Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
diefelijk 1
diefstal 1
diegenen 1
dien 1059
dienaar 29
dienaars 37
dienaren 18
Frequency    [«  »]
1091 zijt
1089 13
1083 of
1059 dien
1049 14
1016 david
1015 man

Bijbel

IntraText - Concordances

dien

1-500 | 501-1000 | 1001-1059

     Book Chapter: Verse
1001 1Kor 6:19| Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat 1002 1Kor 7:39| zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, alleenlijk in den 1003 1Kor 9:24| ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen. ~ 1004 1Kor 10:16| drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, 1005 1Kor 11:25| dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis. ~ 1006 1Kor 15:15| Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, 1007 1Kor 15:28| Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen 1008 1Kor 15:31| ik betuig bij onzen roem, dien ik heb in Christus Jezus, 1009 2Kor 2:10| 10 Dien gij nu iets vergeeft, dien 1010 2Kor 2:10| Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo 1011 2Kor 2:10| ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik 1012 2Kor 5:15| zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven 1013 2Kor 5:21| 21 Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, 1014 2Kor 7:14| alzo is ook onze roem, dien ik bij Titus geroemd heb, 1015 2Kor 9:3 | gezonden, opdat onze roem, dien wij over u hebben, niet 1016 2Kor 10:18| zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is 1017 2Kor 11:4 | anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, 1018 2Kor 11:4 | anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, 1019 Gal 3:19 | het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij 1020 Efez 2:12| 12 Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, 1021 Efez 2:17| verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. ~ 1022 Efez 4:29| stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen. ~ 1023 Kol 1:6 | gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt, 1024 Kol 1:9 | 9 Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord 1025 Kol 4:16 | gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die uit Laodicea 1026 2The 1:10| is geloofd geworden) in dien dag. ~ 1027 2The 3:14| niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met 1028 1Tim 1:10| 10 Den hoereerders, dien, die bij mannen liggen, 1029 2Tim 1:12| weggelegd, te bewaren tot dien dag. ~ 1030 2Tim 1:18| vinde bij den Heere, in dien dag; en hoeveel hij mij 1031 2Tim 2:4 | des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die hem tot 1032 2Tim 4:8 | rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen 1033 2Tim 4:13| Breng den reismantel mede, dien ik te Troas bij Karpus gelaten 1034 Heb 4:6 | rust ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd 1035 Heb 7:21 | Deze met eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: 1036 Heb 7:27 | 27 Dien het niet allen dag nodig 1037 Heb 9:9 | was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in 1038 Heb 12:6 | 6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt 1039 Heb 12:7 | zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) ~ 1040 Heb 12:25 | 25 Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; 1041 Heb 12:25 | ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die van de hemelen 1042 Jako 4:17| goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.   ~ 1043 1Pet 2:7 | wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen 1044 1Pet 2:23| dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt; ~ 1045 2Pet 2:19| wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht 1046 2Pet 2:21| gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren 1047 2Pet 3:4 | Zijner toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen 1048 1Joh 2:4 | is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; ~ 1049 1Joh 2:5 | wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods 1050 1Joh 3:24| namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft. ~  ~  ~  1051 1Joh 4:20| broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan 1052 1Joh 4:20| kan hij God liefhebben, Dien hij niet gezien heeft? ~ 1053 Open 6:4 | ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht 1054 Open 9:6 | den dood zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen 1055 Open 10:5 | 5 En de engel, dien ik zag staan op de zee, 1056 Open 10:6 | 6 En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, 1057 Open 16:14| vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen 1058 Open 18:21| groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Aldus 1059 Open 20:3 | hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de


1-500 | 501-1000 | 1001-1059

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License