Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
onbezaaid 1
ondankbaar 1
ondankbaren 1
onder 1157
onderbracht 2
onderbroek 2
onderbroeken 3
Frequency    [«  »]
1166 8
1163 9
1160 10
1157 onder
1149 gods
1137 11
1125 ziet

Bijbel

IntraText - Concordances

onder

1-500 | 501-1000 | 1001-1157

     Book Chapter: Verse
1 Gen 1:7 | scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en 2 Gen 1:9 | zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd 3 Gen 6:17 | geest des levens is, van onder den hemel te verderven; 4 Gen 7:19 | zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel zijn, bedekt 5 Gen 10:5 | naar hun huisgezinnen, onder hun volken. ~ 6 Gen 15:9 | uw vrouw, en verneder u onder haar handen. ~ 7 Gen 16:23 | geld, al wat mannelijk was onder de lieden van het huis van 8 Gen 17:4 | wast Uw voeten, en leunt onder dezen boom. ~ 9 Gen 17:8 | hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten. ~ 10 Gen 18:8 | niets; want daarom zijn zij onder de schaduw mijns daks ingegaan. ~ 11 Gen 20:15 | was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken. ~ 12 Gen 22:16 | vierhonderd sikkelen zilvers, onder den koopman gangbaar. ~ 13 Gen 23:2 | hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup, ~ 14 Gen 23:9 | legde de knecht zijn hand onder de heup van Abraham, zijn 15 Gen 27:67 | vee, en al het bruine vee onder de lammeren, en het geplekte 16 Gen 27:67 | geplekte en gespikkelde onder de geiten; en zulks zal 17 Gen 27:68 | gespikkeld en geplekt is onder de geiten en bruin onder 18 Gen 27:68 | onder de geiten en bruin onder de lammeren, dat zij bij 19 Gen 27:70 | aan was, en al het bruine onder de lammeren; en hij gaf 20 Gen 27:75 | gesprenkelde, en al het bruine onder Labans kudde; en hij stelde 21 Gen 30:1 | verdeelde hij de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en 22 Gen 30:1 | de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en onder de twee 23 Gen 30:1 | Lea, en onder Rachel, en onder de twee dienstmaagden. ~ 24 Gen 31:15 | wordt gelijk als wij, dat onder u besneden worde al wat 25 Gen 31:22 | als al wat mannelijk is onder ons besneden wordt, gelijk 26 Gen 31:30 | mits mij stinkende te maken onder de inwoners dezes lands, 27 Gen 31:30 | de inwoners dezes lands, onder de Kanaanieten, en onder 28 Gen 31:30 | onder de Kanaanieten, en onder de Ferezieten; en ik ben 29 Gen 32:4 | waren, en Jakob verborg ze onder den eikeboom, die bij Sichem 30 Gen 32:8 | stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-El; onder dien 31 Gen 32:8 | begraven onder aan Beth-El; onder dien eik, welks naam hij 32 Gen 37:35 | verzamelen, en koren opleggen, onder de hand van Farao, tot spijze 33 Gen 38:5 | Israels zonen om te kopen onder degenen, die daar kwamen; 34 Gen 39:33 | verwonderden zich de mannen onder elkander. ~ 35 Gen 43:6 | en zo gij weet, dat er onder hen kloeke mannen zijn, 36 Gen 43:29 | ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid 37 Gen 45:7 | hard! ik zal hen verdelen onder Jakob, en zal hen verstrooien 38 Gen 45:7 | en zal hen verstrooien onder Israel. ~ 39 Gen 45:15 | dragen, en was dienende onder cijns. ~ 40 Exo 5:6 | dage, aan de aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden, 41 Exo 6:5 | zal ulieden uitleiden van onder de lasten der Egyptenaren, 42 Exo 6:6 | ben, Die u uitleide van onder de lasten der Egyptenaren. ~ 43 Exo 9:20 | 20 Wie onder Farao's knechten des HEEREN 44 Exo 10:2 | en Mijn tekenen, die Ik onder hen gesteld heb; opdat gijlieden 45 Exo 12:13 | gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, 46 Exo 12:14 | vieren; gij zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige 47 Exo 12:17 | zult gij dezen dag houden, onder uw geslachten, tot een eeuwige 48 Exo 12:42 | al de kinderen Israels, onder hun geslachten. ~ 49 Exo 13:2 | wat enige baarmoeder opent onder de kinderen Israels, van 50 Exo 13:13 | eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen. ~ 51 Exo 15:10 | heeft hen gedekt, zij zonken onder als lood in geweldige wateren! ~ 52 Exo 15:11 | O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, 53 Exo 17:12 | een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; 54 Exo 17:14 | geheel uitdelgen zal van onder den hemel. ~ 55 Exo 18:10 | s hand; Die dit volk van onder de hand der Egyptenaren 56 Exo 18:21 | 21 Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke 57 Exo 20:4 | hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van 58 Exo 20:4 | van hetgeen in de wateren onder de aarde is. ~ 59 Exo 21:20 | een stok slaat, dat hij onder zijn hand sterft, die zal 60 Exo 23:5 | Wanneer gij uws haters ezel onder zijn last ziet liggen, zult 61 Exo 24:4 | en hij bouwde een altaar onder aan den berg, en twaalf 62 Exo 24:10 | zagen den God van Israel, en onder Zijn voeten als een werk 63 Exo 25:35 | daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven 64 Exo 25:35 | uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven 65 Exo 25:35 | uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven, 66 Exo 26:19 | veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee 67 Exo 26:19 | twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee 68 Exo 26:19 | houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn 69 Exo 26:21 | zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten 70 Exo 26:21 | een berd, en twee voeten onder een ander berd. ~ 71 Exo 26:25 | zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten 72 Exo 26:25 | berd, wederom twee voeten onder een berd. 73 Exo 26:33 | En gij zult den voorhang onder de haakjes hangen, en gij 74 Exo 27:5 | 5 En gij zult het onder den omloop des altaars van 75 Exo 30:4 | gouden ringen daaraan maken, onder zijn krans; aan zijn twee 76 Exo 30:12 | opnemen zult, naar de getelden onder hen, zo zullen zij een iegelijk 77 Exo 30:12 | gij hen tellen zult; opdat onder hen geen plage zij, als 78 Exo 32:25 | ontbloot tot verkleining onder degenen, die tegen hen hadden 79 Exo 33:25 | ontbloot tot verkleining onder degenen, die tegen hen hadden 80 Exo 34:33 | op de ganse aarde, noch onder enige volken; alzo dat dit 81 Exo 34:46 | 23 Al wat mannelijk is onder u zal driemaal in het jaar 82 Exo 35:10 | die wijs van hart zijn onder ulieden, zullen komen, en 83 Exo 36:8 | een ieder wijze van hart, onder degenen, die het werk maakten, 84 Exo 36:24 | veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee 85 Exo 36:24 | twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee 86 Exo 36:24 | houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn 87 Exo 36:26 | zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten 88 Exo 36:26 | een berd, en twee voeten onder een ander berd. ~ 89 Exo 36:30 | zestien voeten: twee voeten onder elk berd. ~ 90 Exo 37:21 | 21 En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven 91 Exo 37:21 | uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven 92 Exo 37:21 | uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven 93 Exo 37:27 | twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee 94 Exo 38:4 | rooster van koperen netwerk, onder zijn omloop, van beneden 95 Lev 6:18 | 18 Al wat mannelijk is onder de zonen van Aaron zal het 96 Lev 6:29 | 29 Al wat mannelijk is onder de priesteren, zal dat eten; 97 Lev 7:6 | 6 Al wat mannelijk is onder de priesteren zal dat eten; 98 Lev 10:9 | zij een eeuwige inzetting onder uw geslachten; ~ 99 Lev 11:3 | 3 Al wat onder de beesten de klauw verdeelt, 100 Lev 11:27 | al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier voeten 101 Lev 11:29 | 29 Verder zal u dit onder het kruipend gedierte, dat 102 Lev 11:31 | Die zullen u onrein zijn onder alle kruipend gedierte; 103 Lev 11:42 | al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte, 104 Lev 15:10 | al wie iets aanroert, dat onder hem zal geweest zijn, zal 105 Lev 17:15 | 15 En alle ziel onder de inboorlingen of onder 106 Lev 17:15 | onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen, die een 107 Lev 19:16 | wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet 108 Lev 19:34 | vreemdeling bij u verkeert, zal onder u zijn als een inboorling 109 Lev 21:1 | zich niet verontreinigen onder zijn volken. ~ 110 Lev 21:4 | verontreinigen over een overste onder zijn volken, om zich te 111 Lev 21:10 | hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens 112 Lev 21:15 | 15 En hij zal zijn zaad onder zijn volken niet ontheiligen; 113 Lev 22:3 | 3 Zeg tot hen: Alle man onder uw geslachten, die uit uw 114 Lev 22:27 | zo zal die zeven dagen onder zijn moeder zijn; daarna, 115 Lev 24:30 | die dat gekocht heeft, onder zijn geslachten; het zal 116 Lev 24:33 | 33 En als men onder de Levieten lossing zal 117 Lev 25:22 | 22 Want Ik zal onder u zenden het gedierte des 118 Lev 25:33 | 33 Daartoe zal Ik u onder de heidenen verstrooien; 119 Lev 25:36 | aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een 120 Lev 25:38 | 38 Maar gij zult omkomen onder de heidenen, en het land 121 Lev 25:39 | 39 En de overgeblevenen onder u zullen om hun ongerechtigheid 122 Lev 26:32 | en klein vee, alles wat onder de roede zal doorgaan, het 123 Num 1:47 | stam hunner vaderen, werden onder hen niet geteld. ~ 124 Num 1:49 | tellen, noch hun som opnemen, onder de zonen van Israel. ~ 125 Num 2:2 | zich legeren, een ieder onder zijn banier, naar de tekenen 126 Num 2:33 | Levieten werden niet geteld onder de zonen van Israel, gelijk 127 Num 3:40 | eerstgeborenen, wat mannelijk is onder de kinderen Israels, van 128 Num 3:41 | van alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels, en 129 Num 3:41 | van alle eerstgeborenen onder de beesten der kinderen 130 Num 3:42 | had, alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels. ~ 131 Num 3:45 | plaats van alle eerstgeboorte onder de kinderen Israels, en 132 Num 3:48 | het geld der gelosten die onder hen overschieten. ~ 133 Num 4:28 | samenkomst; en hun wacht zal zijn onder de hand van Ithamar, den 134 Num 4:33 | de tent der samenkomst, onder de hand van Ithamar, den 135 Num 5:19 | gelegen heeft, en indien gij, onder uw man zijnde, niet afgeweken 136 Num 5:20 | 20 Maar zo gij, onder uw man zijnde, afgeweken 137 Num 5:29 | ijveringen, als een vrouw, onder haar man zijnde, zal afgeweken 138 Num 6:18 | leggen op het vuur, dat onder het dankoffer is. ~ 139 Num 7:8 | Merari, naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den 140 Num 8:17 | Want alle eerstgeborene onder de kinderen Israels is Mijn, 141 Num 8:17 | kinderen Israels is Mijn, onder de mensen en onder de beesten; 142 Num 8:17 | Mijn, onder de mensen en onder de beesten; ten dage dat 143 Num 8:18 | voor alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels. ~ 144 Num 8:19 | doen, dat er geen plage zij onder de kinderen Israels, als 145 Num 9:10 | zeggende: Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, 146 Num 9:10 | Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, over een 147 Num 11:1 | en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde, 148 Num 11:3 | omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had. ~ 149 Num 11:26 | rustte op hen (want zij waren onder de aangeschrevenen, hoewel 150 Num 12:6 | woorden! Zo er een profeet onder u is, Ik, de HEERE, zal 151 Num 13:2 | zijnde ieder een overste onder hen. ~ 152 Num 16:31 | zo werd het aardrijk, dat onder hen was, gekloofd; ~ 153 Num 16:47 | de plaag had aangevangen onder het volk; en hij legde reukwerk 154 Num 17:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~ 155 Num 18:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~ 156 Num 18:28 | den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, 157 Num 18:28 | brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe 158 Num 18:29 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden, 159 Num 19:15 | den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, 160 Num 19:15 | brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe 161 Num 19:16 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden, 162 Num 21:6 | de HEERE vurige slangen onder het volk, die beten het 163 Num 22:27 | zo legde zij zich neder onder Bileam; en de toorn van 164 Num 23:9 | alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend 165 Num 25:15 | volken van een vaderlijk huis onder de Midianieten. ~ 166 Num 26:62 | dezen werden niet geteld onder de kinderen Israels, omdat 167 Num 26:62 | geen erfenis gegeven werd onder de kinderen Israels. ~ 168 Num 26:64 | 64 En onder dezen was niemand uit de 169 Num 27:1 | Machir, den zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse, 170 Num 29:14 | twee tienden tot een ram, onder die twee rammen; ~ 171 Num 31:4 | 4 Van elken stam onder alle stammen Israels zult 172 Num 31:16 | waardoor die plaag werd onder de vergadering des HEEREN. ~ 173 Num 31:17 | doodt al wat mannelijk is onder de kinderkens; en doodt 174 Num 31:49 | som der krijgslieden, die onder onze hand geweest zijn; 175 Num 32:4 | degenen, welke de HEERE onder hen geslagen had, alle eerstgeborenen; 176 Num 35:12 | 12 Onder de geslachten van de kinderen 177 Deu 2:25 | het aangezicht der volken, onder den gansen hemel; die uw 178 Deu 3:17 | vlakken velds, de Zoutzee, onder Asdoth-Pisga tegen het oosten. ~ 179 Deu 4:18 | vis, die in het water is onder de aarde; ~ 180 Deu 4:19 | uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. ~ 181 Deu 4:27 | HEERE zal u verstrooien onder de volken; en gij zult een 182 Deu 4:27 | volksken in getal overblijven onder de heidenen, waar de HEERE 183 Deu 4:39 | boven in den hemel, en onder op de aarde, niemand meer! ~ 184 Deu 4:49 | de zee des vlakken velds, onder Asdoth-Pisga. ~  ~ 185 Deu 5:8 | hetgeen boven in den hemel, of onder op de aarde is; of in het 186 Deu 5:8 | aarde is; of in het water onder de aarde is; ~ 187 Deu 7:14 | boven alle volken; er zal onder u noch man noch vrouw onvruchtbaar 188 Deu 7:14 | onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten; ~ 189 Deu 7:20 | HEERE, uw God, ook horzelen onder hen zenden; totdat zij omkomen, 190 Deu 7:24 | geven, dat gij hun naam van onder den hemel te niet doet; 191 Deu 9:14 | verdelge, en hun naam van onder den hemel uitdoe; en Ik 192 Deu 12:2 | bergen, en op de heuvelen, en onder allen groenen boom. ~ 193 Deu 14:6 | klauwen klieven, en herkauwen onder de beesten, die zult gij 194 Deu 15:4 | omdat er geen bedelaar onder u zal zijn; want de HEERE 195 Deu 15:7 | 7 Wanneer er onder u een arme zal zijn, een 196 Deu 15:19 | Al het eerstgeborene, dat onder uw runderen en onder uw 197 Deu 15:19 | dat onder uw runderen en onder uw schapen zal geboren worden, 198 Deu 16:16 | zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht 199 Deu 16:18 | HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het 200 Deu 18:10 | 10 Onder u zal niet gevonden worden, 201 Deu 21:11 | 11 En gij onder de gevangenen zult zien 202 Deu 23:10 | 10 Wanneer iemand onder u is, die niet rein is, 203 Deu 23:14 | opdat Hij niets schandelijks onder u zie, en achterwaarts van 204 Deu 23:17 | 17 Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; 205 Deu 23:17 | zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel. ~ 206 Deu 25:18 | weg ontmoette, en sloeg onder u in den staart al de zwakken 207 Deu 25:19 | gedachtenis van Amalek van onder den hemel zult uitdelgen; 208 Deu 28:13 | alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen 209 Deu 28:20 | 20 De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring 210 Deu 28:23 | koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn. ~ 211 Deu 28:37 | spreekwoord en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u 212 Deu 28:46 | 46 En zij zullen onder u tot een teken, en tot 213 Deu 28:46 | tot een wonder zijn, ja, onder uw zaad tot in eeuwigheid. ~ 214 Deu 28:48 | uw vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in 215 Deu 28:54 | Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig 216 Deu 28:56 | tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft 217 Deu 28:64 | HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene 218 Deu 28:65 | 65 Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil 219 Deu 29:18 | 18 Dat onder ulieden niet zij een man, 220 Deu 29:18 | goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, 221 Deu 29:20 | HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen. ~ 222 Deu 30:1 | het weder ter harte nemen, onder alle volken, waarheen u 223 Deu 32:24 | zal de tanden der beesten onder hen schikken, met vurig 224 Deu 32:26 | zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden; ~ 225 Deu 32:46 | de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij 226 Deu 33:25 | 25 Ijzer en koper zal onder uw schoen zijn; en uw sterkte 227 Deu 33:27 | zij u een woning, en van onder eeuwige armen; en Hij verdrijve 228 Joz 2:6 | en zij had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van 229 Joz 4:6 | Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer uw kinderen 230 Joz 6:5 | gejuich; dan zal de stadsmuur onder zich vallen, en het volk 231 Joz 6:20 | gejuich; en de muur viel onder zich, en het volk klom in 232 Joz 7:11 | gelogen, en hebben het ook onder hun gereedschap gelegd. ~ 233 Joz 7:21 | 21 Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk 234 Joz 8:22 | hen, totdat geen overige onder hen overbleef, noch die 235 Joz 9:23 | vervloekt zijt gijlieden! en onder ulieden zullen niet afgesneden 236 Joz 10:13 | hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen 237 Joz 11:3 | gebergte, en de Hevieten onder aan Hermon, in het land 238 Joz 11:8 | totdat zij geen overigen onder hen overlieten. ~ 239 Joz 11:17 | het dal van den Libanon, onder aan den berg Hermon; al 240 Joz 13:5 | opgang der zon, van Baal-Gad, onder aan den berg Hermon, tot 241 Joz 14:3 | Levieten had hij geen erfdeel onder hen gegeven. ~ 242 Joz 14:15 | een groot mens geweest is onder de Enakieten. En het land 243 Joz 16:10 | dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende. ~  ~ 244 Joz 18:2 | 2 En er bleven over onder de kinderen Israels, aan 245 Joz 19:9 | der kinderen van Simeon is onder het snoer der kinderen van 246 Joz 24:10 | 10 Een enig man onder u zal er duizend jagen; 247 Joz 25:17 | welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker 248 Joz 25:26 | hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom 249 Ric 1:1 | vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken 250 Ric 1:7 | en van hun voeten, waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende; 251 Ric 3:16 | el was; en hij gordde dat onder zijn klederen, aan zijn 252 Ric 3:30 | Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht; 253 Ric 4:5 | 5 En zij woonde onder den palmboom van Debora, 254 Ric 4:32 | schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel? ~ 255 Ric 4:33 | gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE! ~ 256 Ric 4:37 | heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet 257 Ric 4:38 | Amalek. Achter u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn 258 Ric 5:11 | des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, 259 Ric 5:19 | bracht het tot Hem uit, tot onder den eik, en zette het nader. ~ 260 Ric 7:28 | werden de Midianieten ten onder gebracht voor het aangezicht 261 Ric 8:15 | zalft, zo komt, vertrouwt u onder mijn schaduw; maar indien 262 Ric 10:35 | nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; 263 Ric 13:3 | moeder: Is er geen vrouw onder de dochteren uwer broeders, 264 Ric 13:3 | dochteren uwer broeders, en onder al mijn volk, dat gij heengaat, 265 Ric 17:1 | hun was tot op dien dag onder de stammen van Israel niet 266 Ric 17:31 | 31 Alzo stelden zij onder zich het gesneden beeld 267 Ric 18:14 | wandelden; en de zon ging hun onder bij Gibea, dewelke Benjamins 268 Ric 19:12 | voor een kwaad is dit, dat onder ulieden geschied is? ~ 269 Ric 19:16 | 16 Onder al dit volk waren zevenhonderd 270 Ric 19:18 | God, en zeiden: Wie zal onder ons vooreerst optrekken 271 Ric 19:45 | maar zij deden een nalezing onder hen op de straten, van vijf 272 Ric 20:12 | 12 En zij vonden onder de inwoners van Jabes in 273 Rut 2:12 | HEERE, den God Israels, onder wiens vleugelen gij gekomen 274 1Sa 4:17 | ook een grote nederlaag onder het volk geschied; daarenboven 275 1Sa 6:18 | steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de 276 1Sa 6:19 | 19 En de Heere sloeg onder die lieden van Beth-Semes, 277 1Sa 6:19 | de HEERE een groten slag onder het volk geslagen had. ~ 278 1Sa 7:11 | en zij sloegen hen tot onder Beth-kar. ~ 279 1Sa 9:2 | geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van 280 1Sa 10:11 | geschied is? Is Saul ook onder de profeten? ~ 281 1Sa 10:12 | spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten? ~ 282 1Sa 10:24 | gelijk hij, is er niemand onder het ganse volk. Toen juichte 283 1Sa 11:11 | verstrooid werden, dat er onder hen geen twee te zamen bleven. ~ 284 1Sa 14:2 | aan het uiterste van Gibea onder den granatenboom, die te 285 1Sa 14:15 | het leger, op het veld en onder het ganse volk; de bezetting 286 1Sa 14:34 | sprak Saul: Verstrooit u onder het volk, en zegt tot hen: 287 1Sa 14:36 | en laat ons niet een man onder hen overig laten. Zij nu 288 1Sa 15:33 | kinderen beroofd worden onder de vrouwen. Toen hieuw Samuel 289 1Sa 16:1 | want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien. ~ 290 1Sa 17:8 | van Saul? Kiest een man onder u, die tot mij afkome. ~ 291 1Sa 17:12 | hij een man, oud, afgaande onder de mannen. ~ 292 1Sa 17:22 | liet de vaten van zich, onder de hand van den bewaarder 293 1Sa 17:28 | zijt gij nu afgekomen, en onder wien hebt gij de weinige 294 1Sa 18:27 | gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen tweehonderd 295 1Sa 19:24 | Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten? ~ 296 1Sa 21:3 | 3 En nu wat is er onder uw hand? Geef mij vijf broden 297 1Sa 21:4 | Er is geen gemeen brood onder mijn hand; maar er is heilig 298 1Sa 21:7 | een Edomiet, de machtigste onder de herderen, die Saul had. ~ 299 1Sa 21:8 | tot Achimelech: Is hier onder uw hand geen spies of zwaard? 300 1Sa 21:13 | hij maakte zichzelven gek onder hun handen; en hij bekrabbelde 301 1Sa 22:6 | Saul nu zat op een heuvel onder het geboomte te Rama, en 302 1Sa 22:8 | van Isai; en niemand is onder ulieden, dien het wee doet 303 1Sa 22:14 | koning en zeide: Wie is toch onder al uw knechten getrouw als 304 1Sa 23:5 | hun vee weg, en hij sloeg onder hen een groten slag; alzo 305 1Sa 23:23 | zo zal ik hem naspeuren onder alle duizenden van Juda. ~ 306 1Sa 30:19 | 19 En onder hen werd niet gemist van 307 1Sa 30:22 | ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David 308 1Sa 31:9 | huis hunner afgoden, en onder het volk. ~ 309 1Sa 31:13 | beenderen, en begroeven ze onder het geboomte te Jabes; en 310 2Sa 2:24 | achterna; en de zon ging onder, als zij gekomen waren tot 311 2Sa 2:31 | knechten hadden van Benjamin en onder Abners mannen geslagen: 312 2Sa 8:1 | sloeg, en bracht hen ten onder; en David nam Meteg-Amma 313 2Sa 10:10 | overige des volks gaf hij onder de hand van zijn broeder 314 2Sa 12:31 | voerde hij uit, en legde het onder zagen, en onder ijzeren 315 2Sa 12:31 | legde het onder zagen, en onder ijzeren dorswagens, en onder 316 2Sa 12:31 | onder ijzeren dorswagens, en onder ijzeren bijlen, en deed 317 2Sa 15:31 | zeggende: Achitofel is onder degenen, die zich met Absalom 318 2Sa 16:20 | Absalom tot Achitofel: Geeft onder ulieden raad, wat zullen 319 2Sa 17:9 | er in het eerst sommigen onder hen vallen, dat een ieder, 320 2Sa 17:9 | Er is een slag geschied onder het volk, dat Absalom navolgt. ~ 321 2Sa 18:2 | volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een 322 2Sa 18:2 | Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den 323 2Sa 18:2 | broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. 324 2Sa 18:9 | en als het muildier kwam onder de dichte takken van een 325 2Sa 18:9 | aarde, en het muildier, dat onder hem was, ging door. ~ 326 2Sa 19:9 | stammen van Israel, was onder zich twistende, zeggende: 327 2Sa 19:28 | hebt gij uw knecht gezet onder degenen, die aan uw tafel 328 2Sa 22:10 | neder; en donkerheid was onder Zijn voeten. ~ 329 2Sa 22:37 | mijn voetstap ruim gemaakt onder mij; en mijn enkelen hebben 330 2Sa 22:39 | opstonden; maar zij vielen onder mijn voeten. ~ 331 2Sa 22:40 | kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen 332 2Sa 22:48 | wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt; ~ 333 2Sa 22:50 | zal ik U, o HEERE, loven onder de heidenen, en Uw Naam 334 2Sa 23:9 | zoon van Ahohi, deze was onder de drie helden met David, 335 2Sa 23:10 | Deze stond op, en sloeg onder de Filistijnen, totdat zijn 336 2Sa 23:18 | werden; en hij had een naam onder die drie. ~ 337 2Sa 23:22 | Jojada; dies had hij een naam onder de drie helden. ~ 338 2Sa 23:24 | Asahel, Joabs broeder, was onder de dertig; Elhanan, de zoon 339 2Sa 24:16 | den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is 340 1Kon 2:7 | bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel 341 1Kon 3:13 | dat uws gelijke niemand onder de koningen al uw dagen 342 1Kon 4:25 | woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn 343 1Kon 4:25 | iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, van Dan 344 1Kon 4:31 | Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom. ~ 345 1Kon 5:3 | omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf. ~ 346 1Kon 5:6 | zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet 347 1Kon 7:24 | 24 En onder haar rand waren knoppen, 348 1Kon 7:29 | een voet boven henen; en onder de leeuwen en runderen bijvoegselen 349 1Kon 7:30 | hoeken hadden schouderen; onder het wasvat waren deze gegoten 350 1Kon 7:32 | De vier raderen nu waren onder de lijsten, en de assen 351 1Kon 7:44 | zee; en de twaalf runderen onder die zee. ~ 352 1Kon 7:51 | goud, en de vaten legde hij onder de schatten van het huis 353 1Kon 8:1 | de oversten der vaderen, onder de kinderen Israels, tot 354 1Kon 8:6 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~ 355 1Kon 9:7 | spreekwoord en spotrede zijn onder alle volken. ~ 356 1Kon 11:20 | het huis van Farao was, onder de zonen van Farao. ~ 357 1Kon 13:14 | na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot 358 1Kon 14:23 | op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom. ~ 359 1Kon 14:27 | schilden; en hij beval die onder de hand van de oversten 360 1Kon 18:6 | En zij deelden het land onder zich, dat zij het doortogen; 361 1Kon 18:20 | 20 Zo zond Achab onder alle kinderen Israels, en 362 1Kon 19:4 | dagreis, en kwam, en zat onder een jeneverboom; en bad, 363 1Kon 19:5 | legde zich neder, en sliep onder een jeneverboom; en ziet, 364 2Kon 8:20 | vielen de Edomieten van onder het gebied van Juda af, 365 2Kon 8:22 | Edomieten evenwel vielen van onder het gebied van Juda af, 366 2Kon 9:13 | zijn kleed, en legde het onder hem, op den hoogsten trap; 367 2Kon 14:5 | een verlosser, dat zij van onder de hand der Syriers uitkwamen; 368 2Kon 15:27 | den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou; 369 2Kon 17:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~ 370 2Kon 18:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~ 371 2Kon 19:7 | Egypteland opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning 372 2Kon 19:10 | op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte. ~ 373 2Kon 19:25 | zo zond de HEERE leeuwen onder hen, die enigen van hen 374 2Kon 19:26 | daarom heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij 375 2Kon 20:5 | hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, 376 2Kon 20:35 | 35 Welke zijn ze onder alle goden der landen, die 377 1Kro 4:43 | overigen der ontkomenen onder de Amalekieten, en zij woonden 378 1Kro 5:2 | 2 Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en die tot 379 1Kro 9:18 | waren dezen de poortiers onder de legers der kinderen van 380 1Kro 9:33 | zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren, 381 1Kro 9:34 | zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in 382 1Kro 10:12 | begroeven hun beenderen onder een eikenboom te Jabes, 383 1Kro 11:12 | Dodo, de Ahohiet; hij was onder die drie helden. ~ 384 1Kro 11:17 | Bethlehems bornput, die onder de poort is? ~ 385 1Kro 11:18 | Bethlehems bornput, die onder de poort is, en zij droegen 386 1Kro 11:20 | hen; alzo had hij een naam onder die drie. ~ 387 1Kro 11:24 | Jojada; dies had hij een naam onder die drie helden. ~ 388 1Kro 12:1 | zoon van Kis; zij waren ook onder de helden, die tot dien 389 1Kro 12:4 | Gibeoniet, was een held onder de dertig, en over dertig 390 1Kro 15:12 | zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u, 391 1Kro 15:13 | heeft de HEERE, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat 392 1Kro 16:8 | maakt Zijn daden bekend onder de volken. ~ 393 1Kro 16:24 | 24 Vertelt Zijn eer onder de heidenen, Zijn wonderwerken 394 1Kro 16:24 | heidenen, Zijn wonderwerken onder alle volken. ~ 395 1Kro 16:31 | verheuge zich, en dat men onder de heidenen zegge: De HEERE 396 1Kro 17:1 | des verbonds des HEEREN onder gordijnen. ~ 397 1Kro 22:6 | Levi en Benjamin telde hij onder dezelve niet; want des konings 398 1Kro 24:14 | kinderen werden genoemd onder den stam van Levi. ~ 399 1Kro 24:31 | in getal, naar de wijze onder hen, geduriglijk, voor het 400 1Kro 25:6 | van de hoofden der vaderen onder de priesters en onder de 401 1Kro 25:6 | vaderen onder de priesters en onder de Levieten; een vaderlijk 402 1Kro 25:31 | van de hoofden der vaderen onder de priesteren en onder de 403 1Kro 25:31 | vaderen onder de priesteren en onder de Levieten; het hoofd der 404 1Kro 26:1 | profeteren zouden; en die onder hen geteld werden, waren 405 1Kro 27:12 | verdelingen der poortiers onder de hoofden der mannen, tot 406 1Kro 27:28 | iemand geheiligd had, was onder de hand van Selomith en 407 1Kro 27:31 | Hebronieten zijner geslachten onder de vaderen; in het veertigste 408 1Kro 27:31 | David zijn er gezocht en onder hen gevonden kloeke helden 409 1Kro 29:4 | in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft 410 1Kro 30:8 | van het huis des HEEREN, onder de hand van Jehiel, den 411 1Kro 30:24 | gaven de hand, dat zij onder den koning Salomo zijn zouden. ~ 412 2Kro 4:3 | 3 Onder dezelve nu was de gelijkenis 413 2Kro 5:1 | en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis 414 2Kro 5:2 | de oversten der vaderen onder de kinderen Israels, te 415 2Kro 5:7 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~ 416 2Kro 6:1 | en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis 417 2Kro 6:2 | de oversten der vaderen onder de kinderen Israels, te 418 2Kro 6:7 | heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. ~ 419 2Kro 8:13 | verteren, of zo Ik pest onder Mijn volk zende; ~ 420 2Kro 8:20 | spreekwoord en spotrede onder alle volken maken. ~ 421 2Kro 12:22 | om een overste te zijn onder zijn broederen; want het 422 2Kro 13:10 | schilden; en hij beval die onder de hand van de oversten 423 2Kro 18:9 | steden van Juda, en leerden onder het volk. ~ 424 2Kro 22:8 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en 425 2Kro 22:10 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot 426 2Kro 22:10 | tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had 427 2Kro 22:28 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en 428 2Kro 22:30 | vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot 429 2Kro 22:30 | tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had 430 2Kro 23:31 | in het huis des HEEREN, onder de hand der Levietische 431 2Kro 23:33 | die heerschappij hadden onder het volk, en al het volk 432 2Kro 24:19 | 19 Doch Hij zond profeten onder hen, om hen tot den HEERE 433 2Kro 26:6 | hij steden in Asdod, en onder de Filistijnen. ~ 434 2Kro 26:11 | en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een 435 2Kro 26:13 | 13 En onder hun hand was een krijgsheir 436 2Kro 28:4 | de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte. ~ 437 2Kro 29:19 | ook, dat de koning Achaz, onder zijn koninkrijk, door zijn 438 2Kro 31:13 | Benaja, waren opzieners, onder de hand van Chonanja en 439 2Kro 31:19 | 19 Ook waren onder de kinderen van Aaron, de 440 2Kro 31:19 | om aan alle manspersonen onder de priesteren en aan allen, 441 2Kro 31:19 | in het geslachtsregister onder de Levieten gesteld waren, 442 2Kro 32:14 | 14 Wie is er onder alle goden derzelver natien, 443 2Kro 33:11 | dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden 444 2Kro 35:13 | zij deelden het haastelijk onder al het volk. ~ 445 2Kro 36:13 | zij deelden het haastelijk onder al het volk. ~ 446 2Kro 37:23 | hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? 447 Ezra 1:3 | 3 Wie is onder ulieden van al Zijn volk? 448 Ezra 2:62 | Dezen zochten hun register, onder degenen, die in het geslachtsregister 449 Ezra 4:6 | 6 En onder het koninkrijk van Ahasveros, 450 Ezra 5:10 | der mannen, die hoofden onder hen zijn. ~ 451 Ezra 8:1 | met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning 452 Ezra 9:13 | belet hebt, dat wij niet te onder zijn vanwege onze ongerechtigheid, 453 Neh 1:8 | zult overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien. ~ 454 Neh 2:14 | plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan. ~ 455 Neh 6:6 | Daarin was geschreven: Het is onder de volken gehoord, en Gasmu 456 Neh 10:34 | Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten 457 Neh 13:26 | daarin gezondigd, hoewel er onder vele heidenen geen koning 458 Est 2:3 | tot het huis der vrouwen, onder de hand van Hegai, des konings 459 Est 3:1 | werden op den burg Susan, onder de hand van Hegai, werd ~ 460 Est 4 | des konings huis, onder de hand van Hegai, den bewaarder 461 Est 6:3 | tweede huis der vrouwen, onder de hand van Saasgaz, den 462 Est 16:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen 463 Est 17:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen 464 Est 52:3 | vijanden, en zij doodden onder hun haters vijf en zeventig 465 Est 52:15 | zouden overtreden worden onder de Joden, en dat de gedachtenis 466 Job 1:16 | uit den hemel, en ontstak onder de schapen en onder de jongeren, 467 Job 1:16 | ontstak onder de schapen en onder de jongeren, en verteerde 468 Job 3:6 | dat hij zich niet verheuge onder de dagen des jaars; dat 469 Job 4:13 | 13 Onder de gedachten van de gezichten 470 Job 9:13 | Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige 471 Job 15:10 | 10 Onder ons is ook een grijze, ja, 472 Job 17:10 | en komt nu; want ik vind onder u geen wijze. ~ 473 Job 18:16 | 16 Van onder zullen zijn wortelen verdorren, 474 Job 18:19 | geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal 475 Job 20:12 | zoet is, hij dat verbergt, onder zijn tong, ~ 476 Job 24:13 | 13 Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; 477 Job 26:5 | zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners. ~ 478 Job 28:5 | komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd, 479 Job 28:24 | einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen. ~ 480 Job 29:25 | en woonde als een koning onder de benden, als een, die 481 Job 30:7 | schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij 482 Job 30:14 | als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij 483 Job 33:2 | opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte. ~ 484 Job 34:4 | recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is. ~ 485 Job 34:36 | om zijner antwoorden wil onder de ongerechtige lieden. ~ 486 Job 34:37 | overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen, 487 Job 36:14 | jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. ~ 488 Job 36:16 | des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou 489 Job 36:36 | 3 Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn 490 Job 39:7 | hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen 491 Job 39:16 | 16 Onder schaduwachtige bomen ligt 492 Job 39:25 | bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ~ 493 Job 40:2 | Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is 494 Job 40:21 | 21 Onder hem zijn scherpe scherven; 495 Job 41:15 | haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen. ~ 496 Psa 8:7 | Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet; ~ 497 Psa 9:12 | te Sion woont; verkondigt onder de volken Zijn daden. ~ 498 Psa 10:7 | bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~ 499 Psa 12:2 | getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. ~ 500 Psa 17:8 | des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen, ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1157

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License