Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
21501 Jer 4:28 | 28      Hierom zal de aarde treuren, en de hemel 21502 Jer 4:28 | zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; 21503 Jer 4:29 | boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de wolken, 21504 Jer 4:29 | al de steden; zij gaan in de wolken, en klimmen op de 21505 Jer 4:29 | de wolken, en klimmen op de rotsen; al de steden zijn 21506 Jer 4:29 | klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, zodat 21507 Jer 4:30 | tevergeefs oppronken; de boelen versmaden u, zij 21508 Jer 4:31 | des eersten kinds nood is, de stem van de dochter Sions; 21509 Jer 4:31 | kinds nood is, de stem van de dochter Sions; zij hijgt, 21510 Jer 4:31 | mijn ziel is moede vanwege de doodslagers! ~  ~ 21511 Jer 5:1 | 1      Gaat om door de wijken van Jeruzalem, en 21512 Jer 5:2 | zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft! zo zweren zij 21513 Jer 5:3 | maar zij hebben geweigerd de tucht aan te      nemen; 21514 Jer 5:5 | 5      Ik zal gaan tot de groten, en met hen spreken, 21515 Jer 5:5 | zamen het juk verbroken, en de banden      verscheurd. ~ 21516 Jer 5:9 | bezoeking doen? spreekt de HEERE. Of zou Mijn ziel 21517 Jer 5:11 | tegen Mij gehandeld, spreekt de HEERE. ~ 21518 Jer 5:14 | 14      Daarom zegt de HEERE, de God der heirscharen, 21519 Jer 5:14 | Daarom zegt de HEERE, de God der heirscharen, alzo, 21520 Jer 5:15 | o huis Israels! spreekt de HEERE; het is een sterk 21521 Jer 5:18 | ook in die dagen, spreekt de HEERE, geen voleinding met 21522 Jer 5:19 | zeggen: Waarom heeft ons de HEERE, onze God, al deze 21523 Jer 5:19 | land gediend, alzo zult gij de uitlandse dienen, in een 21524 Jer 5:22 | Mij niet vrezen? spreekt de HEERE; zult gij voor Mijn 21525 Jer 5:24 | regen, op Zijn tijd; Die ons de weken, de gezette      tijden 21526 Jer 5:24 | tijd; Die ons de weken, de gezette      tijden van 21527 Jer 5:26 | van hen loert, gelijk zich de vogelvangers schikken; zij 21528 Jer 5:26 | verderfelijken strik, zij vangen de mensen. ~ 21529 Jer 5:28 | vet, zij zijn glad, zelfs de daden der bozen gaan zij 21530 Jer 5:28 | bozen gaan zij te boven; de rechtzaak richten zij niet, 21531 Jer 5:28 | richten zij niet, zelfs de rechtzaak des wezen, nochtans 21532 Jer 5:29 | bezoeking doen? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich 21533 Jer 5:31 | 31      De profeten profeteren valselijk, 21534 Jer 5:31 | profeteren valselijk, en de priesters heersen door hun 21535 Jer 6:1 | van Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft 21536 Jer 6:2 | 2      Ik heb wel de dochter Sions bij een schone 21537 Jer 6:4 | middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want 21538 Jer 6:4 | heeft zich gewend, want de avondschaduwen neigen zich. ~ 21539 Jer 6:6 | 6      Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt 21540 Jer 6:6 | tegen Jeruzalem; zij is de stad, die bezocht zal worden; 21541 Jer 6:9 | 9      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij 21542 Jer 6:9 | gelijk een wijnlezer, aan de korven. ~ 21543 Jer 6:11 | ik zal ze uitstorten over de kinderkens op de straat, 21544 Jer 6:11 | uitstorten over de kinderkens op de straat, en over de vergadering 21545 Jer 6:11 | kinderkens op de straat, en over de vergadering der      jongelingen 21546 Jer 6:11 | jongelingen te zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen 21547 Jer 6:11 | zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen gevangen worden, 21548 Jer 6:11 | zullen gevangen worden, de oude met dien, die vol is 21549 Jer 6:12 | tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; want 21550 Jer 6:12 | Mijn hand uitstrekken tegen de inwoners dezes lands, spreekt 21551 Jer 6:12 | inwoners dezes lands, spreekt de HEERE. ~ 21552 Jer 6:14 | 14      En zij genezen de breuk van de dochter Mijns 21553 Jer 6:14 | zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het 21554 Jer 6:15 | zullen zij vallen onder de      vallenden, ten tijde 21555 Jer 6:15 | zullen zij struikelen, zegt de HEERE. ~ 21556 Jer 6:16 | 16      Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, 21557 Jer 6:16 | zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt 21558 Jer 6:16 | ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de 21559 Jer 6:16 | de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt 21560 Jer 6:19 | kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; 21561 Jer 6:20 | 20      Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba 21562 Jer 6:20 | Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit verren 21563 Jer 6:21 | 21      Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal 21564 Jer 6:21 | zamen vaders en kinderen, de nabuur en zijn metgezel, 21565 Jer 6:22 | 22      Zo zegt de HEERE: Ziet, er komt een 21566 Jer 6:22 | zal opgewekt worden uit de zijden der aarde. ~ 21567 Jer 6:23 | hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden zullen 21568 Jer 6:26 | zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen 21569 Jer 6:26 | zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk 21570 Jer 6:28 | 28      Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, 21571 Jer 6:29 | 29      De blaasbalg is verbrand, het 21572 Jer 6:29 | verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, 21573 Jer 6:29 | vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. ~ 21574 Jer 6:30 | een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen. ~  ~  ~  ~ ~ 21575 Jer 7:2 | 2      Sta in de poort van des HEEREN huis, 21576 Jer 7:3 | 3      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 21577 Jer 7:3 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw wegen 21578 Jer 7:6 | 6      De vreemdeling, wees en weduwe 21579 Jer 7:11 | het ook gezien, spreekt de HEERE. ~ 21580 Jer 7:12 | daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van Mijn volk      21581 Jer 7:13 | deze werken doet, spreekt de HEERE, en Ik tot u gesproken 21582 Jer 7:17 | gij niet, wat zij doen in de steden van Juda, en op de 21583 Jer 7:17 | de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem? ~ 21584 Jer 7:18 | 18      De kinderen lezen hout op, 21585 Jer 7:18 | kinderen lezen hout op, en de vaders steken het vuur aan, 21586 Jer 7:18 | steken het vuur aan, en de vrouwen kneden het deeg, 21587 Jer 7:18 | gebeelde koeken te maken voor de Melecheth des hemels, en 21588 Jer 7:19 | Mij verdriet aan? spreekt de HEERE. Doen zij het zichzelven 21589 Jer 7:20 | 20      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, 21590 Jer 7:20 | worden over deze plaats, over de mensen en over de beesten, 21591 Jer 7:20 | over de mensen en over de beesten, en over het geboomte 21592 Jer 7:20 | des      velds, en over de vrucht des aardrijks; en 21593 Jer 7:21 | 21      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 21594 Jer 7:21 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Doet uw brandofferen 21595 Jer 7:24 | geneigd, maar gewandeld in de raadslagen, in het goeddunken 21596 Jer 7:25 | gezonden al Mijn knechten, de profeten, dagelijks vroeg 21597 Jer 7:28 | Dit is het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, 21598 Jer 7:28 | zijns Gods, niet hoort, en de tucht niet aanneemt; de 21599 Jer 7:28 | de tucht niet aanneemt; de waarheid is ondergegaan, 21600 Jer 7:29 | verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want de HEERE 21601 Jer 7:29 | op de hoge plaatsen; want de HEERE heeft het geslacht 21602 Jer 7:30 | 30      Want de kinderen van Juda hebben 21603 Jer 7:30 | is in Mijn ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen 21604 Jer 7:31 | En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat 21605 Jer 7:32 | 32      Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de 21606 Jer 7:32 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het niet meer 21607 Jer 7:33 | 33      En de dode lichamen dezes volks 21608 Jer 7:34 | 34      En Ik zal uit de steden van Juda en uit de 21609 Jer 7:34 | de steden van Juda en uit de straten van Jeruzalem doen 21610 Jer 7:34 | Jeruzalem doen ophouden de stem der vrolijkheid en 21611 Jer 7:34 | stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem 21612 Jer 7:34 | en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de 21613 Jer 7:34 | de stem des bruidegoms en de stem der bruid;      want 21614 Jer 8:1 | Ter zelfder tijd, spreekt de HEERE, zullen zij de beenderen 21615 Jer 8:1 | spreekt de HEERE, zullen zij de beenderen der koningen van 21616 Jer 8:1 | der koningen van Juda, en de beenderen hunner vorsten, 21617 Jer 8:1 | beenderen hunner vorsten, en de beenderen der priesteren, 21618 Jer 8:1 | beenderen der priesteren, en de beenderen der      profeten, 21619 Jer 8:1 | beenderen der      profeten, en de beenderen der inwoners van 21620 Jer 8:2 | zullen ze uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en 21621 Jer 8:2 | uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en voor het ganse 21622 Jer 8:3 | 3      En de dood zal voor het leven 21623 Jer 8:3 | dit boze geslacht, in al de plaatsen der overgeblevenen, 21624 Jer 8:3 | henengedreven zal hebben, spreekt de HEERE der heirscharen. ~ 21625 Jer 8:4 | wijders tot hen: Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en 21626 Jer 8:8 | gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons! 21627 Jer 8:8 | waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden. ~ 21628 Jer 8:9 | 9      De wijzen zijn beschaamd, verschrikt 21629 Jer 8:11 | 11      En zij genezen de breuk van de dochter Mijns 21630 Jer 8:11 | zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het 21631 Jer 8:12 | zullen zij vallen onder de      vallenden; ten tijde 21632 Jer 8:12 | zullen zij struikelen, zegt de HEERE. ~ 21633 Jer 8:13 | voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven 21634 Jer 8:13 | het blad is afgevallen; en de geboden, die Ik hun      21635 Jer 8:14 | u, en laat ons ingaan in de vaste steden, en aldaar 21636 Jer 8:14 | stilzwijgen; immers heeft ons de HEERE, onze God, doen stilzwijgen, 21637 Jer 8:16 | opeten en diens      volheid, de stad en die daarin wonen. ~ 21638 Jer 8:17 | zullen u bijten, spreekt de HEERE. ~ 21639 Jer 8:19 | 19      Ziet, de stem van het geschrei der 21640 Jer 8:19 | zeer verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is haar 21641 Jer 8:20 | 20      De oogst is voorbijgaande, 21642 Jer 8:20 | oogst is voorbijgaande, de zomer is ten einde; nog 21643 Jer 8:21 | Ik ben gebroken vanwege de breuk der dochter mijns 21644 Jer 8:22 | heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns 21645 Jer 9:1 | ik dag en nacht bewenen de verslagenen van de dochter 21646 Jer 9:1 | bewenen de verslagenen van de dochter mijns volks. ~ 21647 Jer 9:2 | 2      Och, dat ik in de woestijn een herberg der 21648 Jer 9:3 | kennen zij niet,      spreekt de HEERE. ~ 21649 Jer 9:5 | zijn vriend, en spreken de waarheid niet; zij leren 21650 Jer 9:6 | zij Mij te kennen, spreekt de HEERE. ~ 21651 Jer 9:7 | 7      Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: 21652 Jer 9:9 | dingen niet bezoeken? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich 21653 Jer 9:10 | een weeklage opheffen over de bergen, en een klaaglied 21654 Jer 9:10 | bergen, en een klaaglied over de herdershutten der woestijn; 21655 Jer 9:10 | er geen stem van vee; van de vogelen des hemels aan tot 21656 Jer 9:10 | vogelen des hemels aan tot de beesten toe zijn zij weggezworven, 21657 Jer 9:11 | een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen 21658 Jer 9:12 | 12      Wie is de wijze man, die dit versta? 21659 Jer 9:12 | versta? En tot wien heeft de mond des HEEREN gesproken, 21660 Jer 9:13 | 13      En de HEERE zeide: Omdat zij Mijn 21661 Jer 9:14 | goeddunken huns harten, en naar de Baals, hetwelk hun vaders 21662 Jer 9:15 | 15      Daarom zegt de HEERE der heirscharen, de 21663 Jer 9:15 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Ziet, 21664 Jer 9:16 | zal hen verstrooien onder de heidenen, die zij niet gekend 21665 Jer 9:17 | 17      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Merkt 21666 Jer 9:17 | komen; en zendt henen naar de wijze vrouwen, dat zij komen. ~ 21667 Jer 9:21 | 21      Want de dood is geklommen in onze 21668 Jer 9:21 | onze paleizen gekomen, om de kinderkens uit te roeien 21669 Jer 9:21 | kinderkens uit te roeien van de wijken, de jongelingen van 21670 Jer 9:21 | te roeien van de wijken, de jongelingen van de straten. ~ 21671 Jer 9:21 | wijken, de jongelingen van de straten. ~ 21672 Jer 9:22 | Spreek: Zo spreekt de HEERE: Ja, een dood lichaam 21673 Jer 9:23 | 23      Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme 21674 Jer 9:23 | niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet 21675 Jer 9:24 | verstaat, en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, 21676 Jer 9:24 | recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen      21677 Jer 9:24 | heb Ik lust, spreekt de HEERE. ~ 21678 Jer 9:25 | 25      Ziet, de dagen komen, spreekt de 21679 Jer 9:25 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking 21680 Jer 9:25 | besnedenen, met degenen, die de voorhuid hebben; ~ 21681 Jer 9:26 | Juda, en over Edom, en over de kinderen Ammons, en over 21682 Jer 9:26 | en over allen, die aan de hoeken afgekort zijn, die 21683 Jer 9:26 | hoeken afgekort zijn, die in de woestijn wonen; want al 21684 Jer 9:26 | woestijn wonen; want al de      heidenen hebben de 21685 Jer 9:26 | de      heidenen hebben de voorhuid, maar het ganse 21686 Jer 9:26 | ganse huis Israels heeft de voorhuid des harten. ~  ~  ~  ~ ~ 21687 Jer 10:1 | Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, 21688 Jer 10:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Leert den weg der 21689 Jer 10:2 | niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl 21690 Jer 10:2 | des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten. ~ 21691 Jer 10:3 | 3      Want de inzettingen der volken zijn 21692 Jer 10:3 | werkmeesters handen met de bijl. ~ 21693 Jer 10:9 | des werkmeesters en van de handen des goudsmids; hemelsblauw 21694 Jer 10:10 | 10      Maar de HEERE God is de Waarheid, 21695 Jer 10:10 | Maar de HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende 21696 Jer 10:10 | God is de Waarheid, Hij is de levende God, en een eeuwig 21697 Jer 10:10 | Zijn verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen 21698 Jer 10:10 | verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen Zijn gramschap 21699 Jer 10:11 | gijlieden tot hen zeggen: De goden, die den hemel en 21700 Jer 10:11 | goden, die den hemel en de aarde niet gemaakt hebben, 21701 Jer 10:11 | hebben, zullen vergaan van de aarde, en van onder dezen 21702 Jer 10:12 | 12      Die de aarde gemaakt heeft door 21703 Jer 10:12 | heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door 21704 Jer 10:13 | in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het 21705 Jer 10:13 | einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, 21706 Jer 10:16 | gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en 21707 Jer 10:16 | van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE 21708 Jer 10:18 | 18      Want zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de inwoners 21709 Jer 10:18 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de inwoners des lands op ditmaal 21710 Jer 10:21 | 21      Want de herders zijn onvernuftig 21711 Jer 10:22 | van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen 21712 Jer 10:25 | Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, 21713 Jer 10:25 | die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam 21714 Jer 11:2 | 2      Hoort gijlieden de woorden dezes verbonds, 21715 Jer 11:2 | verbonds, en spreekt tot de mannen van Juda, en tot 21716 Jer 11:2 | mannen van Juda, en tot de inwoners van Jeruzalem; ~ 21717 Jer 11:3 | Zeg dan tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Vervloekt 21718 Jer 11:3 | tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Vervloekt zij 21719 Jer 11:3 | God Israels: Vervloekt zij de man, die niet hoort de woorden 21720 Jer 11:3 | zij de man, die niet hoort de woorden deze verbonds. ~ 21721 Jer 11:6 | 6      En de HEERE zeide tot mij: Roep 21722 Jer 11:6 | Roep al deze woorden uit in de steden van Juda, en in de 21723 Jer 11:6 | de steden van Juda, en in de straten van Jeruzalem, zeggende: 21724 Jer 11:6 | Jeruzalem, zeggende: Hoort de woorden dezes verbonds, 21725 Jer 11:8 | over hen gebracht al      de woorden dezes verbonds, 21726 Jer 11:9 | 9      Voorts zeide de HEERE tot mij: Er is een 21727 Jer 11:9 | verbintenis bevonden onder de mannen van Juda, en onder 21728 Jer 11:9 | mannen van Juda, en onder de inwoners van Jeruzalem. ~ 21729 Jer 11:10 | Zij zijn wedergekeerd tot de ongerechtigheden hunner 21730 Jer 11:11 | 11      Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal 21731 Jer 11:12 | 12      Dan zullen de steden van Juda en de inwoners 21732 Jer 11:12 | zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem henengaan, 21733 Jer 11:12 | henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt 21734 Jer 11:16 | 16      De HEERE had uw naam genoemd 21735 Jer 11:17 | 17      Want de HEERE der heirscharen, Die 21736 Jer 11:18 | 18      De HEERE nu heeft het mij te 21737 Jer 11:20 | rechtvaardige Rechter, Die de nieren en het hart proeft! 21738 Jer 11:21 | 21      Daarom, zo zegt de HEERE van de mannen van 21739 Jer 11:21 | Daarom, zo zegt de HEERE van de mannen van Anathoth, die 21740 Jer 11:22 | 22      Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, 21741 Jer 11:22 | bezoeking over hen doen: de jongelingen zullen door 21742 Jer 11:23 | zal een kwaad brengen over de mannen van Anathoth, in 21743 Jer 12:4 | velds verdorren? Vanwege de boosheid dergenen, die daarin 21744 Jer 12:4 | die daarin wonen, vergaan de beesten en het gevogelte; 21745 Jer 12:5 | 5      Als gij loopt met de voetgangers, zo maken zij 21746 Jer 12:5 | zult gij u dan mengen met de paarden? Zo gij alleenlijk 21747 Jer 12:5 | gij het dan maken in      de verheffing van de Jordaan? ~ 21748 Jer 12:5 | in      de verheffing van de Jordaan? ~ 21749 Jer 12:7 | erfenis laten varen; Ik heb de beminde Mijner ziel in de 21750 Jer 12:7 | de beminde Mijner ziel in de hand harer vijanden gegeven. ~ 21751 Jer 12:9 | een gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen 21752 Jer 12:12 | Op alle hoge plaatsen in de woestijn zijn verstoorders 21753 Jer 12:13 | ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van      den 21754 Jer 12:14 | 14      Alzo zegt de HEERE: Aangaande al Mijn 21755 Jer 12:16 | zal geschieden, indien zij de wegen Mijns volks vlijtiglijk 21756 Jer 12:16 | Naam: Zo waarachtig als de HEERE leeft! gelijk als 21757 Jer 12:17 | uitrukken en verdoen, spreekt de HEERE. ~  ~  ~  ~ ~ 21758 Jer 13:1 | 1      Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga 21759 Jer 13:4 | versteek dien aldaar in de klove ener steenrots. ~ 21760 Jer 13:5 | bij den Frath, gelijk als de HEERE mij geboden had. ~ 21761 Jer 13:6 | einde van vele dagen, dat de HEERE tot mij zeide: Maak 21762 Jer 13:7 | groef, en nam den gordel van de plaats, alwaar ik dien verstoken 21763 Jer 13:7 | verstoken had; en ziet, de gordel was verdorven en 21764 Jer 13:9 | 9      Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verderven 21765 Jer 13:9 | HEERE: Alzo zal Ik verderven de hovaardij van Juda, en die 21766 Jer 13:11 | als een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb 21767 Jer 13:11 | Mij doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn      21768 Jer 13:12 | dit woord tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Alle 21769 Jer 13:12 | tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Alle flessen 21770 Jer 13:13 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle 21771 Jer 13:13 | inwoners deze lands, zelfs de koningen, die op Davids 21772 Jer 13:13 | Davids troon zitten, en de priesters, en de profeten, 21773 Jer 13:13 | zitten, en de priesters, en de profeten, en alle      inwoners 21774 Jer 13:14 | een tegen den ander, zo de vaders als de kinderen te 21775 Jer 13:14 | ander, zo de vaders als de kinderen te zamen, spreekt 21776 Jer 13:14 | kinderen te zamen, spreekt de HEERE; Ik zal niet verschonen 21777 Jer 13:15 | ore, verheft u niet; want de HEERE heeft het gesproken. ~ 21778 Jer 13:16 | uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat 21779 Jer 13:18 | Zeg tot den koning en tot de koningin: Vernedert u, zet 21780 Jer 13:18 | want uw ganse hoofdsieraad, de kroon uwer heerlijkheid, 21781 Jer 13:19 | 19      De steden van het zuiden zijn 21782 Jer 13:20 | het noorden komen! waar is de kudde, die u gegeven was, 21783 Jer 13:20 | kudde, die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid? ~ 21784 Jer 13:21 | over u te zijn; zullen u de smarten niet aangrijpen, 21785 Jer 13:22 | deze dingen bejegend? Om de veelheid uwer ongerechtigheid, 21786 Jer 13:25 | maten zijn van Mij, spreekt de HEERE; gij, die Mij hebt 21787 Jer 13:27 | overspelen en uw hunkeringen, de schandelijkheid uws hoerdoms, 21788 Jer 14:1 | Jeremia geschied is, over de zaken der grote droogte. ~ 21789 Jer 14:3 | naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen 21790 Jer 14:4 | dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden 21791 Jer 14:4 | geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, 21792 Jer 14:5 | 5      Want ook de hinden in het veld werpen 21793 Jer 14:6 | 6      En de woudezels staan op de hoge 21794 Jer 14:6 | En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen 21795 Jer 14:6 | scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, 21796 Jer 14:10 | 10      Alzo zegt de HEERE van dit volk: Zij 21797 Jer 14:10 | bedwongen; daarom heeft de HEERE geen welgevallen aan 21798 Jer 14:11 | 11      Wijders zeide de HEERE tot mij: Bid niet 21799 Jer 14:12 | den honger, en door de pestilentie zal Ik hen verteren. ~ 21800 Jer 14:14 | 14      En de HEERE zeide tot mij: Die 21801 Jer 14:15 | 15      Daarom zegt de HEERE alzo: Aangaande de 21802 Jer 14:15 | de HEERE alzo: Aangaande de profeten, die in Mijn Naam 21803 Jer 14:16 | zij profeteren, zullen op de straten van Jeruzalem weggeworpen 21804 Jer 14:17 | en niet ophouden; want de jonkvrouw der dochter Mijns 21805 Jer 14:18 | uitga in het veld, ziet daar de verslagenen van het zwaard, 21806 Jer 14:18 | het zwaard, en zo ik in de stad komen, ziet daar de 21807 Jer 14:18 | de stad komen, ziet daar de kranken van honger! Ja, 21808 Jer 14:18 | kranken van honger! Ja, zowel de profeten als de priesters 21809 Jer 14:18 | Ja, zowel de profeten als de priesters lopen om in het      21810 Jer 14:22 | 22      Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, 21811 Jer 14:22 | die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt 21812 Jer 15:1 | 1      Maar de HEERE zeide tot mij: Al 21813 Jer 15:2 | hen zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten 21814 Jer 15:3 | vier geslachten, spreekt de HEERE: met het zwaard, om 21815 Jer 15:3 | zwaard, om te doden; en met de honden, om te slepen; en 21816 Jer 15:6 | hebt Mij verlaten, spreekt de HEERE; gij zijt achterwaarts 21817 Jer 15:7 | hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb 21818 Jer 15:8 | der zeeen; Ik heb hun over de moeder doen komen een jongeling, 21819 Jer 15:8 | hen      doen overvallen, de stad met verschrikkingen. 21820 Jer 15:9 | hunner vijanden, spreekt de HEERE. ~ 21821 Jer 15:11 | 11      De HEERE zeide: Zo niet uw 21822 Jer 15:11 | zal zijn; zo Ik niet, in de tijd des kwaads en in tijd 21823 Jer 15:19 | 19      Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult 21824 Jer 15:20 | te      rukken, spreekt de HEERE. ~ 21825 Jer 15:21 | Ja, Ik zal u rukken uit de hand der bozen, en Ik zal 21826 Jer 15:21 | en Ik zal u verlossen uit de handpalm der tirannen. ~  ~ 21827 Jer 16:3 | 3      Want zo zegt de HEERE van de zonen en van 21828 Jer 16:3 | Want zo zegt de HEERE van de zonen en van de dochteren, 21829 Jer 16:3 | HEERE van de zonen en van de dochteren, die in deze plaats 21830 Jer 16:5 | 5      Want zo zegt de HEERE: Ga niet in het huis 21831 Jer 16:5 | van dit      volk (spreekt de HEERE) weggenomen Mijn vrede, 21832 Jer 16:9 | 9      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de 21833 Jer 16:9 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal 21834 Jer 16:9 | ulieder dagen, doen ophouden de stem der vreugde en de stem 21835 Jer 16:9 | ophouden de stem der vreugde en de stem der      blijdschap, 21836 Jer 16:9 | stem der      blijdschap, de stem des bruidegoms en de 21837 Jer 16:9 | de stem des bruidegoms en de stem der bruid. ~ 21838 Jer 16:10 | u zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad 21839 Jer 16:11 | verlaten hebben, spreekt de HEERE, en hebben andere 21840 Jer 16:14 | 14      Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de 21841 Jer 16:14 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer 21842 Jer 16:14 | worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen 21843 Jer 16:14 | als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels uit Egypteland 21844 Jer 16:15 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen 21845 Jer 16:15 | als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels heeft opgevoerd 21846 Jer 16:15 | van het noorden, en uit al de landen waarhenen Hij hen 21847 Jer 16:16 | tot veel vissers, spreekt de HEERE, die zullen hen vissen; 21848 Jer 16:16 | allen      heuvel, ja, uit de kloven der steenrotsen. ~ 21849 Jer 16:18 | hebben Mijn erfenis met de dode lichamen hunner verfoeiselen      21850 Jer 16:19 | benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden 21851 Jer 16:19 | zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: 21852 Jer 17:1 | 1      De zonde van Juda is geschreven 21853 Jer 17:1 | een ijzeren griffie, met de punt eens diamants; gegraven 21854 Jer 17:1 | eens diamants; gegraven in de tafel van hunlieder hart, 21855 Jer 17:1 | van hunlieder hart, en aan de hoornen uwer altaren; ~ 21856 Jer 17:2 | bij het groen geboomte, op de hoge heuvelen. ~ 21857 Jer 17:3 | mitsgaders uw hoogten, om de zonde in al uw landpalen. ~ 21858 Jer 17:5 | 5      Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man, 21859 Jer 17:5 | zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, 21860 Jer 17:6 | Want hij zal zijn als de heide in de wildernis, die 21861 Jer 17:6 | zal zijn als de heide in de wildernis, die het niet 21862 Jer 17:6 | blijft in dorre plaatsen in de woestijn, in zout en onbewoond 21863 Jer 17:7 | Gezegend daarentegen is de man, die op den HEERE vertrouwt, 21864 Jer 17:7 | vertrouwt, en wiens vertrouwen de HEERE is! ~ 21865 Jer 17:10 | 10      Ik, de HEERE, doorgrond het hart, 21866 Jer 17:10 | doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk 21867 Jer 17:10 | geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. ~ 21868 Jer 17:11 | doch niet met recht; in de helft zijner dagen zal hij 21869 Jer 17:12 | hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms. ~ 21870 Jer 17:13 | mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; 21871 Jer 17:19 | 19      Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga 21872 Jer 17:19 | gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des 21873 Jer 17:19 | henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door 21874 Jer 17:19 | des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, 21875 Jer 17:21 | 21      Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, 21876 Jer 17:21 | sabbatdag, noch brengt in door de poorten van Jeruzalem. ~ 21877 Jer 17:23 | om niet te horen, en om de tucht niet aan te nemen. ~ 21878 Jer 17:24 | Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last 21879 Jer 17:24 | dat gij geen last door de poorten dezer stad op den 21880 Jer 17:25 | 25      Zo zullen door de poorten dezer stad ingaan 21881 Jer 17:25 | paarden, zij en hun vorsten, de mannen van Juda      en 21882 Jer 17:25 | mannen van Juda      en de inwoners van Jeruzalem; 21883 Jer 17:26 | En zij zullen komen uit de steden van Juda, en uit 21884 Jer 17:26 | steden van Juda, en uit de plaatsen rondom Jeruzalem, 21885 Jer 17:26 | land van Benjamin, en uit de laagte, en van het gebergte, 21886 Jer 17:27 | gij op den sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; 21887 Jer 17:27 | haar poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal 21888 Jer 18:3 | hij maakte een werk op de schijven. ~ 21889 Jer 18:4 | verdorven, als leem, in de hand des pottenbakkers; 21890 Jer 18:4 | gelijk als het recht was in de ogen des      pottenbakkers 21891 Jer 18:6 | o huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem 21892 Jer 18:6 | HEERE; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, 21893 Jer 18:11 | Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de 21894 Jer 18:11 | de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, 21895 Jer 18:11 | Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer 21896 Jer 18:13 | 13      Daarom, zo zegt de HEERE: Vraagt nu onder de 21897 Jer 18:13 | de HEERE: Vraagt nu onder de heidenen; wie heeft alzulks 21898 Jer 18:13 | wie heeft alzulks gehoord? De jonkvrouw Israels doet een 21899 Jer 18:14 | rotssteen des velds verlaten de sneeuw van Libanon? Zullen 21900 Jer 18:14 | van Libanon? Zullen ook de vreemde, koude, vlietende 21901 Jer 18:15 | aanstoten op hun wegen, op de oude paden, opdat zij mochten 21902 Jer 18:18 | tegen Jeremia denken; want de wet zal niet vergaan van 21903 Jer 18:18 | vergaan van den priester, noch de raad van den wijze, noch 21904 Jer 18:18 | en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren 21905 Jer 18:19 | luister naar mij, en hoor naar de stem mijner twisters. ~ 21906 Jer 19:1 | 1      Zo zegt de HEERE: Ga henen en koop 21907 Jer 19:1 | pottenbakkerskruik, en neem tot u van de oudsten des volks, en van 21908 Jer 19:1 | oudsten des volks, en van de oudsten der priesteren. ~ 21909 Jer 19:2 | zoons van Hinnom, dat voor de deur der Zonnepoort is, 21910 Jer 19:2 | Zonnepoort is, en roep aldaar uit de woorden, die Ik tot u spreken 21911 Jer 19:3 | van Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de 21912 Jer 19:3 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal 21913 Jer 19:4 | noch hun vaderen, noch de koningen van Juda; en      21914 Jer 19:5 | 5      Want zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, 21915 Jer 19:6 | 6      Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de 21916 Jer 19:6 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze plaats niet 21917 Jer 19:7 | door het zwaard, en door de hand dergenen,      die 21918 Jer 19:9 | vlees zijns naasten, in de belegering en in de benauwing,      21919 Jer 19:9 | in de belegering en in de benauwing,      waarmede 21920 Jer 19:10 | 10      Dan zult gij de kruik verbreken voor de 21921 Jer 19:10 | de kruik verbreken voor de ogen der mannen, die met 21922 Jer 19:11 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Alzo 21923 Jer 19:12 | deze plaats doen, spreekt de HEERE, en haar inwoners; 21924 Jer 19:13 | 13      En de huizen van Jeruzalem en 21925 Jer 19:13 | huizen van Jeruzalem en de huizen der koningen van 21926 Jer 19:13 | Tofeth, onrein worden, met al de huizen, op welker daken 21927 Jer 19:14 | Tofeth kwam, waarhenen hem de HEERE gezonden had, om te 21928 Jer 19:15 | 15      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 21929 Jer 19:15 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal 21930 Jer 20:1 | 1      Als Pashur, de zoon van Immer, de priester ( 21931 Jer 20:1 | Pashur, de zoon van Immer, de priester (deze nu was bestelde 21932 Jer 20:2 | Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis, dewelke is in 21933 Jer 20:2 | gevangenis, dewelke is in de bovenste poort van Benjamin, 21934 Jer 20:3 | dat Pashur Jeremia uit de gevangenis voortbracht; 21935 Jer 20:3 | toen zeide Jeremia tot hem: De HEERE noemt uw naam niet 21936 Jer 20:4 | 4      Want zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel u tot 21937 Jer 20:4 | gans Juda geven in de hand des konings van Babel, 21938 Jer 20:5 | Juda, Ik zal ze geven in de hand hunner vijanden, die      21939 Jer 20:6 | gijlieden zult gaan in de gevangenis; en gij zult 21940 Jer 20:10 | Want ik heb gehoord de naspraak van velen, van 21941 Jer 20:11 | 11      Maar de HEERE is met mij als een 21942 Jer 20:12 | rechtvaardige proeft, Die de nieren en het hart ziet, 21943 Jer 20:13 | den HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen uit 21944 Jer 20:13 | ziel des nooddruftigen uit de hand der boosdoeners verlost. ~ 21945 Jer 20:14 | 14      Vervloekt zij de dag, op welken ik geboren 21946 Jer 20:14 | op welken ik geboren ben; de dag, op welken mijn moeder 21947 Jer 20:15 | 15      Vervloekt zij de man, die mijn vader geboodschapt 21948 Jer 20:16 | Ja, dezelve man zij, als de steden, die de HEERE heeft 21949 Jer 20:16 | zij, als de steden, die de HEERE heeft omgekeerd, en 21950 Jer 20:17 | mij niet gedood heeft van de baarmoeder af! Of mijn moeder 21951 Jer 20:18 | Waarom ben ik toch uit de baarmoeder voortgekomen, 21952 Jer 21:2 | ons, want Nebukadrezar, de koning van Babel, strijdt 21953 Jer 21:2 | tegen ons; misschien zal de HEERE met ons doen naar 21954 Jer 21:4 | 4      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, 21955 Jer 21:4 | 4      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal 21956 Jer 21:4 | God Israels: Ziet, Ik zal de krijgswapenen omwenden, 21957 Jer 21:4 | koning van Babel en tegen de Chaldeen,      die u belegeren, 21958 Jer 21:6 | 6      En Ik zal de inwoners dezer stad slaan, 21959 Jer 21:6 | dezer stad slaan, zowel de mensen als de beesten; door 21960 Jer 21:6 | slaan, zowel de mensen als de beesten; door een grote 21961 Jer 21:7 | En daarna, spreekt de HEERE, zal Ik Zedekia, den 21962 Jer 21:7 | stad overgebleven zijn, van de pestilentie, van het zwaard 21963 Jer 21:7 | den honger, geven in de hand van Nebukadrezar, den 21964 Jer 21:7 | koning van Babel, en in de hand hunner vijanden, en 21965 Jer 21:7 | hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun ziel 21966 Jer 21:7 | en hij zal ze slaan met de      scherpte des zwaards; 21967 Jer 21:8 | zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor 21968 Jer 21:9 | door den honger, of door de pestilentie; maar die er 21969 Jer 21:9 | die er uitgaat en valt tot de Chaldeen, die ulieden belegeren, 21970 Jer 21:10 | niet ten goede, spreekt de HEERE; zij zal gegeven worden 21971 Jer 21:10 | zij zal gegeven worden in de hand des konings van Babel, 21972 Jer 21:12 | O huis Davids! zo zegt de HEERE: Richt des morgens 21973 Jer 21:12 | niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen. ~ 21974 Jer 21:13 | rots van het plein! spreekt de HEERE; gijlieden, die zegt: 21975 Jer 21:14 | ulieden bezoeking doen naar de vrucht uwer handelingen, 21976 Jer 21:14 | uwer handelingen, spreekt de HEERE; en Ik zal een vuur 21977 Jer 22:1 | 1      Alzo zegt de HEERE: Ga af in het huis 21978 Jer 22:3 | 3      Zo zegt de HEERE: Doet recht en gerechtigheid, 21979 Jer 22:3 | en redt den beroofde uit de hand des verdrukkers; en 21980 Jer 22:3 | vreemdeling niet, den wees noch de weduwe; doet geen      geweld 21981 Jer 22:4 | zult doen, zo zullen door de poorten van dit huis koningen 21982 Jer 22:5 | bij Mij gezworen, spreekt de HEERE, dat dit huis tot 21983 Jer 22:6 | 6      Want zo zegt de HEERE van het huis des konings 21984 Jer 22:8 | zijn naaste: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan deze 21985 Jer 22:11 | 11      Want zo zegt de HEERE van Sallum, den zoon 21986 Jer 22:11 | koning van Juda, die in de plaats van zijn vader Josia 21987 Jer 22:12 | 12      Maar in de plaats, waarhenen zij hem 21988 Jer 22:16 | 16      Hij heeft de rechtzaak des ellendigen 21989 Jer 22:16 | niet Mij te kennen? spreekt de HEERE. ~ 21990 Jer 22:18 | 18      Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, 21991 Jer 22:19 | daarhenen werpen, verre weg van de poorten van Jeruzalem. ~ 21992 Jer 22:20 | den Basan; roep ook van de veren; maar al uw liefhebbers 21993 Jer 22:22 | 22      De wind zal al uw herders weiden, 21994 Jer 22:22 | uw liefhebbers zullen in de gevangenis gaan; dan zult 21995 Jer 22:23 | den Libanon woont, en in de cederen nestelt! hoe begenadigd 21996 Jer 22:23 | begenadigd zult gij zijn, als u de smarten zullen aankomen, 21997 Jer 22:24 | waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE, ofschoon Chonia, 21998 Jer 22:24 | HEERE, ofschoon Chonia, de zoon van Jojakim, den koning 21999 Jer 22:25 | En Ik zal u geven in de hand dergenen, die uw ziel 22000 Jer 22:25 | die uw ziel zoeken, en in de hand dergenen, voor welker


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License