1-500 | 501-1000 | 1001-1116
Book Chapter: Verse
501 Psa 25:12 | 12 Mem. Wie is de man, die
502 Psa 26:12 | 12 Mijn voet staat op effen
503 Psa 27:12 | 12 Geef mij niet over in de
504 Psa 30:12 | 12 Gij hebt mij mijn weeklage
505 Psa 31:12 | 12 Vanwege al mijn wederpartijders
506 Psa 33:12 | 12 Welgelukzalig is het volk,
507 Psa 34:12 | 12 Welgelukzalig is het volk,
508 Psa 35:12 | 12 Lamed. Komt, gij, kinderen!
509 Psa 36:12 | 12 Zij vergelden mij kwaad
510 Psa 37:12 | 12 De voet der hovaardigen
511 Psa 38:12 | 12 Zain. De goddeloze bedenkt
512 Psa 39:12 | 12 Mijn liefhebbers en mijn
513 Psa 40:12 | 12 Kastijdt Gij iemand met
514 Psa 41:12 | 12 Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden
515 Psa 42:12 | 12 Hierbij weet ik, dat Gij
516 Psa 42:26 | 12 Wat buigt gij u neder, o
517 Psa 44:12 | 12 Gij geeft ons over als schapen
518 Psa 45:12 | 12 Zo zal de Koning lust hebben
519 Psa 46:12 | 12 De HEERE der heirscharen
520 Psa 48:12 | 12 Laat de berg Sion blijde
521 Psa 49:12 | 12 Hun binnenste gedachte is,
522 Psa 50:12 | 12 Zo Mij hongerde, Ik zou
523 Psa 51:12 | 12 Schep mij een rein hart,
524 Psa 55:12 | 12 Enkel verderving is binnen
525 Psa 56:12 | 12 Ik vertrouw op God, ik zal
526 Psa 57:12 | 12 Verhef U boven de hemelen,
527 Psa 58:12 | 12 En de mens zal zeggen: Immers
528 Psa 59:12 | 12 Dood hen niet, opdat mijn
529 Psa 60:12 | 12 Zult Gij het niet zijn,
530 Psa 62:12 | 12 God heeft een ding gesproken,
531 Psa 63:12 | 12 Maar de koning zal zich
532 Psa 65:12 | 12 Gij kroont het jaar Uwer
533 Psa 66:12 | 12 Gij hadt den mens op ons
534 Psa 68:12 | 12 De HEERE gaf te spreken;
535 Psa 69:12 | 12 En ik heb een zak tot mijn
536 Psa 71:12 | 12 O God, wees niet verre van
537 Psa 72:12 | 12 Want hij zal den nooddruftige
538 Psa 73:12 | 12 Ziet, dezen zijn goddeloos;
539 Psa 74:12 | 12 Evenwel is God mijn Koning
540 Psa 76:12 | 12 Doet geloften en betaalt
541 Psa 77:12 | 12 Ik zal de daden des HEEREN
542 Psa 78:12 | 12 Voor hun vaderen had Hij
543 Psa 79:12 | 12 En geef onze naburen zevenvoudig
544 Psa 80:12 | 12 Hij schoot zijn ranken uit
545 Psa 81:12 | 12 Maar Mijn volk heeft Mijn
546 Psa 83:12 | 12 Maak hen en hun prinsen
547 Psa 84:12 | 12 Want God, de HEERE, is een
548 Psa 85:12 | 12 De waarheid zal uit de aarde
549 Psa 86:12 | 12 Heere, mijn God! ik zal
550 Psa 88:12 | 12 Zal Uw goedertierenheid
551 Psa 89:12 | 12 De hemel is Uwe, ook is
552 Psa 90:12 | 12 Leer ons alzo onze dagen
553 Psa 91:12 | 12 Zij zullen u op de handen
554 Psa 92:12 | 12 En mijn oog zal mijn verspieders
555 Psa 94:12 | 12 Welgelukzalig is de man,
556 Psa 96:12 | 12 Dat het veld huppele van
557 Psa 97:12 | 12 Gij rechtvaardigen! verblijdt
558 Psa 102:12 | 12 Mijn dagen zijn als een
559 Psa 103:12 | 12 Zo ver het oosten is van
560 Psa 104:12 | 12 Bij dezelve woont het gevogelte
561 Psa 105:12 | 12 Als zij weinig mensen in
562 Psa 106:12 | 12 Toen geloofden zij aan Zijn
563 Psa 107:12 | 12 Waarom Hij hun het hart
564 Psa 108:12 | 12 Zult Gij het niet zijn,
565 Psa 109:12 | 12 Dat hij niemand hebbe, die
566 Psa 115:12 | 12 De HEERE is onzer gedachtig
567 Psa 116:12 | 12 Wat zal ik den HEERE vergelden
568 Psa 118:12 | 12 Zij hadden mij omringd als
569 Psa 119:12 | 12 HEERE! Gij zijt gezegend;
570 Psa 132:12 | 12 Indien uw zonen Mijn verbond
571 Psa 135:12 | 12 En Hij gaf hun land ten
572 Psa 136:12 | 12 Met een sterke hand, en
573 Psa 139:12 | 12 Ook verduistert de duisternis
574 Psa 140:12 | 12 Een man van kwade tong zal
575 Psa 143:12 | 12 En roei mijn vijanden uit,
576 Psa 144:12 | 12 Opdat onze zonen zijn als
577 Psa 145:12 | 12 Lamed. Om de mensenkinderen
578 Psa 147:12 | 12 O Jeruzalem! roem den HEERE;
579 Psa 148:12 | 12 Jongelingen en ook maagden;
580 Spre 1:12 | 12 Laat ons hen levend
581 Spre 2:12 | 12 Om u te redden van
582 Spre 3:12 | 12 Want de HEERE kastijdt
583 Spre 4:12 | 12 In uw gaan zal uw tred
584 Spre 5:12 | 12 En zegt: Hoe heb ik
585 Spre 6:12 | 12 Een Belialsmens, een
586 Spre 7:12 | 12 Nu buiten, dan op de
587 Spre 8:12 | 12 Ik, Wijsheid, woon
588 Spre 9:12 | 12 Indien gij wijs zijt,
589 Spre 10:12 | 12 Haat verwekt krakelen;
590 Spre 11:12 | 12 Die verstandeloos is,
591 Spre 12 | 12 ~
592 Spre 12:12 | 12 De goddeloze begeert
593 Spre 13:12 | 12 De uitgestelde hoop
594 Spre 14:12 | 12 Er is een weg, die
595 Spre 15:12 | 12 De spotter zal niet
596 Spre 16:12 | 12 Het is der koningen
597 Spre 17:12 | 12 Dat een beer, die van
598 Spre 18:12 | 12 Voor de verbreking
599 Spre 19:12 | 12 Des konings gramschap
600 Spre 20:12 | 12 Een horend oor, en
601 Spre 21:12 | 12 De rechtvaardige let
602 Spre 22:12 | 12 De ogen des HEEREN
603 Spre 23:12 | 12 Begeef uw hart tot
604 Spre 24:12 | 12 Wanneer gij zegt: Ziet,
605 Spre 25:12 | 12 Een wijs bestraffer
606 Spre 26:12 | 12 Hebt gij een man gezien,
607 Spre 27:12 | 12 De kloekzinnige ziet
608 Spre 28:12 | 12 Als de rechtvaardigen
609 Spre 29:12 | 12 Een heerser, die op
610 Spre 30:12 | 12 Een geslacht, dat rein
611 Spre 31:12 | 12 Gimel. Zij doet hem
612 Pred 1:12 | 12 Ik, prediker, was koning
613 Pred 2:12 | 12 Daarna wendde ik mij,
614 Pred 3:12 | 12 Ik heb gemerkt, dat
615 Pred 4:12 | 12 En indien iemand den
616 Pred 5:12 | 12 Er is een kwaad, dat
617 Pred 6:12 | 12 Want wie weet, wat
618 Pred 7:12 | 12 Want de wijsheid is
619 Pred 8:12 | 12 Hoewel een zondaar
620 Pred 9:12 | 12 Dat ook de mens zijn
621 Pred 10:12 | 12 De woorden van een
622 Pred 12 | 12 ~
623 Pred 12:12 | 12 En wat boven dezelve
624 Hoo 1:12 | 12 Terwijl de Koning aan
625 Hoo 2:12 | 12 De bloemen worden gezien
626 Hoo 4:12 | 12 Mijn zuster, o bruid!
627 Hoo 5:12 | 12 Zijn ogen zijn als
628 Hoo 6:12 | 12 Eer ik het wist, zette
629 Hoo 7:12 | 12 Laat ons vroeg ons
630 Hoo 8:12 | 12 Mijn wijngaard, dien
631 Jes 1:12 | 12 Wanneer gijlieden voor
632 Jes 2:12 | 12 Want de dag des HEEREN
633 Jes 3:12 | 12 De drijvers Mijns volks
634 Jes 5:12 | 12 En harpen en luiten,
635 Jes 6:12 | 12 Want de HEERE zal die
636 Jes 7:12 | 12 Doch Achaz zeide: Ik
637 Jes 8:12 | 12 Gijlieden zult niet
638 Jes 9:12 | 12 Want dit volk keert
639 Jes 10:12 | 12 Want het zal geschieden,
640 Jes 11:12 | 12 En Hij zal een banier
641 Jes 12 | 12 ~
642 Jes 13:12 | 12 Ik zal maken, dat een
643 Jes 14:12 | 12 Hoe zijt gij uit den
644 Jes 16:12 | 12 En het zal geschieden,
645 Jes 17:12 | 12 Wee der veelheid der
646 Jes 19:12 | 12 Waar zijn nu uw wijzen?
647 Jes 21:12 | 12 De wachter zeide: De
648 Jes 22:12 | 12 En te dien dage zal
649 Jes 23:12 | 12 En Hij heeft gezegd:
650 Jes 24:12 | 12 Verwoesting is in de
651 Jes 25:12 | 12 En Hij zal de hoge
652 Jes 26:12 | 12 HEERE! Gij zult ons
653 Jes 27:12 | 12 En het zal te dien
654 Jes 28:12 | 12 Tot dewelken Hij gezegd
655 Jes 29:12 | 12 Of men geeft het boek
656 Jes 30:12 | 12 Daarom, zo zegt de
657 Jes 32:12 | 12 Men zal rouwklagen
658 Jes 33:12 | 12 En de volken zullen
659 Jes 34:12 | 12 Hun edelen (doch zij
660 Jes 36:12 | 12 Maar Rabsake zeide:
661 Jes 37:12 | 12 Hebben de goden der
662 Jes 38:12 | 12 Mijn levenstijd is
663 Jes 40:12 | 12 Wie heeft de wateren
664 Jes 41:12 | 12 Gij zult hen zoeken,
665 Jes 42:12 | 12 Laat ze den HEERE de
666 Jes 43:12 | 12 Ik heb verkondigd,
667 Jes 44:12 | 12 De ijzersmid maakt
668 Jes 45:12 | 12 Ik heb de aarde gemaakt,
669 Jes 46:12 | 12 Hoort naar Mij, gij
670 Jes 47:12 | 12 Sta nu met uw bezweringen,
671 Jes 48:12 | 12 Hoor naar Mij, o Jakob!
672 Jes 49:12 | 12 Zie, deze zullen van
673 Jes 51:12 | 12 Ik, Ik ben het, Die
674 Jes 52:12 | 12 Want gijlieden zult
675 Jes 53:12 | 12 Daarom zal Ik Hem een
676 Jes 54:12 | 12 En uw glasvensters
677 Jes 55:12 | 12 Want in blijdschap
678 Jes 56:12 | 12 Want in blijdschap
679 Jes 57:12 | 12 Komt herwaarts, zeggen
680 Jes 58:12 | 12 Ik zal uw gerechtigheid
681 Jes 59:12 | 12 En die uit u voortkomen,
682 Jes 60:12 | 12 Want onze overtredingen
683 Jes 61:12 | 12 Want het volk en het
684 Jes 63:12 | 12 En zij zullen hen noemen
685 Jes 64:12 | 12 Die den arm Zijner
686 Jes 65:12 | 12 HEERE! zoudt Gij U
687 Jes 66:12 | 12 Ik zal ulieden ook
688 Jes 67:12 | 12 Want alzo zegt de HEERE:
689 Jer 1:12 | 12 En de HEERE zeide tot
690 Jer 2:12 | 12 Ontzet u hierover,
691 Jer 3:12 | 12 Gij henen, en roep
692 Jer 4:12 | 12 Er zal Mij een wind
693 Jer 5:12 | 12 Zij verloochenen den
694 Jer 6:12 | 12 En hun huizen zullen
695 Jer 7:12 | 12 Want gaat nu henen
696 Jer 8:12 | 12 Zijn zij beschaamd,
697 Jer 9:12 | 12 Wie is de wijze man,
698 Jer 10:12 | 12 Die de aarde gemaakt
699 Jer 11:12 | 12 Dan zullen de steden
700 Jer 12 | 12 ~
701 Jer 12:12 | 12 Op alle hoge plaatsen
702 Jer 13:12 | 12 Daarom zeg dit woord
703 Jer 14:12 | 12 Ofschoon zij vasten,
704 Jer 15:12 | 12 Zal ook enig ijzer
705 Jer 16:12 | 12 En gijlieden erger
706 Jer 17:12 | 12 Een troon der heerlijkheid,
707 Jer 18:12 | 12 Doch zij zeggen: Het
708 Jer 19:12 | 12 Zo zal Ik deze plaats
709 Jer 20:12 | 12 Gij dan, o HEERE der
710 Jer 21:12 | 12 O huis Davids! zo zegt
711 Jer 22:12 | 12 Maar in de plaats,
712 Jer 23:12 | 12 Daarom zal hun weg
713 Jer 25:12 | 12 Maar het zal geschieden,
714 Jer 26:12 | 12 Maar Jeremia sprak
715 Jer 27:12 | 12 Daarna sprak ik tot
716 Jer 28:12 | 12 Doch des HEEREN woord
717 Jer 29:12 | 12 Dan zult gij Mij aanroepen,
718 Jer 30:12 | 12 Want zo zegt de HEERE:
719 Jer 31:12 | 12 Dies zullen zij komen,
720 Jer 32:12 | 12 En ik gaf den koopbrief
721 Jer 33:12 | 12 Zo zegt de HEERE der
722 Jer 34:12 | 12 Daarom geschiedde des
723 Jer 35:12 | 12 Toen geschiedde des
724 Jer 36:12 | 12 Zo ging hij af ten
725 Jer 37:12 | 12 Dat Jeremia uit Jeruzalem
726 Jer 38:12 | 12 En Ebed-melech, de
727 Jer 39:12 | 12 Neem hem, en stel uw
728 Jer 40:12 | 12 Zo keerden al de Joden
729 Jer 41:12 | 12 Zo namen zij al de
730 Jer 42:12 | 12 En Ik zal ulieden barmhartigheid
731 Jer 43:12 | 12 En Ik zal een vuur
732 Jer 44:12 | 12 En Ik zal het overblijfsel
733 Jer 46:12 | 12 De volken hebben uw
734 Jer 48:12 | 12 Daarom, ziet, de dagen
735 Jer 49:12 | 12 Want zo zegt de HEERE:
736 Jer 50:12 | 12 Zo is uw moeder zeer
737 Jer 51:12 | 12 Verheft de banier op
738 Jer 52:12 | 12 Daarna, in de vijfde
739 Klaa 1:12 | 12 Lamed. Gaat het ulieden
740 Klaa 1:34 | 12 Lamed. Als zij tot
741 Klaa 1:56 | 12 Daleth. Hij heeft Zijn
742 Klaa 1:122| 12 Lamed. De koningen
743 Klaa 2:12 | 12 De vorsten zijn door
744 Eze 1:12 | 12 En zij gingen elkeen
745 Eze 3:12 | 12 Toen nam de Geest mij
746 Eze 4:12 | 12 En gij zult een gerstekoek
747 Eze 5:12 | 12 Een derde deel van
748 Eze 6:12 | 12 Die verre af is, zal
749 Eze 7:12 | 12 De tijd is gekomen,
750 Eze 8:12 | 12 Toen zeide Hij tot
751 Eze 10:12 | 12 Hun ganse lichaam nu,
752 Eze 11:12 | 12 En gij zult weten,
753 Eze 12 | 12 ~
754 Eze 12:12 | 12 En de vorst, die in
755 Eze 13:12 | 12 Ziet, als die wand
756 Eze 14:12 | 12 Verder geschiedde des
757 Eze 16:12 | 12 Desgelijks deed Ik
758 Eze 17:12 | 12 Zeg nu tot dat wederspannig
759 Eze 18:12 | 12 Verdrukt den ellendige
760 Eze 19:12 | 12 Maar hij werd door
761 Eze 20:12 | 12 Daartoe ook gaf Ik
762 Eze 21:12 | 12 Schreeuw en huil, o
763 Eze 22:12 | 12 Zij hebben geschenken
764 Eze 23:12 | 12 Zij werd verliefd op
765 Eze 24:12 | 12 Met ijdelheden heeft
766 Eze 25:12 | 12 Alzo zegt de Heere
767 Eze 26:12 | 12 En zij zullen uw vermogen
768 Eze 27:12 | 12 Tarsis dreef koophandel
769 Eze 28:12 | 12 Mensenkind! hef een
770 Eze 29:12 | 12 Want Ik zal Egypteland
771 Eze 30:12 | 12 En Ik zal de rivieren
772 Eze 31:12 | 12 En vreemden, de tirannigste
773 Eze 32:12 | 12 Ik zal uw menigte vellen
774 Eze 33:12 | 12 Gij dan, o mensenkind!
775 Eze 34:12 | 12 Gelijk een herder zijn
776 Eze 35:12 | 12 En gij zult weten,
777 Eze 36:12 | 12 En Ik zal mensen op
778 Eze 37:12 | 12 Daarom, profeteer en
779 Eze 38:12 | 12 Om buit te buiten,
780 Eze 39:12 | 12 Het huis Israels nu
781 Eze 40:12 | 12 En er was een ruim
782 Eze 41:12 | 12 Voorts van het gebouw,
783 Eze 42:12 | 12 En gelijk de deuren
784 Eze 43:12 | 12 Dit is de wet van het
785 Eze 44:12 | 12 Omdat zij henlieden
786 Eze 45:12 | 12 En de sikkel zal zijn
787 Eze 46:12 | 12 En als de vorst een
788 Eze 47:12 | 12 Aan de beek nu, aan
789 Eze 48:12 | 12 En het geofferde van
790 Dan 1:12 | 12 Beproef toch uw knechten
791 Dan 2:12 | 12 Daarom werd de koning
792 Dan 3:12 | 12 Er zijn Joodse mannen,
793 Dan 4:12 | 12 Zijn loof was schoon,
794 Dan 5:12 | 12 Omdat een voortreffelijke
795 Dan 6:12 | 12 Toen kwamen die mannen
796 Dan 7:12 | 12 Aangaande ook de overige
797 Dan 8:12 | 12 En het heir werd in
798 Dan 9:12 | 12 En Hij heeft Zijn woorden
799 Dan 10:12 | 12 Toen zeide Hij tot
800 Dan 11:12 | 12 Als die menigte zal
801 Dan 12 | 12 ~
802 Dan 12:12 | 12 Welgelukzalig is hij,
803 Hos 1:12 | 12 Zegt tot uw broederen:
804 Hos 2:12 | 12 En Ik zal over haar
805 Hos 4:12 | 12 Mijn volk vraagt zijn
806 Hos 5:12 | 12 Daarom zal Ik Efraim
807 Hos 7:12 | 12 Wanneer zij zullen
808 Hos 8:12 | 12 Ik schrijf hem de voortreffelijkheden
809 Hos 9:12 | 12 Ofschoon zij hun kinderen
810 Hos 10:12 | 12 Zaait u tot gerechtigheid,
811 Hos 12 | 12 ~
812 Hos 12:12 | 12 Zekerlijk is Gilead
813 Hos 13:12 | 12 Efraims ongerechtigheid
814 Joe 1:12 | 12 De wijnstok is verdord,
815 Joe 2:12 | 12 Nu dan ook, spreekt
816 Joe 3:12 | 12 De heidenen zullen
817 Amos 1:12 | 12 Daarom zal Ik een vuur
818 Amos 2:12 | 12 Maar gijlieden hebt
819 Amos 3:12 | 12 Alzo zegt de HEERE:
820 Amos 4:12 | 12 Daarom zal Ik u alzo
821 Amos 5:12 | 12 Want Ik weet, dat uw
822 Amos 6:12 | 12 Zullen ook paarden
823 Amos 7:12 | 12 Daarna zeide Amazia
824 Amos 8:12 | 12 En zij zullen zwerven
825 Amos 9:12 | 12 Opdat zij erfelijk
826 Oba 1:12 | 12 Toen zoudt gij niet
827 Jona 1:12 | 12 En hij zeide tot hen:
828 Mic 1:12 | 12 Want de inwoneres van
829 Mic 2:12 | 12 Voorzeker zal Ik u,
830 Mic 3:12 | 12 Daarom, om uwentwil,
831 Mic 4:12 | 12 Maar zij weten de gedachten
832 Mic 5:12 | 12 En Ik zal uw gesneden
833 Mic 6:12 | 12 Dewijl haar rijke lieden
834 Mic 7:12 | 12 Te dien dage zal het
835 Nah 1:12 | 12 Alzo zegt de HEERE:
836 Nah 2:12 | 12 De leeuw, die genoeg
837 Nah 3:12 | 12 Al uw vastigheden zijn
838 Zep 1:12 | 12 En het zal geschieden
839 Zep 2:12 | 12 Ook gij, Moren! zult
840 Zep 3:12 | 12 Maar Ik zal in het
841 Zac 1:12 | 12 Toen antwoordde den
842 Zac 2:12 | 12 Dan zal de HEERE Juda
843 Zac 4:12 | 12 En andermaal antwoordende,
844 Zac 6:12 | 12 En spreek tot hem,
845 Zac 7:12 | 12 En zij maakten hun
846 Zac 8:12 | 12 Want het zaad zal voorspoedig
847 Zac 9:12 | 12 Keert gijlieden weder
848 Zac 10:12 | 12 En Ik zal hen sterken
849 Zac 11:12 | 12 Want ik had tot henlieden
850 Zac 12 | 12 ~
851 Zac 12:12 | 12 En het land zal rouwklagen,
852 Zac 14:12 | 12 En dit zal de plage
853 Mal 1:12 | 12 Maar gij ontheiligt
854 Mal 2:12 | 12 De HEERE zal den man,
855 Mal 3:12 | 12 En alle heidenen zullen
856 Matt 1:12 | 12 En na de Babylonische overvoering
857 Matt 2:12 | 12 En door Goddelijke openbaring
858 Matt 2:35 | 12 Wiens wan in Zijn hand is,
859 Matt 4:12 | 12 Als nu Jezus gehoord had,
860 Matt 5:12 | 12 Verblijdt en verheugt u;
861 Matt 6:12 | 12 En vergeef ons onze schulden,
862 Matt 7:12 | 12 Alle dingen dan, die gij
863 Matt 8:12 | 12 En de kinderen des Koninkrijks
864 Matt 9:12 | 12 Maar Jezus, zulks horende,
865 Matt 10:12 | 12 En als gij in het huis gaat,
866 Matt 11:12 | 12 En van de dagen van Johannes
867 Matt 12 | 12 ~
868 Matt 12:12 | 12 Hoe veel gaat nu een mens
869 Matt 13:12 | 12 Want wie heeft, dien zal
870 Matt 14:12 | 12 En zijn discipelen kwamen,
871 Matt 15:12 | 12 Toen kwamen Zijn discipelen
872 Matt 16:12 | 12 Toen verstonden zij, dat
873 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias
874 Matt 18:12 | 12 Wat dunkt u, indien enig
875 Matt 19:12 | 12 Want er zijn gesnedenen,
876 Matt 20:12 | 12 Zeggende: Deze laatsten
877 Matt 21:12 | 12 En Jezus ging in den tempel
878 Matt 22:12 | 12 En zeide tot hem: Vriend!
879 Matt 23:12 | 12 En wie zichzelven verhogen
880 Matt 24:12 | 12 En omdat de ongerechtigheid
881 Matt 25:12 | 12 En hij, antwoordende, zeide:
882 Matt 26:12 | 12 Want als zij deze zalf op
883 Matt 27:12 | 12 En als Hij van de overpriesters
884 Matt 28:12 | 12 En zij vergaderd zijnde
885 Mark 1:12 | 12 En terstond dreef Hem de
886 Mark 2:12 | 12 En terstond stond hij op,
887 Mark 3:12 | 12 En Hij gebood hun scherpelijk
888 Mark 4:12 | 12 Opdat zij ziende zien, en
889 Mark 5:12 | 12 En al de duivelen baden
890 Mark 6:12 | 12 En uitgegaan zijnde, predikten
891 Mark 7:12 | 12 En gij laat hem niet meer
892 Mark 8:12 | 12 En Hij, zwaarlijk zuchtende
893 Mark 9:12 | 12 En Hij, antwoordende, zeide
894 Mark 10:12 | 12 En indien een vrouw haar
895 Mark 11:12 | 12 En des anderen daags, als
896 Mark 12 | 12 ~
897 Mark 12:12 | 12 En zij zochten Hem te vangen,
898 Mark 13:12 | 12 En de ene broeder zal den
899 Mark 14:12 | 12 En op den eersten dag der
900 Mark 15:12 | 12 En Pilatus, antwoordende,
901 Mark 16:12 | 12 En na dezen is Hij geopenbaard
902 Luk 1:12 | 12 En Zacharias, hem ziende,
903 Luk 2:12 | 12 En dit zal u het teken zijn:
904 Luk 3:12 | 12 En er kwamen ook tollenaars
905 Luk 4:12 | 12 En Jezus, antwoordende,
906 Luk 5:12 | 12 En het geschiedde, als Hij
907 Luk 6:12 | 12 En het geschiedde in die
908 Luk 7:12 | 12 En als Hij de poort der
909 Luk 8:12 | 12 En die bij den weg bezaaid
910 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen;
911 Luk 10:12 | 12 En Ik zeg u, dat het dien
912 Luk 11:12 | 12 Of zo hij ook om een ei
913 Luk 12 | 12 ~
914 Luk 12:12 | 12 Want de Heilige Geest zal
915 Luk 13:12 | 12 En Jezus, haar ziende, riep
916 Luk 14:12 | 12 En Hij zeide ook tot dengene,
917 Luk 15:12 | 12 En de jongste van hen zeide
918 Luk 16:12 | 12 En zo gij in eens anders
919 Luk 17:12 | 12 En als Hij in een zeker
920 Luk 18:12 | 12 Ik vast tweemaal per week;
921 Luk 19:12 | 12 Hij zeide dan: Een zeker
922 Luk 20:12 | 12 En wederom zond hij nog
923 Luk 21:12 | 12 Maar voor dit alles, zullen
924 Luk 22:12 | 12 En hij zal u een grote toegeruste
925 Luk 23:12 | 12 En op denzelfde dag werden
926 Luk 24:12 | 12 Doch Petrus opstaande, liep
927 Joha 1:12 | 12 Maar zovelen Hem aangenomen
928 Joha 2:12 | 12 Daarna ging Hij af naar
929 Joha 3:12 | 12 Indien Ik ulieden de aardse
930 Joha 4:12 | 12 Zijt Gij meerder dan onze
931 Joha 5:12 | 12 Zij vraagden hem dan: Wie
932 Joha 6:12 | 12 En als zij verzadigd waren,
933 Joha 7:12 | 12 En er was veel gemurmels
934 Joha 8:12 | 12 Jezus dan sprak wederom
935 Joha 9:12 | 12 Zij dan zeiden tot hem:
936 Joha 10:12 | 12 Maar de huurling, en die
937 Joha 11:12 | 12 Zijn discipelen dan zeiden:
938 Joha 12 | 12 ~
939 Joha 12:12 | 12 Des anderen daags, een grote
940 Joha 13:12 | 12 Als Hij dan hun voeten gewassen,
941 Joha 14:12 | 12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
942 Joha 15:12 | 12 Dit is Mijn gebod, dat gij
943 Joha 16:12 | 12 Nog vele dingen heb Ik u
944 Joha 17:12 | 12 Toen Ik met hen in de wereld
945 Joha 18:12 | 12 De bende dan, en de overste
946 Joha 19:12 | 12 Van toen af zocht Pilatus
947 Joha 20:12 | 12 En zag twee engelen in witte
948 Joha 21:12 | 12 Jezus zeide tot hen: Komt
949 Hand 1:12 | 12 Toen keerden zij wederom
950 Hand 2:12 | 12 En zij ontzetten zich allen,
951 Hand 3:12 | 12 En Petrus, dat ziende, antwoordde
952 Hand 4:12 | 12 En de zaligheid is in geen
953 Hand 5:12 | 12 In hetwelk waren al de viervoetige
954 Hand 6:12 | 12 En de Geest zeide tot mij,
955 Hand 6:30 | Saulus. ~ ~ ~ Handelingen 12 ~
956 Hand 6:42 | 12 En als hij alles overlegd
957 Hand 7:12 | 12 Als de stadhouder zag, hetgeen
958 Hand 8:12 | 12 En zij noemden Barnabas
959 Hand 9:12 | 12 En al de menigte zweeg stil,
960 Hand 10:12 | 12 En van daar naar Filippi,
961 Hand 11:12 | 12 Velen dan uit hen geloofden,
962 Hand 12:12 | 12 Maar als Gallio stadhouder
963 Hand 13:12 | 12 Alzo dat ook van zijn lijf
964 Hand 14:12 | 12 En zij brachten den knecht
965 Hand 15:12 | 12 Als wij nu dit hoorden,
966 Hand 16:12 | 12 En een zekere Ananias, een
967 Hand 17:12 | 12 En als het dag geworden
968 Hand 18:12 | 12 En zij hebben mij noch in
969 Hand 19:12 | 12 Toen antwoordde Festus,
970 Hand 20:12 | 12 Waarover ook als ik naar
971 Hand 21:12 | 12 En alzo de haven ongelegen
972 Hand 22:12 | 12 En als wij te Syrakuse aangekomen
973 Rom 1:12 | 12 Dat is, om mede vertroost
974 Rom 2:12 | 12 Want zovelen, als er zonder
975 Rom 3:12 | 12 Allen zijn zij afgeweken,
976 Rom 4:12 | 12 En een vader der besnijdenis,
977 Rom 5:12 | 12 Daarom, gelijk door een
978 Rom 6:12 | 12 Dat dan de zonde niet heerse
979 Rom 7:12 | 12 Alzo is dan de wet heilig,
980 Rom 8:12 | 12 Zo dan, broeders, wij zijn
981 Rom 9:12 | 12 Zo werd tot haar gezegd:
982 Rom 10:12 | 12 Want er is geen onderscheid,
983 Rom 11:12 | 12 En indien hun val de rijkdom
984 Rom 12 | 12 ~
985 Rom 12:12 | 12 Verblijdt u in de hoop.
986 Rom 13:12 | 12 De nacht is voorbijgegaan,
987 Rom 14:12 | 12 Zo dan een iegelijk van
988 Rom 15:12 | 12 En wederom zegt Jesaja:
989 Rom 16:12 | 12 Groet Tryfena en Tryfosa,
990 1Kor 1:12 | 12 En dit zeg ik, dat een iegelijk
991 1Kor 2:12 | 12 Doch wij hebben niet ontvangen
992 1Kor 3:12 | 12 En indien iemand op dit
993 1Kor 4:12 | 12 En arbeiden, werkende met
994 1Kor 5:12 | 12 Want wat heb ik ook die
995 1Kor 6:12 | 12 Alle dingen zijn mij geoorloofd,
996 1Kor 7:12 | 12 Maar den anderen zeg ik,
997 1Kor 8:12 | 12 Doch gijlieden, alzo tegen
998 1Kor 9:12 | 12 Indien anderen deze macht
999 1Kor 10:12 | 12 Zo dan, die meent te staan,
1000 1Kor 11:12 | 12 Want gelijkerwijs de vrouw
1-500 | 501-1000 | 1001-1116 |