Book Chapter: Verse

 1501 Exo   8:19  |                          19 Toen zeiden de tovenaars tot Farao: Dit
 1502 Exo   8:19  |                 hen niet hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. ~
 1503 Exo   8:20  |                         20 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Maak u
 1504 Exo   8:20  |                 en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Laat Mijn volk trekken,
 1505 Exo   8:21  |               en in uw huizen; alzo dat de huizen der Egyptenaren met
 1506 Exo   8:22  |                 opdat gij weet, dat Ik, de HEERE, in het midden dezes
 1507 Exo   8:24  |                                   24 En de HEERE deed alzo; en er kwam
 1508 Exo   8:24  |               het huis van Farao, en in de huizen van zijn knechten,
 1509 Exo   8:27  |               den weg van drie dagen in de woestijn gaan, dat wij den
 1510 Exo   8:28  |              HEERE, uwen God, offert in de woestijn; alleen, dat gijlieden
 1511 Exo   8:31  |                                   31 En de HEERE deed naar het woord
 1512 Exo   8:31  |                 het woord van Mozes, en de vermenging van ongedierte
 1513 Exo   9:1   |                          1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Ga in tot
 1514 Exo   9:1   |               spreek tot hem: Alzo zegt de HEERE, de God der Hebreen:
 1515 Exo   9:1   |                hem: Alzo zegt de HEERE, de God der Hebreen: Laat Mijn
 1516 Exo   9:3   |                                  3 Zie, de hand des HEEREN zal zijn
 1517 Exo   9:3   |                dat in het veld is, over de paarden, over de ezelen,
 1518 Exo   9:3   |               is, over de paarden, over de ezelen, over de kemelen,
 1519 Exo   9:3   |           paarden, over de ezelen, over de kemelen, over de runderen,
 1520 Exo   9:3   |           ezelen, over de kemelen, over de runderen, en over het klein
 1521 Exo   9:4   |                                    4 En de HEERE zal een afzondering
 1522 Exo   9:4   |             niets sterve van al wat van de kinderen Israels is. ~
 1523 Exo   9:5   |                                    5 En de HEERE bestemde een zekeren
 1524 Exo   9:5   |              tijd, zeggende: Morgen zal de HEERE deze zaak in dit land
 1525 Exo   9:6   |                                    6 En de HEERE deed deze zaak des
 1526 Exo   9:8   |                            8 Toen zeide de HEERE tot Mozes en tot Aaron:
 1527 Exo   9:8   |               en Mozes strooie die naar de hemel voor de ogen van Farao. ~
 1528 Exo   9:8   |          strooie die naar de hemel voor de ogen van Farao. ~
 1529 Exo   9:9   |              Egypteland; en zij zal aan de mensen, en aan het vee worden
 1530 Exo   9:10  |             uitbrekende met blaren, aan de mensen en aan het vee; ~
 1531 Exo   9:11  |                             11 Alzo dat de tovenaars voor Mozes niet
 1532 Exo   9:11  |              niet staan konden, vanwege de zweren; want aan de tovenaars
 1533 Exo   9:11  |             vanwege de zweren; want aan de tovenaars waren zweren,
 1534 Exo   9:11  |                 waren zweren, en aan al de Egyptenaren. ~
 1535 Exo   9:12  |                                 12 Doch de HEERE verstokte Farao's
 1536 Exo   9:12  |                 hen niet hoorde, gelijk de HEERE tot Mozes gesproken
 1537 Exo   9:13  |                           13 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Maak u
 1538 Exo   9:13  |                 en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Hebreen:
 1539 Exo   9:13  |              tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Hebreen: Laat Mijn
 1540 Exo   9:14  |                niemand is gelijk Ik, op de ganse aarde. ~
 1541 Exo   9:15  |               opdat Ik u en uw volk met de pestilentie zou slaan, en
 1542 Exo   9:15  |               zou slaan, en dat gij van de aarde zoudt verdelgd worden. ~
 1543 Exo   9:16  |               men Mijn Naam vertelle op de ganse aarde. ~
 1544 Exo   9:20  |                 knechten en zijn vee in de huizen vlieden; ~
 1545 Exo   9:22  |                           22 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw
 1546 Exo   9:22  |              het ganse Egypteland; over de mensen, en over het vee,
 1547 Exo   9:23  |                 staf naar den hemel; en de HEERE gaf donder en hagel,
 1548 Exo   9:23  |                 en het vuur schoot naar de aarde; en de HEERE liet
 1549 Exo   9:23  |                schoot naar de aarde; en de HEERE liet hagel regenen
 1550 Exo   9:25  |                                   25 En de hagel sloeg, in het ganse
 1551 Exo   9:25  |                wat op het veld was, van de mensen af tot de beesten
 1552 Exo   9:25  |               was, van de mensen af tot de beesten toe; ook sloeg de
 1553 Exo   9:25  |               de beesten toe; ook sloeg de hagel al het kruid des velds,
 1554 Exo   9:26  |                 in het land Gosen, waar de kinderen Israels waren,
 1555 Exo   9:27  |                 mij ditmaal verzondigd; de HEERE is rechtvaardig; ik
 1556 Exo   9:29  |              uitbreiden voor den HEERE; de donder zal ophouden, en
 1557 Exo   9:29  |                 donder zal ophouden, en de hagel zal niet meer zijn;
 1558 Exo   9:29  |               zijn; opdat gij weet, dat de aarde des HEEREN is! ~
 1559 Exo   9:31  |                      31 Het vlas nu, en de gerst werd geslagen; want
 1560 Exo   9:31  |               gerst werd geslagen; want de gerst was in de aar, en
 1561 Exo   9:31  |          geslagen; want de gerst was in de aar, en het vlas was in
 1562 Exo   9:32  |                                 32 Maar de tarwe en de spelt werden
 1563 Exo   9:32  |                     32 Maar de tarwe en de spelt werden niet geslagen;
 1564 Exo   9:33  |              zijn handen tot den HEERE; de donder en de hagel hielden
 1565 Exo   9:33  |                 den HEERE; de donder en de hagel hielden op, en de
 1566 Exo   9:33  |                 de hagel hielden op, en de regen werd niet meer uitgegoten
 1567 Exo   9:33  |                 niet meer uitgegoten op de aarde. ~
 1568 Exo   9:34  |                  34 Toen Farao zag, dat de regen en hagel, en de donder
 1569 Exo   9:34  |               dat de regen en hagel, en de donder ophielden, zo verzondigde
 1570 Exo   9:35  |                s hart verstokt, dat hij de kinderen Israels niet trekken
 1571 Exo   9:35  |                trekken liet, gelijk als de HEERE gesproken had door
 1572 Exo  10:1   |                          1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Ga in tot
 1573 Exo  10:2   |                     2 En opdat gij voor de oren uwer kinderen en uwer
 1574 Exo  10:2   |            opdat gijlieden weet, dat Ik de HEERE ben. ~
 1575 Exo  10:3   |                 zeiden tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Hebreen:
 1576 Exo  10:3   |              tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Hebreen: Hoe lang
 1577 Exo  10:5   |            lands bedekken, alzo dat men de aarde niet zal kunnen zien;
 1578 Exo  10:6   |                 vervullen uw huizen, en de huizen van al uw knechten,
 1579 Exo  10:6   |           huizen van al uw knechten, en de huizen van alle Egyptenaren;
 1580 Exo  10:6   |                 dewelke uw vaders, noch de vaderen uwer vaders gezien
 1581 Exo  10:7   |                                    7 En de knechten van Farao zeiden
 1582 Exo  10:7   |                tot een strik zijn, laat de mannen trekken, dat zij
 1583 Exo  10:10  |                 Toen zeide hij tot hen: De HEERE zij alzo met ulieden,
 1584 Exo  10:12  |                           12 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw
 1585 Exo  10:12  |                 uit over Egypteland, om de sprinkhanen, dat zij opkomen
 1586 Exo  10:12  |                des lands opeten, al wat de hagel heeft over gelaten. ~
 1587 Exo  10:13  |                staf over Egypteland, en de HEERE bracht een oostenwind
 1588 Exo  10:13  |             geschiedde des morgens, dat de oostenwind de sprinkhanen
 1589 Exo  10:13  |              morgens, dat de oostenwind de sprinkhanen opbracht. ~
 1590 Exo  10:14  |                                   14 En de sprinkhanen kwamen op over
 1591 Exo  10:14  |                lieten zich neder aan al de palen der Egyptenaren, zeer
 1592 Exo  10:15  |               kruid des lands op, en al de vruchten der bomen, die
 1593 Exo  10:15  |                 vruchten der bomen, die de hagel had over gelaten;
 1594 Exo  10:15  |               er bleef niets groens aan de bomen, noch aan de kruiden
 1595 Exo  10:15  |           groens aan de bomen, noch aan de kruiden des velds, in het
 1596 Exo  10:19  |                          19 Toen keerde de HEERE een zeer sterken westenwind,
 1597 Exo  10:19  |            sterken westenwind, die hief de sprinkhanen op, en wierp
 1598 Exo  10:19  |          sprinkhanen op, en wierp ze in de Schelfzee; er bleef niet
 1599 Exo  10:19  |               een sprinkhaan over in al de landpalen van Egypte. ~
 1600 Exo  10:20  |                                 20 Doch de HEERE verstokte Farao's
 1601 Exo  10:20  |         verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet
 1602 Exo  10:21  |                           21 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw
 1603 Exo  10:21  |                over Egypteland, dat men de duisternis tasten zal. ~
 1604 Exo  10:23  |                            23 Zij zagen de een de ander niet; er stond
 1605 Exo  10:23  |                     23 Zij zagen de een de ander niet; er stond ook
 1606 Exo  10:23  |                 drie dagen; maar bij al de kinderen Israels was het
 1607 Exo  10:27  |                                 27 Doch de HEERE verhardde Farao's
 1608 Exo  11:1   |                                 1 (Want de HEERE had tot Mozes gesproken:
 1609 Exo  11:2   |                        2 Spreek nu voor de oren des volks, dat ieder
 1610 Exo  11:3   |                                    3 En de HEERE gaf het volk genade
 1611 Exo  11:3   |            HEERE gaf het volk genade in de ogen der Egyptenaren; ook
 1612 Exo  11:3   |                der Egyptenaren; ook was de man Mozes zeer groot in
 1613 Exo  11:3   |                groot in Egypteland voor de ogen van Farao's knechten,
 1614 Exo  11:3   |               Farao's knechten, en voor de ogen des volks.) ~
 1615 Exo  11:4   |            Verder zeide Mozes: Zo heeft de HEERE gezegd: Omtrent middernacht
 1616 Exo  11:5   |                 dienstmaagd, die achter de molen is, en alle eerstgeborenen
 1617 Exo  11:7   |                zijn tong verroeren, van de mensen af tot de beesten
 1618 Exo  11:7   |         verroeren, van de mensen af tot de beesten toe; opdat gijlieden
 1619 Exo  11:7   |               opdat gijlieden weet, dat de HEERE tussen de Egyptenaren
 1620 Exo  11:7   |               weet, dat de HEERE tussen de Egyptenaren en tussen de
 1621 Exo  11:7   |                de Egyptenaren en tussen de Israelieten een afzondering
 1622 Exo  11:9   |                                       9 De HEERE dan had tot Mozes
 1623 Exo  11:10  |                Farao's aangezicht; doch de HEERE verhardde Farao's
 1624 Exo  11:10  |         verhardde Farao's hart, dat hij de kinderen Israels uit zijn
 1625 Exo  12:1   |                                       1 De HEERE nu had tot Mozes en
 1626 Exo  12:2   |                 maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des
 1627 Exo  12:2   |                 zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn. ~
 1628 Exo  12:3   |                           3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israel,
 1629 Exo  12:3   |              een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een
 1630 Exo  12:4   |                 hij het en zijn nabuur, de naaste aan zijn huis, naar
 1631 Exo  12:5   |             manneken, een jaar oud; van de schapen of van de geitenbokken
 1632 Exo  12:5   |              oud; van de schapen of van de geitenbokken zult gij het
 1633 Exo  12:6   |         veertienden dag dezer maand; en de ganse gemeente der vergadering
 1634 Exo  12:7   |                aan den bovendorpel, aan de huizen, in welke zij het
 1635 Exo  12:12  |                in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten
 1636 Exo  12:12  |             slaan, van de mensen af tot de beesten toe; en Ik zal gerichten
 1637 Exo  12:12  |              goden der Egyptenaren, Ik, de HEERE! ~
 1638 Exo  12:13  |          ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt;
 1639 Exo  12:17  |                    17 Zo onderhoudt dan de ongezuurde broden, dewijl
 1640 Exo  12:18  |                                   18 In de eerste maand, aan den veertienden
 1641 Exo  12:19  |               zal, dezelve ziel zal uit de vergadering van Israel uitgeroeid
 1642 Exo  12:21  |                    21 Mozes dan riep al de oudsten van Israel, en zeide
 1643 Exo  12:22  |                 den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat
 1644 Exo  12:22  |                 niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot
 1645 Exo  12:23  |                                 23 Want de HEERE zal doorgaan, om de
 1646 Exo  12:23  |               de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch
 1647 Exo  12:23  |              aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de
 1648 Exo  12:23  |               de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan,
 1649 Exo  12:23  |              zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den
 1650 Exo  12:25  |                 in dat land komt, dat u de HEERE geven zal, gelijk
 1651 Exo  12:27  |                 een paasoffer, Die voor de huizen der kinderen Israels
 1652 Exo  12:27  |         voorbijging in Egypte, toen Hij de Egyptenaren sloeg, en onze
 1653 Exo  12:28  |                                   28 En de kinderen Israels gingen
 1654 Exo  12:28  |                en deden het, gelijk als de HEERE Mozes en Aaron geboden
 1655 Exo  12:29  |         geschiedde ter middernacht, dat de HEERE al de eerstgeborenen
 1656 Exo  12:29  |            middernacht, dat de HEERE al de eerstgeborenen in Egypteland
 1657 Exo  12:29  |                op den eerstgeborene van de gevangene, die in het gevangenhuis
 1658 Exo  12:30  |                 al zijn knechten, en al de Egyptenaars; en er was een
 1659 Exo  12:31  |             mijn volk, zo gijlieden als de kinderen van Israel; en
 1660 Exo  12:33  |                                   33 En de Egyptenaars hielden sterk
 1661 Exo  12:35  |                                      35 De kinderen Israels nu hadden
 1662 Exo  12:35  |                van Mozes, en hadden van de Egyptenaren geeist zilveren
 1663 Exo  12:36  |                          36 Daartoe had de HEERE het volk genade gegeven
 1664 Exo  12:36  |              het volk genade gegeven in de ogen der Egyptenaren, dat
 1665 Exo  12:36  |                 deden; en zij beroofden de Egyptenaren. ~
 1666 Exo  12:37  |                         37 Alzo reisden de kinderen Israels uit van
 1667 Exo  12:37  |                  mannen alleen, behalve de kinderkens. ~
 1668 Exo  12:40  |                                      40 De tijd nu der woning, die
 1669 Exo  12:40  |                 tijd nu der woning, die de kinderen Israels in Egypte
 1670 Exo  12:41  |                geschiedde ten einde van de vierhonderd en dertig jaren,
 1671 Exo  12:41  |         denzelfden dag geschied, dat al de heiren des HEEREN uit Egypteland
 1672 Exo  12:42  |        Egypteland geleid heeft; deze is de nacht des HEEREN, die op
 1673 Exo  12:42  |                 gehouden worden, van al de kinderen Israels, onder
 1674 Exo  12:43  |                         43 Voorts zeide de HEERE tot Mozes en Aaron:
 1675 Exo  12:43  |              tot Mozes en Aaron: Dit is de inzetting van het pascha:
 1676 Exo  12:47  |                                      47 De ganse vergadering van Israel
 1677 Exo  12:49  |                 49 Enerlei wet zij voor de ingeborene, en den vreemdeling,
 1678 Exo  12:50  |           Israels deden het; gelijk als de HEERE Mozes en Aaron geboden
 1679 Exo  12:51  |              even ten zelfden dage, dat de HEERE de kinderen Israels
 1680 Exo  12:51  |              zelfden dage, dat de HEERE de kinderen Israels uit Egypteland
 1681 Exo  13:1   |                            1 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
 1682 Exo  13:2   |            enige baarmoeder opent onder de kinderen Israels, van mensen
 1683 Exo  13:3   |           diensthuis, gegaan zijt; want de HEERE heeft u door een sterke
 1684 Exo  13:4   |            Heden gaat gijlieden uit, in de maand Abib. ~
 1685 Exo  13:5   |               het zal geschieden, als u de HEERE zal gebracht hebben
 1686 Exo  13:8   |             zeggende: Dit is om hetgeen de HEERE mij gedaan heeft,
 1687 Exo  13:9   |       gedachtenis tussen uw ogen, opdat de wet des HEEREN in uw mond
 1688 Exo  13:9   |                 in uw mond zij, omdat u de HEERE door een sterke hand
 1689 Exo  13:11  |               ook geschieden, wanneer u de HEERE in het land der Kanaanieten
 1690 Exo  13:12  |                doen overgaan alles, wat de baarmoeder opent; ook alles,
 1691 Exo  13:12  |        baarmoeder opent; ook alles, wat de baarmoeder opent van de
 1692 Exo  13:12  |                 de baarmoeder opent van de vrucht der beesten, die
 1693 Exo  13:12  |           beesten, die gij hebben zult; de mannetjes zullen des HEEREN
 1694 Exo  13:13  |                          13 Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent,
 1695 Exo  13:14  |                zult gij tot hem zeggen: De HEERE heeft ons door een
 1696 Exo  13:15  |                laten trekken, zo doodde de HEERE alle eerstgeborenen
 1697 Exo  13:15  |               daarom offer ik den HEERE de mannetjes van alles, wat
 1698 Exo  13:15  |                mannetjes van alles, wat de baarmoeder opent; doch alle
 1699 Exo  13:16  | voorhoofdspanselen tussen uw ogen; want de HEERE heeft door een sterke
 1700 Exo  13:18  |              volk om, langs den weg van de woestijn der Schelfzee.
 1701 Exo  13:18  |                 woestijn der Schelfzee. De kinderen Israels nu togen
 1702 Exo  13:19  |                         19 En Mozes nam de beenderen van Jozef met
 1703 Exo  13:19  |              hij had met een zwaren eed de kinderen Israels bezworen,
 1704 Exo  13:21  |                                   21 En de HEERE toog voor hun aangezicht,
 1705 Exo  13:22  |                              22 Hij nam de wolkkolom des daags, noch
 1706 Exo  13:22  |               wolkkolom des daags, noch de vuurkolom des nachts niet
 1707 Exo  14:1   |                            1 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
 1708 Exo  14:2   |                            2 Spreek tot de kinderen Israels, dat zij
 1709 Exo  14:2   |                 tussen Migdol en tussen de zee, voor Baal-Zefon; daar
 1710 Exo  14:2   |        tegenover zult gij u legeren aan de zee. ~
 1711 Exo  14:3   |                Farao dan zal zeggen van de kinderen Israels: Zij zijn
 1712 Exo  14:4   |           verheerlijkt worden, alzo dat de Egyptenaars zullen weten,
 1713 Exo  14:4   |        Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben. En zij deden
 1714 Exo  14:5   |                               5 Toen nu de koning van Egypte werd geboodschapt,
 1715 Exo  14:7   |              uitgelezene wagens, ja, al de wagens van Egypte, en de
 1716 Exo  14:7   |                de wagens van Egypte, en de hoofdlieden over die allen. ~
 1717 Exo  14:8   |                                  8 Want de HEERE verstokte het hart
 1718 Exo  14:8   |              koning van Egypte, dat hij de kinderen Israels najaagde;
 1719 Exo  14:8   |         kinderen Israels najaagde; doch de kinderen Israels waren door
 1720 Exo  14:9   |                                    9 En de Egyptenaars jaagden hen
 1721 Exo  14:9   |                zich gelegerd hadden aan de zee; al de paarden, de wagens
 1722 Exo  14:9   |          gelegerd hadden aan de zee; al de paarden, de wagens van Farao
 1723 Exo  14:9   |              aan de zee; al de paarden, de wagens van Farao en zijn
 1724 Exo  14:10  |            nabij gekomen was, zo hieven de kinderen Israels hun ogen
 1725 Exo  14:10  |           Israels hun ogen op, en ziet, de Egyptenaars togen achter
 1726 Exo  14:10  |              vreesden zeer; toen riepen de kinderen Israels tot den
 1727 Exo  14:12  |                 af van ons, en laat ons de Egyptenaren dienen? Want
 1728 Exo  14:12  |              het ware ons beter geweest de Egyptenaren te dienen, dan
 1729 Exo  14:13  |              aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden
 1730 Exo  14:14  |                                      14 De HEERE zal voor ulieden strijden,
 1731 Exo  14:15  |                           15 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Wat roept
 1732 Exo  14:16  |               en strek uw hand uit over de zee, en klief dezelve, dat
 1733 Exo  14:16  |              zee, en klief dezelve, dat de kinderen Israels door het
 1734 Exo  14:18  |                                   18 En de Egyptenaars zullen weten,
 1735 Exo  14:18  |        Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik verheerlijkt
 1736 Exo  14:19  |                                   19 En de Engel Gods, Die voor het
 1737 Exo  14:19  |            vertrok, en ging achter hen; de wolkkolom vertrok ook van
 1738 Exo  14:20  |                het leger van Israel; en de wolk was te gelijk duisternis
 1739 Exo  14:20  |             verlichtte den nacht; zodat de een tot den ander niet naderde
 1740 Exo  14:21  |               zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de
 1741 Exo  14:21  |         uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door
 1742 Exo  14:21  |                de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken
 1743 Exo  14:21  |                 gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren
 1744 Exo  14:21  |                 maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd. ~
 1745 Exo  14:22  |                                   22 En de kinderen Israels zijn ingegaan
 1746 Exo  14:22  |              ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de
 1747 Exo  14:22  |                de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur,
 1748 Exo  14:23  |                                   23 En de Egyptenaars vervolgden hen,
 1749 Exo  14:23  |               gingen in, achter hen, al de paarden van Farao, zijn
 1750 Exo  14:23  |             ruiteren, in het midden van de zee. ~
 1751 Exo  14:24  |                dezelfde morgenwake, dat de HEERE, in de kolom des vuurs
 1752 Exo  14:24  |            morgenwake, dat de HEERE, in de kolom des vuurs en der wolk,
 1753 Exo  14:25  |                         25 En Hij stiet de raderen hunner wagenen weg,
 1754 Exo  14:25  |                 voortvaren. Toen zeiden de Egyptenaars: Laat ons vlieden
 1755 Exo  14:25  |             aangezicht van Israel, want de HEERE strijdt voor hen tegen
 1756 Exo  14:25  |            HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaars. ~
 1757 Exo  14:26  |                                   26 En de HEERE zeide tot Mozes: Strek
 1758 Exo  14:26  |                  Strek uw hand uit over de zee, dat de wateren wederkeren
 1759 Exo  14:26  |               hand uit over de zee, dat de wateren wederkeren over
 1760 Exo  14:26  |                 wateren wederkeren over de Egyptenaars, over hun wagenen
 1761 Exo  14:27  |                Mozes zijn hand uit over de zee; en de zee kwam weder,
 1762 Exo  14:27  |                hand uit over de zee; en de zee kwam weder, tegen het
 1763 Exo  14:27  |        morgenstond, tot haar kracht; en de Egyptenaars vluchtten die
 1764 Exo  14:27  |              vluchtten die tegemoet; en de HEERE stortte de Egyptenaars
 1765 Exo  14:27  |           tegemoet; en de HEERE stortte de Egyptenaars in het midden
 1766 Exo  14:28  |                             28 Want als de wateren wederkeerden, zo
 1767 Exo  14:28  |           wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van
 1768 Exo  14:28  |              bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir
 1769 Exo  14:28  |                dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van
 1770 Exo  14:29  |                                 29 Maar de kinderen Israels gingen
 1771 Exo  14:29  |               in het midden der zee; en de wateren waren hun een muur,
 1772 Exo  14:30  |                        30 Alzo verloste de HEERE Israel aan dien dag
 1773 Exo  14:30  |                 Israel aan dien dag uit de hand der Egyptenaren; en
 1774 Exo  14:30  |              Egyptenaren; en Israel zag de Egyptenaren dood aan den
 1775 Exo  14:31  |                       31 Ook zag Israel de grote hand, die de HEERE
 1776 Exo  14:31  |               Israel de grote hand, die de HEERE aan de Egyptenaren
 1777 Exo  14:31  |            grote hand, die de HEERE aan de Egyptenaren bewezen had;
 1778 Exo  15:1   |                    1 Toen zong Mozes en de kinderen Israels de HEERE
 1779 Exo  15:1   |            Mozes en de kinderen Israels de HEERE dit lied, en spraken,
 1780 Exo  15:1   |                zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen. ~
 1781 Exo  15:2   |                                       2 De HEERE is mijn Kracht en
 1782 Exo  15:3   |                                       3 De HEERE is een krijgsman;
 1783 Exo  15:4   |                 wagenen en zijn heir in de zee geworpen; en de keure
 1784 Exo  15:4   |             heir in de zee geworpen; en de keure zijner hoofdlieden
 1785 Exo  15:4   |          hoofdlieden zijn verdronken in de Schelfzee. ~
 1786 Exo  15:5   |                                       5 De afgronden hebben hen bedekt;
 1787 Exo  15:5   |                 hen bedekt; zij zijn in de diepten gezonken als een
 1788 Exo  15:8   |                geblaas van Uw neus zijn de wateren opgehoopt geworden;
 1789 Exo  15:8   |             wateren opgehoopt geworden; de stromen hebben overeind
 1790 Exo  15:8   |         overeind gestaan, als een hoop; de afgronden zijn stof geworden
 1791 Exo  15:9   |                                       9 De vijand zeide: Ik zal vervolgen,
 1792 Exo  15:10  |              hebt met Uw wind geblazen; de zee heeft hen gedekt, zij
 1793 Exo  15:11  |             HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt
 1794 Exo  15:12  |                rechterhand uitgestrekt, de aarde heeft hen verslonden!
 1795 Exo  15:13  |           zachtkens door Uw sterkte tot de liefelijke woning Uwer heiligheid. ~
 1796 Exo  15:14  |                                      14 De volken hebben het gehoord,
 1797 Exo  15:14  |           zullen sidderen; weedom heeft de ingezetenen van Palestina
 1798 Exo  15:15  |                           15 Dan zullen de vorsten van Edom verbaasd
 1799 Exo  15:15  |              verbaasd wezen; beving zal de machtigen der Moabieten
 1800 Exo  15:15  |              der Moabieten bevangen; al de ingezetenen van Kanaan zullen
 1801 Exo  15:16  |                 zal op hen vallen; door de grootheid van Uw arm zullen
 1802 Exo  15:18  |                                      18 De HEERE zal in eeuwigheid
 1803 Exo  15:19  |               met zijn ruiters, zijn in de zee gekomen, en de HEERE
 1804 Exo  15:19  |              zijn in de zee gekomen, en de HEERE heeft de wateren der
 1805 Exo  15:19  |              gekomen, en de HEERE heeft de wateren der zee over hen
 1806 Exo  15:19  |               hen doen wederkeren; maar de kinderen Israels zijn op
 1807 Exo  15:19  |                 droge in het midden van de zee gegaan. ~
 1808 Exo  15:20  |                           20 En Mirjam, de profetes, Aarons zuster,
 1809 Exo  15:20  |             trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar
 1810 Exo  15:21  |                paard met zijn ruiter in de zee gestort! ~
 1811 Exo  15:22  |                    22 Hierna deed Mozes de Israelieten voortreizen
 1812 Exo  15:22  |             Israelieten voortreizen van de Schelfzee af; en zij trokken
 1813 Exo  15:22  |               en zij trokken uit tot in de woestijn Sur, en zij gingen
 1814 Exo  15:22  |                zij gingen drie dagen in de woestijn, en vonden geen
 1815 Exo  15:25  |              dan riep tot den HEERE; en de HEERE wees hem een hout,
 1816 Exo  15:26  |                  dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods
 1817 Exo  15:26  |         inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen,
 1818 Exo  15:26  |                 gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester! ~
 1819 Exo  15:27  |                legerden zich aldaar aan de wateren. ~  ~
 1820 Exo  16:1   |             Elim gereisd waren, zo kwam de ganse vergadering der kinderen
 1821 Exo  16:1   |                 der kinderen Israels in de woestijn Sin, welke is tussen
 1822 Exo  16:2   |                                    2 En de ganse vergadering der kinderen
 1823 Exo  16:2   |                Mozes en tegen Aaron, in de woestijn. ~
 1824 Exo  16:3   |                                    3 En de kinderen Israels zeiden
 1825 Exo  16:3   |         Egypteland gestorven waren door de hand des HEEREN, toen wij
 1826 Exo  16:3   |                des HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen
 1827 Exo  16:4   |                            4 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik
 1828 Exo  16:6   |            zeiden Mozes en Aaron tot al de kinderen Israels: Aan den
 1829 Exo  16:6   |               dan zult gij weten, dat u de HEERE uit Egypteland uitgeleid
 1830 Exo  16:8   |                 Voorts zeide Mozes: Als de HEERE ulieden aan den avond
 1831 Exo  16:8   |        verzadiging, het zal zijn, omdat de HEERE uw murmureringen gehoord
 1832 Exo  16:9   |                Mozes tot Aaron: Zeg tot de ganse vergadering der kinderen
 1833 Exo  16:10  |               geschiedde, als Aaron tot de ganse vergadering der kinderen
 1834 Exo  16:10  |                 sprak, en zij zich naar de woestijn keerden, zo ziet,
 1835 Exo  16:10  |              woestijn keerden, zo ziet, de heerlijkheid des HEEREN
 1836 Exo  16:10  |                 des HEEREN verscheen in de wolk. ~
 1837 Exo  16:11  |                            11 Ook heeft de HEERE tot Mozes gesproken,
 1838 Exo  16:12  |                               12 Ik heb de murmureringen der kinderen
 1839 Exo  16:12  |               en gij zult weten, dat Ik de HEERE uw God ben. ~
 1840 Exo  16:13  |         bedekten; en aan den morgen lag de dauw rondom het leger. ~
 1841 Exo  16:14  |                               14 Als nu de liggende dauw opgevaren
 1842 Exo  16:14  |            opgevaren was, zo ziet, over de woestijn was een klein rond
 1843 Exo  16:14  |              klein rond ding, klein als de rijm, op de aarde. ~
 1844 Exo  16:14  |             ding, klein als de rijm, op de aarde. ~
 1845 Exo  16:15  |                             15 Toen het de kinderen Israels zagen,
 1846 Exo  16:15  |           Israels zagen, zo zeiden zij, de een tot den ander: Het is
 1847 Exo  16:15  |               Dit is het brood, hetwelk de HEERE ulieden te eten gegeven
 1848 Exo  16:16  |                16 Dit is het woord, dat de HEERE geboden heeft: Verzamelt
 1849 Exo  16:17  |                                   17 En de kinderen Israels deden alzo,
 1850 Exo  16:17  |             deden alzo, en verzamelden, de een veel en de ander weinig. ~
 1851 Exo  16:17  |             verzamelden, de een veel en de ander weinig. ~
 1852 Exo  16:18  |                 18 Doch als zij het met de gomer maten, zo had hij,
 1853 Exo  16:21  |                hij eten mocht; want als de zon heet werd, zo versmolt
 1854 Exo  16:22  |             twee gomers voor een; en al de oversten der vergadering
 1855 Exo  16:23  |                tot hen: Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen
 1856 Exo  16:23  |              gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat
 1857 Exo  16:23  |               heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN!
 1858 Exo  16:25  |                heden, want het is heden de sabbat des HEEREN; gij zult
 1859 Exo  16:28  |                           28 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Hoe lang
 1860 Exo  16:29  |                          29 Ziet, omdat de HEERE ulieden den sabbat
 1861 Exo  16:31  |              als korianderzaad, wit, en de smaak daarvan was als honigkoeken. ~
 1862 Exo  16:32  |               Dit is het woord, hetwelk de HEERE bevolen heeft: Vul
 1863 Exo  16:34  |                           34 Gelijk als de HEERE aan Mozes geboden
 1864 Exo  16:34  |                alzo zette ze Aaron voor de getuigenis tot bewaring. ~
 1865 Exo  16:35  |                                   35 En de kinderen Israels aten Man
 1866 Exo  16:35  |              Man, totdat zij kwamen aan de pale van het land Kanaan. ~
 1867 Exo  17:1   |                           1 Daarna toog de ganse vergadering van de
 1868 Exo  17:1   |                de ganse vergadering van de kinderen Israels, naar hun
 1869 Exo  17:1   |                 naar hun dagreizen, uit de woestijn Sin, op het bevel
 1870 Exo  17:5   |                            5 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Ga heen
 1871 Exo  17:5   |                volks, en neem met u uit de oudsten van Israel; en neem
 1872 Exo  17:5   |                in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en ga heen. ~
 1873 Exo  17:6   |                 Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israel. ~
 1874 Exo  17:7   |              plaats Massa en Meriba, om de twist der kinderen Israels,
 1875 Exo  17:7   |           verzocht hadden, zeggende: Is de HEERE in het midden van
 1876 Exo  17:9   |                Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan,
 1877 Exo  17:9   |            hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand
 1878 Exo  17:10  |                 Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels. ~
 1879 Exo  17:11  |              hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij
 1880 Exo  17:11  |                nederliet, zo was Amalek de sterkste. ~
 1881 Exo  17:12  |                                 12 Doch de handen van Mozes werden
 1882 Exo  17:12  |               onderstutten zijn handen, de een op deze, en ander op
 1883 Exo  17:12  |                een op deze, en ander op de andere zijde; alzo waren
 1884 Exo  17:12  |               zijn handen gewis, totdat de zon onderging. ~
 1885 Exo  17:13  |                 zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards. ~
 1886 Exo  17:14  |                           14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf
 1887 Exo  17:14  |                 een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de
 1888 Exo  17:14  |               de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel
 1889 Exo  17:15  |               hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier! ~
 1890 Exo  17:16  |                 16 En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN
 1891 Exo  17:16  |             troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen
 1892 Exo  18:1   |              Zijn volk, gedaan had: dat de HEERE Israel uit Egypte
 1893 Exo  18:4   |                                    4 En de naam des anderen was Eliezer,
 1894 Exo  18:4   |               Eliezer, want, zeide hij, de God mijns vaders is tot
 1895 Exo  18:5   |           huisvrouw, tot Mozes kwam, in de woestijn, aan den berg Gods,
 1896 Exo  18:7   |              kuste hem; en zij vraagden de een den ander naar den welstand,
 1897 Exo  18:7   |            welstand, en zij gingen naar de tent. ~
 1898 Exo  18:8   |             zijn schoonvader alles, wat de HEERE aan Farao en aan de
 1899 Exo  18:8   |               de HEERE aan Farao en aan de Egyptenaren gedaan had,
 1900 Exo  18:8   |                 had, om Israels wil; al de moeite, die hun op dien
 1901 Exo  18:8   |                 ontmoet was, en dat hen de HEERE verlost had. ~
 1902 Exo  18:9   |              over al het goede, hetwelk de HEERE Israel gedaan had;
 1903 Exo  18:9   |                 Hij het verlost had uit de hand der Egyptenaren. ~
 1904 Exo  18:10  |              Jethro zeide: Gezegend zij de HEERE, Die ulieden verlost
 1905 Exo  18:10  |               ulieden verlost heeft uit de hand der Egyptenaren, en
 1906 Exo  18:10  |                  Die dit volk van onder de hand der Egyptenaren verlost
 1907 Exo  18:11  |                      11 Nu weet ik, dat de HEERE groter is dan alle
 1908 Exo  18:11  |                 dan alle goden; want in de zaak, waarin zij trotselijk
 1909 Exo  18:12  |                     12 Toen nam Jethro, de schoonvader van Mozes, Gode
 1910 Exo  18:12  |     slachtofferen; en Aaron kwam, en al de oversten van Israel, om
 1911 Exo  18:14  |                                  14 Als de schoonvader van Mozes alles
 1912 Exo  18:17  |                                 17 Doch de schoonvader van Mozes zeide
 1913 Exo  18:17  |                van Mozes zeide tot hem: De zaak is niet goed, die gij
 1914 Exo  18:19  |              volk bij God, en breng gij de zaken voor God; ~
 1915 Exo  18:20  |                      20 En verklaar hun de instellingen en de wetten,
 1916 Exo  18:20  |         verklaar hun de instellingen en de wetten, en maak hun bekend
 1917 Exo  18:21  |           vrezende, waarachtige mannen, de gierigheid hatende; stel
 1918 Exo  18:24  |                 24 Mozes nu hoorde naar de stem van zijn schoonvader,
 1919 Exo  18:26  |                te allen tijde richtten, de harde zaak tot Mozes brachten,
 1920 Exo  19:1   |                                    1 In de derde maand, na het uittrekken
 1921 Exo  19:1   |              zelfden dage kwamen zij in de woestijn Sinai. ~
 1922 Exo  19:2   |               uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinai, en zij legerden
 1923 Exo  19:2   |                 en zij legerden zich in de woestijn; Israel nu legerde
 1924 Exo  19:3   |               Mozes klom op tot God. En de HEERE riep tot hem van den
 1925 Exo  19:5   |              zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; ~
 1926 Exo  19:6   |              heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de
 1927 Exo  19:6   |                 de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken
 1928 Exo  19:7   |                 7 En Mozes kwam en riep de oudsten des volks, en stelde
 1929 Exo  19:7   |       aangezichten al deze woorden, die de HEERE hem geboden had. ~
 1930 Exo  19:8   |           gelijkelijk, en zeide: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen
 1931 Exo  19:8   |               wij doen! En Mozes bracht de woorden des volks weder
 1932 Exo  19:9   |                                    9 En de HEERE zeide tot Mozes: Zie,
 1933 Exo  19:9   |                 geloven. Want Mozes had de HEERE de woorden des volks
 1934 Exo  19:9   |                 Want Mozes had de HEERE de woorden des volks verkondigd. ~
 1935 Exo  19:10  |                            10 Ook zeide de HEERE tot Mozes: Ga tot
 1936 Exo  19:11  |              want op den derden dag zal de HEERE voor de ogen van al
 1937 Exo  19:11  |            derden dag zal de HEERE voor de ogen van al het volk afkomen,
 1938 Exo  19:13  |                 hij zal niet leven. Als de ramshoorn langzaam gaat,
 1939 Exo  19:15  |                 dag, en nadert niet tot de vrouw. ~
 1940 Exo  19:18  |                                   18 En de ganse berg Sinai rookte,
 1941 Exo  19:18  |                berg Sinai rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam
 1942 Exo  19:18  |               en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de
 1943 Exo  19:18  |                de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer. ~
 1944 Exo  19:20  |                                  20 Als de HEERE nedergekomen was op
 1945 Exo  19:20  |               was op den berg Sinai, op de spits des bergs, zo riep
 1946 Exo  19:20  |                spits des bergs, zo riep de HEERE Mozes op de spits
 1947 Exo  19:20  |               zo riep de HEERE Mozes op de spits des bergs; en Mozes
 1948 Exo  19:21  |                                   21 En de HEERE zeide tot Mozes: Ga
 1949 Exo  19:22  |                   22 Daartoe zullen ook de priesters, die tot den HEERE
 1950 Exo  19:22  |             naderen, zich heiligen, dat de HEERE niet tegen hen uitbreke. ~
 1951 Exo  19:24  |                                      24 De HEERE dan zeide tot hem:
 1952 Exo  19:24  |              met u, opklimmen; doch dat de priesters en het volk niet
 1953 Exo  20:2   |                                2 Ik ben de HEERE uw God, Die u uit
 1954 Exo  20:4   |               noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen
 1955 Exo  20:4   |                 is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. ~
 1956 Exo  20:4   |             hetgeen in de wateren onder de aarde is. ~
 1957 Exo  20:5   |               noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig
 1958 Exo  20:5   |                ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek
 1959 Exo  20:5   |          misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde,
 1960 Exo  20:7   |               ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig
 1961 Exo  20:10  |                                 10 Maar de zevende dag is de sabbat
 1962 Exo  20:10  |               10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods;
 1963 Exo  20:11  |                 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde
 1964 Exo  20:11  |             heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en
 1965 Exo  20:11  |              hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is,
 1966 Exo  20:11  |           zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en
 1967 Exo  20:12  |               worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft. ~
 1968 Exo  20:18  |                   18 En al het volk zag de donderen, en de bliksemen,
 1969 Exo  20:18  |                volk zag de donderen, en de bliksemen, en het geluid
 1970 Exo  20:21  |                  maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar God was. ~
 1971 Exo  20:22  |                           22 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Aldus zult
 1972 Exo  20:22  |               Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israels zeggen:
 1973 Exo  21:1   |                           1 Dit nu zijn de rechten, die gij hun zult
 1974 Exo  21:4   |              gebaard zal hebben, zo zal de vrouw en haar kinderen haars
 1975 Exo  21:5   |                           5 Maar indien de knecht ronduit zeggen zal:
 1976 Exo  21:6   |                Zo zal hem zijn heer tot de goden brengen, daarna zal
 1977 Exo  21:6   |                  daarna zal hij hem aan de deur, of aan den post brengen;
 1978 Exo  21:7   |                zij niet uitgaan, gelijk de knechten uitgaan. ~
 1979 Exo  21:8   |            Indien zij kwalijk bevalt in de ogen haars heren, dat hij
 1980 Exo  21:18  |              wanneer mannen twisten, en de een slaat den ander met
 1981 Exo  21:22  |                zwangere vrouw, dat haar de vrucht afgaat, doch geen
 1982 Exo  21:22  |         gestraft worden, gelijk als hem de man der vrouw oplegt, en
 1983 Exo  21:22  |               en hij zal het geven door de rechters. ~
 1984 Exo  21:28  |              stoot, dat hij sterft, zal de os zekerlijk gestenigd worden,
 1985 Exo  21:28  |               niet gegeten worden; maar de heer van den os zal onschuldig
 1986 Exo  21:29  |                          29 Maar indien de os te voren stotig geweest
 1987 Exo  21:32  |                               32 Indien de os een knecht of een dienstmaagd
 1988 Exo  21:32  |           dertig zilverlingen geven, en de os zal gestenigd worden. ~
 1989 Exo  21:34  |                                      34 De heer des kuils zal het vergelden;
 1990 Exo  21:36  |                 voor os vergelden; doch de dode zal zijns wezen. ~  ~  ~  ~
 1991 Exo  22:3   |                                3 Indien de zon over hem opgegaan is,
 1992 Exo  22:4   |                                4 Indien de diefstal levend in zijn
 1993 Exo  22:6   |                een vuur uitgaat, en vat de doornen, zodat de koornhoop
 1994 Exo  22:6   |                en vat de doornen, zodat de koornhoop verteerd wordt,
 1995 Exo  22:6   |            koorn, of het veld; hij, die de brand heeft aangestoken,
 1996 Exo  22:7   |              mans huis gestolen; indien de dief gevonden wordt, hij
 1997 Exo  22:8   |                                8 Indien de dief niet gevonden wordt,
 1998 Exo  22:8   |             niet gevonden wordt, zo zal de heer des huizes tot de goden
 1999 Exo  22:8   |              zal de heer des huizes tot de goden gebracht worden, of
 2000 Exo  22:9   |                is, beider zaak zal voor de goden komen; wien goden