Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
22001 Jer 22:25 | gij schrikt, namelijk in de hand van Nebukadrezar, den 22002 Jer 22:25 | koning van      Babel, en in de hand der Chaldeen. ~ 22003 Jer 22:30 | 30      Zo zegt de HEERE: Schrijft dezen zelfden 22004 Jer 23:1 | Wee den herderen, die de schapen Mijner weide ombrengen 22005 Jer 23:1 | en verstrooien! spreekt de HEERE. ~ 22006 Jer 23:2 | 2      Daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo 22007 Jer 23:2 | Daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van de 22008 Jer 23:2 | de God Israels, alzo van de herderen, die Mijn volk 22009 Jer 23:2 | zal over u bezoeken de boosheid uwer handelingen, 22010 Jer 23:2 | uwer handelingen, spreekt de HEERE. ~ 22011 Jer 23:3 | schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarhenen Ik ze 22012 Jer 23:4 | noch gemist worden, spreekt de HEERE. ~ 22013 Jer 23:5 | 5      Ziet, de dagen komen, spreekt de 22014 Jer 23:5 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan David 22015 Jer 23:5 | gerechtigheid      doen op de aarde. ~ 22016 Jer 23:6 | waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID. ~ 22017 Jer 23:7 | 7      Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de 22018 Jer 23:7 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij niet meer 22019 Jer 23:7 | zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen 22020 Jer 23:7 | als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels uit Egypteland 22021 Jer 23:8 | Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad 22022 Jer 23:8 | van het noorden, en uit al de landen,      waarheen Ik 22023 Jer 23:9 | 9      Aangaande de profeten. Mijn hart wordt 22024 Jer 23:9 | man, en als een man, dien de wijn te boven gaat;      22025 Jer 23:9 | vanwege den HEERE, en vanwege de woorden Zijner heiligheid. ~ 22026 Jer 23:10 | treurt vanwege den vloek, de weiden der woestijn verdorren, 22027 Jer 23:11 | Ik hun boosheid, spreekt de HEERE. ~ 22028 Jer 23:12 | zeer gladde plaatsen in de donkerheid; zij zullen aangedreven 22029 Jer 23:12 | hunner bezoeking, spreekt de HEERE. ~ 22030 Jer 23:13 | ongerijmdheid gezien in de profeten van Samaria, die 22031 Jer 23:14 | 14      Maar in de profeten van Jeruzalem zie 22032 Jer 23:14 | met valsheid, en sterken de handen der boosdoeners, 22033 Jer 23:15 | 15      Daarom zegt de HEERE der heirscharen van 22034 Jer 23:15 | van Jeruzalems profeten is de huichelarij      uitgegaan 22035 Jer 23:16 | 16      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Hoort 22036 Jer 23:16 | heirscharen: Hoort niet naar de woorden der profeten, die 22037 Jer 23:17 | degenen, die Mij lasteren: De HEERE heeft het gesproken, 22038 Jer 23:20 | Hij zal hebben daargesteld de gedachten Zijns harten; 22039 Jer 23:22 | van hun bozen weg, en van de boosheid      hunner handelingen. ~ 22040 Jer 23:23 | een God van nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van 22041 Jer 23:24 | hem niet zou zien? spreekt de HEERE; vervul Ik niet den 22042 Jer 23:24 | vervul Ik niet den hemel en de aarde? spreekt de HEERE. ~ 22043 Jer 23:24 | hemel en de aarde? spreekt de HEERE. ~ 22044 Jer 23:25 | Ik heb gehoord, wat de profeten zeggen, die in 22045 Jer 23:26 | het hart der profeten, die de leugen profeteren? Ja, het 22046 Jer 23:28 | 28      De profeet, bij welken een 22047 Jer 23:28 | koren te doen? spreekt      de HEERE. ~ 22048 Jer 23:29 | alzo, als een vuur? spreekt de HEERE, en als een hamer, 22049 Jer 23:30 | Daarom, ziet, Ik wil aan de profeten, spreekt de HEERE, 22050 Jer 23:30 | aan de profeten, spreekt de HEERE, die Mijn woorden 22051 Jer 23:31 | 31      Ziet, Ik wil aan de profeten, spreekt de HEERE, 22052 Jer 23:31 | aan de profeten, spreekt de HEERE, die hun tong nemen, 22053 Jer 23:32 | dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, 22054 Jer 23:32 | gans geen nut doen, spreekt de HEERE. ~ 22055 Jer 23:33 | ulieden verlaten zal, spreekt de      HEERE. ~ 22056 Jer 23:35 | zijn broeder: Wat heeft de HEERE geantwoord, en wat 22057 Jer 23:35 | geantwoord, en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 22058 Jer 23:36 | zijn, dewijl gij verkeert de woorden van den levenden 22059 Jer 23:37 | den profeet: Wat heeft u de HEERE geantwoord en wat 22060 Jer 23:37 | geantwoord en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 22061 Jer 23:38 | HEEREN last; daarom, zo zegt de HEERE: Omdat gij dit woord 22062 Jer 23:39 | vergeten, en u, mitsgaders de stad, die Ik u en uw vaderen 22063 Jer 24:1 | 1      De HEERE deed mij zien, en 22064 Jer 24:1 | koning van Juda, mitsgaders de vorsten van Juda, en de 22065 Jer 24:1 | de vorsten van Juda, en de timmerlieden, en de smeden 22066 Jer 24:1 | en de timmerlieden, en de smeden van Jeruzalem, en 22067 Jer 24:2 | waren zeer goede vijgen, als de eerste rijpe vijgen zijn; 22068 Jer 24:2 | boze vijgen, die vanwege de boosheid niet konden gegeten      22069 Jer 24:3 | 3      En de HEERE zeide tot mij: Wat 22070 Jer 24:3 | Jeremia? En ik zeide: Vijgen; de goede vijgen zijn zeer goed, 22071 Jer 24:3 | vijgen zijn zeer goed, en de boze zeer boos, die vanwege 22072 Jer 24:3 | boze zeer boos, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten      22073 Jer 24:5 | 5      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Gelijk 22074 Jer 24:5 | 5      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Gelijk die 22075 Jer 24:5 | vijgen, alzo zal Ik kennen de gevankelijk weggevoerden 22076 Jer 24:7 | om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen 22077 Jer 24:8 | 8      En gelijk de boze vijgen, die vanwege 22078 Jer 24:8 | boze vijgen, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten 22079 Jer 24:8 | worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken 22080 Jer 24:9 | en tot een vloek, in al de plaatsen,      waarhenen 22081 Jer 24:10 | het zwaard, den honger en de pestilentie, totdat zij 22082 Jer 25:2 | 2      Hetwelk de profeet Jeremia gesproken 22083 Jer 25:2 | volk van Juda, en tot al de inwoners van Jeruzalem, 22084 Jer 25:4 | 4      Ook heeft de HEERE tot u gezonden al 22085 Jer 25:4 | gezonden al Zijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde 22086 Jer 25:5 | van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, 22087 Jer 25:5 | en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven 22088 Jer 25:7 | Mij niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet 22089 Jer 25:8 | 8      Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen; Omdat 22090 Jer 25:9 | van het noorden, spreekt de HEERE; en tot Nebukadrezar, 22091 Jer 25:9 | over dit land, en      over de inwoners van hetzelve, en 22092 Jer 25:10 | zal van hen doen vergaan de stem der vrolijkheid en 22093 Jer 25:10 | stem der vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem 22094 Jer 25:10 | der vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem des bruidegoms 22095 Jer 25:10 | vrolijkheid en de stem de vreugde, de stem des bruidegoms en de 22096 Jer 25:10 | de stem des bruidegoms en de stem der bruid, het geluid 22097 Jer 25:12 | het zal geschieden, als de zeventig jaren vervuld zijn, 22098 Jer 25:12 | en over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid 22099 Jer 25:15 | 15      Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot 22100 Jer 25:15 | Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot mij gezegd: 22101 Jer 25:17 | al den volken, tot welke de HEERE mij gezonden had; ~ 22102 Jer 25:18 | Namelijk Jeruzalem en de steden van Juda, en haar 22103 Jer 25:23 | en Buz, en allen, die aan de hoeken afgekort zijn; ~ 22104 Jer 25:24 | gemengden hoops, die in de woestijn wonen; ~ 22105 Jer 25:26 | op den aardbodem zijn. En de koning van Sesach      zal 22106 Jer 25:27 | tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22107 Jer 25:27 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Drinkt, en 22108 Jer 25:28 | hen zeggen zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij 22109 Jer 25:29 | 29      Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam 22110 Jer 25:29 | inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen. ~ 22111 Jer 25:30 | gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de 22112 Jer 25:30 | De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen 22113 Jer 25:30 | Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; 22114 Jer 25:30 | een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen 22115 Jer 25:31 | het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met 22116 Jer 25:31 | HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht 22117 Jer 25:31 | gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan 22118 Jer 25:31 | overgegeven, spreekt de HEERE. ~ 22119 Jer 25:32 | 32      Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, 22120 Jer 25:32 | zal er verwekt worden van de zijden der aarde. ~ 22121 Jer 25:33 | 33      En de verslagenen des HEEREN zullen 22122 Jer 25:34 | schreeuwt, en wentelt u in de as, gij heerlijken van de 22123 Jer 25:34 | de as, gij heerlijken van de kudde! want uw dagen zijn 22124 Jer 25:35 | 35      En de vlucht zal vergaan van de 22125 Jer 25:35 | de vlucht zal vergaan van de herders, en de ontkoming 22126 Jer 25:35 | vergaan van de herders, en de ontkoming van de heerlijken 22127 Jer 25:35 | herders, en de ontkoming van de heerlijken der kudde. ~ 22128 Jer 25:36 | gehuil der heerlijken van de kudde, omdat de HEERE hun 22129 Jer 25:36 | heerlijken van de kudde, omdat de HEERE hun weide verstoort. ~ 22130 Jer 25:37 | 37      Want de landouwen des vredes zullen 22131 Jer 25:37 | uitgeroeid worden, vanwege de hittigheid des toorns des 22132 Jer 25:38 | een verwoesting, vanwege de hittigheid des verdrukkers, 22133 Jer 25:38 | verdrukkers, ja, vanwege de hittigheid Zijns      toorns. ~  ~ 22134 Jer 26:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Sta in het voorhof 22135 Jer 26:2 | het huis des HEEREN, al de woorden, die Ik      u geboden 22136 Jer 26:3 | hun denk te doen vanwege de boosheid hunner      handelingen. ~ 22137 Jer 26:4 | Zeg dan tot hen: Zo zegt de HEERE: Zo gijlieden naar 22138 Jer 26:5 | 5      Horende naar de woorden Mijner knechten, 22139 Jer 26:5 | woorden Mijner knechten, de profeten, die Ik tot u zende, 22140 Jer 26:7 | 7      En de priesters, en de profeten, 22141 Jer 26:7 | En de priesters, en de profeten, en al het volk, 22142 Jer 26:8 | had te spreken alles, wat de HEERE geboden had tot al 22143 Jer 26:8 | het volk te spreken, dat de priesters en de profeten 22144 Jer 26:8 | spreken, dat de priesters en de profeten en al het volk 22145 Jer 26:10 | 10      Als nu de vorsten van Juda deze woorden 22146 Jer 26:10 | en zij zetten zich bij de deur der nieuwe poort des 22147 Jer 26:11 | 11      Toen spraken de priesters en de profeten 22148 Jer 26:11 | spraken de priesters en de profeten tot de vorsten 22149 Jer 26:11 | priesters en de profeten tot de vorsten en tot al het volk, 22150 Jer 26:12 | Maar Jeremia sprak tot al de vorsten en tot al het volk, 22151 Jer 26:12 | tot al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, 22152 Jer 26:12 | deze stad te profeteren al de woorden, die gij      gehoord 22153 Jer 26:13 | handelingen goed, en gehoorzaamt de stem des HEEREN, uws Gods; 22154 Jer 26:15 | inwoners; want in der waarheid, de HEERE heeft mij      tot 22155 Jer 26:16 | 16      Toen zeiden de vorsten en al het volk tot 22156 Jer 26:16 | vorsten en al het volk tot de priesteren en tot de profeten: 22157 Jer 26:16 | tot de priesteren en tot de profeten: Aan dezen man 22158 Jer 26:17 | stonden er mannen op, van de oudsten des lands, en spraken 22159 Jer 26:17 | des lands, en spraken tot de ganse gemeente des volks, 22160 Jer 26:18 | 18      Micha, de Morastiet, heeft in de dagen 22161 Jer 26:18 | de Morastiet, heeft in de dagen van Hizkia, koning 22162 Jer 26:18 | gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion 22163 Jer 26:18 | tot steen hopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten 22164 Jer 26:19 | Hebben ook Hizkia, de koning van Juda, en gans 22165 Jer 26:20 | HEEREN profeteerde, Uria, de zoon van Semaja, van Kirjath-Jearim; 22166 Jer 26:20 | tegen dit land, naar al de      woorden van Jeremia. ~ 22167 Jer 26:21 | 21      En als de koning Jojakim, mitsgaders 22168 Jer 26:21 | al zijn geweldigen, en al de vorsten zijn woorden hoorden, 22169 Jer 26:21 | zijn woorden hoorden, zocht de koning hem te doden; als 22170 Jer 26:22 | 22      Maar de koning Jojakim zond mannen 22171 Jer 26:23 | wierp zijn dood lichaam in de graven van de kinderen des 22172 Jer 26:23 | lichaam in de graven van de kinderen des volks. ~ 22173 Jer 26:24 | 24      Maar de hand van Ahikam, den zoon 22174 Jer 26:24 | men hem niet overgaf in de hand des volk, om hem te 22175 Jer 27:2 | 2      Alzo zeide de HEERE tot mij: Maak u banden 22176 Jer 27:3 | den koning van Sidon; door de      hand der boden, die 22177 Jer 27:4 | heren te zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22178 Jer 27:4 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Zo zult gij 22179 Jer 27:5 | 5      Ik heb gemaakt de aarde, den mens en het vee, 22180 Jer 27:6 | al deze landen gegeven in de hand van Nebukadnezar, den 22181 Jer 27:7 | zoon dienen, totdat ook de tijd zijns eigenen lands 22182 Jer 27:8 | datzelve volk zal Ik, spreekt de HEERE, bezoeking doen door 22183 Jer 27:8 | door den honger, en door de pestilentie, totdat Ik ze 22184 Jer 27:11 | zijn land laten, spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen 22185 Jer 27:13 | door den honger en door de pestilentie, gelijk als 22186 Jer 27:13 | pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van 22187 Jer 27:14 | Hoort dan niet naar de woorden der profeten, die 22188 Jer 27:15 | ze niet gezonden, spreekt de HEERE, en zij profeteren 22189 Jer 27:15 | uitstote, en gij omkomt, gij en de profeten, die u profeteren. ~ 22190 Jer 27:16 | 16      Ook sprak ik tot de priesteren, en tot dit ganse 22191 Jer 27:16 | volk, zeggende: Zo zegt de HEERE: Hoort niet naar de 22192 Jer 27:16 | de HEERE: Hoort niet naar de woorden uwer profeten, die 22193 Jer 27:16 | profeteren, zeggende: Ziet, de vaten van des      HEEREN 22194 Jer 27:18 | heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in het huis des 22195 Jer 27:19 | 19      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van 22196 Jer 27:19 | HEERE der heirscharen, van de pilaren, en van de zee, 22197 Jer 27:19 | van de pilaren, en van de zee, en van de stellingen, 22198 Jer 27:19 | pilaren, en van de zee, en van de stellingen, en van het overige 22199 Jer 27:20 | 20      Die Nebukadnezar, de koning van Babel, niet heeft 22200 Jer 27:20 | wegvoerde,      mitsgaders al de edelen van Juda en Jeruzalem; ~ 22201 Jer 27:21 | 21      Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22202 Jer 27:21 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, van de vaten, 22203 Jer 27:21 | heirscharen, de God Israels, van de vaten, die in het huis des 22204 Jer 27:22 | ze bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, 22205 Jer 28:1 | in het vierde jaar, in de vijfde maand, dat Hananja, 22206 Jer 28:1 | Hananja, zoon van Azur, de profeet,      die van Gibeon 22207 Jer 28:1 | het huis des HEEREN, voor de ogen der priesteren en des 22208 Jer 28:2 | 2      Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de 22209 Jer 28:2 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: Ik 22210 Jer 28:3 | deze plaats wederbrengen al de vaten van het huis des HEEREN, 22211 Jer 28:3 | HEEREN, die Nebukadnezar, de koning van Babel, uit deze 22212 Jer 28:4 | wederbrengen,      spreekt de HEERE; want Ik zal het juk 22213 Jer 28:5 | 5      Toen sprak de profeet Jeremia tot den 22214 Jer 28:5 | den profeet Hananja, voor de ogen der priesteren, en 22215 Jer 28:5 | der priesteren, en voor de ogen des gansen volks, die 22216 Jer 28:6 | 6      En de profeet Jeremia zeide: Amen, 22217 Jer 28:6 | profeet Jeremia zeide: Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE 22218 Jer 28:6 | Amen, de HEERE doe alzo! de HEERE bevestige uw woorden, 22219 Jer 28:6 | geprofeteerd hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN huis, 22220 Jer 28:7 | spreek voor uw oren, en voor de oren des gansen volks: ~ 22221 Jer 28:8 | 8      De profeten, die voor mij en 22222 Jer 28:9 | 9      De profeet, die geprofeteerd 22223 Jer 28:9 | profeet bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden 22224 Jer 28:10 | 10      Toen nam de profeet Hananja het juk 22225 Jer 28:11 | En Hananja sprak voor de ogen des gansen volks, zeggende: 22226 Jer 28:11 | volks, zeggende: Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken 22227 Jer 28:11 | den hals al der volken. En de profeet Jeremia ging zijns 22228 Jer 28:12 | geschiedde tot Jeremia (nadat de profeet Hananja het juk 22229 Jer 28:13 | Hananja, zeggende: Zo zegt de HEERE: Houten jukken hebt 22230 Jer 28:14 | 14      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22231 Jer 28:14 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ik heb een 22232 Jer 28:15 | 15      En de profeet Jeremia zeide tot 22233 Jer 28:15 | Hananja: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, 22234 Jer 28:16 | 16      Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen 22235 Jer 28:17 | 17      Alzo stierf de profeet Hananja in datzelfde 22236 Jer 28:17 | Hananja in datzelfde jaar, in de zevende maand. ~  ~  ~  ~ ~ 22237 Jer 29:1 | 1      Voorts zijn dit de woorden des briefs, dien 22238 Jer 29:1 | woorden des briefs, dien de profeet Jeremia zond van 22239 Jer 29:1 | Jeremia zond van Jeruzalem tot de overige oudsten, die gevankelijk 22240 Jer 29:1 | weggevoerd, mitsgaders tot de priesteren, en tot      22241 Jer 29:1 | priesteren, en tot      de profeten, en tot het ganse 22242 Jer 29:2 | 2      (Nadat de koning Jechonia, en de koningin, 22243 Jer 29:2 | Nadat de koning Jechonia, en de koningin, en de kamerlingen, 22244 Jer 29:2 | Jechonia, en de koningin, en de kamerlingen, de vorsten 22245 Jer 29:2 | koningin, en de kamerlingen, de vorsten van Juda en Jeruzalem, 22246 Jer 29:2 | en Jeruzalem, mitsgaders de timmerlieden en smeden van 22247 Jer 29:3 | 3      Door de hand van Elasa, den zoon 22248 Jer 29:3 | van Hilkia, die Zedekia, de koning van Juda, naar Babel 22249 Jer 29:4 | 4      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22250 Jer 29:4 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, tot allen, 22251 Jer 29:5 | daarin, en plant hoven en eet de vrucht daarvan; ~ 22252 Jer 29:8 | 8      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22253 Jer 29:8 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Laat uw profeten 22254 Jer 29:9 | hen niet gezonden, spreekt de HEERE. ~ 22255 Jer 29:10 | 10      Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig 22256 Jer 29:11 | 11      Want Ik weet de gedachten, die Ik over u 22257 Jer 29:11 | Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, 22258 Jer 29:11 | dat Ik u geve het einde en de verwachting. ~ 22259 Jer 29:14 | gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis 22260 Jer 29:14 | en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, 22261 Jer 29:14 | al de volken, en uit al de plaatsen, waarhenen Ik u 22262 Jer 29:14 | gedreven      heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen 22263 Jer 29:14 | Ik zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk 22264 Jer 29:15 | 15      Omdat gij zegt: de HEERE heeft ons profeten 22265 Jer 29:16 | 16      Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, 22266 Jer 29:16 | u niet zijn uitgegaan in de      gevangenis; ~ 22267 Jer 29:17 | 17      Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, 22268 Jer 29:17 | het zwaard, den honger en de pestilentie onder hen zenden; 22269 Jer 29:17 | en Ik zal ze maken als de afschuwelijke vijgen, die 22270 Jer 29:17 | afschuwelijke vijgen, die vanwege de      boosheid niet kunnen 22271 Jer 29:18 | zwaard, met den honger en met de pestilentie; en Ik zal ze 22272 Jer 29:18 | een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven 22273 Jer 29:19 | gehoord hebben, spreekt de HEERE, als Ik Mijn knechten, 22274 Jer 29:19 | HEERE, als Ik Mijn knechten, de profeten, tot hen zond, 22275 Jer 29:19 | niet      gehoord, spreekt de HEERE. ~ 22276 Jer 29:21 | 21      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22277 Jer 29:21 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, van Achab, 22278 Jer 29:21 | Ik zal hen      geven in de hand van Nebukadrezar, den 22279 Jer 29:22 | vloek genomen worden bij al de gevankelijk weggevoerden 22280 Jer 29:22 | Babel zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, 22281 Jer 29:22 | Zedekia, en als Achab, die de      koning van Babel aan 22282 Jer 29:23 | en overspel bedreven met de vrouwen hunner naasten, 22283 Jer 29:23 | getuige daarvan, spreekt de HEERE. ~ 22284 Jer 29:25 | 25      Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de 22285 Jer 29:25 | de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: Omdat 22286 Jer 29:25 | den priester, en tot al de priesteren, zeggende: ~ 22287 Jer 29:26 | 26      De HEERE heeft u tot priester 22288 Jer 29:26 | uitgeeft, dat gij dien stelt in de gevangenis en in den stok. ~ 22289 Jer 29:28 | daarin en plant hoven, en eet de vrucht daarvan. ~ 22290 Jer 29:29 | 29      Zefanja nu, de priester, had dezen brief 22291 Jer 29:29 | dezen brief gelezen voor de oren van den profeet Jeremia. ~ 22292 Jer 29:31 | zijn, zeggende: Zo zegt de HEERE van Semaja, den Nechelamiet: 22293 Jer 29:32 | 32      Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal 22294 Jer 29:32 | volke doen zal, spreekt de HEERE; want hij heeft een 22295 Jer 30:2 | 2      Zo spreekt de HEERE, de God Israels, zeggende: 22296 Jer 30:2 | Zo spreekt de HEERE, de God Israels, zeggende: Schrijf 22297 Jer 30:2 | zeggende: Schrijf u al de woorden, die Ik tot u gesproken 22298 Jer 30:3 | 3      Want zie, de dagen komen, spreekt de 22299 Jer 30:3 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik de gevangenis 22300 Jer 30:3 | spreekt de HEERE, dat Ik de gevangenis van Mijn volk, 22301 Jer 30:3 | en Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen 22302 Jer 30:4 | 4      En dit zijn de woorden, die de HEERE gesproken 22303 Jer 30:4 | dit zijn de woorden, die de HEERE gesproken heeft van 22304 Jer 30:5 | 5      Want zo zegt de HEERE: Wij horen een stem 22305 Jer 30:8 | dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat 22306 Jer 30:10 | Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! 22307 Jer 30:11 | Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; 22308 Jer 30:11 | voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u 22309 Jer 30:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, 22310 Jer 30:14 | eens vijands plage, met de kastijding eens wreden; 22311 Jer 30:14 | kastijding eens wreden; om de grootheid uwer      ongerechtigheid, 22312 Jer 30:15 | uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, 22313 Jer 30:17 | 17      Want Ik zal u de gezondheid doen rijzen, 22314 Jer 30:17 | plagen genezen, spreekt de HEERE; omdat zij u noemen: 22315 Jer 30:17 | HEERE; omdat zij u noemen: De verdrevene. Het is Sion, 22316 Jer 30:18 | 18      Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis 22317 Jer 30:18 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis der tenten Jakobs 22318 Jer 30:18 | hun woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden 22319 Jer 30:21 | Mij te genaken? spreekt de HEERE. ~ 22320 Jer 30:24 | 24      De hittigheid van des HEEREN 22321 Jer 30:24 | Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns harten; 22322 Jer 31:1 | Ter zelfder tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten 22323 Jer 31:2 | 2      Zo zegt de HEERE: Het volk der overgeblevenen 22324 Jer 31:2 | heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israel, 22325 Jer 31:3 | 3      De HEERE is mij verschenen 22326 Jer 31:5 | weder wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters 22327 Jer 31:5 | op de bergen van Samaria; de planters zullen planten, 22328 Jer 31:5 | planters zullen planten, en de vrucht genieten. ~ 22329 Jer 31:6 | zal een dag zijn, waarin de hoeders op Efraims gebergte 22330 Jer 31:7 | 7      Want zo zegt de HEERE: Roept luide over 22331 Jer 31:8 | en zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder 22332 Jer 31:9 | voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechten 22333 Jer 31:10 | heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, 22334 Jer 31:11 | 11      Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, 22335 Jer 31:11 | Hij heeft hem verlost uit de hand desgenen, die sterker 22336 Jer 31:12 | zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, 22337 Jer 31:12 | en tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen 22338 Jer 31:12 | en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen;      22339 Jer 31:13 | 13      Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in 22340 Jer 31:13 | verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te 22341 Jer 31:14 | 14      En Ik zal de ziel der priesteren met 22342 Jer 31:14 | verzadigd worden, spreekt de HEERE. ~ 22343 Jer 31:15 | 15      Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord 22344 Jer 31:16 | 16      Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van 22345 Jer 31:16 | voor uw arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit 22346 Jer 31:17 | uw nakomelingen, spreekt de HEERE; want uw kinderen 22347 Jer 31:18 | zijn, want      Gij zijt de HEERE, mijn God! ~ 22348 Jer 31:19 | bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik ben beschaamd, 22349 Jer 31:19 | geworden,      omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen 22350 Jer 31:20 | zekerlijk ontfermen, spreekt de HEERE. ~ 22351 Jer 31:21 | pilaren, zet uw hart op de baan, op den weg, dien gij 22352 Jer 31:22 | gij afkerige dochter? Want de HEERE heeft wat nieuws op 22353 Jer 31:22 | HEERE heeft wat nieuws op de aarde geschapen: de vrouw 22354 Jer 31:22 | nieuws op de aarde geschapen: de vrouw zal den man omvangen. ~ 22355 Jer 31:23 | 23      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22356 Jer 31:23 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord zullen 22357 Jer 31:23 | hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene      u, gij 22358 Jer 31:24 | zullen te zamen daarin wonen; de akkerlieden, en die met 22359 Jer 31:24 | akkerlieden, en die met de kudde reizen. ~ 22360 Jer 31:25 | 25      Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, 22361 Jer 31:27 | 27      Ziet, de dagen komen, spreekt de 22362 Jer 31:27 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het huis van 22363 Jer 31:28 | bouwen en te planten, spreekt de HEERE. ~ 22364 Jer 31:29 | zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven 22365 Jer 31:30 | sterven; een ieder mens, die de onrijpe druiven eet, zijn 22366 Jer 31:31 | 31      Ziet, de dagen komen, spreekt de 22367 Jer 31:31 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis 22368 Jer 31:32 | hen getrouwd had, spreekt de HEERE; ~ 22369 Jer 31:33 | Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in 22370 Jer 31:34 | grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid 22371 Jer 31:35 | 35      Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte 22372 Jer 31:35 | Zo zegt de HEERE, Die de zon ten lichte geeft des 22373 Jer 31:35 | lichte geeft des daags, de ordeningen der maan en der 22374 Jer 31:35 | ten lichte des nachts, Die de zee klieft, dat haar golven 22375 Jer 31:36 | aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad 22376 Jer 31:36 | voor Mijn aangezicht, al de dagen. ~ 22377 Jer 31:37 | 37      Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen 22378 Jer 31:37 | Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven gemeten, 22379 Jer 31:37 | hemelen daarboven gemeten, en de fondamenten der aarde beneden 22380 Jer 31:37 | zij gedaan hebben, spreekt de HEERE. ~ 22381 Jer 31:38 | 38      Ziet, de dagen komen, spreekt de 22382 Jer 31:38 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den 22383 Jer 31:38 | toren Hananeel af tot aan de Hoekpoort. ~ 22384 Jer 31:40 | lichamen en der as, en al de velden tot aan de beek Kidron, 22385 Jer 31:40 | en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan den 22386 Jer 31:40 | Kidron, tot aan den hoek van de Paardenpoort tegen het oosten, 22387 Jer 32:2 | belegerde toen Jeruzalem, en de profeet Jeremia was besloten 22388 Jer 32:3 | 3      Want Zedekia, de koning van Juda, had hem 22389 Jer 32:3 | profeteert gij, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik geef deze 22390 Jer 32:3 | Ziet, Ik geef deze stad in de hand des konings van Babel,      22391 Jer 32:4 | 4      En Zedekia, de koning van Juda, zal van 22392 Jer 32:4 | koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen niet ontkomen; 22393 Jer 32:4 | zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, 22394 Jer 32:5 | totdat Ik hem bezoek, spreekt de HEERE; ofschoon gijlieden 22395 Jer 32:5 | ofschoon gijlieden tegen de Chaldeen strijdt, gij zult 22396 Jer 32:7 | 7      Zie, Hanameel, de zoon van Sallum, uw oom, 22397 Jer 32:8 | het erfrecht, en gij hebt de lossing, koop het voor u. 22398 Jer 32:10 | betuigen, als ik het geld op de weegschaal gewogen had. ~ 22399 Jer 32:11 | verzegeld was naar het gebod en de inzettingen, en den open 22400 Jer 32:12 | zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameel, mijns 22401 Jer 32:12 | mijns ooms zoon, en voor de ogen der getuigen die den      22402 Jer 32:12 | hadden onderschreven; voor de ogen van al de Joden, die 22403 Jer 32:12 | onderschreven; voor de ogen van al de Joden, die in het voorhof 22404 Jer 32:14 | 14      Zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22405 Jer 32:14 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Neem deze brieven, 22406 Jer 32:15 | 15      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de 22407 Jer 32:15 | de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zullen nog 22408 Jer 32:17 | Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, 22409 Jer 32:17 | Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote 22410 Jer 32:18 | goedertierenheid doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen 22411 Jer 32:19 | naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner      handelingen. ~ 22412 Jer 32:24 | 24      Zie, de wallen! zij zijn gekomen 22413 Jer 32:24 | wallen! zij zijn gekomen aan de stad, om die in te nemen, 22414 Jer 32:24 | om die in te nemen, en de stad is gegeven in de hand 22415 Jer 32:24 | en de stad is gegeven in de hand der Chaldeen, die tegen 22416 Jer 32:24 | zwaard en den honger en      de pestilentie; en wat Gij 22417 Jer 32:25 | getuigen betuigen; daar de stad in der Chaldeen hand 22418 Jer 32:27 | 27      Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees; 22419 Jer 32:27 | Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees; zou 22420 Jer 32:28 | 28      Daarom zegt de HEERE alzo: Zie, Ik geef 22421 Jer 32:28 | Zie, Ik geef deze stad in de hand der Chaldeen, en in 22422 Jer 32:28 | hand der Chaldeen, en in de hand van Nebukadrezar, den 22423 Jer 32:29 | 29      En de Chaldeen, die tegen deze 22424 Jer 32:29 | zullen ze verbranden, met de huizen, op welker daken 22425 Jer 32:30 | 30      Want de kinderen Israels en de kinderen 22426 Jer 32:30 | Want de kinderen Israels en de kinderen van Juda hebben 22427 Jer 32:30 | kwaad was in Mijn ogen; want de kinderen Israels hebben 22428 Jer 32:30 | alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE. ~ 22429 Jer 32:32 | 32      Om al de boosheid der kinderen Israels 22430 Jer 32:32 | en hun profeten,      en de mannen van Juda, en de inwoners 22431 Jer 32:32 | en de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem; ~ 22432 Jer 32:35 | 35      En zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, 22433 Jer 32:36 | En nu, daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo 22434 Jer 32:36 | nu, daarom zegt de HEERE, de God Israels, alzo van deze 22435 Jer 32:36 | zegt: Zij is gegeven in de hand des konings van Babel, 22436 Jer 32:36 | den honger, en      door de pestilentie; ~ 22437 Jer 32:37 | zal hen vergaderen uit al de landen, waarhenen Ik hen 22438 Jer 32:39 | geven, om Mij te vrezen al de dagen, hun ten goede, mitsgaders 22439 Jer 32:42 | 42      Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over 22440 Jer 32:44 | men voor geld kopen, en de brieven onderschrijven, 22441 Jer 32:44 | land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, 22442 Jer 32:44 | rondom Jeruzalem, en in      de steden van Juda, en in de 22443 Jer 32:44 | de steden van Juda, en in de steden van het gebergte, 22444 Jer 32:44 | van het gebergte, en in de steden der laagte, en in 22445 Jer 32:44 | steden der laagte, en in de steden van het zuiden; want 22446 Jer 32:44 | gevangenis wenden, spreekt de HEERE. ~  ~ 22447 Jer 33:2 | 2      Zo zegt de HEERE, Die het doet, de 22448 Jer 33:2 | de HEERE, Die het doet, de HEERE, Die dat formeert, 22449 Jer 33:4 | 4      Want zo zegt de HEERE, de God Israels, van 22450 Jer 33:4 | Want zo zegt de HEERE, de God Israels, van de huizen 22451 Jer 33:4 | HEERE, de God Israels, van de huizen dezer stad, en van 22452 Jer 33:4 | huizen dezer stad, en van de huizen der koningen van 22453 Jer 33:4 | koningen van Juda, die door de wallen en door het zwaard 22454 Jer 33:5 | ingekomen, om te strijden tegen de Chaldeen, maar het is om 22455 Jer 33:6 | 6      Zie, Ik zal haar de gezondheid en de genezing 22456 Jer 33:6 | zal haar de gezondheid en de genezing doen rijzen, en 22457 Jer 33:7 | 7      En Ik zal de gevangenis van Juda en de 22458 Jer 33:7 | de gevangenis van Juda en de gevangenis van Israel wenden, 22459 Jer 33:10 | 10      Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan 22460 Jer 33:10 | en geen beest in is), in de steden van Juda, en op de 22461 Jer 33:10 | de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem, die 22462 Jer 33:11 | 11      De stem der vrolijkheid en 22463 Jer 33:11 | stem der vrolijkheid en de stem der blijdschap, de 22464 Jer 33:11 | de stem der blijdschap, de stem des bruidegoms en de 22465 Jer 33:11 | de stem des bruidegoms en de stem der bruid, de stem 22466 Jer 33:11 | bruidegoms en de stem der bruid, de stem dergenen, die zeggen: 22467 Jer 33:11 | HEERE der heirscharen, want de      HEERE is goed, want 22468 Jer 33:11 | goedertierenheid is in eeuwigheid! de stem dergenen, die lof aanbrengen 22469 Jer 33:11 | des HEEREN; want Ik zal de gevangenis des lands wenden, 22470 Jer 33:11 | in      het eerste, zegt de HEERE. ~ 22471 Jer 33:12 | 12      Zo zegt de HEERE der heirscharen: In 22472 Jer 33:12 | zijn      van herderen, die de kudden doen legeren. ~ 22473 Jer 33:13 | 13      In de steden van het gebergte, 22474 Jer 33:13 | steden van het gebergte, in de steden der laagte, en in 22475 Jer 33:13 | steden der laagte, en in de steden van het zuiden, en 22476 Jer 33:13 | land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, 22477 Jer 33:13 | rondom Jeruzalem, en in de steden van      Juda, zullen 22478 Jer 33:13 | steden van      Juda, zullen de kudden wederom onder de 22479 Jer 33:13 | de kudden wederom onder de handen des tellers doorgaan, 22480 Jer 33:13 | des tellers doorgaan, zegt de HEERE. ~ 22481 Jer 33:14 | 14      Ziet, de dagen komen, spreekt de 22482 Jer 33:14 | de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede 22483 Jer 33:16 | is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~ 22484 Jer 33:17 | 17      Want zo zegt de HEERE: Aan David zal niet 22485 Jer 33:18 | en slachtoffer bereide al de      dagen. ~ 22486 Jer 33:20 | 20      Alzo zegt de HEERE: Indien gijlieden 22487 Jer 33:21 | zijn troon regere, en met de Levieten, de priesteren, 22488 Jer 33:21 | regere, en met de Levieten, de priesteren, Mijn dienaren. ~ 22489 Jer 33:22 | van Mijn knecht David, en de Levieten, die Mij dienen. ~ 22490 Jer 33:24 | volk spreekt, zeggende: De twee geslachten, die de 22491 Jer 33:24 | De twee geslachten, die de HEERE verkoren had, die 22492 Jer 33:25 | 25      Zo zegt de HEERE: Indien Mijn verbond 22493 Jer 33:25 | dag en nacht; indien Ik de ordeningen des hemels en 22494 Jer 34:1 | koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner      22495 Jer 34:1 | zijner      hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, 22496 Jer 34:2 | 2      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga 22497 Jer 34:2 | 2      Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ga henen en 22498 Jer 34:2 | en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik geef deze 22499 Jer 34:2 | Zie, Ik geef deze stad in de hand des konings van      22500 Jer 34:3 | worden; en uw ogen zullen de ogen des konings van Babel


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License