Book Chapter: Verse

1001 Efez   1:13 |                     13 In Welken ook gij zijt,
1002 Efez   2:13 |                     13 Maar nu in Christus Jezus,
1003 Efez   3:13 |                     13 Daarom bid ik, dat gij niet
1004 Efez   4:13 |                     13 Totdat wij allen zullen
1005 Efez   5:13 |                     13 Maar al deze dingen, van
1006 Efez   6:13 |                     13 Daarom neemt aan de gehele
1007 Fili   1:13 |                     13 Alzo dat mijn banden in
1008 Fili   2:13 |                     13 Want het is God, Die in
1009 Fili   3:13 |                     13 Broeders, ik acht niet,
1010 Fili   4:13 |                     13 Ik vermag alle dingen door
1011 Kol   1:13  |                     13 Die ons getrokken heeft
1012 Kol   2:13  |                     13 En Hij heeft u, als gij
1013 Kol   3:13  |                     13 Verdragende elkander, en
1014 Kol   4:13  |                     13 Want ik geef hem getuigenis,
1015 1The   2:13 |                     13 Daarom danken wij ook God
1016 1The   3:13 |                     13 Opdat Hij uw harten versterke,
1017 1The   4:13 |                     13 Doch, broeders, ik wil niet,
1018 1The   5:13 |                     13 En acht hen zeer veel in
1019 2The   2:13 |                     13 Maar wij zijn schuldig altijd
1020 2The   3:13 |                     13 En gij, broeders, vertraagt
1021 1Tim   1:13 |                     13 Die te voren een gods lasteraar
1022 1Tim   2:13 |                     13 Want Adam is eerst gemaakt,
1023 1Tim   3:13 |                     13 Want die wel gediend hebben,
1024 1Tim   4:13 |                     13 Houd aan in het lezen, in
1025 1Tim   5:13 |                     13 En meteen ook leren zij
1026 1Tim   6:13 |                     13 Ik beveel u voor God, Die
1027 2Tim   1:13 |                     13 Houd het voorbeeld der gezonde
1028 2Tim   2:13 |                     13 Indien wij ontrouw zijn,
1029 2Tim   3:13 |                     13 Doch de boze mensen en bedriegers
1030 2Tim   4:13 |                     13 Breng den reismantel mede,
1031 2Tim   5:13 |                     13 Deze getuigenis is waar.
1032 Tit   1:13  |                     13 Deze getuigenis is waar.
1033 Tit   2:13  |                     13 Verwachtende de zalige hoop
1034 Tit   3:13  |                     13 Geleid Zenas, den wetgeleerde,
1035 File   1:13 |                     13 Denwelken ik wel had willen
1036 Heb   1:13  |                     13 En tot welken der engelen
1037 Heb   2:13  |                     13 En wederom: Ik zal Mijn
1038 Heb   3:13  |                     13 Maar vermaant elkander te
1039 Heb   4:13  |                     13 En er is geen schepsel onzichtbaar
1040 Heb   5:13  |                     13 Want een iegelijk, die der
1041 Heb   6:13  |                     13 Want als God aan Abraham
1042 Heb   7:13  |                     13 Want Hij, op Wien deze dingen
1043 Heb   8:13  |                     13 Als Hij zegt: Een nieuw
1044 Heb   9:13  |                     13 Want indien het bloed der
1045 Heb  10:13  |                     13 Voorts verwachtende, totdat
1046 Heb  11:13  |                     13 Deze allen zijn in het geloof
1047 Heb  12:13  |                     13 En maakt rechte paden voor
1048 Heb  13     |                     13 ~
1049 Heb  13:13  |                     13 Zo laat ons dan tot Hem
1050 Jako   1:13 |                     13 Niemand, als hij verzocht
1051 Jako   2:13 |                     13 Want een onbarmhartig oordeel
1052 Jako   3:13 |                     13 Wie is wijs en verstandig
1053 Jako   4:13 |                     13 Welaan nu gij, die daar
1054 Jako   5:13 |                     13 Is iemand onder u in lijden?
1055 1Pet   1:13 |                     13 Daarom opschortende de lenden
1056 1Pet   2:13 |                     13 Zijt dan alle menselijke
1057 1Pet   3:13 |                     13 En wie is het, die u kwaad
1058 1Pet   4:13 |                     13 Maar gelijk gij gemeenschap
1059 1Pet   5:13 |                     13 U groet de medeuitverkorene
1060 2Pet   1:13 |                     13 En ik acht het recht te
1061 2Pet   2:13 |                     13 En zullen verkrijgen het
1062 2Pet   3:13 |                     13 Maar wij verwachten, naar
1063 1Joh   2:13 |                     13 Ik schrijf u, vaders! want
1064 1Joh   3:13 |                     13 Verwondert u niet, mijn
1065 1Joh   4:13 |                     13 Hieraan kennen wij, dat
1066 1Joh   5:13 |                     13 Deze dingen heb ik u geschreven,
1067 2Joh   1:13 |                     13 U groeten de kinderen van
1068 3Joh   1:13 |                     13 Ik had veel te schrijven,
1069 Jud   1:13  |                     13 Wilde baren der zee, hun
1070 Open   1:13 |                     13 En in het midden van de
1071 Open   2:13 |                     13 Ik weet uw werken, en waar
1072 Open   3:13 |                     13 Die oren heeft, die hore
1073 Open   5:13 |                     13 En alle schepsel, dat in
1074 Open   6:13 |                     13 En de sterren des hemels
1075 Open   7:13 |                     13 En een uit de ouderlingen
1076 Open   8:13 |                     13 En ik zag, en ik hoorde
1077 Open   9:13 |                     13 En de zesde engel heeft
1078 Open  11:13 |                     13 En in diezelfde ure geschiedde
1079 Open  12:13 |                     13 En toen de draak zag, dat
1080 Open  13    |                     13 ~
1081 Open  13:13 |                     13 En het doet grote tekenen,
1082 Open  14:13 |                     13 En ik hoorde een stem uit
1083 Open  16:13 |                     13 En ik zag uit den mond des
1084 Open  17:13 |                     13 Dezen hebben enerlei mening,
1085 Open  18:13 |                     13 En kaneel, en reukwerk,
1086 Open  19:13 |                     13 En Hij was bekleed met een
1087 Open  20:13 |                     13 En de zee gaf de doden,
1088 Open  21:13 |                     13 Van het oosten waren drie
1089 Open  22:13 |                     13 Ik ben de Alfa, en de Omega,