom 7:7 | 7 Wat zullen wij dan zeggen? 1030 Rom 8:7 | 7 Daarom dat het bedenken 1031 Rom 9:7 | 7 Noch omdat zij Abrahams 1032 Rom 10:7 | 7 Of, wie zal in den afgrond 1033 Rom 11:7 | 7 Wat dan? Hetgeen Israel 1034 Rom 12:7 | 7 Zo laat ons die gaven besteden, 1035 Rom 13:7 | 7 Zo geeft dan een iegelijk, 1036 Rom 14:7 | 7 Want niemand van ons leeft 1037 Rom 15:7 | 7 Daarom neemt elkander aan, 1038 Rom 16:7 | 7 Groet Andronikus en Junias, 1039 1Kor 1:7 | 7 Alzo dat het u aan gene 1040 1Kor 2:7 | 7 Maar wij spreken de wijsheid 1041 1Kor 3:7 | 7 Zo is dan noch hij, die 1042 1Kor 4:7 | 7 Want wie onderscheidt u? 1043 1Kor 5:7 | 7 Zuivert dan den ouden zuurdesem 1044 1Kor 6:7 | 7 Zo is er dan nu ganselijk 1045 1Kor 7 | 1 Korinthiërs 7 ~ 1046 1Kor 7:7 | 7 Want ik wilde, dat alle 1047 1Kor 8:7 | 7 Doch in allen is de kennis 1048 1Kor 9:7 | 7 Wie dient ooit in den krijg 1049 1Kor 10:7 | 7 En wordt geen afgodendienaars, 1050 1Kor 11:7 | 7 Want de man moet het hoofd 1051 1Kor 12:7 | 7 Maar aan een iegelijk wordt 1052 1Kor 13:7 | 7 Zij bedekt alle dingen, 1053 1Kor 14:7 | 7 Zelfs ook de levenloze dingen, 1054 1Kor 15:7 | 7 Daarna is Hij gezien van 1055 1Kor 16:7 | 7 Want ik wil u nu niet zien 1056 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, 1057 2Kor 2:7 | 7 Alzo dat gij daarentegen 1058 2Kor 3:7 | 7 En indien de bediening des 1059 2Kor 4:7 | 7 Maar wij hebben dezen schat 1060 2Kor 5:7 | 7 (Want wij wandelen door 1061 2Kor 6:7 | 7 In het woord der waarheid, 1062 2Kor 7 | 7 ~ 1063 2Kor 7:7 | 7 En niet alleen door zijn 1064 2Kor 8:7 | 7 Zo dan, gelijk gij in alles 1065 2Kor 9:7 | 7 Een iegelijk doe, gelijk 1066 2Kor 10:7 | 7 Ziet gij aan wat voor ogen 1067 2Kor 11:7 | 7 Heb ik zonde gedaan, als 1068 2Kor 12:7 | 7 En opdat ik mij door de 1069 2Kor 13:7 | 7 En ik wens van God, dat 1070 Gal 1:7 | 7 Daar er geen ander is; maar 1071 Gal 2:7 | 7 Maar daarentegen, als zij 1072 Gal 3:7 | 7 Zo verstaat gij dan, dat 1073 Gal 4:7 | 7 Zo dan, gij zijt niet meer 1074 Gal 5:7 | 7 Gij liept wel; wie heeft 1075 Gal 6:7 | 7 Dwaalt niet; God laat Zich 1076 Efez 1:7 | 7 In Welken wij hebben de 1077 Efez 2:7 | 7 Opdat Hij zou betonen in 1078 Efez 3:7 | 7 Waarvan ik een dienaar geworden 1079 Efez 4:7 | 7 Maar aan elkeen van ons 1080 Efez 5:7 | 7 Zo zijt dan hun medegenoten 1081 Efez 6:7 | 7 Dienende met goedwilligheid 1082 Fili 1:7 | 7 Gelijk het bij mij recht 1083 Fili 2:7 | 7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, 1084 Fili 3:7 | 7 Maar hetgeen mij gewin was, 1085 Fili 4:7 | 7 En de vrede Gods, die alle 1086 Kol 1:7 | 7 Gelijk gij ook geleerd hebt 1087 Kol 2:7 | 7 Geworteld en opgebouwd in 1088 Kol 3:7 | 7 In dewelke ook gij eertijds 1089 Kol 4:7 | 7 Al mijn zaken zal u bekend 1090 1The 1:7 | 7 Alzo dat gij voorbeelden 1091 1The 2:7 | 7 Maar wij zijn vriendelijk 1092 1The 3:7 | 7 Zo zijn wij daarom, broeders, 1093 1The 4:7 | 7 Want God heeft ons niet 1094 1The 5:7 | 7 Want die slapen, slapen 1095 2The 1:7 | 7 En u, die verdrukt wordt, 1096 2The 2:7 | 7 Want de verborgenheid der 1097 2The 3:7 | 7 Want gijzelven weet, hoe 1098 1Tim 1:7 | 7 Willende leraars der wet 1099 1Tim 2:7 | 7 Waartoe ik gesteld ben een 1100 1Tim 3:7 | 7 En hij moet ook een goede 1101 1Tim 4:7 | 7 Maar verwerp de ongoddelijke 1102 1Tim 5:7 | 7 En beveel dit, opdat zij 1103 1Tim 6:7 | 7 Want wij hebben niets in 1104 2Tim 1:7 | 7 Want God heeft ons niet 1105 2Tim 2:7 | 7 Merk, hetgeen ik zeg; doch 1106 2Tim 3:7 | 7 Vrouwkens, die altijd leren, 1107 2Tim 4:7 | 7 Ik heb den goeden strijd 1108 2Tim 5:7 | 7 Want een opziener moet onberispelijk 1109 Tit 1:7 | 7 Want een opziener moet onberispelijk 1110 Tit 2:7 | 7 Betoon uzelven in alles 1111 Tit 3:7 | 7 Opdat wij, gerechtvaardigd 1112 File 1:7 | 7 Want wij hebben grote vreugde 1113 Heb 1:7 | 7 En tot de engelen zegt Hij 1114 Heb 2:7 | 7 Gij hebt hem een weinig 1115 Heb 3:7 | 7 Daarom, gelijk de Heilige 1116 Heb 4:7 | 7 Zo bepaalt Hij wederom een 1117 Heb 5:7 | 7 Die in de dagen Zijns vleses, 1118 Heb 6:7 | 7 Want de aarde, die den regen, 1119 Heb 7 | 7 ~ 1120 Heb 7:7 | 7 Nu, zonder enig tegenspreken, 1121 Heb 8:7 | 7 Want indien dat eerste verbond 1122 Heb 9:7 | 7 Maar in den tweeden tabernakel 1123 Heb 10:7 | 7 Toen sprak Ik: Zie, Ik kom ( 1124 Heb 11:7 | 7 Door het geloof heeft Noach, 1125 Heb 12:7 | 7 Indien gij de kastijding 1126 Heb 13:7 | 7 Gedenkt uwer voorgangeren, 1127 Jako 1:7 | 7 Want die mens mene niet, 1128 Jako 2:7 | 7 Lasteren zij niet den goeden 1129 Jako 3:7 | 7 Want alle natuur, beide 1130 Jako 4:7 | 7 Zo onderwerpt u dan Gode; 1131 Jako 5:7 | 7 Zo zijt dan lankmoedig, 1132 1Pet 1:7 | 7 Opdat de beproeving uws 1133 1Pet 2:7 | 7 U dan, die gelooft, is Hij 1134 1Pet 3:7 | 7 Gij mannen, insgelijks, 1135 1Pet 4:7 | 7 En het einde aller dingen 1136 1Pet 5:7 | 7 Werpt al uw bekommernis 1137 2Pet 1:7 | 7 En bij de godzaligheid broederlijke 1138 2Pet 2:7 | 7 En den rechtvaardigen Lot, 1139 2Pet 3:7 | 7 Maar de hemelen, die nu 1140 1Joh 1:7 | 7 Maar indien wij in het licht 1141 1Joh 2:7 | 7 Broeders! Ik schrijf u geen 1142 1Joh 3:7 | 7 Kinderkens, dat u niemand 1143 1Joh 4:7 | 7 Geliefden! Laat ons elkander 1144 1Joh 5:7 | 7 Want Drie zijn er, Die getuigen 1145 2Joh 1:7 | 7 Want er zijn vele verleiders 1146 3Joh 1:7 | 7 Want zij zijn voor Zijn 1147 Jud 1:7 | 7 Gelijk Sodoma en Gomorra, 1148 Open 1:7 | 7 Ziet, Hij komt met de wolken 1149 Open 2:7 | 7 Die oren heeft, die hore 1150 Open 3:7 | 7 En schrijf aan den engel 1151 Open 4:7 | 7 En het eerste dier was een 1152 Open 5:7 | 7 En Het kwam, en heeft het 1153 Open 6:7 | 7 En toen Het het vierde zegel 1154 Open 7 | 7 ~ 1155 Open 7:7 | 7 Uit het geslacht van Simeon 1156 Open 8:7 | 7 En de eerste engel heeft 1157 Open 9:7 | 7 En de gedaanten der sprinkhanen 1158 Open 10:7 | 7 Maar in de dagen der stem 1159 Open 11:7 | 7 En als zij hun getuigenis 1160 Open 12:7 | 7 En er werd krijg in den 1161 Open 13:7 | 7 En hetzelve werd macht gegeven, 1162 Open 14:7 | 7 Zeggende met een grote stem: 1163 Open 16:7 | 7 En ik hoorde een anderen 1164 Open 17:7 | 7 En de engel zeide tot mij: 1165 Open 18:7 | 7 Zoveel als zij zichzelve 1166 Open 19:7 | 7 Laat ons blijde zijn, en 1167 Open 20:7 | 7 En wanneer de duizend jaren 1168 Open 21:7 | 7 Die overwint, zal alles 1169 Open 22:7 | 7 Zie, Ik kom haastiglijk


1-500 | 501-1000 | 1001-1169

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License