1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382
Book Chapter: Verse
21001 Jes 49:6 | zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob, en om
21002 Jes 49:6 | en om weder te brengen de bewaarden in Israel; Ik
21003 Jes 49:7 | 7 Alzo zegt de HEERE, de Verlosser van
21004 Jes 49:7 | Alzo zegt de HEERE, de Verlosser van Israel, Zijn
21005 Jes 49:7 | Israel, Zijn Heilige, tot de verachte ziel, tot Dien,
21006 Jes 49:8 | 8 Alzo zegt de HEERE: In dien tijd des
21007 Jes 49:8 | aardrijk op te richten, om de verwoeste erfenissen te
21008 Jes 49:9 | 9 Om te zeggen tot de gebondenen: Gaat uit; tot
21009 Jes 49:9 | voorschijn; zij zullen op de wegen weiden, en op alle
21010 Jes 49:10 | hongeren, noch dorsten, en de hitte en de zon zal hen
21011 Jes 49:10 | dorsten, en de hitte en de zon zal hen niet steken;
21012 Jes 49:10 | leiden, en Hij zal hen aan de springaders der wateren
21013 Jes 49:13 | gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost,
21014 Jes 49:14 | 14 Doch Sion zegt: De HEERE heeft mij verlaten,
21015 Jes 49:14 | HEERE heeft mij verlaten, en de HEERE heeft mij vergeten. ~
21016 Jes 49:16 | 16 Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd;
21017 Jes 49:18 | waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE, zekerlijk, gij zult
21018 Jes 49:20 | 20 Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd
21019 Jes 49:20 | waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk
21020 Jes 49:21 | en eenzaam was? Ik was in de gevangenis gegaan, en weggeweken;
21021 Jes 49:22 | 22 Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal
21022 Jes 49:22 | zal Mijn hand opheffen tot de heidenen, en tot de volken
21023 Jes 49:22 | tot de heidenen, en tot de volken zal Ik Mijn banier
21024 Jes 49:22 | dan zullen zij uw zonen in de armen brengen, en uw
21025 Jes 49:23 | gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, dat zij niet
21026 Jes 49:24 | Zou ook een machtige de vangst ontnomen worden,
21027 Jes 49:24 | ontnomen worden, of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen
21028 Jes 49:25 | 25 Doch alzo zegt de HEERE: Ja, de gevangenen
21029 Jes 49:25 | alzo zegt de HEERE: Ja, de gevangenen des machtigen
21030 Jes 49:25 | hem ontnomen worden, en de vangst des tirans zal ontkomen;
21031 Jes 49:26 | zal gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben,
21032 Jes 49:26 | Heiland ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. ~ ~
21033 Jes 50:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: Waar is de scheidbrief
21034 Jes 50:1 | Alzo zegt de HEERE: Waar is de scheidbrief van ulieder
21035 Jes 50:2 | door Mijn schelding maak Ik de zee droog, Ik stel de rivieren
21036 Jes 50:2 | Ik de zee droog, Ik stel de rivieren tot een woestijn,
21037 Jes 50:4 | 4 De Heere HEERE heeft Mij een
21038 Jes 50:5 | 5 De Heere HEERE heeft Mij het
21039 Jes 50:7 | 7 Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom
21040 Jes 50:9 | 9 Ziet, de Heere HEERE helpt Mij, wie
21041 Jes 50:10 | den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort?
21042 Jes 50:10 | Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en
21043 Jes 50:11 | spranken omgordt! wandelt in de vlam van uw vuur, en in
21044 Jes 50:11 | vlam van uw vuur, en in de spranken, die gij ontstoken
21045 Jes 51:1 | Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij,
21046 Jes 51:1 | gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs,
21047 Jes 51:3 | 3 Want de HEERE zal Sion troosten,
21048 Jes 51:5 | uit, en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen
21049 Jes 51:5 | volken richten; op Mij zullen de eilanden wachten, en op
21050 Jes 51:6 | den hemel, en aanschouwt de aarde beneden; want de hemel
21051 Jes 51:6 | aanschouwt de aarde beneden; want de hemel zal als een rook verdwijnen,
21052 Jes 51:6 | een rook verdwijnen, en de aarde zal als een kleed
21053 Jes 51:7 | naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij
21054 Jes 51:7 | Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens,
21055 Jes 51:8 | 8 Want de mot zal ze opeten als een
21056 Jes 51:9 | des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, als in
21057 Jes 51:9 | verledene dagen, als in de geslachten van ouds; zijt
21058 Jes 51:10 | Zijt Gij het niet, Die de zee, de wateren des groten
21059 Jes 51:10 | Gij het niet, Die de zee, de wateren des groten afgronds,
21060 Jes 51:10 | droog gemaakt hebt? Die de diepten der zee gemaakt
21061 Jes 51:10 | hebt tot een weg, opdat de verlosten daardoor gingen? ~
21062 Jes 51:11 | 11 Alzo zullen de vrijgekochten des HEEREN
21063 Jes 51:13 | Die u gemaakt heeft, Die de hemelen heeft uitgebreid,
21064 Jes 51:13 | hemelen heeft uitgebreid, en de aarde gegrond heeft, en
21065 Jes 51:13 | den gansen dag, vanwege de grimmigheid des benauwers,
21066 Jes 51:13 | te verderven? Waar is dan de grimmigheid des benauwers? ~
21067 Jes 51:14 | 14 De omzwevende gevangene zal
21068 Jes 51:15 | 15 Want Ik ben de HEERE, uw God, Die de zee
21069 Jes 51:15 | ben de HEERE, uw God, Die de zee klieft, dat haar golven
21070 Jes 51:16 | uw mond, en bedek u onder de schaduw Mijner hand; om
21071 Jes 51:16 | hemel te planten, en om de aarde te gronden, en om
21072 Jes 51:17 | die gedronken hebt van de hand des HEEREN den beker
21073 Jes 51:18 | Er is niemand van al de kinderen, die zij gebaard
21074 Jes 51:18 | leidt; en niemand van al de kinderen, die zij opgevoed
21075 Jes 51:18 | opgevoed heeft, die haar bij de hand grijpt. ~
21076 Jes 51:20 | het net; zij zijn vol van de grimmigheid des HEEREN,
21077 Jes 51:20 | grimmigheid des HEEREN, van de schelding uws Gods. ~
21078 Jes 51:22 | Alzo zegt uw Heere, de HEERE en uw God, Die Zijns
21079 Jes 51:23 | die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die tot uw
21080 Jes 52:2 | Jeruzalem! maak u los van de banden van uw hals, gij
21081 Jes 52:3 | 3 Want zo zegt de HEERE; Gijlieden zijt om
21082 Jes 52:4 | 4 Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden
21083 Jes 52:5 | Ik hier te doen? spreekt de HEERE, dewijl Mijn volk
21084 Jes 52:5 | het doen huilen, spreekt de HEERE, en Mijn Naam
21085 Jes 52:7 | Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen,
21086 Jes 52:7 | liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het
21087 Jes 52:8 | wachters; zij verheffen de stem, zij juichen te zamen;
21088 Jes 52:8 | zullen oog aan oog zien, als de HEERE Sion wederbrengen
21089 Jes 52:9 | plaatsen van Jeruzalem! want de HEERE heeft Zijn volk getroost,
21090 Jes 52:10 | 10 De HEERE heeft Zijn heiligen
21091 Jes 52:10 | heiligen arm ontbloot voor de ogen aller heidenen; en
21092 Jes 52:10 | ogen aller heidenen; en al de einden der aarde zullen
21093 Jes 52:11 | hen, reinigt u, gij, die de vaten des HEEREN draagt! ~
21094 Jes 52:12 | der vlucht henengaan; want de HEERE zal voor ulieder aangezicht
21095 Jes 52:12 | aangezicht henentrekken, en de God van Israel zal uw achtertocht
21096 Jes 52:15 | heidenen besprengen, ja, de koningen zullen hun mond
21097 Jes 53:1 | geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? ~
21098 Jes 53:3 | Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen,
21099 Jes 53:3 | en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten,
21100 Jes 53:5 | ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede
21101 Jes 53:6 | iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller
21102 Jes 53:8 | het land der levenden; om de overtreding Mijns volks
21103 Jes 53:8 | overtreding Mijns volks is de plage op Hem geweest. ~
21104 Jes 53:9 | men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij
21105 Jes 53:10 | zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en
21106 Jes 53:11 | kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig
21107 Jes 53:12 | geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen,
21108 Jes 53:12 | heeft in den dood, en met de overtreders is geteld
21109 Jes 53:12 | gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft. ~ ~
21110 Jes 54:1 | barensnood gehad hebt! want de kinderen der eenzame zijn
21111 Jes 54:1 | eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde,
21112 Jes 54:1 | kinderen der getrouwde, zegt de HEERE. ~
21113 Jes 54:2 | 2 Maak de plaats uwer tenten wijd,
21114 Jes 54:2 | tenten wijd, en dat men de gordijnen uwer woningen
21115 Jes 54:3 | linkerhand; en uw zaad zal de heidenen erven, en zij zullen
21116 Jes 54:3 | heidenen erven, en zij zullen de verwoeste steden doen bewonen. ~
21117 Jes 54:4 | schande worden; maar gij zult de schaamte uwer jonkheid vergeten,
21118 Jes 54:5 | heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser;
21119 Jes 54:5 | is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems
21120 Jes 54:6 | 6 Want de HEERE heeft u geroepen,
21121 Jes 54:6 | geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel
21122 Jes 54:8 | Mij uwer ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser. ~
21123 Jes 54:9 | Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen
21124 Jes 54:9 | Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer
21125 Jes 54:9 | van Noach niet meer over de aarde zouden gaan; alzo
21126 Jes 54:10 | zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. ~
21127 Jes 54:13 | den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal
21128 Jes 54:16 | den smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast,
21129 Jes 54:17 | zult gij verdoemen; dit is de erve der knechten des HEEREN,
21130 Jes 54:17 | gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. ~ ~ ~ ~ ~
21131 Jes 55:1 | gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen
21132 Jes 55:3 | verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van
21133 Jes 55:7 | 7 De goddeloze verlate zijn weg,
21134 Jes 55:7 | goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten;
21135 Jes 55:8 | niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
21136 Jes 55:9 | 9 Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de
21137 Jes 55:9 | de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen
21138 Jes 55:10 | 10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den
21139 Jes 55:10 | Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt,
21140 Jes 55:10 | wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij
21141 Jes 55:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen
21142 Jes 55:12 | bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
21143 Jes 56:1 | gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen
21144 Jes 56:3 | verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van
21145 Jes 56:7 | 7 De goddeloze verlate zijn weg,
21146 Jes 56:7 | goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten;
21147 Jes 56:8 | niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
21148 Jes 56:9 | 9 Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de
21149 Jes 56:9 | de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen
21150 Jes 56:10 | 10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den
21151 Jes 56:10 | Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt,
21152 Jes 56:10 | wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij
21153 Jes 56:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen
21154 Jes 56:12 | bomen des velds zullen de handen samenklappen. ~
21155 Jes 57:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht,
21156 Jes 57:2 | 2 Welgelukzalig is de mens, die zulks doet, en
21157 Jes 57:3 | 3 En de vreemde, die zich tot den
21158 Jes 57:3 | spreke niet, zeggende: De HEERE heeft mij gans en
21159 Jes 57:3 | Zijn volk gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet,
21160 Jes 57:4 | 4 Want alzo zegt de HEERE van de gesnedenen,
21161 Jes 57:4 | Want alzo zegt de HEERE van de gesnedenen, die Mijn sabbatten
21162 Jes 57:6 | 6 En de vreemden, die zich tot den
21163 Jes 57:8 | 8 De Heere HEERE, Die de verdrevenen
21164 Jes 57:8 | De Heere HEERE, Die de verdrevenen van Israel vergadert,
21165 Jes 57:12 | sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn
21166 Jes 58:1 | 1 De rechtvaardige komt om, en
21167 Jes 58:1 | het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden
21168 Jes 58:1 | dat er iemand op let, dat de rechtvaardige weggeraapt
21169 Jes 58:4 | mond wijd open en steekt de tong lang uit? Zijt gij
21170 Jes 58:5 | Die hittig zijt in de eikenbossen, onder allen
21171 Jes 58:5 | groenen boom; slachtende de kinderen aan de beken, onder
21172 Jes 58:5 | slachtende de kinderen aan de beken, onder de hoeken der
21173 Jes 58:5 | kinderen aan de beken, onder de hoeken der steenrotsen. ~
21174 Jes 58:6 | 6 Aan de gladde stenen der beken
21175 Jes 58:8 | 8 En achter de deur en posten zet gij uw
21176 Jes 58:9 | weg, en vernedert u tot de hel toe. ~
21177 Jes 58:13 | vergaderd zijn, u redden; doch de wind zal hen allen wegvoeren,
21178 Jes 58:13 | zal hen allen wegvoeren, de ijdelheid zal hen wegnemen.
21179 Jes 58:14 | men zal zeggen: Verhoogt de baan, verhoogt de baan,
21180 Jes 58:14 | Verhoogt de baan, verhoogt de baan, bereidt den weg, neemt
21181 Jes 58:15 | 15 Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in
21182 Jes 58:15 | Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens
21183 Jes 58:15 | Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige,
21184 Jes 58:16 | geduriglijk verbolgen zijn; want de geest zou van voor Mijn
21185 Jes 58:16 | aangezicht overstelpt worden, en de zielen, die Ik gemaakt heb. ~
21186 Jes 58:17 | Ik was verbolgen over de ongerechtigheid hunner gierigheid,
21187 Jes 58:19 | 19 Ik schep de vrucht der lippen, vrede,
21188 Jes 58:19 | dengenen, die nabij zijn, zegt de HEERE, en Ik zal hen genezen. ~
21189 Jes 58:20 | 20 Doch de goddelozen zijn als een
21190 Jes 58:21 | 21 De goddelozen, zegt mijn God,
21191 Jes 59:1 | 1 Roep uit de keel, houd niet in, verhef
21192 Jes 59:2 | en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als
21193 Jes 59:2 | verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid;
21194 Jes 59:4 | en om goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet
21195 Jes 59:4 | uw stem te doen horen in de hoogte. ~
21196 Jes 59:5 | dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelle,
21197 Jes 59:6 | verkies: dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid,
21198 Jes 59:6 | goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat
21199 Jes 59:6 | en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk
21200 Jes 59:7 | hongerige uw brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in huis
21201 Jes 59:8 | uw licht voortbreken als de dageraad, en uw genezing
21202 Jes 59:8 | aangezicht heengaan, en de heerlijkheid des HEEREN
21203 Jes 59:9 | Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden; gij
21204 Jes 59:10 | opent voor den hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt;
21205 Jes 59:10 | verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw
21206 Jes 59:10 | donkerheid zal zijn als de middag. ~
21207 Jes 59:11 | 11 En de HEERE zal u geduriglijk
21208 Jes 59:12 | voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen;
21209 Jes 59:12 | oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht
21210 Jes 59:12 | zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die
21211 Jes 59:12 | bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om
21212 Jes 59:13 | een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, Die
21213 Jes 59:14 | Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik
21214 Jes 59:14 | en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob;
21215 Jes 59:14 | van uw vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft
21216 Jes 60:1 | 1 Ziet, de hand des HEEREN is niet
21217 Jes 60:4 | Er is niemand, die voor de gerechtigheid roept, en
21218 Jes 60:4 | roept, en niemand, die voor de waarheid in het gericht
21219 Jes 60:9 | recht verre van ons, en de gerechtigheid achterhaalt
21220 Jes 60:10 | tasten naar den wand, gelijk de blinden, en, gelijk die
21221 Jes 60:10 | ons op den middag, als in de schemering, wij zijn in
21222 Jes 60:10 | in woeste plaatsen gelijk de doden. ~
21223 Jes 60:11 | brommen allen gelijk als de beren, en wij kirren doorgaans
21224 Jes 60:11 | kirren doorgaans gelijk de duiven; wij wachten naar
21225 Jes 60:14 | achterwaarts geweken, en de gerechtigheid staat van
21226 Jes 60:14 | gerechtigheid staat van verre; want de waarheid struikelt op de
21227 Jes 60:14 | de waarheid struikelt op de straat, en wat recht is,
21228 Jes 60:15 | 15 Ja, de waarheid ontbreekt er, en
21229 Jes 60:15 | stelt zich tot een roof; en de HEERE zag het, en het was
21230 Jes 60:17 | zette Hij op Zijn hoofd, en de klederen der wraak trok
21231 Jes 60:18 | 18 Even naar de werken, even daarnaar zal
21232 Jes 60:19 | den opgang der zon; als de vijand zal komen gelijk
21233 Jes 60:19 | komen gelijk een stroom, zal de Geest des HEEREN de
21234 Jes 60:19 | de Geest des HEEREN de banier tegen hen oprichten. ~
21235 Jes 60:20 | hen, die zich bekeren van de overtreding in Jakob, spreekt
21236 Jes 60:20 | overtreding in Jakob, spreekt de HEERE. ~
21237 Jes 60:21 | Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op
21238 Jes 60:21 | het zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in
21239 Jes 61:1 | want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN
21240 Jes 61:2 | 2 Want zie, de duisternis zal de aarde
21241 Jes 61:2 | Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid
21242 Jes 61:2 | bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal
21243 Jes 61:2 | volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid
21244 Jes 61:3 | 3 En de heidenen zullen tot uw licht
21245 Jes 61:5 | en verwijd worden; want de menigte de zee zal tot u
21246 Jes 61:5 | worden; want de menigte de zee zal tot u gekeerd worden,
21247 Jes 61:6 | kemelen zal u bedekken, de snelle kemelen van Midian
21248 Jes 61:7 | 7 Al de schapen van Kedar zullen
21249 Jes 61:7 | tot u verzameld worden; de rammen van Nebajoth zullen
21250 Jes 61:9 | 9 Want de eilanden zullen Mij verwachten,
21251 Jes 61:9 | zullen Mij verwachten, en de schepen van Tarsis vooreerst,
21252 Jes 61:10 | 10 En de vreemden zullen uw muren
21253 Jes 61:13 | 13 De heerlijkheid van Libanon
21254 Jes 61:13 | Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beukeboom
21255 Jes 61:13 | tot u komen, de denneboom, de beukeboom en de busboom
21256 Jes 61:13 | denneboom, de beukeboom en de busboom te gelijk, om te
21257 Jes 61:13 | gelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms,
21258 Jes 61:13 | Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten
21259 Jes 61:14 | zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die u
21260 Jes 61:14 | zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten;
21261 Jes 61:14 | en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion
21262 Jes 61:16 | 16 En gij zult de melk der heidenen zuigen,
21263 Jes 61:16 | heidenen zuigen, en gij zult de borsten der koningen zuigen;
21264 Jes 61:16 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, uw Heiland, en
21265 Jes 61:16 | Heiland, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. ~
21266 Jes 61:19 | 19 De zon zal u niet meer wezen
21267 Jes 61:19 | en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar
21268 Jes 61:19 | maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een
21269 Jes 61:20 | licht niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig
21270 Jes 61:20 | een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen
21271 Jes 61:21 | zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten;
21272 Jes 61:22 | 22 De kleinste zal tot duizend
21273 Jes 61:22 | zal tot duizend worden, en de minste tot een machtig volk;
21274 Jes 61:22 | tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te zijner
21275 Jes 62:1 | 1 De Geest des Heeren HEEREN
21276 Jes 62:1 | HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft,
21277 Jes 62:1 | gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om
21278 Jes 62:4 | 4 En zij zullen de oude verwoeste plaatsen
21279 Jes 62:4 | verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder
21280 Jes 62:4 | verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen,
21281 Jes 62:8 | 8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief,
21282 Jes 62:9 | En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden,
21283 Jes 62:9 | dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft. ~
21284 Jes 62:10 | Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den
21285 Jes 62:11 | 11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt,
21286 Jes 62:11 | doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid
21287 Jes 62:11 | uitspruiten voor al de volken. ~ ~
21288 Jes 63:2 | 2 En de heidenen zullen uw gerechtigheid
21289 Jes 63:3 | sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een
21290 Jes 63:3 | een koninklijke hoed in de hand uws Gods. ~
21291 Jes 63:4 | niet meer gezegd worden: De verlatene, en tot uw land
21292 Jes 63:4 | Het getrouwde; want de HEERE heeft een lust aan
21293 Jes 63:5 | kinderen u trouwen; en gelijk de bruidegom vrolijk is over
21294 Jes 63:5 | bruidegom vrolijk is over de bruid, alzo zal uw God over
21295 Jes 63:8 | 8 De HEERE heeft gezworen bij
21296 Jes 63:8 | voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken
21297 Jes 63:9 | zullen, zullen hem drinken in de voorhoven Mijns heiligdoms. ~
21298 Jes 63:10 | Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt den weg
21299 Jes 63:10 | verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier
21300 Jes 63:10 | steekt een banier omhoog tot de volken! ~
21301 Jes 63:11 | 11 Ziet, de HEERE heeft doen horen,
21302 Jes 63:11 | het einde der aarde: zegt de dochter van Sion: Zie, uw
21303 Jes 63:12 | noemen het heilige volk, de verlosten des HEEREN; en
21304 Jes 63:12 | gij zult genoemd worden de gezochte, de stad, die niet
21305 Jes 63:12 | genoemd worden de gezochte, de stad, die niet verlaten
21306 Jes 64:2 | klederen als van een, die in de wijnpers treedt? ~
21307 Jes 64:3 | 3 Ik heb de pers alleen getreden, en
21308 Jes 64:3 | getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb
21309 Jes 64:4 | 4 Want de dag der wraak was in Mijn
21310 Jes 64:6 | 6 En Ik heb de volken vertreden in Mijn
21311 Jes 64:7 | 7 Ik zal de goedertierenheden des HEEREN
21312 Jes 64:7 | HEEREN, naar alles, wat de HEERE ons heeft bewezen,
21313 Jes 64:7 | HEERE ons heeft bewezen, en de grote goedigheid aan het
21314 Jes 64:7 | barmhartigheden, en naar de veelheid Zijner goedertierenheden. ~
21315 Jes 64:9 | benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns aangezichts
21316 Jes 64:9 | en Hij droeg hen al de dagen van ouds. ~
21317 Jes 64:11 | Nochtans dacht Hij aan de dagen van ouds, aan Mozes
21318 Jes 64:11 | waar is Hij, Die hen uit de zee opgebracht heeft, met
21319 Jes 64:11 | zee opgebracht heeft, met de herders Zijner kudde? Waar
21320 Jes 64:12 | heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die
21321 Jes 64:12 | rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten
21322 Jes 64:13 | Die hen leidde door de afgronden; als een paard
21323 Jes 64:13 | afgronden; als een paard in de woestijn, struikelden zij
21324 Jes 64:14 | een beest, dat afgaat in de valleien, heeft hun de Geest
21325 Jes 64:14 | in de valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven.
21326 Jes 64:17 | weder om Uwer knechten wil, de stammen Uws erfdeels. ~
21327 Jes 65:1 | 1 Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij
21328 Jes 65:1 | dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht
21329 Jes 65:2 | smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen,
21330 Jes 65:2 | bekend te maken! Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht
21331 Jes 65:3 | Uw aangezicht vervloten de bergen. ~
21332 Jes 65:5 | gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij
21333 Jes 66:4 | 4 Zittende bij de graven, zo vernachten zij
21334 Jes 66:7 | ongerechtigheden tegelijk, zegt de HEERE, die gerookt hebben
21335 Jes 66:7 | HEERE, die gerookt hebben op de bergen, en Mij smaadheid
21336 Jes 66:7 | smaadheid aangedaan hebben op de heuvelen; daarom zal
21337 Jes 66:8 | 8 Alzo zegt de HEERE: Gelijk wanneer men
21338 Jes 66:13 | 13 Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet,
21339 Jes 66:15 | een vervloeking laten; en de Heere HEERE zal ulieden
21340 Jes 66:16 | God der waarheid, omdat de vorige benauwdheden
21341 Jes 66:17 | en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet
21342 Jes 66:19 | niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de
21343 Jes 66:19 | de stem der wening, noch de stem des geschreeuws. ~
21344 Jes 66:22 | het een ander ete, want de dagen Mijns volks zullen
21345 Jes 66:22 | Mijns volks zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn
21346 Jes 66:25 | 25 De wolf en het lam zullen te
21347 Jes 66:25 | zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als
21348 Jes 66:25 | als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij
21349 Jes 66:25 | heiligen berg zegt de HEERE. ~ ~
21350 Jes 67:1 | 1 Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn
21351 Jes 67:1 | Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en
21352 Jes 67:1 | hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner
21353 Jes 67:1 | Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten;
21354 Jes 67:1 | zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust? ~
21355 Jes 67:2 | dingen zijn geweest, spreekt de HEERE; maar op dezen zal
21356 Jes 67:5 | Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch
21357 Jes 67:6 | van een groot rumoer uit de stad zijn, een stem uit
21358 Jes 67:6 | een stem uit den tempel, de stem des HEEREN, Die Zijn
21359 Jes 67:6 | HEEREN, Die Zijn vijanden de verdiensten vergeldt. ~
21360 Jes 67:9 | 9 Zou Ik de baarmoeder openbreken, en
21361 Jes 67:9 | en niet genereren? zegt de HEERE; zou Ik, Die genereer,
21362 Jes 67:11 | en verzadigd worden van de borsten harer vertroostingen;
21363 Jes 67:12 | 12 Want alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal den
21364 Jes 67:12 | uitstrekken als een rivier, en de heerlijkheid der heidenen
21365 Jes 67:12 | zuigen; gij zult op de zijden gedragen worden,
21366 Jes 67:12 | zijden gedragen worden, en op de knieen zeer vriendelijk
21367 Jes 67:14 | het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden
21368 Jes 67:15 | 15 Want ziet, de HEERE zal met vuur komen,
21369 Jes 67:16 | en met Zijn zwaard zal de HEERE in het recht treden
21370 Jes 67:16 | treden met alle vlees; en de verslagenen des HEEREN zullen
21371 Jes 67:17 | en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het
21372 Jes 67:17 | verteerd worden, spreekt de HEERE. ~
21373 Jes 67:19 | zijn, zal Ik zenden tot de heidenen naar Tarsis, Pul,
21374 Jes 67:19 | naar Tarsis, Pul, en Lud, de boogschutters, naar Tubal
21375 Jes 67:19 | naar Tubal en Javan, tot de ver gelegen eilanden,
21376 Jes 67:19 | Mijn heerlijkheid onder de heidenen verkondigen. ~
21377 Jes 67:20 | toe, naar Jeruzalem, zegt de HEERE, gelijk als de kinderen
21378 Jes 67:20 | zegt de HEERE, gelijk als de kinderen Israels het spijsoffer
21379 Jes 67:21 | tot Levieten nemen, zegt de HEERE. ~
21380 Jes 67:22 | aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder
21381 Jes 67:23 | zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere,
21382 Jes 67:23 | van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen
21383 Jes 67:23 | Mijn aangezicht, zegt de HEERE. ~
21384 Jes 67:24 | henen uitgaan, en zij zullen de dode lichamen der lieden
21385 Jer 1:1 | 1 De woorden van Jeremia, den
21386 Jer 1:1 | den zoon van Hilkia, uit de priesteren, die te Anathoth
21387 Jer 1:2 | des HEEREN geschiedde, in de dagen van Josia, zoon van
21388 Jer 1:3 | geschiedde het tot hem in de dagen van Jojakim, zoon
21389 Jer 1:3 | gevankelijk werd weggevoerd in de vijfde maand. ~
21390 Jer 1:5 | u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt,
21391 Jer 1:7 | 7 Maar de HEERE zeide tot mij: Zeg
21392 Jer 1:8 | om u te redden, spreekt de HEERE. ~
21393 Jer 1:9 | 9 En de HEERE stak Zijn hand uit,
21394 Jer 1:9 | roerde mijn mond aan; en de HEERE zeide tot mij: Zie,
21395 Jer 1:10 | stel u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken,
21396 Jer 1:10 | dage over de volken en over de koninkrijken, om uit te
21397 Jer 1:12 | 12 En de HEERE zeide tot mij: Gij
21398 Jer 1:14 | 14 En de HEERE zeide tot mij: Van
21399 Jer 1:15 | van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen,
21400 Jer 1:15 | iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van
21401 Jer 1:16 | zich gebogen hebben voor de werken hunner handen. ~
21402 Jer 1:18 | tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen
21403 Jer 1:19 | want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u uit te helpen. ~ ~
21404 Jer 2:2 | 2 Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeggende:
21405 Jer 2:2 | Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid
21406 Jer 2:2 | toen gij Mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid
21407 Jer 2:3 | den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner inkomste;
21408 Jer 2:3 | kwaad kwam hun over, spreekt de HEERE. ~
21409 Jer 2:5 | 5 Zo zegt de HEERE: Wat voor onrecht
21410 Jer 2:5 | geweken zijn, en hebben de ijdelheid nagewandeld, en
21411 Jer 2:6 | En zeiden niet: Waar is de HEERE, Die ons opvoerde
21412 Jer 2:6 | Egypteland, Die ons leidde in de woestijn, in een land van
21413 Jer 2:7 | een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve en het
21414 Jer 2:8 | 8 De priesters zeiden niet: Waar
21415 Jer 2:8 | priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden,
21416 Jer 2:8 | Waar is de HEERE? en die de wet handelden, kenden Mij
21417 Jer 2:8 | handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden tegen
21418 Jer 2:8 | overtraden tegen Mij; en de profeten profeteerden door
21419 Jer 2:9 | ulieden twisten, spreekt de HEERE; ja, met uw kindskinderen
21420 Jer 2:10 | Want, gaat over in de eilanden der Chitteers,
21421 Jer 2:11 | Heeft ook een volk de goden veranderd, hoewel
21422 Jer 2:12 | wordt zeer woest, spreekt de HEERE. ~
21423 Jer 2:15 | 15 De jonge leeuwen hebben over
21424 Jer 2:16 | 16 Ook hebben u de kinderen van Nof en Tachpanhes
21425 Jer 2:18 | met den weg van Egypte, om de wateren van Sihor te drinken?
21426 Jer 2:18 | met den weg van Assur, om de wateren der rivier te drinken? ~
21427 Jer 2:19 | niet bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
21428 Jer 2:19 | spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
21429 Jer 2:22 | aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE. ~
21430 Jer 2:23 | niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld?
21431 Jer 2:24 | een woudezelin, gewend in de woestijn, naar den lust
21432 Jer 2:25 | hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die zal
21433 Jer 2:29 | Mij overtreden, spreekt de HEERE. ~
21434 Jer 2:30 | kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder
21435 Jer 2:33 | boelering zoekt? Waarom gij ook de booste hoeren uw wegen geleerd
21436 Jer 2:34 | 34 Ja, het bloed van de zielen der onschuldige nooddruftigen
21437 Jer 2:37 | handen op uw hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen
21438 Jer 3:1 | nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE. ~
21439 Jer 3:2 | Hef uw ogen op naar de hoge plaatsen, en zie toe,
21440 Jer 3:2 | hebt voor hen gezeten aan de wegen, als een Arabier in
21441 Jer 3:2 | wegen, als een Arabier in de woestijn; alzo hebt gij
21442 Jer 3:3 | 3 Daarom zijn de regendruppelen ingehouden,
21443 Jer 3:4 | roepen: Mijn Vader! Gij zijt de leidsman mijner jeugd! ~
21444 Jer 3:5 | die boosheden, en neemt de overhand. ~
21445 Jer 3:6 | 6 Voorts zeide de HEERE tot mij, in de dagen
21446 Jer 3:6 | zeide de HEERE tot mij, in de dagen van den koning Josia:
21447 Jer 3:6 | Josia: Hebt gij gezien, wat de afgekeerde Israel gedaan
21448 Jer 3:7 | bekeerde zich niet. Dit zag de trouweloze, haar zuster
21449 Jer 3:8 | oorzake van alles, waarin de afgekeerde Israel overspel
21450 Jer 3:8 | scheidbrief gegeven had, dat de trouweloze, haar zuster
21451 Jer 3:10 | maar valselijk, spreekt de HEERE. ~
21452 Jer 3:11 | 11 Dies de HEERE tot mij zeide: De
21453 Jer 3:11 | de HEERE tot mij zeide: De afgekeerde Israel heeft
21454 Jer 3:11 | gerechtvaardigd, meer dan de trouweloze Juda. ~
21455 Jer 3:12 | afgekeerde Israel! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn
21456 Jer 3:12 | goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn
21457 Jer 3:13 | wegen verstrooid hebt tot de vreemden, onder allen groenen
21458 Jer 3:13 | gehoorzaam geweest, spreekt de HEERE. ~
21459 Jer 3:14 | afkerige kinderen! spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd,
21460 Jer 3:16 | land, in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer
21461 Jer 3:16 | zullen zij niet meer zeggen: De ark des verbonds des
21462 Jer 3:17 | des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar
21463 Jer 3:19 | wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten, en u geven
21464 Jer 3:19 | geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van de
21465 Jer 3:19 | de sierlijke erfenis van de heirscharen der heidenen?
21466 Jer 3:20 | gij huis Israels! spreekt de HEERE. ~
21467 Jer 3:21 | Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween
21468 Jer 3:22 | komen tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God! ~
21469 Jer 3:23 | tevergeefs verwacht men het van de heuvelen en de menigte der
21470 Jer 3:23 | men het van de heuvelen en de menigte der bergen; waarlijk,
21471 Jer 3:24 | 24 Want de schaamte heeft den arbeid
21472 Jer 4:1 | bekeren zult, Israel! spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij;
21473 Jer 4:2 | zweer: Zo waarachtig als de HEERE leeft! in waarheid,
21474 Jer 4:2 | gerechtigheid; zo zullen zich de heidenen in Hem zegenen,
21475 Jer 4:3 | 3 Want zo zegt de HEERE tot de mannen van
21476 Jer 4:3 | Want zo zegt de HEERE tot de mannen van Juda, en tot
21477 Jer 4:3 | braakland, en zaait niet onder de doornen. ~
21478 Jer 4:4 | u den HEERE en doet weg de voorhuiden uwer harten,
21479 Jer 4:4 | niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen. ~
21480 Jer 4:5 | en zegt het; ja, blaast de bazuin in het land; roept
21481 Jer 4:5 | ulieden, en laat ons ingaan in de vaste steden! ~
21482 Jer 4:6 | 6 Werpt de banier op naar Sion, vlucht
21483 Jer 4:7 | 7 De leeuw is opgekomen uit zijn
21484 Jer 4:7 | opgekomen uit zijn haag, en de verderver der heidenen is
21485 Jer 4:8 | bedrijft misbaar en huilt; want de hittigheid van des HEEREN
21486 Jer 4:9 | tijd geschieden, spreekt de HEERE, dat het hart des
21487 Jer 4:9 | vorsten vergaan zal; en de priesters zullen zich ontzetten,
21488 Jer 4:9 | zullen zich ontzetten, en de profeten zich verwonderen. ~
21489 Jer 4:10 | daar het zwaard tot aan de ziel raakt. ~
21490 Jer 4:11 | worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn,
21491 Jer 4:11 | van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der
21492 Jer 4:14 | wordt; hoe lang zult gij de gedachten uwer ijdelheid
21493 Jer 4:16 | verheffen hun stem tegen de steden van Juda. ~
21494 Jer 4:17 | 17 Als de wachters der velden zijn
21495 Jer 4:17 | wederspannig geweest is, spreekt de HEERE. ~
21496 Jer 4:21 | 21 Hoe lang zal ik de banier zien, het geluid
21497 Jer 4:24 | 24 Ik zag de bergen aan, en ziet, zij
21498 Jer 4:24 | ziet, zij beefden; en al de heuvelen schudden. ~
21499 Jer 4:26 | vanwege den HEERE, vanwege de hittigheid Zijns toorns. ~
21500 Jer 4:27 | 27 Want zo zegt de HEERE: Dit ganse land zal
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382 |