Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
-----
-----
1 1264
10 1160
100 2
101 2
102 2
Frequency    [«  »]
1169 7
1166 8
1163 9
1160 10
1157 onder
1149 gods
1137 11

Bijbel

IntraText - Concordances

10

1-500 | 501-1000 | 1001-1160

     Book Chapter: Verse
1001 Hand 11:10 | 10 En de broeders zonden terstond 1002 Hand 12:10 | 10 Want Ik ben met u, en niemand 1003 Hand 13:10 | 10 En dit geschiedde twee jaren 1004 Hand 14:10 | 10 Doch Paulus, afgekomen zijnde, 1005 Hand 15:10 | 10 En als wij daar vele dagen 1006 Hand 16:10 | 10 En ik zeide: Heere! wat 1007 Hand 17:10 | 10 En als er grote tweedracht 1008 Hand 18:10 | 10 Maar Paulus, als hem de 1009 Hand 19:10 | 10 En Paulus zeide: Ik sta 1010 Hand 20:10 | 10 Hetwelk ik ook gedaan heb 1011 Hand 21:10 | 10 En zeide tot hen: Mannen, 1012 Hand 22:10 | 10 Die ons ook eerden met veel 1013 Rom 1:10 | 10 Allen tijd in mijn gebeden 1014 Rom 2:10 | 10 Maar heerlijkheid, en eer, 1015 Rom 3:10 | 10 Gelijk geschreven is: Er 1016 Rom 4:10 | 10 Hoe is het hem dan toegerekend? 1017 Rom 5:10 | 10 Want indien wij, vijanden 1018 Rom 6:10 | 10 Want dat Hij gestorven is, 1019 Rom 7:10 | 10 En het gebod, dat ten leven 1020 Rom 8:10 | 10 En indien Christus in ulieden 1021 Rom 9:10 | 10 En niet alleenlijk deze, 1022 Rom 10 | 10 ~ 1023 Rom 10:10 | 10 Want met het hart gelooft 1024 Rom 11:10 | 10 Dat hun ogen verduisterd 1025 Rom 12:10 | 10 Hebt elkander hartelijk 1026 Rom 13:10 | 10 De liefde doet den naaste 1027 Rom 14:10 | 10 Maar gij, wat oordeelt gij 1028 Rom 15:10 | 10 En wederom zegt Hij: Weest 1029 Rom 16:10 | 10 Groet Apelles, die beproefd 1030 1Kor 1:10 | 10 Maar ik bid u, broeders, 1031 1Kor 2:10 | 10 Doch God heeft het ons geopenbaard 1032 1Kor 3:10 | 10 Naar de genade Gods, die 1033 1Kor 4:10 | 10 Wij zijn dwazen om Christus' 1034 1Kor 5:10 | 10 Doch niet geheellijk met 1035 1Kor 6:10 | 10 Dwaalt niet; noch hoereerders, 1036 1Kor 7:10 | 10 Doch den getrouwden gebiede 1037 1Kor 8:10 | 10 Want zo iemand u, die de 1038 1Kor 9:10 | 10 Of zegt Hij dat ganselijk 1039 1Kor 10 | 1 Korinthiërs 10 ~ 1040 1Kor 10:10 | 10 En murmureert niet, gelijk 1041 1Kor 11:10 | 10 Daarom moet de vrouw een 1042 1Kor 12:10 | 10 En een ander de werkingen 1043 1Kor 13:10 | 10 Doch wanneer het volmaakte 1044 1Kor 14:10 | 10 Er zijn, naar het voorvalt, 1045 1Kor 15:10 | 10 Doch door de genade Gods 1046 1Kor 16:10 | 10 Zo nu Timotheus komt, ziet, 1047 2Kor 1:10 | 10 Die ons uit zo groten dood 1048 2Kor 2:10 | 10 Dien gij nu iets vergeeft, 1049 2Kor 3:10 | 10 Want ook het verheerlijkte 1050 2Kor 4:10 | 10 Altijd de doding van den 1051 2Kor 5:10 | 10 Want wij allen moeten geopenbaard 1052 2Kor 6:10 | 10 Als droevig zijnde, doch 1053 2Kor 7:10 | 10 Want de droefheid naar God 1054 2Kor 8:10 | 10 En ik zeg in dezen mijn 1055 2Kor 9:10 | 10 Doch Die het zaad den zaaier 1056 2Kor 10 | 10 ~ 1057 2Kor 10:10 | 10 Want de brieven (zeggen 1058 2Kor 11:10 | 10 De waarheid van Christus 1059 2Kor 12:10 | 10 Daarom heb ik een welbehagen 1060 2Kor 13:10 | 10 Daarom schrijf ik, afwezende, 1061 Gal 1:10 | 10 Want predik ik nu de mensen, 1062 Gal 2:10 | 10 Alleenlijk, dat wij den 1063 Gal 3:10 | 10 Want zovelen als er uit 1064 Gal 4:10 | 10 Gij onderhoudt dagen, en 1065 Gal 5:10 | 10 Ik vertrouw van u in den 1066 Gal 6:10 | 10 Zo dan, terwijl wij tijd 1067 Efez 1:10 | 10 Om in de bedeling van de 1068 Efez 2:10 | 10 Want wij zijn Zijn maaksel, 1069 Efez 3:10 | 10 Opdat nu, door de Gemeente, 1070 Efez 4:10 | 10 Die nedergedaald is, is 1071 Efez 5:10 | 10 Beproevende wat den Heere 1072 Efez 6:10 | 10 Voorts, mijn broeders, wordt 1073 Fili 1:10 | 10 Opdat gij beproeft de dingen, 1074 Fili 2:10 | 10 Opdat in de Naam van Jezus 1075 Fili 3:10 | 10 Opdat ik Hem kenne, en de 1076 Fili 4:10 | 10 En ik ben grotelijks verblijd 1077 Kol 1:10 | 10 Opdat gij moogt wandelen 1078 Kol 2:10 | 10 En gij zijt in Hem volmaakt, 1079 Kol 3:10 | 10 En aangedaan hebt den nieuwen 1080 Kol 4:10 | 10 U groet Aristarchus, mijn 1081 1The 1:10 | 10 En Zijn Zoon uit de hemelen 1082 1The 2:10 | 10 Gij zijt getuigen, en God, 1083 1The 3:10 | 10 Nacht en dag zeer overvloediglijk 1084 1The 4:10 | 10 Want gij doet ook hetzelfde 1085 1The 5:10 | 10 Die voor ons gestorven is, 1086 2The 1:10 | 10 Wanneer Hij zal gekomen 1087 2The 2:10 | 10 En in alle verleiding der 1088 2The 3:10 | 10 Want ook toen wij bij u 1089 1Tim 1:10 | 10 Den hoereerders, dien, die 1090 1Tim 2:10 | 10 Maar (hetwelk de vrouwen 1091 1Tim 3:10 | 10 En dat deze ook eerst beproefd 1092 1Tim 4:10 | 10 Want hiertoe arbeiden wij 1093 1Tim 5:10 | 10 Getuigenis hebbende van 1094 1Tim 6:10 | 10 Want de geldgierigheid is 1095 2Tim 1:10 | 10 Doch nu geopenbaard is door 1096 2Tim 2:10 | 10 Daarom verdraag ik alles 1097 2Tim 3:10 | 10 Maar gij hebt achtervolgd 1098 2Tim 4:10 | 10 Want Demas heeft mij verlaten, 1099 2Tim 5:10 | 10 Want er zijn ook vele ongeregelden, 1100 Tit 1:10 | 10 Want er zijn ook vele ongeregelden, 1101 Tit 2:10 | 10 Niet onttrekkende, maar 1102 Tit 3:10 | 10 Verwerp een kettersen mens 1103 File 1:10 | 10 Ik bid u dan voor mijn zoon, 1104 Heb 1:10 | 10 En: Gij, Heere! hebt in 1105 Heb 2:10 | 10 Want het betaamde Hem, om 1106 Heb 3:10 | 10 Daarom was Ik vertoornd 1107 Heb 4:10 | 10 Want die ingegaan is in 1108 Heb 5:10 | 10 En is van God genaamd een 1109 Heb 6:10 | 10 Want God is niet onrechtvaardig 1110 Heb 7:10 | 10 Want hij was nog in de lenden 1111 Heb 8:10 | 10 Want dit is het verbond, 1112 Heb 9:10 | 10 Bestaande alleen in spijzen, 1113 Heb 10 | 10 ~ 1114 Heb 10:10 | 10 In welken wil wij geheiligd 1115 Heb 11:10 | 10 Want hij verwachtte de stad, 1116 Heb 12:10 | 10 Want genen hebben ons wel 1117 Heb 13:10 | 10 Wij hebben een altaar, van 1118 Jako 1:10 | 10 En de rijke in zijn vernedering; 1119 Jako 2:10 | 10 Want wie de gehele wet zal 1120 Jako 3:10 | 10 Uit denzelfden mond komt 1121 Jako 4:10 | 10 Vernedert u voor den Heere, 1122 Jako 5:10 | 10 Mijn broeders, neemt tot 1123 1Pet 1:10 | 10 Van welke zaligheid ondervraagd 1124 1Pet 2:10 | 10 Gij, die eertijds geen volk 1125 1Pet 3:10 | 10 Want wie het leven wil liefhebben, 1126 1Pet 4:10 | 10 Een iegelijk, gelijk hij 1127 1Pet 5:10 | 10 De God nu aller genade, 1128 2Pet 1:10 | 10 Daarom, broeders, benaarstigt 1129 2Pet 2:10 | 10 Maar allermeest degenen, 1130 2Pet 3:10 | 10 Maar de dag des Heeren zal 1131 1Joh 1:10 | 10 Indien wij zeggen, dat wij 1132 1Joh 2:10 | 10 Die zijn broeder liefheeft, 1133 1Joh 3:10 | 10 Hierin zijn de kinderen 1134 1Joh 4:10 | 10 Hierin is de liefde, niet 1135 1Joh 5:10 | 10 Die in den Zoon van God 1136 2Joh 1:10 | 10 Indien iemand tot ulieden 1137 3Joh 1:10 | 10 Daarom, indien ik kom, zo 1138 Jud 1:10 | 10 Maar dezen, hetgeen zij 1139 Open 1:10 | 10 En ik was in den geest op 1140 Open 2:10 | 10 Vrees geen der dingen, die 1141 Open 3:10 | 10 Omdat gij het woord Mijner 1142 Open 4:10 | 10 Zo vielen de vier en twintig 1143 Open 5:10 | 10 En Gij hebt ons onzen God 1144 Open 6:10 | 10 En zij riepen met grote 1145 Open 7:10 | 10 En zij riepen met grote 1146 Open 8:10 | 10 En de derde engel heeft 1147 Open 9:10 | 10 En zij hadden staarten den 1148 Open 10 | 10 ~ 1149 Open 10:10 | 10 En ik nam dat boeksken uit 1150 Open 11:10 | 10 En die op de aarde wonen, 1151 Open 12:10 | 10 En ik hoorde een grote stem, 1152 Open 13:10 | 10 Indien iemand in de gevangenis 1153 Open 14:10 | 10 Die zal ook drinken uit 1154 Open 16:10 | 10 En de vijfde engel goot 1155 Open 17:10 | 10 En het zijn ook zeven koningen; 1156 Open 18:10 | 10 Van verre staande uit vreze 1157 Open 19:10 | 10 En ik viel neder voor zijn 1158 Open 20:10 | 10 En de duivel, die hen verleidde, 1159 Open 21:10 | 10 En hij voerde mij weg in 1160 Open 22:10 | 10 En hij zeide tot mij: Verzegel


1-500 | 501-1000 | 1001-1160

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License