Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
107 2
108 2
109 2
11 1137
110 2
111 2
112 2
Frequency    [«  »]
1160 10
1157 onder
1149 gods
1137 11
1125 ziet
1116 12
1095 israels

Bijbel

IntraText - Concordances

11

1-500 | 501-1000 | 1001-1137

     Book Chapter: Verse
1001 Rom 10:11 | 11 Want de Schrift zegt: Een 1002 Rom 11 | 11 ~ 1003 Rom 11:11 | 11 Zo zeg ik dan: Hebben zij 1004 Rom 12:11 | 11 Zijt niet traag in het benaarstigen. 1005 Rom 13:11 | 11 En dit zeg ik te meer, dewijl 1006 Rom 14:11 | 11 Want er is geschreven: Ik 1007 Rom 15:11 | 11 En wederom: Looft den Heere, 1008 Rom 16:11 | 11 Groet Herodion, die van 1009 1Kor 1:11 | 11 Want mij is van u bekend 1010 1Kor 2:11 | 11 Want wie van de mensen weet, 1011 1Kor 3:11 | 11 Want niemand kan een ander 1012 1Kor 4:11 | 11 Tot op deze tegenwoordige 1013 1Kor 5:11 | 11 Maar nu heb ik u geschreven, 1014 1Kor 6:11 | 11 En dit waart gij sommigen; 1015 1Kor 7:11 | 11 En indien zij ook scheidt, 1016 1Kor 8:11 | 11 En zal de broeder, die zwak 1017 1Kor 9:11 | 11 Indien wij ulieden het geestelijke 1018 1Kor 10:11 | 11 En deze dingen alle zijn 1019 1Kor 11 | 11 ~ 1020 1Kor 11:11 | 11 Nochtans is noch de man 1021 1Kor 12:11 | 11 Doch deze dingen alle werkt 1022 1Kor 13:11 | 11 Toen ik een kind was, sprak 1023 1Kor 14:11 | 11 Indien ik dan de kracht 1024 1Kor 15:11 | 11 Hetzij dan ik, hetzij zijlieden, 1025 1Kor 16:11 | 11 Dat hem dan niemand verachte; 1026 2Kor 1:11 | 11 Alzo gijlieden ook medearbeidt 1027 2Kor 2:11 | 11 Want zijn gedachten zijn 1028 2Kor 3:11 | 11 Want indien hetgeen te niet 1029 2Kor 4:11 | 11 Want wij, die leven, worden 1030 2Kor 5:11 | 11 Wij dan, wetende den schrik 1031 2Kor 6:11 | 11 Onze mond is opengedaan 1032 2Kor 7:11 | 11 Want ziet, ditzelfde dat 1033 2Kor 8:11 | 11 Maar nu voleindigt ook het 1034 2Kor 9:11 | 11 Dat gij in alles rijk wordt 1035 2Kor 10:11 | 11 Dezulke bedenke dit, dat 1036 2Kor 11 | 11 ~ 1037 2Kor 11:11 | 11 Waarom? Is het, omdat ik 1038 2Kor 12:11 | 11 Ik ben roemende onwijs geworden; 1039 2Kor 13:11 | 11 Voorts, broeders, zijt blijde, 1040 Gal 1:11 | 11 Maar ik maak u bekend, broeders, 1041 Gal 2:11 | 11 En toen Petrus te Antiochie 1042 Gal 3:11 | 11 En dat niemand door de wet 1043 Gal 4:11 | 11 Ik vrees voor u, dat ik 1044 Gal 5:11 | 11 Maar ik, broeders! Indien 1045 Gal 6:11 | 11 Ziet, hoe groten brief ik 1046 Efez 1:11 | 11 In Hem, in Welken wij ook 1047 Efez 2:11 | 11 Daarom gedenkt, dat gij, 1048 Efez 3:11 | 11 Naar het eeuwig voornemen, 1049 Efez 4:11 | 11 En Dezelfde heeft gegeven 1050 Efez 5:11 | 11 En hebt geen gemeenschap 1051 Efez 6:11 | 11 Doet aan de gehele wapenrusting 1052 Fili 1:11 | 11 Vervuld met vruchten der 1053 Fili 2:11 | 11 En alle tong zou belijden, 1054 Fili 3:11 | 11 Of ik enigszins moge komen 1055 Fili 4:11 | 11 Niet dat ik dit zeg vanwege 1056 Kol 1:11 | 11 Met alle kracht bekrachtigd 1057 Kol 2:11 | 11 In Welken gij ook besneden 1058 Kol 3:11 | 11 Waarin niet is Griek en 1059 Kol 4:11 | 11 En Jezus, gezegd Justus, 1060 1The 2:11 | 11 Gelijk gij weet, hoe wij 1061 1The 3:11 | 11 Doch onze God en Vader Zelf, 1062 1The 4:11 | 11 En dat gij u benaarstigt 1063 1The 5:11 | 11 Daarom vermaant elkander, 1064 2The 1:11 | 11 Waarom wij ook altijd bidden 1065 2The 2:11 | 11 En daarom zal God hun zenden 1066 2The 3:11 | 11 Want wij horen, dat sommigen 1067 1Tim 1:11 | 11 Naar het Evangelie der heerlijkheid 1068 1Tim 2:11 | 11 Een vrouw late zich leren 1069 1Tim 3:11 | 11 De vrouwen insgelijks moeten 1070 1Tim 4:11 | 11 Beveel deze dingen, en leer 1071 1Tim 5:11 | 11 Maar neem de jonge weduwen 1072 1Tim 6:11 | 11 Maar gij, o mens Gods, vlied 1073 2Tim 1:11 | 11 Waartoe ik gesteld ben een 1074 2Tim 2:11 | 11 Dit is een getrouw woord; 1075 2Tim 3:11 | 11 Mijn vervolgingen, mijn 1076 2Tim 4:11 | 11 Lukas is alleen met mij. 1077 2Tim 5:11 | 11 Welken men moet den mond 1078 Tit 1:11 | 11 Welken men moet den mond 1079 Tit 2:11 | 11 Want de zaligmakende genade 1080 Tit 3:11 | 11 Wetende, dat de zodanige 1081 File 1:11 | 11 Die eertijds u onnut was, 1082 Heb 1:11 | 11 Dezelve zullen vergaan, 1083 Heb 2:11 | 11 Want en Hij, Die heiligt, 1084 Heb 3:11 | 11 Zo heb Ik dan gezworen in 1085 Heb 4:11 | 11 Laat ons dan ons benaarstigen, 1086 Heb 5:11 | 11 Van Denwelken wij hebben 1087 Heb 6:11 | 11 Maar wij begeren, dat een 1088 Heb 7:11 | 11 Indien dan nu de volkomenheid 1089 Heb 8:11 | 11 En zij zullen niet leren, 1090 Heb 9:11 | 11 Maar Christus, de Hogepriester 1091 Heb 10:11 | 11 En een iegelijk priester 1092 Heb 11 | 11 ~ 1093 Heb 11:11 | 11 Door het geloof heeft ook 1094 Heb 12:11 | 11 En alle kastijding als die 1095 Heb 13:11 | 11 Want welker dieren bloed 1096 Jako 1:11 | 11 Want de zon is opgegaan 1097 Jako 2:11 | 11 Want Die gezegd heeft: Gij 1098 Jako 3:11 | 11 Welt ook een fontein uit 1099 Jako 4:11 | 11 Broeders, spreekt niet kwalijk 1100 Jako 5:11 | 11 Ziet, wij houden hen gelukzalig, 1101 1Pet 1:11 | 11 Onderzoekende, op welke 1102 1Pet 2:11 | 11 Geliefden, ik vermaan u 1103 1Pet 3:11 | 11 Die wijke af van het kwade, 1104 1Pet 4:11 | 11 Indien iemand spreekt, die 1105 1Pet 5:11 | 11 Hem zij de heerlijkheid 1106 2Pet 1:11 | 11 Want alzo zal u rijkelijk 1107 2Pet 2:11 | 11 Daar de engelen in sterkte 1108 2Pet 3:11 | 11 Dewijl dan deze dingen alle 1109 1Joh 2:11 | 11 Maar die zijn broeder haat, 1110 1Joh 3:11 | 11 Want dit is de verkondiging, 1111 1Joh 4:11 | 11 Geliefden, indien God ons 1112 1Joh 5:11 | 11 En dit is de getuigenis, 1113 2Joh 1:11 | 11 Want die tot hem zegt: Zijt 1114 3Joh 1:11 | 11 Geliefde, volgt het kwade 1115 Jud 1:11 | 11 Wee hun, want zij zijn de 1116 Open 1:11 | 11 Zeggende: Ik ben de Alfa 1117 Open 2:11 | 11 Die oren heeft, die hore 1118 Open 3:11 | 11 Zie, Ik kom haastelijk; 1119 Open 4:11 | 11 Gij Heere, zijt waardig 1120 Open 5:11 | 11 En ik zag, en ik hoorde 1121 Open 6:11 | 11 En aan een iegelijk werden 1122 Open 7:11 | 11 En al de engelen stonden 1123 Open 8:11 | 11 En de naam der ster wordt 1124 Open 9:11 | 11 En zij hadden over zich 1125 Open 10:11 | 11 En hij zeide tot mij: Gij 1126 Open 11 | 11 ~ 1127 Open 11:11 | 11 En na die drie dagen en 1128 Open 12:11 | 11 En zij hebben hem overwonnen 1129 Open 13:11 | 11 En ik zag een ander beest 1130 Open 14:11 | 11 En de rook van hun pijniging 1131 Open 16:11 | 11 En zij lasterden den God 1132 Open 17:11 | 11 En het beest, dat was en 1133 Open 18:11 | 11 En de kooplieden der aarde 1134 Open 19:11 | 11 En ik zag den hemel geopend; 1135 Open 20:11 | 11 En ik zag een groten witten 1136 Open 21:11 | 11 En zij had de heerlijkheid 1137 Open 22:11 | 11 Die onrecht doet, dat hij


1-500 | 501-1000 | 1001-1137

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License