Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
117 2
118 2
119 2
12 1116
120 2
121 2
122 2
Frequency    [«  »]
1149 gods
1137 11
1125 ziet
1116 12
1095 israels
1091 zijt
1089 13

Bijbel

IntraText - Concordances

12

1-500 | 501-1000 | 1001-1116

     Book Chapter: Verse
501 Psa 25:12 | 12 Mem. Wie is de man, die 502 Psa 26:12 | 12 Mijn voet staat op effen 503 Psa 27:12 | 12 Geef mij niet over in de 504 Psa 30:12 | 12 Gij hebt mij mijn weeklage 505 Psa 31:12 | 12 Vanwege al mijn wederpartijders 506 Psa 33:12 | 12 Welgelukzalig is het volk, 507 Psa 34:12 | 12 Welgelukzalig is het volk, 508 Psa 35:12 | 12 Lamed. Komt, gij, kinderen! 509 Psa 36:12 | 12 Zij vergelden mij kwaad 510 Psa 37:12 | 12 De voet der hovaardigen 511 Psa 38:12 | 12 Zain. De goddeloze bedenkt 512 Psa 39:12 | 12 Mijn liefhebbers en mijn 513 Psa 40:12 | 12 Kastijdt Gij iemand met 514 Psa 41:12 | 12 Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden 515 Psa 42:12 | 12 Hierbij weet ik, dat Gij 516 Psa 42:26 | 12 Wat buigt gij u neder, o 517 Psa 44:12 | 12 Gij geeft ons over als schapen 518 Psa 45:12 | 12 Zo zal de Koning lust hebben 519 Psa 46:12 | 12 De HEERE der heirscharen 520 Psa 48:12 | 12 Laat de berg Sion blijde 521 Psa 49:12 | 12 Hun binnenste gedachte is, 522 Psa 50:12 | 12 Zo Mij hongerde, Ik zou 523 Psa 51:12 | 12 Schep mij een rein hart, 524 Psa 55:12 | 12 Enkel verderving is binnen 525 Psa 56:12 | 12 Ik vertrouw op God, ik zal 526 Psa 57:12 | 12 Verhef U boven de hemelen, 527 Psa 58:12 | 12 En de mens zal zeggen: Immers 528 Psa 59:12 | 12 Dood hen niet, opdat mijn 529 Psa 60:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, 530 Psa 62:12 | 12 God heeft een ding gesproken, 531 Psa 63:12 | 12 Maar de koning zal zich 532 Psa 65:12 | 12 Gij kroont het jaar Uwer 533 Psa 66:12 | 12 Gij hadt den mens op ons 534 Psa 68:12 | 12 De HEERE gaf te spreken; 535 Psa 69:12 | 12 En ik heb een zak tot mijn 536 Psa 71:12 | 12 O God, wees niet verre van 537 Psa 72:12 | 12 Want hij zal den nooddruftige 538 Psa 73:12 | 12 Ziet, dezen zijn goddeloos; 539 Psa 74:12 | 12 Evenwel is God mijn Koning 540 Psa 76:12 | 12 Doet geloften en betaalt 541 Psa 77:12 | 12 Ik zal de daden des HEEREN 542 Psa 78:12 | 12 Voor hun vaderen had Hij 543 Psa 79:12 | 12 En geef onze naburen zevenvoudig 544 Psa 80:12 | 12 Hij schoot zijn ranken uit 545 Psa 81:12 | 12 Maar Mijn volk heeft Mijn 546 Psa 83:12 | 12 Maak hen en hun prinsen 547 Psa 84:12 | 12 Want God, de HEERE, is een 548 Psa 85:12 | 12 De waarheid zal uit de aarde 549 Psa 86:12 | 12 Heere, mijn God! ik zal 550 Psa 88:12 | 12 Zal Uw goedertierenheid 551 Psa 89:12 | 12 De hemel is Uwe, ook is 552 Psa 90:12 | 12 Leer ons alzo onze dagen 553 Psa 91:12 | 12 Zij zullen u op de handen 554 Psa 92:12 | 12 En mijn oog zal mijn verspieders 555 Psa 94:12 | 12 Welgelukzalig is de man, 556 Psa 96:12 | 12 Dat het veld huppele van 557 Psa 97:12 | 12 Gij rechtvaardigen! verblijdt 558 Psa 102:12 | 12 Mijn dagen zijn als een 559 Psa 103:12 | 12 Zo ver het oosten is van 560 Psa 104:12 | 12 Bij dezelve woont het gevogelte 561 Psa 105:12 | 12 Als zij weinig mensen in 562 Psa 106:12 | 12 Toen geloofden zij aan Zijn 563 Psa 107:12 | 12 Waarom Hij hun het hart 564 Psa 108:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, 565 Psa 109:12 | 12 Dat hij niemand hebbe, die 566 Psa 115:12 | 12 De HEERE is onzer gedachtig 567 Psa 116:12 | 12 Wat zal ik den HEERE vergelden 568 Psa 118:12 | 12 Zij hadden mij omringd als 569 Psa 119:12 | 12  HEERE! Gij zijt gezegend; 570 Psa 132:12 | 12 Indien uw zonen Mijn verbond 571 Psa 135:12 | 12 En Hij gaf hun land ten 572 Psa 136:12 | 12 Met een sterke hand, en 573 Psa 139:12 | 12 Ook verduistert de duisternis 574 Psa 140:12 | 12 Een man van kwade tong zal 575 Psa 143:12 | 12 En roei mijn vijanden uit, 576 Psa 144:12 | 12 Opdat onze zonen zijn als 577 Psa 145:12 | 12 Lamed. Om de mensenkinderen 578 Psa 147:12 | 12 O Jeruzalem! roem den HEERE; 579 Psa 148:12 | 12 Jongelingen en ook maagden; 580 Spre 1:12 | 12      Laat ons hen levend 581 Spre 2:12 | 12      Om u te redden van 582 Spre 3:12 | 12      Want de HEERE kastijdt 583 Spre 4:12 | 12      In uw gaan zal uw tred 584 Spre 5:12 | 12      En zegt: Hoe heb ik 585 Spre 6:12 | 12      Een Belialsmens, een 586 Spre 7:12 | 12      Nu buiten, dan op de 587 Spre 8:12 | 12      Ik, Wijsheid, woon 588 Spre 9:12 | 12      Indien gij wijs zijt, 589 Spre 10:12 | 12      Haat verwekt krakelen; 590 Spre 11:12 | 12      Die verstandeloos is, 591 Spre 12 | 12 ~ 592 Spre 12:12 | 12      De goddeloze begeert 593 Spre 13:12 | 12      De uitgestelde hoop 594 Spre 14:12 | 12      Er is een weg, die 595 Spre 15:12 | 12      De spotter zal niet 596 Spre 16:12 | 12      Het is der koningen 597 Spre 17:12 | 12      Dat een beer, die van 598 Spre 18:12 | 12      Voor de verbreking 599 Spre 19:12 | 12      Des konings gramschap 600 Spre 20:12 | 12      Een horend oor, en 601 Spre 21:12 | 12      De rechtvaardige let 602 Spre 22:12 | 12      De ogen des HEEREN 603 Spre 23:12 | 12      Begeef uw hart tot 604 Spre 24:12 | 12      Wanneer gij zegt: Ziet, 605 Spre 25:12 | 12      Een wijs bestraffer 606 Spre 26:12 | 12      Hebt gij een man gezien, 607 Spre 27:12 | 12      De kloekzinnige ziet 608 Spre 28:12 | 12      Als de rechtvaardigen 609 Spre 29:12 | 12      Een heerser, die op 610 Spre 30:12 | 12      Een geslacht, dat rein 611 Spre 31:12 | 12      Gimel. Zij doet hem 612 Pred 1:12 | 12      Ik, prediker, was koning 613 Pred 2:12 | 12      Daarna wendde ik mij, 614 Pred 3:12 | 12      Ik heb gemerkt, dat 615 Pred 4:12 | 12      En indien iemand den 616 Pred 5:12 | 12      Er is een kwaad, dat 617 Pred 6:12 | 12      Want wie weet, wat 618 Pred 7:12 | 12      Want de wijsheid is 619 Pred 8:12 | 12      Hoewel een zondaar 620 Pred 9:12 | 12      Dat ook de mens zijn 621 Pred 10:12 | 12      De woorden van een 622 Pred 12 | 12 ~ 623 Pred 12:12 | 12      En wat boven dezelve 624 Hoo 1:12 | 12      Terwijl de Koning aan 625 Hoo 2:12 | 12      De bloemen worden gezien 626 Hoo 4:12 | 12      Mijn zuster, o bruid! 627 Hoo 5:12 | 12      Zijn ogen zijn als 628 Hoo 6:12 | 12      Eer ik het wist, zette 629 Hoo 7:12 | 12      Laat ons vroeg ons 630 Hoo 8:12 | 12      Mijn wijngaard, dien 631 Jes 1:12 | 12      Wanneer gijlieden voor 632 Jes 2:12 | 12      Want de dag des HEEREN 633 Jes 3:12 | 12      De drijvers Mijns volks 634 Jes 5:12 | 12      En harpen en luiten, 635 Jes 6:12 | 12      Want de HEERE zal die 636 Jes 7:12 | 12      Doch Achaz zeide: Ik 637 Jes 8:12 | 12      Gijlieden zult niet 638 Jes 9:12 | 12      Want dit volk keert 639 Jes 10:12 | 12      Want het zal geschieden, 640 Jes 11:12 | 12      En Hij zal een banier 641 Jes 12 | 12 ~ 642 Jes 13:12 | 12      Ik zal maken, dat een 643 Jes 14:12 | 12      Hoe zijt gij uit den 644 Jes 16:12 | 12      En het zal geschieden, 645 Jes 17:12 | 12      Wee der veelheid der 646 Jes 19:12 | 12      Waar zijn nu uw wijzen? 647 Jes 21:12 | 12      De wachter zeide: De 648 Jes 22:12 | 12      En te dien dage zal 649 Jes 23:12 | 12      En Hij heeft gezegd: 650 Jes 24:12 | 12      Verwoesting is in de 651 Jes 25:12 | 12      En Hij zal de hoge 652 Jes 26:12 | 12      HEERE! Gij zult ons 653 Jes 27:12 | 12      En het zal te dien 654 Jes 28:12 | 12      Tot dewelken Hij gezegd 655 Jes 29:12 | 12      Of men geeft het boek 656 Jes 30:12 | 12      Daarom, zo zegt de 657 Jes 32:12 | 12      Men zal rouwklagen 658 Jes 33:12 | 12      En de volken zullen 659 Jes 34:12 | 12      Hun edelen (doch zij 660 Jes 36:12 | 12      Maar Rabsake zeide: 661 Jes 37:12 | 12      Hebben de goden der 662 Jes 38:12 | 12      Mijn levenstijd is 663 Jes 40:12 | 12      Wie heeft de wateren 664 Jes 41:12 | 12      Gij zult hen zoeken, 665 Jes 42:12 | 12      Laat ze den HEERE de 666 Jes 43:12 | 12      Ik heb verkondigd, 667 Jes 44:12 | 12      De ijzersmid maakt 668 Jes 45:12 | 12      Ik heb de aarde gemaakt, 669 Jes 46:12 | 12      Hoort naar Mij, gij 670 Jes 47:12 | 12      Sta nu met uw bezweringen, 671 Jes 48:12 | 12      Hoor naar Mij, o Jakob! 672 Jes 49:12 | 12      Zie, deze zullen van 673 Jes 51:12 | 12      Ik, Ik ben het, Die 674 Jes 52:12 | 12      Want gijlieden zult 675 Jes 53:12 | 12      Daarom zal Ik Hem een 676 Jes 54:12 | 12      En uw glasvensters 677 Jes 55:12 | 12      Want in blijdschap 678 Jes 56:12 | 12      Want in blijdschap 679 Jes 57:12 | 12      Komt herwaarts, zeggen 680 Jes 58:12 | 12      Ik zal uw gerechtigheid 681 Jes 59:12 | 12      En die uit u voortkomen, 682 Jes 60:12 | 12      Want onze overtredingen 683 Jes 61:12 | 12      Want het volk en het 684 Jes 63:12 | 12      En zij zullen hen noemen 685 Jes 64:12 | 12      Die den arm Zijner 686 Jes 65:12 | 12      HEERE! zoudt Gij U 687 Jes 66:12 | 12      Ik zal ulieden ook 688 Jes 67:12 | 12      Want alzo zegt de HEERE: 689 Jer 1:12 | 12      En de HEERE zeide tot 690 Jer 2:12 | 12      Ontzet u hierover, 691 Jer 3:12 | 12      Gij henen, en roep 692 Jer 4:12 | 12      Er zal Mij een wind 693 Jer 5:12 | 12      Zij verloochenen den 694 Jer 6:12 | 12      En hun huizen zullen 695 Jer 7:12 | 12      Want gaat nu henen 696 Jer 8:12 | 12      Zijn zij beschaamd, 697 Jer 9:12 | 12      Wie is de wijze man, 698 Jer 10:12 | 12      Die de aarde gemaakt 699 Jer 11:12 | 12      Dan zullen de steden 700 Jer 12 | 12 ~ 701 Jer 12:12 | 12      Op alle hoge plaatsen 702 Jer 13:12 | 12      Daarom zeg dit woord 703 Jer 14:12 | 12      Ofschoon zij vasten, 704 Jer 15:12 | 12      Zal ook enig ijzer 705 Jer 16:12 | 12      En gijlieden erger 706 Jer 17:12 | 12      Een troon der heerlijkheid, 707 Jer 18:12 | 12      Doch zij zeggen: Het 708 Jer 19:12 | 12      Zo zal Ik deze plaats 709 Jer 20:12 | 12      Gij dan, o HEERE der 710 Jer 21:12 | 12      O huis Davids! zo zegt 711 Jer 22:12 | 12      Maar in de plaats, 712 Jer 23:12 | 12      Daarom zal hun weg 713 Jer 25:12 | 12      Maar het zal geschieden, 714 Jer 26:12 | 12      Maar Jeremia sprak 715 Jer 27:12 | 12      Daarna sprak ik tot 716 Jer 28:12 | 12      Doch des HEEREN woord 717 Jer 29:12 | 12      Dan zult gij Mij aanroepen, 718 Jer 30:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: 719 Jer 31:12 | 12      Dies zullen zij komen, 720 Jer 32:12 | 12      En ik gaf den koopbrief 721 Jer 33:12 | 12      Zo zegt de HEERE der 722 Jer 34:12 | 12      Daarom geschiedde des 723 Jer 35:12 | 12      Toen geschiedde des 724 Jer 36:12 | 12      Zo ging hij af ten 725 Jer 37:12 | 12      Dat Jeremia uit Jeruzalem 726 Jer 38:12 | 12      En Ebed-melech, de 727 Jer 39:12 | 12      Neem hem, en stel uw 728 Jer 40:12 | 12      Zo keerden al de Joden 729 Jer 41:12 | 12      Zo namen zij al de 730 Jer 42:12 | 12      En Ik zal ulieden barmhartigheid 731 Jer 43:12 | 12      En Ik zal een vuur 732 Jer 44:12 | 12      En Ik zal het overblijfsel 733 Jer 46:12 | 12      De volken hebben uw 734 Jer 48:12 | 12      Daarom, ziet, de dagen 735 Jer 49:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: 736 Jer 50:12 | 12      Zo is uw moeder zeer 737 Jer 51:12 | 12      Verheft de banier op 738 Jer 52:12 | 12      Daarna, in de vijfde 739 Klaa 1:12 | 12      Lamed. Gaat het ulieden 740 Klaa 1:34 | 12      Lamed. Als zij tot 741 Klaa 1:56 | 12      Daleth. Hij heeft Zijn 742 Klaa 1:122| 12      Lamed. De koningen 743 Klaa 2:12 | 12      De vorsten zijn door 744 Eze 1:12 | 12      En zij gingen elkeen 745 Eze 3:12 | 12      Toen nam de Geest mij 746 Eze 4:12 | 12      En gij zult een gerstekoek 747 Eze 5:12 | 12      Een derde deel van 748 Eze 6:12 | 12      Die verre af is, zal 749 Eze 7:12 | 12      De tijd is gekomen, 750 Eze 8:12 | 12      Toen zeide Hij tot 751 Eze 10:12 | 12      Hun ganse lichaam nu, 752 Eze 11:12 | 12      En gij zult weten, 753 Eze 12 | 12 ~ 754 Eze 12:12 | 12      En de vorst, die in 755 Eze 13:12 | 12      Ziet, als die wand 756 Eze 14:12 | 12      Verder geschiedde des 757 Eze 16:12 | 12      Desgelijks deed Ik 758 Eze 17:12 | 12      Zeg nu tot dat wederspannig 759 Eze 18:12 | 12      Verdrukt den ellendige 760 Eze 19:12 | 12      Maar hij werd door 761 Eze 20:12 | 12      Daartoe ook gaf Ik 762 Eze 21:12 | 12      Schreeuw en huil, o 763 Eze 22:12 | 12      Zij hebben geschenken 764 Eze 23:12 | 12      Zij werd verliefd op 765 Eze 24:12 | 12      Met ijdelheden heeft 766 Eze 25:12 | 12      Alzo zegt de Heere 767 Eze 26:12 | 12      En zij zullen uw vermogen 768 Eze 27:12 | 12      Tarsis dreef koophandel 769 Eze 28:12 | 12      Mensenkind! hef een 770 Eze 29:12 | 12      Want Ik zal Egypteland 771 Eze 30:12 | 12      En Ik zal de rivieren 772 Eze 31:12 | 12      En vreemden, de tirannigste 773 Eze 32:12 | 12      Ik zal uw menigte vellen 774 Eze 33:12 | 12      Gij dan, o mensenkind! 775 Eze 34:12 | 12      Gelijk een herder zijn 776 Eze 35:12 | 12      En gij zult weten, 777 Eze 36:12 | 12      En Ik zal mensen op 778 Eze 37:12 | 12      Daarom, profeteer en 779 Eze 38:12 | 12      Om buit te buiten, 780 Eze 39:12 | 12      Het huis Israels nu 781 Eze 40:12 | 12      En er was een ruim 782 Eze 41:12 | 12      Voorts van het gebouw, 783 Eze 42:12 | 12      En gelijk de deuren 784 Eze 43:12 | 12      Dit is de wet van het 785 Eze 44:12 | 12      Omdat zij henlieden 786 Eze 45:12 | 12      En de sikkel zal zijn 787 Eze 46:12 | 12      En als de vorst een 788 Eze 47:12 | 12      Aan de beek nu, aan 789 Eze 48:12 | 12      En het geofferde van 790 Dan 1:12 | 12      Beproef toch uw knechten 791 Dan 2:12 | 12      Daarom werd de koning 792 Dan 3:12 | 12      Er zijn Joodse mannen, 793 Dan 4:12 | 12      Zijn loof was schoon, 794 Dan 5:12 | 12      Omdat een voortreffelijke 795 Dan 6:12 | 12      Toen kwamen die mannen 796 Dan 7:12 | 12      Aangaande ook de overige 797 Dan 8:12 | 12      En het heir werd in 798 Dan 9:12 | 12      En Hij heeft Zijn woorden 799 Dan 10:12 | 12      Toen zeide Hij tot 800 Dan 11:12 | 12      Als die menigte zal 801 Dan 12 | 12 ~ 802 Dan 12:12 | 12      Welgelukzalig is hij, 803 Hos 1:12 | 12      Zegt tot uw broederen: 804 Hos 2:12 | 12      En Ik zal over haar 805 Hos 4:12 | 12      Mijn volk vraagt zijn 806 Hos 5:12 | 12      Daarom zal Ik Efraim 807 Hos 7:12 | 12      Wanneer zij zullen 808 Hos 8:12 | 12      Ik schrijf hem de voortreffelijkheden 809 Hos 9:12 | 12      Ofschoon zij hun kinderen 810 Hos 10:12 | 12      Zaait u tot gerechtigheid, 811 Hos 12 | 12 ~ 812 Hos 12:12 | 12      Zekerlijk is Gilead 813 Hos 13:12 | 12      Efraims ongerechtigheid 814 Joe 1:12 | 12      De wijnstok is verdord, 815 Joe 2:12 | 12      Nu dan ook, spreekt 816 Joe 3:12 | 12      De heidenen zullen 817 Amos 1:12 | 12      Daarom zal Ik een vuur 818 Amos 2:12 | 12      Maar gijlieden hebt 819 Amos 3:12 | 12      Alzo zegt de HEERE: 820 Amos 4:12 | 12      Daarom zal Ik u alzo 821 Amos 5:12 | 12      Want Ik weet, dat uw 822 Amos 6:12 | 12      Zullen ook paarden 823 Amos 7:12 | 12      Daarna zeide Amazia 824 Amos 8:12 | 12      En zij zullen zwerven 825 Amos 9:12 | 12      Opdat zij erfelijk 826 Oba 1:12 | 12      Toen zoudt gij niet 827 Jona 1:12 | 12      En hij zeide tot hen: 828 Mic 1:12 | 12      Want de inwoneres van 829 Mic 2:12 | 12      Voorzeker zal Ik u, 830 Mic 3:12 | 12      Daarom, om uwentwil, 831 Mic 4:12 | 12      Maar zij weten de gedachten 832 Mic 5:12 | 12      En Ik zal uw gesneden 833 Mic 6:12 | 12      Dewijl haar rijke lieden 834 Mic 7:12 | 12      Te dien dage zal het 835 Nah 1:12 | 12      Alzo zegt de HEERE: 836 Nah 2:12 | 12      De leeuw, die genoeg 837 Nah 3:12 | 12      Al uw vastigheden zijn 838 Zep 1:12 | 12      En het zal geschieden 839 Zep 2:12 | 12      Ook gij, Moren! zult 840 Zep 3:12 | 12      Maar Ik zal in het 841 Zac 1:12 | 12      Toen antwoordde den 842 Zac 2:12 | 12      Dan zal de HEERE Juda 843 Zac 4:12 | 12      En andermaal antwoordende, 844 Zac 6:12 | 12      En spreek tot hem, 845 Zac 7:12 | 12      En zij maakten hun 846 Zac 8:12 | 12      Want het zaad zal voorspoedig 847 Zac 9:12 | 12      Keert gijlieden weder 848 Zac 10:12 | 12      En Ik zal hen sterken 849 Zac 11:12 | 12      Want ik had tot henlieden 850 Zac 12 | 12 ~ 851 Zac 12:12 | 12      En het land zal rouwklagen, 852 Zac 14:12 | 12      En dit zal de plage 853 Mal 1:12 | 12      Maar gij ontheiligt 854 Mal 2:12 | 12      De HEERE zal den man, 855 Mal 3:12 | 12      En alle heidenen zullen 856 Matt 1:12 | 12 En na de Babylonische overvoering 857 Matt 2:12 | 12 En door Goddelijke openbaring 858 Matt 2:35 | 12 Wiens wan in Zijn hand is, 859 Matt 4:12 | 12 Als nu Jezus gehoord had, 860 Matt 5:12 | 12 Verblijdt en verheugt u; 861 Matt 6:12 | 12 En vergeef ons onze schulden, 862 Matt 7:12 | 12 Alle dingen dan, die gij 863 Matt 8:12 | 12 En de kinderen des Koninkrijks 864 Matt 9:12 | 12 Maar Jezus, zulks horende, 865 Matt 10:12 | 12 En als gij in het huis gaat, 866 Matt 11:12 | 12 En van de dagen van Johannes 867 Matt 12 | 12 ~ 868 Matt 12:12 | 12 Hoe veel gaat nu een mens 869 Matt 13:12 | 12 Want wie heeft, dien zal 870 Matt 14:12 | 12 En zijn discipelen kwamen, 871 Matt 15:12 | 12 Toen kwamen Zijn discipelen 872 Matt 16:12 | 12 Toen verstonden zij, dat 873 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias 874 Matt 18:12 | 12 Wat dunkt u, indien enig 875 Matt 19:12 | 12 Want er zijn gesnedenen, 876 Matt 20:12 | 12 Zeggende: Deze laatsten 877 Matt 21:12 | 12 En Jezus ging in den tempel 878 Matt 22:12 | 12 En zeide tot hem: Vriend! 879 Matt 23:12 | 12 En wie zichzelven verhogen 880 Matt 24:12 | 12 En omdat de ongerechtigheid 881 Matt 25:12 | 12 En hij, antwoordende, zeide: 882 Matt 26:12 | 12 Want als zij deze zalf op 883 Matt 27:12 | 12 En als Hij van de overpriesters 884 Matt 28:12 | 12 En zij vergaderd zijnde 885 Mark 1:12 | 12 En terstond dreef Hem de 886 Mark 2:12 | 12 En terstond stond hij op, 887 Mark 3:12 | 12 En Hij gebood hun scherpelijk 888 Mark 4:12 | 12 Opdat zij ziende zien, en 889 Mark 5:12 | 12 En al de duivelen baden 890 Mark 6:12 | 12 En uitgegaan zijnde, predikten 891 Mark 7:12 | 12 En gij laat hem niet meer 892 Mark 8:12 | 12 En Hij, zwaarlijk zuchtende 893 Mark 9:12 | 12 En Hij, antwoordende, zeide 894 Mark 10:12 | 12 En indien een vrouw haar 895 Mark 11:12 | 12 En des anderen daags, als 896 Mark 12 | 12 ~ 897 Mark 12:12 | 12 En zij zochten Hem te vangen, 898 Mark 13:12 | 12 En de ene broeder zal den 899 Mark 14:12 | 12 En op den eersten dag der 900 Mark 15:12 | 12 En Pilatus, antwoordende, 901 Mark 16:12 | 12 En na dezen is Hij geopenbaard 902 Luk 1:12 | 12 En Zacharias, hem ziende, 903 Luk 2:12 | 12 En dit zal u het teken zijn: 904 Luk 3:12 | 12 En er kwamen ook tollenaars 905 Luk 4:12 | 12 En Jezus, antwoordende, 906 Luk 5:12 | 12 En het geschiedde, als Hij 907 Luk 6:12 | 12 En het geschiedde in die 908 Luk 7:12 | 12 En als Hij de poort der 909 Luk 8:12 | 12 En die bij den weg bezaaid 910 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen; 911 Luk 10:12 | 12 En Ik zeg u, dat het dien 912 Luk 11:12 | 12 Of zo hij ook om een ei 913 Luk 12 | 12 ~ 914 Luk 12:12 | 12 Want de Heilige Geest zal 915 Luk 13:12 | 12 En Jezus, haar ziende, riep 916 Luk 14:12 | 12 En Hij zeide ook tot dengene, 917 Luk 15:12 | 12 En de jongste van hen zeide 918 Luk 16:12 | 12 En zo gij in eens anders 919 Luk 17:12 | 12 En als Hij in een zeker 920 Luk 18:12 | 12 Ik vast tweemaal per week; 921 Luk 19:12 | 12 Hij zeide dan: Een zeker 922 Luk 20:12 | 12 En wederom zond hij nog 923 Luk 21:12 | 12 Maar voor dit alles, zullen 924 Luk 22:12 | 12 En hij zal u een grote toegeruste 925 Luk 23:12 | 12 En op denzelfde dag werden 926 Luk 24:12 | 12 Doch Petrus opstaande, liep 927 Joha 1:12 | 12 Maar zovelen Hem aangenomen 928 Joha 2:12 | 12 Daarna ging Hij af naar 929 Joha 3:12 | 12 Indien Ik ulieden de aardse 930 Joha 4:12 | 12 Zijt Gij meerder dan onze 931 Joha 5:12 | 12 Zij vraagden hem dan: Wie 932 Joha 6:12 | 12 En als zij verzadigd waren, 933 Joha 7:12 | 12 En er was veel gemurmels 934 Joha 8:12 | 12 Jezus dan sprak wederom 935 Joha 9:12 | 12 Zij dan zeiden tot hem: 936 Joha 10:12 | 12 Maar de huurling, en die 937 Joha 11:12 | 12 Zijn discipelen dan zeiden: 938 Joha 12 | 12 ~ 939 Joha 12:12 | 12 Des anderen daags, een grote 940 Joha 13:12 | 12 Als Hij dan hun voeten gewassen, 941 Joha 14:12 | 12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik 942 Joha 15:12 | 12 Dit is Mijn gebod, dat gij 943 Joha 16:12 | 12 Nog vele dingen heb Ik u 944 Joha 17:12 | 12 Toen Ik met hen in de wereld 945 Joha 18:12 | 12 De bende dan, en de overste 946 Joha 19:12 | 12 Van toen af zocht Pilatus 947 Joha 20:12 | 12 En zag twee engelen in witte 948 Joha 21:12 | 12 Jezus zeide tot hen: Komt 949 Hand 1:12 | 12 Toen keerden zij wederom 950 Hand 2:12 | 12 En zij ontzetten zich allen, 951 Hand 3:12 | 12 En Petrus, dat ziende, antwoordde 952 Hand 4:12 | 12 En de zaligheid is in geen 953 Hand 5:12 | 12 In hetwelk waren al de viervoetige 954 Hand 6:12 | 12 En de Geest zeide tot mij, 955 Hand 6:30 | Saulus. ~  ~  ~ Handelingen 12 ~ 956 Hand 6:42 | 12 En als hij alles overlegd 957 Hand 7:12 | 12 Als de stadhouder zag, hetgeen 958 Hand 8:12 | 12 En zij noemden Barnabas 959 Hand 9:12 | 12 En al de menigte zweeg stil, 960 Hand 10:12 | 12 En van daar naar Filippi, 961 Hand 11:12 | 12 Velen dan uit hen geloofden, 962 Hand 12:12 | 12 Maar als Gallio stadhouder 963 Hand 13:12 | 12 Alzo dat ook van zijn lijf 964 Hand 14:12 | 12 En zij brachten den knecht 965 Hand 15:12 | 12 Als wij nu dit hoorden, 966 Hand 16:12 | 12 En een zekere Ananias, een 967 Hand 17:12 | 12 En als het dag geworden 968 Hand 18:12 | 12 En zij hebben mij noch in 969 Hand 19:12 | 12 Toen antwoordde Festus, 970 Hand 20:12 | 12 Waarover ook als ik naar 971 Hand 21:12 | 12 En alzo de haven ongelegen 972 Hand 22:12 | 12 En als wij te Syrakuse aangekomen 973 Rom 1:12 | 12 Dat is, om mede vertroost 974 Rom 2:12 | 12 Want zovelen, als er zonder 975 Rom 3:12 | 12 Allen zijn zij afgeweken, 976 Rom 4:12 | 12 En een vader der besnijdenis, 977 Rom 5:12 | 12 Daarom, gelijk door een 978 Rom 6:12 | 12 Dat dan de zonde niet heerse 979 Rom 7:12 | 12 Alzo is dan de wet heilig, 980 Rom 8:12 | 12 Zo dan, broeders, wij zijn 981 Rom 9:12 | 12 Zo werd tot haar gezegd: 982 Rom 10:12 | 12 Want er is geen onderscheid, 983 Rom 11:12 | 12 En indien hun val de rijkdom 984 Rom 12 | 12 ~ 985 Rom 12:12 | 12 Verblijdt u in de hoop. 986 Rom 13:12 | 12 De nacht is voorbijgegaan, 987 Rom 14:12 | 12 Zo dan een iegelijk van 988 Rom 15:12 | 12 En wederom zegt Jesaja: 989 Rom 16:12 | 12 Groet Tryfena en Tryfosa, 990 1Kor 1:12 | 12 En dit zeg ik, dat een iegelijk 991 1Kor 2:12 | 12 Doch wij hebben niet ontvangen 992 1Kor 3:12 | 12 En indien iemand op dit 993 1Kor 4:12 | 12 En arbeiden, werkende met 994 1Kor 5:12 | 12 Want wat heb ik ook die 995 1Kor 6:12 | 12 Alle dingen zijn mij geoorloofd, 996 1Kor 7:12 | 12 Maar den anderen zeg ik, 997 1Kor 8:12 | 12 Doch gijlieden, alzo tegen 998 1Kor 9:12 | 12 Indien anderen deze macht 999 1Kor 10:12 | 12 Zo dan, die meent te staan, 1000 1Kor 11:12 | 12 Want gelijkerwijs de vrouw


1-500 | 501-1000 | 1001-1116

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License