1-500 | 501-1000 | 1001-1157
Book Chapter: Verse
1 Gen 1:7 | scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en
2 Gen 1:9 | zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd
3 Gen 6:17 | geest des levens is, van onder den hemel te verderven;
4 Gen 7:19 | zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel zijn, bedekt
5 Gen 10:5 | naar hun huisgezinnen, onder hun volken. ~
6 Gen 15:9 | uw vrouw, en verneder u onder haar handen. ~
7 Gen 16:23 | geld, al wat mannelijk was onder de lieden van het huis van
8 Gen 17:4 | wast Uw voeten, en leunt onder dezen boom. ~
9 Gen 17:8 | hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten. ~
10 Gen 18:8 | niets; want daarom zijn zij onder de schaduw mijns daks ingegaan. ~
11 Gen 20:15 | was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken. ~
12 Gen 22:16 | vierhonderd sikkelen zilvers, onder den koopman gangbaar. ~
13 Gen 23:2 | hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup, ~
14 Gen 23:9 | legde de knecht zijn hand onder de heup van Abraham, zijn
15 Gen 27:67 | vee, en al het bruine vee onder de lammeren, en het geplekte
16 Gen 27:67 | geplekte en gespikkelde onder de geiten; en zulks zal
17 Gen 27:68 | gespikkeld en geplekt is onder de geiten en bruin onder
18 Gen 27:68 | onder de geiten en bruin onder de lammeren, dat zij bij
19 Gen 27:70 | aan was, en al het bruine onder de lammeren; en hij gaf
20 Gen 27:75 | gesprenkelde, en al het bruine onder Labans kudde; en hij stelde
21 Gen 30:1 | verdeelde hij de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en
22 Gen 30:1 | de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en onder de twee
23 Gen 30:1 | Lea, en onder Rachel, en onder de twee dienstmaagden. ~
24 Gen 31:15 | wordt gelijk als wij, dat onder u besneden worde al wat
25 Gen 31:22 | als al wat mannelijk is onder ons besneden wordt, gelijk
26 Gen 31:30 | mits mij stinkende te maken onder de inwoners dezes lands,
27 Gen 31:30 | de inwoners dezes lands, onder de Kanaanieten, en onder
28 Gen 31:30 | onder de Kanaanieten, en onder de Ferezieten; en ik ben
29 Gen 32:4 | waren, en Jakob verborg ze onder den eikeboom, die bij Sichem
30 Gen 32:8 | stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-El; onder dien
31 Gen 32:8 | begraven onder aan Beth-El; onder dien eik, welks naam hij
32 Gen 37:35 | verzamelen, en koren opleggen, onder de hand van Farao, tot spijze
33 Gen 38:5 | Israels zonen om te kopen onder degenen, die daar kwamen;
34 Gen 39:33 | verwonderden zich de mannen onder elkander. ~
35 Gen 43:6 | en zo gij weet, dat er onder hen kloeke mannen zijn,
36 Gen 43:29 | ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid
37 Gen 45:7 | hard! ik zal hen verdelen onder Jakob, en zal hen verstrooien
38 Gen 45:7 | en zal hen verstrooien onder Israel. ~
39 Gen 45:15 | dragen, en was dienende onder cijns. ~
40 Exo 5:6 | dage, aan de aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden,
41 Exo 6:5 | zal ulieden uitleiden van onder de lasten der Egyptenaren,
42 Exo 6:6 | ben, Die u uitleide van onder de lasten der Egyptenaren. ~
43 Exo 9:20 | 20 Wie onder Farao's knechten des HEEREN
44 Exo 10:2 | en Mijn tekenen, die Ik onder hen gesteld heb; opdat gijlieden
45 Exo 12:13 | gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn,
46 Exo 12:14 | vieren; gij zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige
47 Exo 12:17 | zult gij dezen dag houden, onder uw geslachten, tot een eeuwige
48 Exo 12:42 | al de kinderen Israels, onder hun geslachten. ~
49 Exo 13:2 | wat enige baarmoeder opent onder de kinderen Israels, van
50 Exo 13:13 | eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen. ~
51 Exo 15:10 | heeft hen gedekt, zij zonken onder als lood in geweldige wateren! ~
52 Exo 15:11 | O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij,
53 Exo 17:12 | een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat;
54 Exo 17:14 | geheel uitdelgen zal van onder den hemel. ~
55 Exo 18:10 | s hand; Die dit volk van onder de hand der Egyptenaren
56 Exo 18:21 | 21 Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke
57 Exo 20:4 | hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van
58 Exo 20:4 | van hetgeen in de wateren onder de aarde is. ~
59 Exo 21:20 | een stok slaat, dat hij onder zijn hand sterft, die zal
60 Exo 23:5 | Wanneer gij uws haters ezel onder zijn last ziet liggen, zult
61 Exo 24:4 | en hij bouwde een altaar onder aan den berg, en twaalf
62 Exo 24:10 | zagen den God van Israel, en onder Zijn voeten als een werk
63 Exo 25:35 | daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven
64 Exo 25:35 | uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven
65 Exo 25:35 | uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven,
66 Exo 26:19 | veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee
67 Exo 26:19 | twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee
68 Exo 26:19 | houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn
69 Exo 26:21 | zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten
70 Exo 26:21 | een berd, en twee voeten onder een ander berd. ~
71 Exo 26:25 | zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten
72 Exo 26:25 | berd, wederom twee voeten onder een berd.
73 Exo 26:33 | En gij zult den voorhang onder de haakjes hangen, en gij
74 Exo 27:5 | 5 En gij zult het onder den omloop des altaars van
75 Exo 30:4 | gouden ringen daaraan maken, onder zijn krans; aan zijn twee
76 Exo 30:12 | opnemen zult, naar de getelden onder hen, zo zullen zij een iegelijk
77 Exo 30:12 | gij hen tellen zult; opdat onder hen geen plage zij, als
78 Exo 32:25 | ontbloot tot verkleining onder degenen, die tegen hen hadden
79 Exo 33:25 | ontbloot tot verkleining onder degenen, die tegen hen hadden
80 Exo 34:33 | op de ganse aarde, noch onder enige volken; alzo dat dit
81 Exo 34:46 | 23 Al wat mannelijk is onder u zal driemaal in het jaar
82 Exo 35:10 | die wijs van hart zijn onder ulieden, zullen komen, en
83 Exo 36:8 | een ieder wijze van hart, onder degenen, die het werk maakten,
84 Exo 36:24 | veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee
85 Exo 36:24 | twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee
86 Exo 36:24 | houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn
87 Exo 36:26 | zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten
88 Exo 36:26 | een berd, en twee voeten onder een ander berd. ~
89 Exo 36:30 | zestien voeten: twee voeten onder elk berd. ~
90 Exo 37:21 | 21 En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven
91 Exo 37:21 | uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven
92 Exo 37:21 | uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven
93 Exo 37:27 | twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee
94 Exo 38:4 | rooster van koperen netwerk, onder zijn omloop, van beneden
95 Lev 6:18 | 18 Al wat mannelijk is onder de zonen van Aaron zal het
96 Lev 6:29 | 29 Al wat mannelijk is onder de priesteren, zal dat eten;
97 Lev 7:6 | 6 Al wat mannelijk is onder de priesteren zal dat eten;
98 Lev 10:9 | zij een eeuwige inzetting onder uw geslachten; ~
99 Lev 11:3 | 3 Al wat onder de beesten de klauw verdeelt,
100 Lev 11:27 | al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier voeten
101 Lev 11:29 | 29 Verder zal u dit onder het kruipend gedierte, dat
102 Lev 11:31 | Die zullen u onrein zijn onder alle kruipend gedierte;
103 Lev 11:42 | al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte,
104 Lev 15:10 | al wie iets aanroert, dat onder hem zal geweest zijn, zal
105 Lev 17:15 | 15 En alle ziel onder de inboorlingen of onder
106 Lev 17:15 | onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen, die een
107 Lev 19:16 | wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet
108 Lev 19:34 | vreemdeling bij u verkeert, zal onder u zijn als een inboorling
109 Lev 21:1 | zich niet verontreinigen onder zijn volken. ~
110 Lev 21:4 | verontreinigen over een overste onder zijn volken, om zich te
111 Lev 21:10 | hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens
112 Lev 21:15 | 15 En hij zal zijn zaad onder zijn volken niet ontheiligen;
113 Lev 22:3 | 3 Zeg tot hen: Alle man onder uw geslachten, die uit uw
114 Lev 22:27 | zo zal die zeven dagen onder zijn moeder zijn; daarna,
115 Lev 24:30 | die dat gekocht heeft, onder zijn geslachten; het zal
116 Lev 24:33 | 33 En als men onder de Levieten lossing zal
117 Lev 25:22 | 22 Want Ik zal onder u zenden het gedierte des
118 Lev 25:33 | 33 Daartoe zal Ik u onder de heidenen verstrooien;
119 Lev 25:36 | aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een
120 Lev 25:38 | 38 Maar gij zult omkomen onder de heidenen, en het land
121 Lev 25:39 | 39 En de overgeblevenen onder u zullen om hun ongerechtigheid
122 Lev 26:32 | en klein vee, alles wat onder de roede zal doorgaan, het
123 Num 1:47 | stam hunner vaderen, werden onder hen niet geteld. ~
124 Num 1:49 | tellen, noch hun som opnemen, onder de zonen van Israel. ~
125 Num 2:2 | zich legeren, een ieder onder zijn banier, naar de tekenen
126 Num 2:33 | Levieten werden niet geteld onder de zonen van Israel, gelijk
127 Num 3:40 | eerstgeborenen, wat mannelijk is onder de kinderen Israels, van
128 Num 3:41 | van alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels, en
129 Num 3:41 | van alle eerstgeborenen onder de beesten der kinderen
130 Num 3:42 | had, alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels. ~
131 Num 3:45 | plaats van alle eerstgeboorte onder de kinderen Israels, en
132 Num 3:48 | het geld der gelosten die onder hen overschieten. ~
133 Num 4:28 | samenkomst; en hun wacht zal zijn onder de hand van Ithamar, den
134 Num 4:33 | de tent der samenkomst, onder de hand van Ithamar, den
135 Num 5:19 | gelegen heeft, en indien gij, onder uw man zijnde, niet afgeweken
136 Num 5:20 | 20 Maar zo gij, onder uw man zijnde, afgeweken
137 Num 5:29 | ijveringen, als een vrouw, onder haar man zijnde, zal afgeweken
138 Num 6:18 | leggen op het vuur, dat onder het dankoffer is. ~
139 Num 7:8 | Merari, naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den
140 Num 8:17 | Want alle eerstgeborene onder de kinderen Israels is Mijn,
141 Num 8:17 | kinderen Israels is Mijn, onder de mensen en onder de beesten;
142 Num 8:17 | Mijn, onder de mensen en onder de beesten; ten dage dat
143 Num 8:18 | voor alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels. ~
144 Num 8:19 | doen, dat er geen plage zij onder de kinderen Israels, als
145 Num 9:10 | zeggende: Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten,
146 Num 9:10 | Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, over een
147 Num 11:1 | en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde,
148 Num 11:3 | omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had. ~
149 Num 11:26 | rustte op hen (want zij waren onder de aangeschrevenen, hoewel
150 Num 12:6 | woorden! Zo er een profeet onder u is, Ik, de HEERE, zal
151 Num 13:2 | zijnde ieder een overste onder hen. ~
152 Num 16:31 | zo werd het aardrijk, dat onder hen was, gekloofd; ~
153 Num 16:47 | de plaag had aangevangen onder het volk; en hij legde reukwerk
154 Num 17:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~
155 Num 18:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~
156 Num 18:28 | den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten,
157 Num 18:28 | brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe
158 Num 18:29 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden,
159 Num 19:15 | den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten,
160 Num 19:15 | brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe
161 Num 19:16 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden,
162 Num 21:6 | de HEERE vurige slangen onder het volk, die beten het
163 Num 22:27 | zo legde zij zich neder onder Bileam; en de toorn van
164 Num 23:9 | alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend
165 Num 25:15 | volken van een vaderlijk huis onder de Midianieten. ~
166 Num 26:62 | dezen werden niet geteld onder de kinderen Israels, omdat
167 Num 26:62 | geen erfenis gegeven werd onder de kinderen Israels. ~
168 Num 26:64 | 64 En onder dezen was niemand uit de
169 Num 27:1 | Machir, den zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse,
170 Num 29:14 | twee tienden tot een ram, onder die twee rammen; ~
171 Num 31:4 | 4 Van elken stam onder alle stammen Israels zult
172 Num 31:16 | waardoor die plaag werd onder de vergadering des HEEREN. ~
173 Num 31:17 | doodt al wat mannelijk is onder de kinderkens; en doodt
174 Num 31:49 | som der krijgslieden, die onder onze hand geweest zijn;
175 Num 32:4 | degenen, welke de HEERE onder hen geslagen had, alle eerstgeborenen;
176 Num 35:12 | 12 Onder de geslachten van de kinderen
177 Deu 2:25 | het aangezicht der volken, onder den gansen hemel; die uw
178 Deu 3:17 | vlakken velds, de Zoutzee, onder Asdoth-Pisga tegen het oosten. ~
179 Deu 4:18 | vis, die in het water is onder de aarde; ~
180 Deu 4:19 | uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. ~
181 Deu 4:27 | HEERE zal u verstrooien onder de volken; en gij zult een
182 Deu 4:27 | volksken in getal overblijven onder de heidenen, waar de HEERE
183 Deu 4:39 | boven in den hemel, en onder op de aarde, niemand meer! ~
184 Deu 4:49 | de zee des vlakken velds, onder Asdoth-Pisga. ~ ~
185 Deu 5:8 | hetgeen boven in den hemel, of onder op de aarde is; of in het
186 Deu 5:8 | aarde is; of in het water onder de aarde is; ~
187 Deu 7:14 | boven alle volken; er zal onder u noch man noch vrouw onvruchtbaar
188 Deu 7:14 | onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten; ~
189 Deu 7:20 | HEERE, uw God, ook horzelen onder hen zenden; totdat zij omkomen,
190 Deu 7:24 | geven, dat gij hun naam van onder den hemel te niet doet;
191 Deu 9:14 | verdelge, en hun naam van onder den hemel uitdoe; en Ik
192 Deu 12:2 | bergen, en op de heuvelen, en onder allen groenen boom. ~
193 Deu 14:6 | klauwen klieven, en herkauwen onder de beesten, die zult gij
194 Deu 15:4 | omdat er geen bedelaar onder u zal zijn; want de HEERE
195 Deu 15:7 | 7 Wanneer er onder u een arme zal zijn, een
196 Deu 15:19 | Al het eerstgeborene, dat onder uw runderen en onder uw
197 Deu 15:19 | dat onder uw runderen en onder uw schapen zal geboren worden,
198 Deu 16:16 | zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht
199 Deu 16:18 | HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het
200 Deu 18:10 | 10 Onder u zal niet gevonden worden,
201 Deu 21:11 | 11 En gij onder de gevangenen zult zien
202 Deu 23:10 | 10 Wanneer iemand onder u is, die niet rein is,
203 Deu 23:14 | opdat Hij niets schandelijks onder u zie, en achterwaarts van
204 Deu 23:17 | 17 Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel;
205 Deu 23:17 | zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel. ~
206 Deu 25:18 | weg ontmoette, en sloeg onder u in den staart al de zwakken
207 Deu 25:19 | gedachtenis van Amalek van onder den hemel zult uitdelgen;
208 Deu 28:13 | alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen
209 Deu 28:20 | 20 De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring
210 Deu 28:23 | koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn. ~
211 Deu 28:37 | spreekwoord en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u
212 Deu 28:46 | 46 En zij zullen onder u tot een teken, en tot
213 Deu 28:46 | tot een wonder zijn, ja, onder uw zaad tot in eeuwigheid. ~
214 Deu 28:48 | uw vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in
215 Deu 28:54 | Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig
216 Deu 28:56 | tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft
217 Deu 28:64 | HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene
218 Deu 28:65 | 65 Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil
219 Deu 29:18 | 18 Dat onder ulieden niet zij een man,
220 Deu 29:18 | goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel,
221 Deu 29:20 | HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen. ~
222 Deu 30:1 | het weder ter harte nemen, onder alle volken, waarheen u
223 Deu 32:24 | zal de tanden der beesten onder hen schikken, met vurig
224 Deu 32:26 | zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden; ~
225 Deu 32:46 | de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij
226 Deu 33:25 | 25 Ijzer en koper zal onder uw schoen zijn; en uw sterkte
227 Deu 33:27 | zij u een woning, en van onder eeuwige armen; en Hij verdrijve
228 Joz 2:6 | en zij had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van
229 Joz 4:6 | Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer uw kinderen
230 Joz 6:5 | gejuich; dan zal de stadsmuur onder zich vallen, en het volk
231 Joz 6:20 | gejuich; en de muur viel onder zich, en het volk klom in
232 Joz 7:11 | gelogen, en hebben het ook onder hun gereedschap gelegd. ~
233 Joz 7:21 | 21 Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk
234 Joz 8:22 | hen, totdat geen overige onder hen overbleef, noch die
235 Joz 9:23 | vervloekt zijt gijlieden! en onder ulieden zullen niet afgesneden
236 Joz 10:13 | hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen
237 Joz 11:3 | gebergte, en de Hevieten onder aan Hermon, in het land
238 Joz 11:8 | totdat zij geen overigen onder hen overlieten. ~
239 Joz 11:17 | het dal van den Libanon, onder aan den berg Hermon; al
240 Joz 13:5 | opgang der zon, van Baal-Gad, onder aan den berg Hermon, tot
241 Joz 14:3 | Levieten had hij geen erfdeel onder hen gegeven. ~
242 Joz 14:15 | een groot mens geweest is onder de Enakieten. En het land
243 Joz 16:10 | dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende. ~ ~
244 Joz 18:2 | 2 En er bleven over onder de kinderen Israels, aan
245 Joz 19:9 | der kinderen van Simeon is onder het snoer der kinderen van
246 Joz 24:10 | 10 Een enig man onder u zal er duizend jagen;
247 Joz 25:17 | welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker
248 Joz 25:26 | hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom
249 Ric 1:1 | vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken
250 Ric 1:7 | en van hun voeten, waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende;
251 Ric 3:16 | el was; en hij gordde dat onder zijn klederen, aan zijn
252 Ric 3:30 | Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht;
253 Ric 4:5 | 5 En zij woonde onder den palmboom van Debora,
254 Ric 4:32 | schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel? ~
255 Ric 4:33 | gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE! ~
256 Ric 4:37 | heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet
257 Ric 4:38 | Amalek. Achter u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn
258 Ric 5:11 | des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is,
259 Ric 5:19 | bracht het tot Hem uit, tot onder den eik, en zette het nader. ~
260 Ric 7:28 | werden de Midianieten ten onder gebracht voor het aangezicht
261 Ric 8:15 | zalft, zo komt, vertrouwt u onder mijn schaduw; maar indien
262 Ric 10:35 | nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren;
263 Ric 13:3 | moeder: Is er geen vrouw onder de dochteren uwer broeders,
264 Ric 13:3 | dochteren uwer broeders, en onder al mijn volk, dat gij heengaat,
265 Ric 17:1 | hun was tot op dien dag onder de stammen van Israel niet
266 Ric 17:31 | 31 Alzo stelden zij onder zich het gesneden beeld
267 Ric 18:14 | wandelden; en de zon ging hun onder bij Gibea, dewelke Benjamins
268 Ric 19:12 | voor een kwaad is dit, dat onder ulieden geschied is? ~
269 Ric 19:16 | 16 Onder al dit volk waren zevenhonderd
270 Ric 19:18 | God, en zeiden: Wie zal onder ons vooreerst optrekken
271 Ric 19:45 | maar zij deden een nalezing onder hen op de straten, van vijf
272 Ric 20:12 | 12 En zij vonden onder de inwoners van Jabes in
273 Rut 2:12 | HEERE, den God Israels, onder wiens vleugelen gij gekomen
274 1Sa 4:17 | ook een grote nederlaag onder het volk geschied; daarenboven
275 1Sa 6:18 | steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de
276 1Sa 6:19 | 19 En de Heere sloeg onder die lieden van Beth-Semes,
277 1Sa 6:19 | de HEERE een groten slag onder het volk geslagen had. ~
278 1Sa 7:11 | en zij sloegen hen tot onder Beth-kar. ~
279 1Sa 9:2 | geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van
280 1Sa 10:11 | geschied is? Is Saul ook onder de profeten? ~
281 1Sa 10:12 | spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten? ~
282 1Sa 10:24 | gelijk hij, is er niemand onder het ganse volk. Toen juichte
283 1Sa 11:11 | verstrooid werden, dat er onder hen geen twee te zamen bleven. ~
284 1Sa 14:2 | aan het uiterste van Gibea onder den granatenboom, die te
285 1Sa 14:15 | het leger, op het veld en onder het ganse volk; de bezetting
286 1Sa 14:34 | sprak Saul: Verstrooit u onder het volk, en zegt tot hen:
287 1Sa 14:36 | en laat ons niet een man onder hen overig laten. Zij nu
288 1Sa 15:33 | kinderen beroofd worden onder de vrouwen. Toen hieuw Samuel
289 1Sa 16:1 | want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien. ~
290 1Sa 17:8 | van Saul? Kiest een man onder u, die tot mij afkome. ~
291 1Sa 17:12 | hij een man, oud, afgaande onder de mannen. ~
292 1Sa 17:22 | liet de vaten van zich, onder de hand van den bewaarder
293 1Sa 17:28 | zijt gij nu afgekomen, en onder wien hebt gij de weinige
294 1Sa 18:27 | gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen tweehonderd
295 1Sa 19:24 | Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten? ~
296 1Sa 21:3 | 3 En nu wat is er onder uw hand? Geef mij vijf broden
297 1Sa 21:4 | Er is geen gemeen brood onder mijn hand; maar er is heilig
298 1Sa 21:7 | een Edomiet, de machtigste onder de herderen, die Saul had. ~
299 1Sa 21:8 | tot Achimelech: Is hier onder uw hand geen spies of zwaard?
300 1Sa 21:13 | hij maakte zichzelven gek onder hun handen; en hij bekrabbelde
301 1Sa 22:6 | Saul nu zat op een heuvel onder het geboomte te Rama, en
302 1Sa 22:8 | van Isai; en niemand is onder ulieden, dien het wee doet
303 1Sa 22:14 | koning en zeide: Wie is toch onder al uw knechten getrouw als
304 1Sa 23:5 | hun vee weg, en hij sloeg onder hen een groten slag; alzo
305 1Sa 23:23 | zo zal ik hem naspeuren onder alle duizenden van Juda. ~
306 1Sa 30:19 | 19 En onder hen werd niet gemist van
307 1Sa 30:22 | ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David
308 1Sa 31:9 | huis hunner afgoden, en onder het volk. ~
309 1Sa 31:13 | beenderen, en begroeven ze onder het geboomte te Jabes; en
310 2Sa 2:24 | achterna; en de zon ging onder, als zij gekomen waren tot
311 2Sa 2:31 | knechten hadden van Benjamin en onder Abners mannen geslagen:
312 2Sa 8:1 | sloeg, en bracht hen ten onder; en David nam Meteg-Amma
313 2Sa 10:10 | overige des volks gaf hij onder de hand van zijn broeder
314 2Sa 12:31 | voerde hij uit, en legde het onder zagen, en onder ijzeren
315 2Sa 12:31 | legde het onder zagen, en onder ijzeren dorswagens, en onder
316 2Sa 12:31 | onder ijzeren dorswagens, en onder ijzeren bijlen, en deed
317 2Sa 15:31 | zeggende: Achitofel is onder degenen, die zich met Absalom
318 2Sa 16:20 | Absalom tot Achitofel: Geeft onder ulieden raad, wat zullen
319 2Sa 17:9 | er in het eerst sommigen onder hen vallen, dat een ieder,
320 2Sa 17:9 | Er is een slag geschied onder het volk, dat Absalom navolgt. ~
321 2Sa 18:2 | volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een
322 2Sa 18:2 | Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den
323 2Sa 18:2 | broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet.
324 2Sa 18:9 | en als het muildier kwam onder de dichte takken van een
325 2Sa 18:9 | aarde, en het muildier, dat onder hem was, ging door. ~
326 2Sa 19:9 | stammen van Israel, was onder zich twistende, zeggende:
327 2Sa 19:28 | hebt gij uw knecht gezet onder degenen, die aan uw tafel
328 2Sa 22:10 | neder; en donkerheid was onder Zijn voeten. ~
329 2Sa 22:37 | mijn voetstap ruim gemaakt onder mij; en mijn enkelen hebben
330 2Sa 22:39 | opstonden; maar zij vielen onder mijn voeten. ~
331 2Sa 22:40 | kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen
332 2Sa 22:48 | wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt; ~
333 2Sa 22:50 | zal ik U, o HEERE, loven onder de heidenen, en Uw Naam
334 2Sa 23:9 | zoon van Ahohi, deze was onder de drie helden met David,
335 2Sa 23:10 | Deze stond op, en sloeg onder de Filistijnen, totdat zijn
336 2Sa 23:18 | werden; en hij had een naam onder die drie. ~
337 2Sa 23:22 | Jojada; dies had hij een naam onder de drie helden. ~
338 2Sa 23:24 | Asahel, Joabs broeder, was onder de dertig; Elhanan, de zoon
339 2Sa 24:16 | den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is
340 1Kon 2:7 | bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel
341 1Kon 3:13 | dat uws gelijke niemand onder de koningen al uw dagen
342 1Kon 4:25 | woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn
343 1Kon 4:25 | iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, van Dan
344 1Kon 4:31 | Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom. ~
345 1Kon 5:3 | omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf. ~
346 1Kon 5:6 | zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet
347 1Kon 7:24 | 24 En onder haar rand waren knoppen,
348 1Kon 7:29 | een voet boven henen; en onder de leeuwen en runderen bijvoegselen
349 1Kon 7:30 | hoeken hadden schouderen; onder het wasvat waren deze gegoten
350 1Kon 7:32 | De vier raderen nu waren onder de lijsten, en de assen
351 1Kon 7:44 | zee; en de twaalf runderen onder die zee. ~
352 1Kon 7:51 | goud, en de vaten legde hij onder de schatten van het huis
353 1Kon 8:1 | de oversten der vaderen, onder de kinderen Israels, tot
354 1Kon 8:6 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~
355 1Kon 9:7 | spreekwoord en spotrede zijn onder alle volken. ~
356 1Kon 11:20 | het huis van Farao was, onder de zonen van Farao. ~
357 1Kon 13:14 | na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot
358 1Kon 14:23 | op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom. ~
359 1Kon 14:27 | schilden; en hij beval die onder de hand van de oversten
360 1Kon 18:6 | En zij deelden het land onder zich, dat zij het doortogen;
361 1Kon 18:20 | 20 Zo zond Achab onder alle kinderen Israels, en
362 1Kon 19:4 | dagreis, en kwam, en zat onder een jeneverboom; en bad,
363 1Kon 19:5 | legde zich neder, en sliep onder een jeneverboom; en ziet,
364 2Kon 8:20 | vielen de Edomieten van onder het gebied van Juda af,
365 2Kon 8:22 | Edomieten evenwel vielen van onder het gebied van Juda af,
366 2Kon 9:13 | zijn kleed, en legde het onder hem, op den hoogsten trap;
367 2Kon 14:5 | een verlosser, dat zij van onder de hand der Syriers uitkwamen;
368 2Kon 15:27 | den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou;
369 2Kon 17:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~
370 2Kon 18:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~
371 2Kon 19:7 | Egypteland opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning
372 2Kon 19:10 | op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte. ~
373 2Kon 19:25 | zo zond de HEERE leeuwen onder hen, die enigen van hen
374 2Kon 19:26 | daarom heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij
375 2Kon 20:5 | hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda,
376 2Kon 20:35 | 35 Welke zijn ze onder alle goden der landen, die
377 1Kro 4:43 | overigen der ontkomenen onder de Amalekieten, en zij woonden
378 1Kro 5:2 | 2 Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en die tot
379 1Kro 9:18 | waren dezen de poortiers onder de legers der kinderen van
380 1Kro 9:33 | zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren,
381 1Kro 9:34 | zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in
382 1Kro 10:12 | begroeven hun beenderen onder een eikenboom te Jabes,
383 1Kro 11:12 | Dodo, de Ahohiet; hij was onder die drie helden. ~
384 1Kro 11:17 | Bethlehems bornput, die onder de poort is? ~
385 1Kro 11:18 | Bethlehems bornput, die onder de poort is, en zij droegen
386 1Kro 11:20 | hen; alzo had hij een naam onder die drie. ~
387 1Kro 11:24 | Jojada; dies had hij een naam onder die drie helden. ~
388 1Kro 12:1 | zoon van Kis; zij waren ook onder de helden, die tot dien
389 1Kro 12:4 | Gibeoniet, was een held onder de dertig, en over dertig
390 1Kro 15:12 | zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u,
391 1Kro 15:13 | heeft de HEERE, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat
392 1Kro 16:8 | maakt Zijn daden bekend onder de volken. ~
393 1Kro 16:24 | 24 Vertelt Zijn eer onder de heidenen, Zijn wonderwerken
394 1Kro 16:24 | heidenen, Zijn wonderwerken onder alle volken. ~
395 1Kro 16:31 | verheuge zich, en dat men onder de heidenen zegge: De HEERE
396 1Kro 17:1 | des verbonds des HEEREN onder gordijnen. ~
397 1Kro 22:6 | Levi en Benjamin telde hij onder dezelve niet; want des konings
398 1Kro 24:14 | kinderen werden genoemd onder den stam van Levi. ~
399 1Kro 24:31 | in getal, naar de wijze onder hen, geduriglijk, voor het
400 1Kro 25:6 | van de hoofden der vaderen onder de priesters en onder de
401 1Kro 25:6 | vaderen onder de priesters en onder de Levieten; een vaderlijk
402 1Kro 25:31 | van de hoofden der vaderen onder de priesteren en onder de
403 1Kro 25:31 | vaderen onder de priesteren en onder de Levieten; het hoofd der
404 1Kro 26:1 | profeteren zouden; en die onder hen geteld werden, waren
405 1Kro 27:12 | verdelingen der poortiers onder de hoofden der mannen, tot
406 1Kro 27:28 | iemand geheiligd had, was onder de hand van Selomith en
407 1Kro 27:31 | Hebronieten zijner geslachten onder de vaderen; in het veertigste
408 1Kro 27:31 | David zijn er gezocht en onder hen gevonden kloeke helden
409 1Kro 29:4 | in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft
410 1Kro 30:8 | van het huis des HEEREN, onder de hand van Jehiel, den
411 1Kro 30:24 | gaven de hand, dat zij onder den koning Salomo zijn zouden. ~
412 2Kro 4:3 | 3 Onder dezelve nu was de gelijkenis
413 2Kro 5:1 | en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis
414 2Kro 5:2 | de oversten der vaderen onder de kinderen Israels, te
415 2Kro 5:7 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~
416 2Kro 6:1 | en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis
417 2Kro 6:2 | de oversten der vaderen onder de kinderen Israels, te
418 2Kro 6:7 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~
419 2Kro 8:13 | verteren, of zo Ik pest onder Mijn volk zende; ~
420 2Kro 8:20 | spreekwoord en spotrede onder alle volken maken. ~
421 2Kro 12:22 | om een overste te zijn onder zijn broederen; want het
422 2Kro 13:10 | schilden; en hij beval die onder de hand van de oversten
423 2Kro 18:9 | steden van Juda, en leerden onder het volk. ~
424 2Kro 22:8 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en
425 2Kro 22:10 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot
426 2Kro 22:10 | tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had
427 2Kro 22:28 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en
428 2Kro 22:30 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot
429 2Kro 22:30 | tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had
430 2Kro 23:31 | in het huis des HEEREN, onder de hand der Levietische
431 2Kro 23:33 | die heerschappij hadden onder het volk, en al het volk
432 2Kro 24:19 | 19 Doch Hij zond profeten onder hen, om hen tot den HEERE
433 2Kro 26:6 | hij steden in Asdod, en onder de Filistijnen. ~
434 2Kro 26:11 | en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een
435 2Kro 26:13 | 13 En onder hun hand was een krijgsheir
436 2Kro 28:4 | de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte. ~
437 2Kro 29:19 | ook, dat de koning Achaz, onder zijn koninkrijk, door zijn
438 2Kro 31:13 | Benaja, waren opzieners, onder de hand van Chonanja en
439 2Kro 31:19 | 19 Ook waren onder de kinderen van Aaron, de
440 2Kro 31:19 | om aan alle manspersonen onder de priesteren en aan allen,
441 2Kro 31:19 | in het geslachtsregister onder de Levieten gesteld waren,
442 2Kro 32:14 | 14 Wie is er onder alle goden derzelver natien,
443 2Kro 33:11 | dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden
444 2Kro 35:13 | zij deelden het haastelijk onder al het volk. ~
445 2Kro 36:13 | zij deelden het haastelijk onder al het volk. ~
446 2Kro 37:23 | hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk?
447 Ezra 1:3 | 3 Wie is onder ulieden van al Zijn volk?
448 Ezra 2:62 | Dezen zochten hun register, onder degenen, die in het geslachtsregister
449 Ezra 4:6 | 6 En onder het koninkrijk van Ahasveros,
450 Ezra 5:10 | der mannen, die hoofden onder hen zijn. ~
451 Ezra 8:1 | met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning
452 Ezra 9:13 | belet hebt, dat wij niet te onder zijn vanwege onze ongerechtigheid,
453 Neh 1:8 | zult overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien. ~
454 Neh 2:14 | plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan. ~
455 Neh 6:6 | Daarin was geschreven: Het is onder de volken gehoord, en Gasmu
456 Neh 10:34 | Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten
457 Neh 13:26 | daarin gezondigd, hoewel er onder vele heidenen geen koning
458 Est 2:3 | tot het huis der vrouwen, onder de hand van Hegai, des konings
459 Est 3:1 | werden op den burg Susan, onder de hand van Hegai, werd ~
460 Est 4 | des konings huis, onder de hand van Hegai, den bewaarder
461 Est 6:3 | tweede huis der vrouwen, onder de hand van Saasgaz, den
462 Est 16:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen
463 Est 17:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen
464 Est 52:3 | vijanden, en zij doodden onder hun haters vijf en zeventig
465 Est 52:15 | zouden overtreden worden onder de Joden, en dat de gedachtenis
466 Job 1:16 | uit den hemel, en ontstak onder de schapen en onder de jongeren,
467 Job 1:16 | ontstak onder de schapen en onder de jongeren, en verteerde
468 Job 3:6 | dat hij zich niet verheuge onder de dagen des jaars; dat
469 Job 4:13 | 13 Onder de gedachten van de gezichten
470 Job 9:13 | Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige
471 Job 15:10 | 10 Onder ons is ook een grijze, ja,
472 Job 17:10 | en komt nu; want ik vind onder u geen wijze. ~
473 Job 18:16 | 16 Van onder zullen zijn wortelen verdorren,
474 Job 18:19 | geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal
475 Job 20:12 | zoet is, hij dat verbergt, onder zijn tong, ~
476 Job 24:13 | 13 Zij zijn onder de wederstrevers des lichts;
477 Job 26:5 | zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners. ~
478 Job 28:5 | komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd,
479 Job 28:24 | einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen. ~
480 Job 29:25 | en woonde als een koning onder de benden, als een, die
481 Job 30:7 | schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij
482 Job 30:14 | als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij
483 Job 33:2 | opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte. ~
484 Job 34:4 | recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is. ~
485 Job 34:36 | om zijner antwoorden wil onder de ongerechtige lieden. ~
486 Job 34:37 | overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen,
487 Job 36:14 | jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. ~
488 Job 36:16 | des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou
489 Job 36:36 | 3 Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn
490 Job 39:7 | hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen
491 Job 39:16 | 16 Onder schaduwachtige bomen ligt
492 Job 39:25 | bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ~
493 Job 40:2 | Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is
494 Job 40:21 | 21 Onder hem zijn scherpe scherven;
495 Job 41:15 | haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen. ~
496 Psa 8:7 | Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet; ~
497 Psa 9:12 | te Sion woont; verkondigt onder de volken Zijn daden. ~
498 Psa 10:7 | bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~
499 Psa 12:2 | getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. ~
500 Psa 17:8 | des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen, ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1157 |