1-500 | 501-1000 | 1001-1091
Book Chapter: Verse
1001 1The 2:10| 10 Gij zijt getuigen, en God, hoe heilig,
1002 1The 2:14| 14 Want gij, broeders, zijt navolgers geworden der Gemeenten
1003 1The 2:19| blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen
1004 1The 2:20| 20 Want gij zijt onze heerlijkheid en blijdschap. ~ ~
1005 1The 4:9 | schrijve; want gijzelven zijt van God geleerd om elkander
1006 1The 4:13| niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen
1007 1The 4:13| opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen,
1008 1The 5:4 | Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat
1009 1The 5:5 | 5 Gij zijt allen kinderen des lichts,
1010 1The 5:13| liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. ~
1011 1The 5:14| ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen. ~
1012 2The 2:13| die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne
1013 1Tim 4:12| verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen
1014 1Tim 6:12| hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis
1015 File 1:19| uzelven mij daartoe schuldig zijt. ~
1016 Heb 1:5 | heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb ik
1017 Heb 1:12 | veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen
1018 Heb 3:1 | hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en
1019 Heb 5:5 | Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik
1020 Heb 5:6 | andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid,
1021 Heb 5:11 | traag om te horen geworden zijt. ~
1022 Heb 5:12 | der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van
1023 Heb 6:12 | traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof
1024 Heb 7:17 | 17 Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid
1025 Heb 7:21 | zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der eeuwigheid
1026 Heb 10:32 | dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd
1027 Heb 10:33 | een schouwspel geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap
1028 Heb 12:8 | indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig
1029 Heb 12:8 | deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet
1030 Heb 12:18 | 18 Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken
1031 Heb 12:22 | 22 Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion,
1032 Heb 13:5 | zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige;
1033 Heb 13:17 | 17 Zijt uw voorgangeren gehoorzaam,
1034 Heb 13:17 | voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij
1035 Jako 1:22| 22 En zijt daders des Woords, en niet
1036 Jako 2:4 | onderscheid gemaakt, en zijt rechters geworden van kwade
1037 Jako 2:11| doen, maar zult doden, zo zijt gij een overtreder der wet
1038 Jako 3:1 | 1 Zijt niet vele meesters, mijn
1039 Jako 4:11| gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet,
1040 Jako 4:12| kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een anderen oordeelt? ~
1041 Jako 5:7 | 7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders,
1042 1Pet 1:16| Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig. ~
1043 1Pet 1:18| zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling,
1044 1Pet 1:23| 23 Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk,
1045 1Pet 2:2 | nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke
1046 1Pet 2:9 | 9 Maar gij zijt een uitverkoren geslacht,
1047 1Pet 2:10| waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd
1048 1Pet 2:10| waart, maar nu ontfermd zijt geworden. ~
1049 1Pet 2:13| 13 Zijt dan alle menselijke ordening
1050 1Pet 2:18| 18 Gij huisknechten, zijt met alle vreze onderdanig
1051 1Pet 2:21| 21 Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook
1052 1Pet 2:24| Wiens striemen gij genezen zijt. ~
1053 1Pet 2:25| dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder
1054 1Pet 3:1 | Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig;
1055 1Pet 3:6 | welker dochters gij geworden zijt, als gij weldoet, en niet
1056 1Pet 3:7 | genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd
1057 1Pet 3:8 | 8 En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend,
1058 1Pet 3:9 | dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt
1059 1Pet 3:13| zal, indien gij navolgers zijt van het goede? ~
1060 1Pet 3:14| der gerechtigheid wil, zo zijt gij zalig; en vreest niet
1061 1Pet 3:15| Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording
1062 1Pet 4:7 | einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt
1063 1Pet 4:9 | 9 Zijt herbergzaam jegens elkander,
1064 1Pet 4:14| den Naam van Christus, zo zijt gij zalig; want de Geest
1065 1Pet 5:5 | 5 Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en
1066 1Pet 5:5 | den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig;
1067 1Pet 5:5 | allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed;
1068 1Pet 5:8 | 8 Zijt nuchteren, en waakt; want
1069 1Pet 5:14| allen, die in Christus Jezus zijt. Amen. ~
1070 2Pet 1:4 | worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld
1071 2Pet 1:12| tegenwoordige waarheid versterkt zijt. ~
1072 2Pet 3:2 | 2 Opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van
1073 1Joh 2:14| geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods
1074 1Joh 4:4 | 4 Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen;
1075 2Joh 1:10| huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet. ~
1076 2Joh 1:11| 11 Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap
1077 3Joh 1:2 | dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. ~
1078 Open 2:3 | Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden. ~
1079 Open 2:5 | waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de
1080 Open 2:9 | verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen,
1081 Open 2:10| verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en
1082 Open 3:1 | hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood. ~
1083 Open 3:2 | 2 Zijt wakende, en versterk het
1084 Open 3:15| werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij
1085 Open 3:16| 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet,
1086 Open 3:17| en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk,
1087 Open 4:11| 11 Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de
1088 Open 5:9 | nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen,
1089 Open 5:9 | zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode
1090 Open 15:4 | verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle
1091 Open 16:5 | der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die
1-500 | 501-1000 | 1001-1091 |