1-500 | 501-1000 | 1001-1083
Book Chapter: Verse
501 Job 3:16 | 16 Of als een verborgene misdracht,
502 Job 6:2 | 2 Och, of mijn verdriet recht gewogen
503 Job 6:8 | 8 Och, of mijn begeerte kwame, en
504 Job 6:11 | kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat
505 Job 6:14 | weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen
506 Job 6:23 | 23 Of bevrijdt mij van de hand
507 Job 6:28 | ulieder aangezicht zijn, of ik liege. ~
508 Job 7:12 | 12 Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten
509 Job 11:5 | 5 Maar gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen
510 Job 11:10 | voorbijgaat, opdat Hij overlevere of vergadere, wie zal dan Hem
511 Job 12:8 | 8 Of spreek tot de aarde, en
512 Job 13:5 | 5 Och, of gij gans stilzweegt! Dat
513 Job 13:22 | dan, en ik zal antwoorden; of ik zal spreken, en geef
514 Job 14:13 | 13 Och, of Gij mij in het graf verstaakt,
515 Job 14:21 | eer, en hij weet het niet; of zij worden klein, en hij
516 Job 15:7 | eerste een mens geboren? Of zijt gij voor de heuvelen
517 Job 16:3 | aan de winderige woorden? Of wat stijft u, dat gij alzo
518 Job 19:23 | 23 Och, of nu mijn woorden toch opgeschreven
519 Job 19:23 | opgeschreven wierden. Och, of zij in een boek ook wierden
520 Job 21:4 | klacht tot den mens? Doch of het zo ware, waarom zou
521 Job 22:3 | dat gij rechtvaardig zijt; of gewin, dat gij uw wegen
522 Job 22:11 | 11 Of gij ziet de duisternis niet,
523 Job 23:3 | 3 Och, of ik wist, dat ik Hem vinden
524 Job 23:8 | voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem
525 Job 28:17 | 17 Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk
526 Job 29:2 | 2 Och, of ik ware, gelijk in de vorige
527 Job 31:2 | het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen
528 Job 31:9 | is geweest tot een vrouw, of ik aan mijns naasten deur
529 Job 31:13 | het recht mijns knechts, of mijner dienstmaagd, als
530 Job 31:16 | begeerte onthouden heb, of de ogen der weduwe laten
531 Job 31:24 | tot mijn hoop gezet heb, of tot het fijn goud gezegd
532 Job 31:26 | heb, wanneer het scheen, of de maan heerlijk voortgaande; ~
533 Job 31:31 | niet hebben gezegd: Och, of wij van zijn vlees hadden,
534 Job 31:35 | 35 Och, of ik een hadde, die mij hoorde!
535 Job 33:14 | 14 Maar God spreekt eens of tweemaal; doch men let niet
536 Job 33:29 | alles werkt God tweemaal of driemaal met een man; ~
537 Job 35:7 | zijt, wat geeft gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw
538 Job 36:19 | benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen van
539 Job 36:23 | Hem gesteld over Zijn weg? Of wie heeft gezegd: Gij hebt
540 Job 36:46 | dat Hij die tot een roede, of tot Zijn land, of tot weldadigheid
541 Job 36:46 | roede, of tot Zijn land, of tot weldadigheid beschikt. ~
542 Job 37:5 | gezet, want gij weet het; of wie heeft over haar een
543 Job 37:6 | grondvesten nedergezonken, of wie heeft haar hoeksteen
544 Job 37:8 | 8 Of wie heeft de zee met deuren
545 Job 37:28 | Heeft de regen een vader, of wie baart de druppelen des
546 Job 37:31 | het Zevengesternte binden, of de strengen des Orions losmaken? ~
547 Job 37:33 | verordeningen des hemels, of kunt gij deszelfs heerschappij
548 Job 37:36 | in het binnenste gezet? Of wie heeft den zin het verstand
549 Job 38:1 | ouden leeuw roof jagen, of de graagheid der jonge leeuwen
550 Job 38:16 | verheugelijke vleugelen der pauwen? Of de vederen des ooievaars,
551 Job 38:38 | maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet
552 Job 39:20 | Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord,
553 Job 39:21 | bieze in den neus leggen, of met een doorn zijn kaak
554 Job 39:24 | gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor
555 Job 39:26 | zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn
556 Psa 14:2 | mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware,
557 Psa 50:13 | Zou Ik stierenvlees eten, of bokkenbloed drinken? ~
558 Psa 53:3 | mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware,
559 Psa 69:32 | aangenamer zijn dan een os, of een gehoornde var, die de
560 Psa 81:9 | onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet! ~
561 Psa 88:11 | wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen opstaan,
562 Psa 90:10 | daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn,
563 Psa 119:72 | dan duizenden van goud of zilver. ~
564 Psa 120:3 | bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen? ~
565 Psa 139:8 | ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel,
566 Psa 139:24 | 24 En zie, of bij mij een schadelijke
567 Psa 141:7 | den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets
568 Spre 4:27 | Wijk niet ter rechter hand of ter linkerhand, wend uw
569 Spre 19:26 | Wie de vader verwoest, of de moeder verjaagt, is een
570 Spre 20:11 | handelingen zich bekend maken, of zijn werk zuiver, en of
571 Spre 20:11 | of zijn werk zuiver, en of het recht zal wezen. ~
572 Spre 20:20 | 20 Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens
573 Spre 27:24 | niet tot in eeuwigheid; of zal de kroon van geslacht
574 Spre 28:24 | 24 Wie zijn vader of zijn moeder berooft, en
575 Spre 29:9 | hetzij dat hij beroerd is of lacht, zo is er toch geen
576 Spre 30:8 | doe verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed
577 Spre 30:9 | zegge: Wie is de HEERE? of dat ik, verarmd zijnde,
578 Spre 30:17 | oog, dat den vader bespot, of de gehoorzaamheid der moeder
579 Spre 30:31 | windhond van goede lenden, of een bok; en een koning,
580 Pred 2:19 | 19 Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas?
581 Pred 2:19 | weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen
582 Pred 2:25 | Want wie zou er van eten, of wie zou zich daartoe haasten,
583 Pred 5:11 | is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid
584 Pred 5:13 | 13 Of de rijkdom zelf vergaat
585 Pred 8:16 | dat men ook, des daags of des nachts, den slaap niet
586 Pred 11:3 | de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden
587 Pred 11:5 | welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn
588 Pred 11:6 | niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide
589 Pred 11:6 | recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te
590 Pred 11:6 | wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed
591 Pred 12:14 | verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad. ~
592 Hoo 2:7 | Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds
593 Hoo 2:9 | Liefste is gelijk een ree, of een welp der herten; ziet,
594 Hoo 2:17 | wordt Gij gelijk een ree, of een welp der herten, op
595 Hoo 3:5 | Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden des velds
596 Hoo 6:11 | vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de
597 Hoo 7:12 | wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge
598 Hoo 8:14 | wees Gij gelijk een ree, of gelijk een welp der herten
599 Jes 7:11 | eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. ~
600 Jes 8:4 | kunnen roepen: Mijn vader! of, mijn moeder! zal men den
601 Jes 10:14 | die een vleugel verroerde, of den bek opendeed, of piepte. ~
602 Jes 10:14 | verroerde, of den bek opendeed, of piepte. ~
603 Jes 17:6 | afschudding eens olijfbooms, twee of drie bezien in den top der
604 Jes 17:6 | opperste twijg, en vier of vijf aan zijn vruchtbare
605 Jes 19:12 | zij u nu te kennen geven of vernemen, wat de HEERE der
606 Jes 19:15 | Egyptenaren, hetwelk het hoofd of de staart, de tak of de
607 Jes 19:15 | hoofd of de staart, de tak of de bieze doen mag. ~
608 Jes 22:16 | Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat
609 Jes 27:5 | 5 Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen,
610 Jes 28:25 | wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste
611 Jes 28:25 | er van de beste tarwe in, of uitgelezen gerst, of
612 Jes 28:25 | in, of uitgelezen gerst, of spelt, elk aan zijn
613 Jes 29:8 | zo is zijn ziel ledig; of, gelijk als wanneer een
614 Jes 29:12 | 12 Of men geeft het boek aan een,
615 Jes 30:14 | uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit
616 Jes 30:21 | afwijken ter rechterhand of ter linkerhand. ~
617 Jes 34:10 | Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust
618 Jes 38:14 | 14 Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik;
619 Jes 40:18 | zult gij God vergelijken, of wat gelijkenis zult gij
620 Jes 41:22 | einde daarvan weten; of doet ons de toekomende dingen
621 Jes 41:26 | dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen
622 Jes 42:20 | maar gij bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet,
623 Jes 43:9 | hen zal dit verkondigen? Of laat hen ons doen horen
624 Jes 44:14 | neemt hij een cypressenboom of een eik, en hij versterkt
625 Jes 45:9 | formeerder zeggen: Wat maakt gij? of zal uw werk zeggen: Hij
626 Jes 47:12 | gearbeid hebt van uw jeugd af; of gij misschien voordeel kondet
627 Jes 47:12 | misschien voordeel kondet doen, of gij misschien u kondet
628 Jes 48:5 | heeft die dingen gedaan, of mijn gesneden beeld,
629 Jes 48:5 | mijn gesneden beeld, of mijn gegoten beeld heeft
630 Jes 49:24 | vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen eens
631 Jes 50:1 | Ik haar weggezonden heb? Of wie is er van Mijn schuldeisers,
632 Jes 50:2 | zij niet verlossen kan, of is er in Mij geen kracht
633 Jes 58:11 | wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt
634 Jes 61:11 | openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten
635 Jer 2:10 | merkt er wel op; en ziet, of diesgelijks geschied zij? ~
636 Jer 2:14 | Is dan Israel een knecht, of is hij een ingeborene des
637 Jer 2:28 | gemaakt hebt? Laat ze opstaan, of zij u ten tijde uws kwaads
638 Jer 2:31 | Israel een woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid?
639 Jer 2:32 | jonkvrouw haar versiersel, of een bruid haar bindselen?
640 Jer 5:1 | en zoekt op haar straten, of gij iemand vindt, of er
641 Jer 5:1 | straten, of gij iemand vindt, of er een is, die recht doet,
642 Jer 5:2 | 2 En of zij al zeggen: Zo waarachtig
643 Jer 5:9 | doen? spreekt de HEERE. Of zou Mijn ziel zich niet
644 Jer 7:22 | van zaken des brandoffers of slachtoffers. ~
645 Jer 13:23 | Moorman zijn huid veranderen? of een luipaard zijn vlekken?
646 Jer 14:22 | heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven?
647 Jer 15:5 | verschonen, o Jeruzalem? of wie zou medelijden met u
648 Jer 15:5 | medelijden met u hebben, of wie zou aftreden, om u naar
649 Jer 15:12 | het ijzer van het noorden of koper verbreken? ~
650 Jer 16:7 | troostbeker, over iemands vader of over iemands moeder. ~
651 Jer 19:6 | genoemd worden het Tofeth, of dat des zoons van Hinnom,
652 Jer 20:17 | heeft van de baarmoeder af! Of mijn moeder mijn graf geweest
653 Jer 20:17 | moeder mijn graf geweest is, of haar baarmoeder als van
654 Jer 21:9 | sterven door het zwaard, of door den honger, of door
655 Jer 21:9 | zwaard, of door den honger, of door de pestilentie; maar
656 Jer 21:13 | Wie zou tegen ons afkomen, of wie zou komen in onze woningen? ~
657 Jer 22:18 | beklagen: Och mijn broeder! of, och zuster! Zij zullen
658 Jer 22:18 | beklagen: Och, heer! of, och zijn majesteit! ~
659 Jer 22:28 | verstrooid, afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan
660 Jer 23:18 | gestaan, en Zijn woord gezien of gehoord? Wie heeft Zijn
661 Jer 23:33 | Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester
662 Jer 23:33 | dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende:
663 Jer 23:34 | En aangaande den profeet, of den priester, of het volk,
664 Jer 23:34 | profeet, of den priester, of het volk, dat zeggen zal:
665 Jer 30:6 | Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom
666 Jer 34:9 | maagd, zijnde een Hebreer of een Hebreinne, zou laten
667 Jer 36:23 | als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed
668 Jer 37:18 | Zedekia: Wat heb ik tegen u, of tegen uw knechten, of tegen
669 Jer 37:18 | u, of tegen uw knechten, of tegen dit volk gezondigd,
670 Jer 38:2 | zwaard, door den honger of door de pestilentie sterven;
671 Jer 38:16 | Indien ik u zal doden, of indien ik u zal overgeven
672 Jer 40:5 | in het midden des volks; of overal, waar het in uw ogen
673 Jer 42:6 | 6 Hetzij dan goed of kwaad, wij zullen der stem
674 Jer 42:17 | niemand hebben, die overblijve of ontkome van het kwaad, dat
675 Jer 44:14 | zal hebben, die ontkome, of overblijve; te weten om
676 Jer 44:28 | woord bestaan zal, het Mijn of het hunne. ~
677 Jer 51:5 | 5 Want Israel of Juda zal niet in weduwschap
678 Klaa 1:12 | Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk
679 Klaa 1:44 | toorns des HEEREN ontkomen of overgebleven; die ik
680 Klaa 1:77 | Caph. Want Hij plaagt of bedroeft des mensenkinderen
681 Klaa 1:124| zodat men niet kon zien, of men raakte hun klederen
682 Eze 2:5 | dat zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten
683 Eze 2:7 | hetzij dat zij horen zullen, of hetzij dat zij het laten
684 Eze 3:11 | hetzij dat zij horen zullen, of hetzij dat zij het laten
685 Eze 10:10 | enerlei gelijkenis, gelijk of het ware geweest een rad
686 Eze 14:17 | 17 Of als Ik het zwaard brenge
687 Eze 14:19 | 19 Of als Ik de pestilentie in
688 Eze 14:20 | HEERE, zo zij een zoon, of zo zij een dochter zouden
689 Eze 15:2 | wijnstoks meer dan alle hout, of de wijnrank meer dan dat
690 Eze 21:10 | het een glinster hebbe; of wij dan zullen vrolijk zijn?
691 Eze 21:20 | Rabba der kinderen Ammons, of tegen Juda, tot de vaste
692 Eze 22:18 | geworden; zij zijn allen koper, of tin, of ijzer, of lood,
693 Eze 22:18 | zijn allen koper, of tin, of ijzer, of lood, in het midden
694 Eze 22:18 | koper, of tin, of ijzer, of lood, in het midden des
695 Eze 22:20 | 20 Gelijk zilver, of koper, of ijzer, of lood,
696 Eze 22:20 | Gelijk zilver, of koper, of ijzer, of lood, of tin in
697 Eze 22:20 | zilver, of koper, of ijzer, of lood, of tin in het midden
698 Eze 22:20 | koper, of ijzer, of lood, of tin in het midden eens ovens
699 Eze 33:32 | die schoon van stem is, of die wel speelt; daarom horen
700 Eze 44:22 | zullen zij zich geen weduwe of verstotene tot vrouwen nemen;
701 Eze 44:22 | zaad van het huis Israels, of een weduwe, die een weduwe
702 Eze 44:25 | worde; maar om een vader, of om een moeder, of om een
703 Eze 44:25 | vader, of om een moeder, of om een zoon, of om een dochter,
704 Eze 44:25 | moeder, of om een zoon, of om een dochter, om een broeder
705 Eze 44:25 | dochter, om een broeder of om een zuster, die
706 Eze 44:31 | verscheurd is van het gevogelte, of van het vee, zullen de priesters
707 Eze 46:12 | zal doen, een brandoffer of dankofferen tot een vrijwillig
708 Dan 2:10 | geen koning, grote of heerser, die zulk een zaak
709 Dan 2:10 | heeft van enigen tovenaar, of sterrekijker, of Chaldeer. ~
710 Dan 2:10 | tovenaar, of sterrekijker, of Chaldeer. ~
711 Dan 4:27 | bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging van uw
712 Dan 4:35 | die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan:
713 Dan 6:8 | zal doen van enigen god of mens, behalve van u, o koning!
714 Dan 6:13 | dertig dagen van enigen god of mens iets verzoeken
715 Dan 6:25 | op den grond des kuils, of de leeuwen heersten over
716 Dan 10:3 | spijze at ik niet, en vlees of wijn kwam in mijn mond niet;
717 Dan 11:24 | zal doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner vaderen,
718 Hos 8:7 | uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden
719 Joe 1:2 | dit geschied in uw dagen, of ook in de dagen uwer vaderen? ~
720 Amos 3:12 | herder twee schenkelen, of een stukje van een oor uit
721 Amos 5:19 | hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis,
722 Amos 6:2 | naar Gath der Filistijnen; of zij beter zijn dan deze
723 Amos 6:2 | zijn dan deze koninkrijken, of hun landpale groter
724 Amos 6:10 | iegelijk van die opnemen, of die hem verbrandt, om de
725 Zac 7:6 | 6 Of als gij at, en als gij dronkt,
726 Mal 1:8 | en als gij wat kreupels of wat kranks aanbrengt, het
727 Mal 1:8 | welgevallen aan u hebben? of zal hij uw aangezicht opnemen?
728 Mal 2:17 | lust aan zodanigen; of, waar is de God des oordeels? ~ ~
729 Mal 3:10 | de HEERE der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal
730 Matt 5:17 | Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden;
731 Matt 5:36 | gij niet een haar kunt wit of zwart maken; ~
732 Matt 6:24 | twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en
733 Matt 6:24 | den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen
734 Matt 6:31 | zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken,
735 Matt 6:31 | wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons
736 Matt 7:4 | 4 Of, hoe zult gij tot uw broeder
737 Matt 7:9 | 9 Of wat mens is er onder u,
738 Matt 7:16 | ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? ~
739 Matt 9:5 | zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel? ~
740 Matt 10:11 | 11 En in wat stad of vlek gij zult inkomen, onderzoekt,
741 Matt 10:14 | uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt
742 Matt 10:19 | gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want
743 Matt 10:23 | Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen
744 Matt 10:37 | 37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij,
745 Matt 10:37 | niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven
746 Matt 11:3 | Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? ~
747 Matt 12:5 | 5 Of hebt gij niet gelezen in
748 Matt 12:25 | verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf
749 Matt 12:29 | 29 Of hoe kan iemand in het huis
750 Matt 12:33 | 33 Of maakt den boom goed en zijn
751 Matt 12:33 | goed en zijn vrucht goed; of maakt den boom kwaad en
752 Matt 13:21 | tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des
753 Matt 15:4 | en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt, die zal de
754 Matt 15:5 | gij zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: Het is
755 Matt 15:5 | nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal
756 Matt 16:14 | Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten. ~
757 Matt 16:26 | lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven,
758 Matt 17:25 | van wie nemen zij tollen of schatting, van hun zonen,
759 Matt 17:25 | schatting, van hun zonen, of van de vreemden? ~
760 Matt 18:8 | 8 Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt
761 Matt 18:8 | leven in te gaan, kreupel of verminkt zijnde, dan twee
762 Matt 18:8 | zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende, in
763 Matt 18:16 | niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de
764 Matt 18:16 | opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord
765 Matt 18:20 | 20 Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn
766 Matt 19:29 | verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of
767 Matt 19:29 | hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder,
768 Matt 19:29 | of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw,
769 Matt 19:29 | broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen,
770 Matt 19:29 | zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers,
771 Matt 19:29 | vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om
772 Matt 19:29 | of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil,
773 Matt 20:15 | 15 Of is het mij niet geoorloofd,
774 Matt 20:15 | met het mijne, wat ik wil? Of is uw oog boos, omdat ik
775 Matt 21:25 | waar was die, uit de hemel, of uit de mensen? En zij overlegden
776 Matt 22:17 | keizer schatting te geven of niet? ~
777 Matt 23:17 | wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud
778 Matt 23:19 | wat is meerder, de gave, of het altaar, dat de gave
779 Matt 24:23 | Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet. ~
780 Matt 25:37 | hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? ~
781 Matt 25:38 | vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed? ~
782 Matt 25:39 | hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn
783 Matt 25:44 | hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling,
784 Matt 25:44 | hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt,
785 Matt 25:44 | dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de
786 Matt 25:44 | een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis,
787 Matt 25:44 | vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben
788 Matt 26:53 | 53 Of meent gij, dat Ik Mijn Vader
789 Matt 26:63 | levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de
790 Matt 27:17 | zal loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt
791 Matt 27:49 | Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. ~
792 Mark 2:9 | zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, en neem
793 Mark 3:2 | 2 En zij namen Hem waar, of Hij op den sabbat hem genezen
794 Mark 3:4 | sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen, een mens
795 Mark 3:4 | doen, een mens te behouden, of te doden? En zij zwegen
796 Mark 3:33 | zeggende: Wie is Mijn moeder, of Mijn broeders? ~
797 Mark 4:17 | daarna, als verdrukking of vervolging komt om des Woords
798 Mark 4:21 | opdat zij onder de koornmaat of onder het bed gezet worde?
799 Mark 4:26 | Koninkrijk Gods, gelijk of een mens het zaad in de
800 Mark 4:30 | Koninkrijk Gods vergelijken, of met wat gelijkenis zullen
801 Mark 6:15 | zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten. ~
802 Mark 6:56 | waar Hij kwam, in vlekken, of steden, of dorpen, daar
803 Mark 6:56 | in vlekken, of steden, of dorpen, daar legden zij
804 Mark 7:10 | uw moeder; en: wie vader of moeder vloekt, die zal den
805 Mark 7:11 | zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: Het is korban (
806 Mark 7:12 | toe, iets aan zijn vader of zijn moeder te doen; ~
807 Mark 8:23 | op hem, en vraagde hem, of hij iets zag. ~
808 Mark 8:37 | 37 Of wat zal een mens geven,
809 Mark 10:2 | Hem komende, vraagden Hem, of het een man geoorloofd is,
810 Mark 10:29 | die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of
811 Mark 10:29 | heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder,
812 Mark 10:29 | of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw,
813 Mark 10:29 | broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen,
814 Mark 10:29 | zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers,
815 Mark 10:29 | vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om
816 Mark 10:29 | of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en
817 Mark 10:30 | 30 Of hij ontvangt honderdvoud,
818 Mark 11:13 | had, ging Hij om te zien, of Hij ook iets op denzelven
819 Mark 11:30 | was die uit den hemel, of uit de mensen? Antwoordt
820 Mark 12:14 | keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven,
821 Mark 12:14 | niet? Zullen wij geven, of niet geven? ~
822 Mark 13:21 | Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft
823 Mark 13:35 | komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met
824 Mark 13:35 | laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of
825 Mark 13:35 | of met het hanengekraai, of in den morgenstond); ~
826 Mark 14:29 | En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden,
827 Mark 15:36 | Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te
828 Mark 15:44 | geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was. ~
829 Luk 2:24 | een paar tortelduiven, of twee jonge duiven. ~
830 Luk 3:15 | overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus
831 Luk 5:23 | zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? ~
832 Luk 6:7 | Farizeen namen Hem waar, of Hij op den sabbat genezen
833 Luk 6:9 | sabbatten, goed te doen, of kwaad te doen, een mens
834 Luk 6:9 | doen, een mens te behouden, of te verderven? ~
835 Luk 6:42 | 42 Of hoe kunt gij tot uw broeder
836 Luk 7:19 | Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? ~
837 Luk 7:20 | Zijt Gij, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? ~
838 Luk 8:16 | bedekt dezelve met een vat, of zet ze onder een bed; maar
839 Luk 9:25 | en zichzelven verliezen, of schade zijns zelfs lijden? ~
840 Luk 11:11 | zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem
841 Luk 11:12 | 12 Of zo hij ook om een ei zou
842 Luk 12:11 | zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij tot verantwoording
843 Luk 12:11 | tot verantwoording zeggen, of wat gij spreken zult; ~
844 Luk 12:14 | heeft Mij tot een rechter of scheidsman over ulieden
845 Luk 12:29 | vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en
846 Luk 12:41 | deze gelijkenis tot ons, of ook tot allen? ~
847 Luk 13:4 | 4 Of die achttien, op welke de
848 Luk 13:15 | u op den sabbat zijn os of ezel van de kribbe los,
849 Luk 14:5 | antwoordende, zeide: Wiens ezel of os van ulieden zal in een
850 Luk 14:12 | Wanneer gij een middagmaal of avondmaal zult houden, zo
851 Luk 14:28 | en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot
852 Luk 14:31 | 31 Of wat koning, gaande naar
853 Luk 14:31 | neder, en beraadslaagt, of hij machtig is met tien
854 Luk 15:8 | 8 Of wat vrouw, hebbende tien
855 Luk 16:13 | twee heren dienen; want of hij zal den enen haten,
856 Luk 16:13 | den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen,
857 Luk 17:7 | dienstknecht ploegende, of de beesten hoedende, die
858 Luk 17:21 | niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het
859 Luk 17:23 | tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat niet
860 Luk 18:11 | onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar. ~
861 Luk 18:29 | die verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of
862 Luk 18:29 | verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen,
863 Luk 18:29 | of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen, om het
864 Luk 18:29 | of broeders, of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk
865 Luk 19:42 | 42 Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog
866 Luk 20:2 | macht Gij deze dingen doet; of wie Hij is, Die U deze macht
867 Luk 20:4 | was die uit den Hemel, of uit de mensen? ~
868 Luk 20:22 | keizer schatting te geven, of niet? ~
869 Luk 22:27 | is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die
870 Luk 22:42 | 42 Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker
871 Luk 22:68 | zult Mij niet antwoorden, of loslaten; ~
872 Luk 23:6 | Galilea hoorde, vraagde hij, of die Mens een Galileer was? ~
873 Joha 2:6 | Joden, elk houdende twee of drie metreten. ~
874 Joha 4:27 | niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar? ~
875 Joha 6:19 | omtrent vijf en twintig of dertig stadien gevaren waren,
876 Joha 7:17 | van deze leer bekennen, of zij uit God is, dan of Ik
877 Joha 7:17 | of zij uit God is, dan of Ik van Mijzelven spreek. ~
878 Joha 7:48 | oversten in Hem geloofd, of uit de Farizeen? ~
879 Joha 9:2 | heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind
880 Joha 9:21 | nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft,
881 Joha 9:25 | dan antwoordde en zeide: Of Hij een zondaar is, weet
882 Joha 13:29 | node hebben tot het feest, of, dat hij den armen wat geven
883 Joha 18:34 | Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van
884 Hand 1:7 | toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader
885 Hand 3:12 | verwondert gij u over dit, of wat ziet gij zo sterk op
886 Hand 3:12 | wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden
887 Hand 4:7 | vraagden zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden
888 Hand 4:19 | zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden
889 Hand 4:34 | bezitters waren van landen of huizen, die verkochten zij,
890 Hand 5:14 | gegeten iets, dat gemeen of onrein was. ~
891 Hand 5:18 | hebbende, vraagden zij, of Simon, toegenaamd Petrus,
892 Hand 5:28 | ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde;
893 Hand 5:28 | ik geen mens zou gemeen of onrein heten. ~
894 Hand 6:8 | nooit is iets, dat gemeen of onrein was, in mijn mond
895 Hand 11:11 | dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. ~
896 Hand 11:27 | den Heere zouden zoeken, of zij Hem immers tasten en
897 Hand 11:29 | menen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk
898 Hand 11:29 | Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke
899 Hand 12:14 | Joden: Zo er enig ongelijk, of kwaad stuk begaan ware,
900 Hand 13:2 | hebben zelfs niet gehoord, of er een Heiligen Geest is. ~
901 Hand 13:12 | gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de
902 Hand 14:33 | Ik heb niemands zilver, of goud, of kleding begeerd. ~
903 Hand 14:33 | niemands zilver, of goud, of kleding begeerd. ~
904 Hand 17:9 | tot hem gesproken heeft, of een engel, laat ons tegen
905 Hand 17:29 | hem te zijn, die den dood of banden waardig is. ~
906 Hand 18:12 | gevonden tot iemand sprekende, of enige samenrotting des volks
907 Hand 18:20 | 20 Of dat dezen zelf zeggen of
908 Hand 18:20 | Of dat dezen zelf zeggen of zij enig onrecht in mij
909 Hand 18:23 | beletten hem te dienen, of tot hem te komen. ~
910 Hand 19:20 | twijfeling was, zeide ik, of hij wilde gaan naar Jeruzalem,
911 Hand 20:31 | mens doet niets des doods of der banden waardig. ~
912 Hand 21:12 | geraden ook van daar te varen, of zij enigszins te Fenix konden
913 Hand 22:6 | dat hij zou opzwellen, of terstond dood nedervallen.
914 Hand 22:17 | gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten,
915 Hand 22:21 | iets kwaads geboodschapt of gesproken. ~
916 Rom 1:10 | in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger
917 Rom 1:21 | niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld
918 Rom 2:4 | 4 Of veracht gij den rijkdom
919 Rom 2:15 | elkander hen beschuldigende, of ook ontschuldigende). ~
920 Rom 3:1 | het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der
921 Rom 4:9 | alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want
922 Rom 4:10 | hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in
923 Rom 4:13 | door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk,
924 Rom 6:3 | 3 Of weet gij niet, dat zovelen
925 Rom 6:16 | desgenen, dien gij gehoorzaamt, of der zonde tot den dood,
926 Rom 6:16 | der zonde tot den dood, of der gehoorzaamheid tot gerechtigheid? ~
927 Rom 8:35 | van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging,
928 Rom 8:35 | Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid,
929 Rom 8:35 | benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar,
930 Rom 8:35 | vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? ~
931 Rom 8:35 | honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? ~
932 Rom 9:11 | geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat
933 Rom 9:21 | 21 Of heeft de pottenbakker geen
934 Rom 9:22 | 22 En of God, willende Zijn toorn
935 Rom 10:7 | 7 Of, wie zal in den afgrond
936 Rom 11:2 | Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift
937 Rom 11:14 | 14 Of ik enigszins mijn vlees
938 Rom 11:34 | den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? ~
939 Rom 11:35 | 35 Of wie heeft Hem eerst gegeven,
940 Rom 14:4 | huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer;
941 Rom 14:10 | oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij
942 Rom 14:13 | den broeder geen aanstoot of ergernis geeft. ~
943 Rom 14:21 | waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of waarin
944 Rom 14:21 | stoot, of geergerd wordt, of waarin hij zwak is. ~
945 1Kor 1:13 | Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus' naam
946 1Kor 1:16 | gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt
947 1Kor 2:1 | uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende
948 1Kor 4:3 | ulieden geoordeeld worde, of van een menselijk oordeel;
949 1Kor 4:8 | hebt gij geheerst; en och, of gij heerstet, opdat ook
950 1Kor 4:21 | met de roede tot u komen, of in liefde en in den geest
951 1Kor 5:3 | den geest, heb alrede, als of ik tegenwoordig ware, dengene,
952 1Kor 5:10 | hoereerders dezer wereld, of met de gierigaards, of met
953 1Kor 5:10 | of met de gierigaards, of met de rovers, of met de
954 1Kor 5:10 | gierigaards, of met de rovers, of met de afgodendienaars;
955 1Kor 5:11 | zijnde, een hoereerder is, of een gierigaard, of een afgodendienaar,
956 1Kor 5:11 | hoereerder is, of een gierigaard, of een afgodendienaar, of een
957 1Kor 5:11 | of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard,
958 1Kor 5:11 | afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover;
959 1Kor 5:11 | lasteraar, of een dronkaard, of een rover; dat gij met zodanig
960 1Kor 6:9 | 9 Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen
961 1Kor 6:16 | 16 Of weet gij niet, dat die de
962 1Kor 6:19 | 19 Of weet gij niet, dat ulieder
963 1Kor 7:11 | dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en
964 1Kor 7:15 | hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige
965 1Kor 7:16 | Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken?
966 1Kor 7:16 | den man zult zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij
967 1Kor 7:16 | maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig
968 1Kor 9:6 | 6 Of hebben alleen ik en Barnabas
969 1Kor 9:7 | eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en
970 1Kor 9:8 | Spreek ik dit naar den mens, of zegt ook de wet hetzelfde
971 1Kor 9:10 | 10 Of zegt Hij dat ganselijk om
972 1Kor 10:19 | Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets
973 1Kor 10:22 | 22 Of tergen wij den Heere? Zijn
974 1Kor 11:4 | Een iegelijk man, die bidt of profeteert, hebbende iets
975 1Kor 11:5 | iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten
976 1Kor 11:6 | vrouw geschoren te zijn, of het haar afgesneden te hebben,
977 1Kor 11:14 | 14 Of leert u ook de natuur zelve
978 1Kor 11:22 | er te eten en te drinken? Of veracht gij de Gemeente
979 1Kor 11:27 | onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren
980 1Kor 12:21 | Ik heb u niet van node; of wederom het hoofd tot de
981 1Kor 13:1 | ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden. ~
982 1Kor 14:6 | zo ik tot u niet sprak, of in openbaring, of in kennis,
983 1Kor 14:6 | sprak, of in openbaring, of in kennis, of in profetie
984 1Kor 14:6 | openbaring, of in kennis, of in profetie of in lering? ~
985 1Kor 14:6 | in kennis, of in profetie of in lering? ~
986 1Kor 14:7 | worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt? ~
987 1Kor 14:23 | spraken, en enige ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden
988 1Kor 14:24 | profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die
989 1Kor 14:27 | spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie geschiede,
990 1Kor 14:29 | 29 En dat twee of drie profeten spreken, en
991 1Kor 14:36 | Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? ~
992 1Kor 14:37 | meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne,
993 1Kor 15:37 | het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere granen. ~
994 1Kor 16:6 | mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat
995 2Kor 1:13 | dingen, dan die gij kent, of ook erkent; en ik hoop,
996 2Kor 1:17 | lichtvaardigheid gebruikt? Of neem ik het naar het vlees
997 2Kor 2:9 | beproeving mocht verstaan, of gij in alles gehoorzaam
998 2Kor 3:1 | wederom u aan te prijzen? Of behoeven wij ook, gelijk
999 2Kor 3:1 | van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving
1000 2Kor 6:15 | heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige
1-500 | 501-1000 | 1001-1083 |