1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382
Book Chapter: Verse
20501 Jes 30:26 | volks zal verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen
20502 Jes 30:27 | 27 Ziet, de Naam des HEEREN komt van
20503 Jes 30:27 | verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen
20504 Jes 30:28 | aan den hals toe raakt; om de heidenen te schudden met
20505 Jes 30:28 | een misleidende toom in de kinnebakkens der volken. ~
20506 Jes 30:30 | 30 En de HEERE zal Zijn heerlijke
20507 Jes 30:30 | heerlijke stem doen horen, en de nederlating Zijns arms doen
20508 Jes 30:31 | 31 Want door de stem des HEEREN zal Assur
20509 Jes 30:31 | geslagen worden, die met de roede sloeg. ~
20510 Jes 30:32 | doorgegaan zal zijn (op welken de HEERE dien zal hebben doen
20511 Jes 30:33 | zijn brandstapel is veel; de adem des HEEREN zal
20512 Jes 31:2 | der boosdoeners, en tegen de hulp dergenen, die ongerechtigheid
20513 Jes 31:3 | 3 Want de Egyptenaren zijn mensen,
20514 Jes 31:3 | vlees, en geen geest; en de HEERE zal Zijn hand uitstrekken,
20515 Jes 31:3 | Zijn hand uitstrekken, dat de helper struikelen zal, en
20516 Jes 31:4 | 4 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Gelijk
20517 Jes 31:4 | vanwege hun veelheid; alzo zal de HEERE der heirscharen nederdalen,
20518 Jes 31:5 | vliegende vogelen, alzo zal de HEERE der heirscharen Jeruzalem
20519 Jes 31:6 | u tot Hem, van Denwelken de kinderen Israels diep afgeweken
20520 Jes 31:9 | zijn vorsten zullen voor de banier verschrikken, spreekt
20521 Jes 31:9 | banier verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur,
20522 Jes 32:1 | regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar
20523 Jes 32:2 | in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen
20524 Jes 32:3 | 3 En de ogen dergenen, die zien,
20525 Jes 32:3 | zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen,
20526 Jes 32:4 | hart der onbedachtzamen zal de wetenschap verstaan, en
20527 Jes 32:4 | wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden zal
20528 Jes 32:5 | 5 De dwaas zal niet meer genoemd
20529 Jes 32:5 | genoemd worden milddadig, en de gierige zal niet meer mild
20530 Jes 32:6 | spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig
20531 Jes 32:7 | schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met
20532 Jes 32:7 | redenen, en het recht, als de arme spreekt. ~
20533 Jes 32:10 | die zo zeker zijt, want de wijnoogst zal uit zijn,
20534 Jes 32:12 | Men zal rouwklagen over de borsten, over de gewenste
20535 Jes 32:12 | rouwklagen over de borsten, over de gewenste akkers, over de
20536 Jes 32:12 | de gewenste akkers, over de vruchtbare wijnstokken. ~
20537 Jes 32:13 | het land mijns volks zal de doorn en de distel opgaan;
20538 Jes 32:13 | mijns volks zal de doorn en de distel opgaan; ja, op alle
20539 Jes 32:13 | op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad. ~
20540 Jes 32:14 | stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken
20541 Jes 32:15 | over ons uitgegoten worde de Geest uit de hoogte; dan
20542 Jes 32:15 | uitgegoten worde de Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn
20543 Jes 32:15 | Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot een vruchtbaar
20544 Jes 32:16 | En het recht zal in de woestijn wonen, en de gerechtigheid
20545 Jes 32:16 | in de woestijn wonen, en de gerechtigheid zal op het
20546 Jes 32:17 | gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid
20547 Jes 32:19 | men afgaat in het woud, en de stad zal laag worden in
20548 Jes 32:19 | stad zal laag worden in de laagte. ~
20549 Jes 33:3 | geluid des rumoers zullen de volken wegvlieden; van Uw
20550 Jes 33:3 | van Uw verhoging zullen de heidenen verstrooid worden. ~
20551 Jes 33:4 | verzameld worden, gelijk de kevers verzameld worden;
20552 Jes 33:4 | en weder huppelen, gelijk de sprinkhanen ginds en weder
20553 Jes 33:5 | 5 De HEERE is verheven, want
20554 Jes 33:5 | verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld
20555 Jes 33:6 | het zal geschieden, dat de vastigheid uwer tijden,
20556 Jes 33:6 | vastigheid uwer tijden, de sterkte van uw behoudenissen
20557 Jes 33:6 | zijn wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn
20558 Jes 33:7 | allersterksten roepen daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk. ~
20559 Jes 33:8 | 8 De gebaande wegen zijn verwoest,
20560 Jes 33:8 | zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij
20561 Jes 33:8 | het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens. ~
20562 Jes 33:9 | land treurt, het kweelt; de Libanon schaamt zich, hij
20563 Jes 33:10 | Nu zal Ik opstaan, zegt de HEERE, nu zal Ik verhoogd
20564 Jes 33:12 | 12 En de volken zullen zijn als de
20565 Jes 33:12 | de volken zullen zijn als de verbrandingen des kalks;
20566 Jes 33:14 | 14 De zondaren te Sion zijn verschrikt;
20567 Jes 33:14 | verschrikt; beving heeft de huichelaren aangegrepen;
20568 Jes 33:16 | 16 Die zal in de hoogten wonen, de sterkten
20569 Jes 33:16 | zal in de hoogten wonen, de sterkten der steenrotsen
20570 Jes 33:18 | 18 Uw hart zal de verschrikking overdenken,
20571 Jes 33:18 | overdenken, zeggende: Waar is de schrijver? Waar is de betaalsheer?
20572 Jes 33:18 | is de schrijver? Waar is de betaalsheer? Waar is hij,
20573 Jes 33:18 | betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt? ~
20574 Jes 33:20 | 20 Schouwt Sion aan, de stad onzer bijeenkomsten;
20575 Jes 33:21 | 21 Maar de HEERE zal aldaar bij ons
20576 Jes 33:22 | 22 Want de HEERE is onze Rechter, de
20577 Jes 33:22 | de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever,
20578 Jes 33:22 | HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning. Hij
20579 Jes 33:23 | niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen
20580 Jes 33:23 | worden, zelfs zullen de lammen den roof roven. ~
20581 Jes 34:1 | gij volken, luistert toe; de aarde hore, en haar volheid,
20582 Jes 34:1 | aarde hore, en haar volheid, de wereld en al wat daaruit
20583 Jes 34:2 | 2 Want de verbolgenheid des HEEREN
20584 Jes 34:2 | verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid
20585 Jes 34:3 | zal hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten van
20586 Jes 34:4 | hemelen zal uitteren, en de hemelen zullen toegerold
20587 Jes 34:6 | het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE
20588 Jes 34:6 | nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer
20589 Jes 34:7 | 7 En de eenhoornen zullen met hen
20590 Jes 34:7 | zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren; en
20591 Jes 34:7 | afgaan, en de varren met de stieren; en hun land zal
20592 Jes 34:8 | 8 Want het zal zijn de dag der wraak des HEEREN,
20593 Jes 34:11 | 11 Maar de roerdomp en de nachtuil
20594 Jes 34:11 | Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk
20595 Jes 34:11 | het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal
20596 Jes 34:11 | bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want
20597 Jes 34:13 | draken zijn, een zaal voor de jongen der struisen. ~
20598 Jes 34:14 | 14 En de wilde dieren der woestijnen
20599 Jes 34:14 | dieren der woestijnen zullen de wilde dieren der eilanden
20600 Jes 34:14 | eilanden daar ontmoeten, en de duivel zal zijn metgezel
20601 Jes 34:15 | 15 Daar zal de wilde meerle nestelen en
20602 Jes 34:15 | vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld
20603 Jes 35:1 | 1 De woestijn en de dorre plaatsen
20604 Jes 35:1 | 1 De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover
20605 Jes 35:1 | hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen,
20606 Jes 35:2 | verheuging, en juichen; de heerlijkheid van Libanon
20607 Jes 35:2 | en Saron; zij zullen zien de heerlijkheid des HEEREN,
20608 Jes 35:3 | 3 Versterkt de slappe handen, en stelt
20609 Jes 35:3 | slappe handen, en stelt de struikelende knieen vast. ~
20610 Jes 35:4 | zal ter wrake komen met de vergelding Gods. Hij zal
20611 Jes 35:6 | 6 Alsdan zal de kreupele springen als een
20612 Jes 35:6 | springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen;
20613 Jes 35:6 | stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren
20614 Jes 35:6 | uitbarsten, en beken in de wildernis. ~
20615 Jes 35:7 | springaders der wateren; in de woningen der draken, waar
20616 Jes 35:8 | baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd
20617 Jes 35:8 | weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan,
20618 Jes 35:8 | weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. ~
20619 Jes 35:9 | aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen daarop
20620 Jes 35:10 | 10 En de vrijgekochten des HEEREN
20621 Jes 36:1 | koning Hizkia, dat Sanherib, de koning van Assyrie, optoog
20622 Jes 36:2 | 2 En de koning van Assyrie zond
20623 Jes 36:3 | ging tot hem uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester,
20624 Jes 36:3 | Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de
20625 Jes 36:3 | de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon
20626 Jes 36:3 | de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
20627 Jes 36:3 | Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
20628 Jes 36:4 | Zegt nu tot Hizkia: Zo zegt de grote koning, de koning
20629 Jes 36:4 | Zo zegt de grote koning, de koning van Assyrie: Wat
20630 Jes 36:6 | doorboren; alzo is Farao, de koning van Egypte, al
20631 Jes 36:8 | paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen
20632 Jes 36:9 | van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns
20633 Jes 36:9 | vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
20634 Jes 36:9 | Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
20635 Jes 36:10 | land, om dat te verderven. De HEERE heeft tot mij gezegd:
20636 Jes 36:11 | met ons in het Joods, voor de oren des volks, dat
20637 Jes 36:12 | spreken? Is het niet tot de mannen, die op den muur
20638 Jes 36:13 | het Joods, en zeide: Hoort de woorden des groten konings,
20639 Jes 36:14 | 14 Alzo zegt de koning: Dat Hizkia u niet
20640 Jes 36:15 | op den HEERE, zeggende: De HEERE zal ons zekerlijk
20641 Jes 36:15 | redden; deze stad zal niet in de hand des konings van Assyrie
20642 Jes 36:16 | Hizkia niet; want alzo zegt de koning van Assyrie: Handelt
20643 Jes 36:18 | niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben
20644 Jes 36:18 | HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een ieder
20645 Jes 36:18 | ieder zijn land, gered uit de hand des konings van Assyrie? ~
20646 Jes 36:19 | 19 Waar zijn de goden van Hamath en Arpad?
20647 Jes 36:19 | Hamath en Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben
20648 Jes 36:20 | Welke zijn ze onder al de goden dezer landen, die
20649 Jes 36:20 | mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn
20650 Jes 36:22 | Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester,
20651 Jes 36:22 | Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de
20652 Jes 36:22 | de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon
20653 Jes 36:22 | de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier,
20654 Jes 36:22 | Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia met
20655 Jes 36:22 | klederen; en zij gaven hem de woorden van Rabsake te kennen. ~ ~ ~ ~ ~
20656 Jes 37:1 | En het geschiedde, als de koning Hizkia dat hoorde,
20657 Jes 37:2 | Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren,
20658 Jes 37:3 | en der lastering; want de kinderen zijn gekomen tot
20659 Jes 37:3 | kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is
20660 Jes 37:4 | 4 Misschien zal de HEERE, uw God, horen de
20661 Jes 37:4 | de HEERE, uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken
20662 Jes 37:4 | Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden
20663 Jes 37:4 | schelden met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft;
20664 Jes 37:5 | 5 En de knechten van den koning
20665 Jes 37:6 | uw heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Vrees niet voor de
20666 Jes 37:6 | de HEERE: Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord
20667 Jes 37:6 | gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings van
20668 Jes 37:10 | zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van
20669 Jes 37:11 | Zie, gij hebt gehoord, wat de koningen van Assyrie aan
20670 Jes 37:12 | 12 Hebben de goden der volken die mijn
20671 Jes 37:12 | en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die in
20672 Jes 37:13 | 13 Waar is de koning van Hamath, en de
20673 Jes 37:13 | de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en de
20674 Jes 37:13 | de koning van Arpad, en de koning der stad Sefarvaim,
20675 Jes 37:14 | 14 Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand
20676 Jes 37:16 | God van Israel, Die tussen de cherubim woont! Gij Zelf,
20677 Jes 37:16 | Gij Zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken
20678 Jes 37:16 | aarde; Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt! ~
20679 Jes 37:17 | open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die
20680 Jes 37:18 | Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie al
20681 Jes 37:18 | koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver
20682 Jes 37:20 | aarde weten, dat Gij alleen de HEERE zijt. ~
20683 Jes 37:21 | 21 Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia,
20684 Jes 37:21 | om te zeggen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Dat
20685 Jes 37:21 | zeggen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Dat gij tot
20686 Jes 37:22 | Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken
20687 Jes 37:22 | over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van
20688 Jes 37:22 | gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht
20689 Jes 37:22 | veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt
20690 Jes 37:23 | en tegen Wien hebt gij de stem verheven, en uw ogen
20691 Jes 37:24 | gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen
20692 Jes 37:24 | mijner wagenen beklommen de hoogte der bergen, de zijden
20693 Jes 37:24 | beklommen de hoogte der bergen, de zijden van Libanon;
20694 Jes 37:25 | Ik heb gegraven en de wateren gedronken; en ik
20695 Jes 37:26 | voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd
20696 Jes 37:26 | dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren
20697 Jes 37:27 | als het gras des velds en de groene grasscheutjes, als
20698 Jes 37:32 | ontkomene van den berg Sion; de ijver des HEEREN der heirscharen
20699 Jes 37:33 | 33 Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van
20700 Jes 37:34 | zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~
20701 Jes 37:36 | 36 Toen voer de engel des HEEREN uit, en
20702 Jes 37:37 | Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog
20703 Jes 38:1 | krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon
20704 Jes 38:1 | toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot
20705 Jes 38:1 | zeide tot hem: Alzo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw
20706 Jes 38:5 | zeg tot Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader
20707 Jes 38:5 | Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David:
20708 Jes 38:6 | 6 En Ik zal u uit de hand des konings van Assyrie
20709 Jes 38:7 | zijn van den HEERE, dat de HEERE het woord, dat Hij
20710 Jes 38:8 | 8 Zie, Ik zal de schaduw der graden, die
20711 Jes 38:8 | schaduw der graden, die met de zon in de graden van Achaz'
20712 Jes 38:8 | graden, die met de zon in de graden van Achaz' zonnewijzer
20713 Jes 38:8 | achterwaarts doen keren. Dies is de zon tien graden teruggekeerd,
20714 Jes 38:8 | graden teruggekeerd, in de graden, die zij nederwaarts
20715 Jes 38:10 | 10 Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen,
20716 Jes 38:10 | mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan,
20717 Jes 38:11 | land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen
20718 Jes 38:11 | niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld. ~
20719 Jes 38:15 | voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel. ~
20720 Jes 38:17 | Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest;
20721 Jes 38:17 | liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet
20722 Jes 38:18 | het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen;
20723 Jes 38:19 | 19 De levende, de levende, die
20724 Jes 38:19 | 19 De levende, de levende, die zal U loven,
20725 Jes 38:19 | loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw
20726 Jes 38:20 | 20 De HEERE was gereed om mij
20727 Jes 38:20 | mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het
20728 Jes 39:1 | tijd zond Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning
20729 Jes 39:1 | Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven
20730 Jes 39:2 | zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste
20731 Jes 39:2 | goud, en de specerijen, en de beste olie, en zijn ganse
20732 Jes 39:3 | 3 Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning
20733 Jes 39:6 | 6 Zie, de dagen komen, dat al wat
20734 Jes 39:6 | overgelaten worden, zegt de HEERE. ~
20735 Jes 40:2 | verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen
20736 Jes 40:3 | Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg
20737 Jes 40:3 | des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor
20738 Jes 40:5 | 5 En de heerlijkheid des HEEREN
20739 Jes 40:5 | gelijk zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken
20740 Jes 40:7 | 7 Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest
20741 Jes 40:7 | verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin
20742 Jes 40:8 | 8 Het gras verdort, de bloem valt af; maar het
20743 Jes 40:10 | 10 Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen
20744 Jes 40:11 | gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen,
20745 Jes 40:11 | en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes
20746 Jes 40:12 | 12 Wie heeft de wateren met Zijn vuist gemeten,
20747 Jes 40:12 | Zijn vuist gemeten, en van de hemelen met de span de maat
20748 Jes 40:12 | gemeten, en van de hemelen met de span de maat genomen, en
20749 Jes 40:12 | van de hemelen met de span de maat genomen, en heeft met
20750 Jes 40:12 | stof der aarde begrepen, en de bergen gewogen in een
20751 Jes 40:12 | gewogen in een waag, en de heuvelen in een weegschaal? ~
20752 Jes 40:15 | 15 Ziet, de volken zijn geacht als een
20753 Jes 40:15 | emmer, en als een stofje van de weegschaal; ziet, Hij werpt
20754 Jes 40:15 | weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen als dun stof! ~
20755 Jes 40:16 | 16 En de Libanon is niet genoegzaam
20756 Jes 40:19 | 19 De werkmeester giet een beeld,
20757 Jes 40:19 | werkmeester giet een beeld, en de goudsmid overtrekt het met
20758 Jes 40:21 | bekend gemaakt! Hebt gij op de grondvesten der aarde niet
20759 Jes 40:22 | sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant als een
20760 Jes 40:23 | 23 Die de vorsten te niet maakt; de
20761 Jes 40:23 | de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt
20762 Jes 40:24 | afgehouwen stam wortelt niet in de aarde; ook als Hij op hen
20763 Jes 40:25 | dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. ~
20764 Jes 40:26 | bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten,
20765 Jes 40:28 | Hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de HEERE, de
20766 Jes 40:28 | gehoord, dat de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de
20767 Jes 40:28 | de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden der
20768 Jes 40:28 | de HEERE, de Schepper van de einden der aarde, noch moede
20769 Jes 40:29 | en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten
20770 Jes 40:30 | 30 De jongen zullen moede en mat
20771 Jes 40:30 | moede en mat worden, en de jongelingen zullen gewisselijk
20772 Jes 40:31 | HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen
20773 Jes 40:31 | opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen,
20774 Jes 41:1 | Mij, gij eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen;
20775 Jes 41:1 | eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen; laat
20776 Jes 41:2 | hem geroepen op zijn voet? de heidenen voor zijn aangezicht
20777 Jes 41:4 | gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne?
20778 Jes 41:4 | geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben,
20779 Jes 41:4 | beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste
20780 Jes 41:5 | 5 De eilanden zagen het, en zij
20781 Jes 41:5 | zagen het, en zij vreesden; de einden der aarde beefden;
20782 Jes 41:6 | 6 De een hielp den ander, en
20783 Jes 41:7 | 7 En de werkmeester versterkte den
20784 Jes 41:9 | welken Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit
20785 Jes 41:10 | ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. ~
20786 Jes 41:12 | maar zult hen niet vinden; de lieden, die met u kijven,
20787 Jes 41:13 | 13 Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw
20788 Jes 41:14 | Israels! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is
20789 Jes 41:14 | HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels! ~
20790 Jes 41:16 | Gij zult ze wannen, en de wind zal ze wegnemen, en
20791 Jes 41:16 | wind zal ze wegnemen, en de stormwind zal ze verstrooien;
20792 Jes 41:17 | 17 De ellendigen en nooddruftigen
20793 Jes 41:17 | versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren,
20794 Jes 41:17 | HEERE zal hen verhoren, Ik, de God Israels, zal hen niet
20795 Jes 41:18 | Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en
20796 Jes 41:18 | midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterpoel
20797 Jes 41:19 | 19 Ik zal in de woestijn den cederboom,
20798 Jes 41:19 | olieachtigen boom zetten; Ik zal in de wildernis stellen den denneboom,
20799 Jes 41:20 | te gelijk verstaan, dat de hand des HEEREN zulks gedaan,
20800 Jes 41:20 | HEEREN zulks gedaan, en dat de Heilige Israels zulks geschapen
20801 Jes 41:21 | ulieder twistzaak voor, zegt de HEERE; brengt uw vaste bewijsredenen
20802 Jes 41:21 | bewijsredenen bij, zegt de Koning van Jakob. ~
20803 Jes 41:22 | voortbrengen en ons verkondigen de dingen, die gebeuren zullen;
20804 Jes 41:22 | gebeuren zullen; verkondigt de vorige dingen, welke die
20805 Jes 41:22 | daarvan weten; of doet ons de toekomende dingen horen. ~
20806 Jes 41:25 | aanroepen; en hij zal komen over de overheden als over leem,
20807 Jes 41:27 | 27 Ik, de Eerste zeg tot Sion: Zie,
20808 Jes 42:2 | verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. ~
20809 Jes 42:3 | zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij
20810 Jes 42:4 | aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn
20811 Jes 42:5 | 5 Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen,
20812 Jes 42:5 | zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en dezelve
20813 Jes 42:5 | dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft,
20814 Jes 42:6 | 6 Ik, de HEERE, heb u geroepen in
20815 Jes 42:7 | 7 Om te openen de blinde ogen, om de gebondenen
20816 Jes 42:7 | openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren
20817 Jes 42:7 | gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis,
20818 Jes 42:8 | 8 Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam;
20819 Jes 42:9 | 9 Ziet, de voorgaande dingen zijn gekomen,
20820 Jes 42:11 | 11 Laat de woestijn en haar steden
20821 Jes 42:11 | woestijn en haar steden de stem verheffen, met de dorpen,
20822 Jes 42:11 | steden de stem verheffen, met de dorpen, die Kedar bewoont;
20823 Jes 42:11 | laat hen juichen, die in de rotsstenen wonen, en van
20824 Jes 42:12 | 12 Laat ze den HEERE de eer geven, en Zijn lof in
20825 Jes 42:12 | eer geven, en Zijn lof in de eilanden verkondigen. ~
20826 Jes 42:13 | 13 De HEERE zal uittrekken als
20827 Jes 42:15 | doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken,
20828 Jes 42:15 | rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen. ~
20829 Jes 42:16 | 16 En Ik zal de blinden leiden door den
20830 Jes 42:16 | zal ze doen treden door de paden, die zij niet geweten
20831 Jes 42:16 | niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor hun aangezicht
20832 Jes 42:17 | beelden verlaten, die tot de gegoten beelden zeggen:
20833 Jes 42:19 | zende? Wie is blind, gelijk de volmaakte, en blind, gelijk
20834 Jes 42:19 | volmaakte, en blind, gelijk de knecht des HEEREN? ~
20835 Jes 42:20 | bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet, zo hoort
20836 Jes 42:21 | 21 De HEERE had lust aan hem,
20837 Jes 42:21 | Hij maakte hem groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk. ~
20838 Jes 42:22 | zijn allen verstrikt in de holen, en verstoken in de
20839 Jes 42:22 | de holen, en verstoken in de gevangenhuizen; zij zijn
20840 Jes 42:24 | den rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij
20841 Jes 42:25 | Hij over hen uitgestort de grimmigheid Zijns toorns
20842 Jes 42:25 | grimmigheid Zijns toorns en de macht des oorlogs; en Hij
20843 Jes 43:1 | Maar nu, alzo zegt de HEERE, uw Schepper, o Jakob!
20844 Jes 43:2 | zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet
20845 Jes 43:2 | gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. ~
20846 Jes 43:3 | 3 Want Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige
20847 Jes 43:3 | Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige Israels, uw Heiland;
20848 Jes 43:8 | hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben. ~
20849 Jes 43:9 | 9 Laat al de heidenen samen vergaderd
20850 Jes 43:9 | vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden;
20851 Jes 43:9 | laat hen ons doen horen de vorige dingen, laat hen
20852 Jes 43:9 | het hore en zegge: Het is de waarheid. ~
20853 Jes 43:10 | zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien
20854 Jes 43:11 | 11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland
20855 Jes 43:12 | zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben. ~
20856 Jes 43:13 | 13 Ook eer de dag was, ben Ik, en er is
20857 Jes 43:14 | 14 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de
20858 Jes 43:14 | de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Om ulieder
20859 Jes 43:14 | doen nederdalen, te weten de Chaldeen, in de schepen,
20860 Jes 43:14 | te weten de Chaldeen, in de schepen, op welke zij
20861 Jes 43:15 | 15 Ik ben de HEERE, uw Heilige; de Schepper
20862 Jes 43:15 | ben de HEERE, uw Heilige; de Schepper van Israel, ulieder
20863 Jes 43:16 | 16 Alzo zegt de HEERE, Die in de zee een
20864 Jes 43:16 | Alzo zegt de HEERE, Die in de zee een weg, en in de sterke
20865 Jes 43:16 | in de zee een weg, en in de sterke wateren een pad maakte; ~
20866 Jes 43:18 | dingen niet, en overlegt de oude dingen niet. ~
20867 Jes 43:19 | niet weten? Ja, Ik zal in de woestijn een weg leggen,
20868 Jes 43:19 | weg leggen, en rivieren in de wildernis. ~
20869 Jes 43:20 | des velds zal Mij eren, de draken en de jonge struisen;
20870 Jes 43:20 | zal Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik
20871 Jes 43:20 | struisen; want Ik zal in de woestijn wateren geven,
20872 Jes 43:20 | wateren geven, en rivieren in de wildernis, om Mijn volk,
20873 Jes 43:28 | 28 Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms
20874 Jes 44:2 | 2 Zo zegt de HEERE, uw Maker, en uw Formeerder
20875 Jes 44:3 | Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op
20876 Jes 44:4 | tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken. ~
20877 Jes 44:4 | gras, als de wilgen aan de waterbeken. ~
20878 Jes 44:6 | 6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel,
20879 Jes 44:6 | 6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en zijn
20880 Jes 44:6 | Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik
20881 Jes 44:6 | der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste,
20882 Jes 44:6 | ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij
20883 Jes 44:7 | gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die
20884 Jes 44:9 | 9 De formeerders van gesneden
20885 Jes 44:11 | zullen beschaamd worden, want de werkmeesters zijn uit de
20886 Jes 44:11 | de werkmeesters zijn uit de mensen; dat zij zich altemaal
20887 Jes 44:12 | 12 De ijzersmid maakt een bijl,
20888 Jes 44:13 | 13 De timmerman trekt het richtsnoer
20889 Jes 44:13 | hij maakt het effen met de schaven, en tekent het met
20890 Jes 44:13 | passer, en maakt het naar de beeltenis eens mans,
20891 Jes 44:13 | beeltenis eens mans, naar de schoonheid van een mens,
20892 Jes 44:14 | hij versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant
20893 Jes 44:14 | hij plant een olmboom, en de regen maakt dien groot. ~
20894 Jes 44:16 | brandt hij in het vuur, bij de andere helft daarvan eet
20895 Jes 44:19 | verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand
20896 Jes 44:19 | in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik
20897 Jes 44:23 | vreugde, gij hemelen! want de HEERE heeft het gedaan;
20898 Jes 44:23 | alle geboomte daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost,
20899 Jes 44:24 | 24 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, en
20900 Jes 44:24 | van den buik af: Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die
20901 Jes 44:24 | uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde uitspant door
20902 Jes 44:25 | 25 Die de tekenen der leugendichters
20903 Jes 44:25 | leugendichters vernietigt, en de waarzeggers dol maakt; Die
20904 Jes 44:25 | waarzeggers dol maakt; Die de wijzen achterwaarts doet
20905 Jes 44:26 | zult bewoond worden; en tot de steden van Juda: Gij zult
20906 Jes 44:27 | 27 Die tot de diepte zegt: Verdroog, en
20907 Jes 45:1 | 1 Alzo zegt de HEERE tot Zijn gezalfde,
20908 Jes 45:1 | wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht
20909 Jes 45:1 | neder te werpen; en Ik zal de lendenen der koningen ontbinden,
20910 Jes 45:1 | voor zijn aangezicht de deuren te openen, en de
20911 Jes 45:1 | de deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten
20912 Jes 45:2 | aangezicht gaan, en Ik zal de kromme wegen recht maken;
20913 Jes 45:2 | kromme wegen recht maken; de koperen deuren zal Ik verbreken,
20914 Jes 45:2 | deuren zal Ik verbreken, en de ijzeren grendelen zal Ik
20915 Jes 45:3 | 3 En Ik zal u geven de schatten, die in de duisternissen
20916 Jes 45:3 | geven de schatten, die in de duisternissen zijn, en de
20917 Jes 45:3 | de duisternissen zijn, en de verborgene rijkdommen; opdat
20918 Jes 45:3 | gij moogt weten, dat Ik de HEERE ben, Die u bij uw
20919 Jes 45:3 | Die u bij uw naam roept, de God van Israel; ~
20920 Jes 45:5 | 5 Ik ben de HEERE, en niemand meer,
20921 Jes 45:6 | buiten Mij niets is, Ik ben de HEERE, en niemand meer. ~
20922 Jes 45:7 | formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den
20923 Jes 45:7 | en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen. ~
20924 Jes 45:8 | hemelen! van boven af, en dat de wolken vloeien van gerechtigheid;
20925 Jes 45:8 | vloeien van gerechtigheid; en de aarde opene zich, en dat
20926 Jes 45:8 | te zamen uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. ~
20927 Jes 45:10 | Wat genereert gij? en tot de vrouw: Wat baart gij? ~
20928 Jes 45:11 | 11 Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels,
20929 Jes 45:11 | Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs
20930 Jes 45:12 | 12 Ik heb de aarde gemaakt, en Ik heb
20931 Jes 45:12 | het! Mijn handen hebben de hemelen uitgebreid, en Ik
20932 Jes 45:13 | voor geschenk, zegt de HEERE der heirscharen. ~
20933 Jes 45:14 | 14 Alzo zegt de HEERE: De arbeid der Egyptenaren
20934 Jes 45:14 | Alzo zegt de HEERE: De arbeid der Egyptenaren en
20935 Jes 45:14 | arbeid der Egyptenaren en de koophandel der Moren en
20936 Jes 45:14 | overkomen, en zij zullen de uwe zijn, zij zullen
20937 Jes 45:15 | Die Zich verborgen houdt, de God Israels, de Heiland. ~
20938 Jes 45:15 | verborgen houdt, de God Israels, de Heiland. ~
20939 Jes 45:16 | met schande heengaan, die de afgoden maken. ~
20940 Jes 45:18 | 18 Want alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen
20941 Jes 45:18 | alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen heeft,
20942 Jes 45:18 | geschapen heeft, Die God, Die de aarde geformeerd, en Die
20943 Jes 45:18 | daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, en niemand meer. ~
20944 Jes 45:19 | Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid
20945 Jes 45:20 | samen, gijlieden, die van de heidenen ontkomen zijt!
20946 Jes 45:21 | verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? en er is geen
20947 Jes 46:1 | afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten;
20948 Jes 46:1 | geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken
20949 Jes 46:1 | pakken zijn een last voor de vermoeide beesten. ~
20950 Jes 46:2 | maar zijzelven zijn in de gevangenis gegaan. ~
20951 Jes 46:3 | buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af. ~
20952 Jes 46:4 | 4 En tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde
20953 Jes 46:4 | Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik ulieden
20954 Jes 46:6 | verkwisten het goud uit de beurs, en wegen het zilver
20955 Jes 46:6 | en wegen het zilver met de waag; zij huren een goudsmid,
20956 Jes 46:12 | harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt! ~
20957 Jes 47:1 | dochter van Babel! zit op de aarde, er is geen troon
20958 Jes 47:1 | niet meer genaamd worden de tedere, noch de wellustige. ~
20959 Jes 47:1 | worden de tedere, noch de wellustige. ~
20960 Jes 47:2 | 2 Neem de molen, en maal meel; ontdek
20961 Jes 47:2 | ontdek uw vlechten, ontbloot de enkelen, ontdek de schenkelen,
20962 Jes 47:2 | ontbloot de enkelen, ontdek de schenkelen, ga door de rivieren. ~
20963 Jes 47:2 | ontdek de schenkelen, ga door de rivieren. ~
20964 Jes 47:4 | is HEERE der heirscharen, de Heilige Israels. ~
20965 Jes 47:5 | stilzwijgende, en ga in de duisternis, gij dochter
20966 Jes 47:8 | geen weduwe zitten, noch de beroving van kinderen kennen. ~
20967 Jes 47:9 | ogenblik overkomen, op een dag, de beroving van kinderen en
20968 Jes 47:9 | zij u overkomen, vanwege de veelheid uwer toverijen,
20969 Jes 47:9 | uwer toverijen, vanwege de menigte uwer bezweringen. ~
20970 Jes 47:12 | met uw bezweringen, en met de veelheid uwer toverijen,
20971 Jes 47:13 | Gij zijt moede geworden in de veelheid uwer raadslagen;
20972 Jes 47:13 | hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die naar
20973 Jes 47:13 | sterren kijken, die naar de nieuwe manen voorzeggen;
20974 Jes 47:14 | zichzelven niet kunnen rukken uit de macht der vlam; het zal
20975 Jes 48:1 | naam van Israel, en uit de wateren van Juda voortgekomen
20976 Jes 48:2 | 2 Ja, van de heilige stad worden zij
20977 Jes 48:3 | 3 De vorige dingen heb Ik verkondigd
20978 Jes 48:12 | Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. ~
20979 Jes 48:12 | ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. ~
20980 Jes 48:13 | Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand
20981 Jes 48:13 | en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten;
20982 Jes 48:13 | rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer
20983 Jes 48:14 | deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij
20984 Jes 48:14 | doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeen zijn. ~
20985 Jes 48:16 | is, ben Ik daar; en nu, de Heere HEERE, en Zijn
20986 Jes 48:17 | 17 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de
20987 Jes 48:17 | de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben
20988 Jes 48:17 | Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert,
20989 Jes 48:18 | en uw gerechtigheid als de golven der zee. ~
20990 Jes 48:20 | uit van Babel, vliedt van de Chaldeen, verkondigt met
20991 Jes 48:20 | Chaldeen, verkondigt met de stemme des gejuichs, doet
20992 Jes 48:20 | het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht
20993 Jes 48:21 | toen Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed
20994 Jes 48:21 | rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen. ~
20995 Jes 48:22 | 22 Maar de goddelozen hebben geen vrede,
20996 Jes 48:22 | hebben geen vrede, zegt de HEERE. ~ ~
20997 Jes 49:1 | toe, gij volken van verre! De HEERE heeft Mij geroepen
20998 Jes 49:2 | een scherp zwaard, onder de schaduw Zijner hand heeft
20999 Jes 49:5 | 5 En nu zegt de HEERE, Die Mij Zich van
21000 Jes 49:5 | Ik verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382 |