Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
24001 Eze 21:21 | pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij      24002 Eze 21:21 | terafim vragen, hij      zal de lever bezien. ~ 24003 Eze 21:22 | 22      De waarzegging zal aan zijn 24004 Eze 21:22 | openen in het doodslaan, om de stem op te heffen met gejuich, 24005 Eze 21:22 | stormrammen te stellen tegen de poorten, om sterkten op 24006 Eze 21:24 | 24      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Omdat 24007 Eze 21:24 | gedacht wordt, zult gij met de hand gegrepen worden. ~ 24008 Eze 21:26 | 26      Alzo zegt de Heere HEERE: Doe dien hoed 24009 Eze 21:28 | profeteer en zeg: Alzo zegt de Heere HEERE, van de kinderen 24010 Eze 21:28 | zegt de Heere HEERE, van de kinderen Ammons, en van 24011 Eze 21:29 | leugen voorzeggen, om u op de halzen te stellen dergenen, 24012 Eze 21:29 | stellen dergenen, die van de goddelozen verslagen zijn, 24013 Eze 21:30 | weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen 24014 Eze 21:31 | en Ik zal u overgeven in de hand van brandende mensen, 24015 Eze 21:32 | gedacht worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 24016 Eze 22:3 | 3      En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: O stad, die 24017 Eze 22:6 | 6      Ziet, de vorsten Israels zijn in 24018 Eze 22:7 | hebben in u den wees en de weduwe      verdrukt. ~ 24019 Eze 22:9 | vergieten, en in u hebben zij op de bergen gegeten, zij hebben 24020 Eze 22:10 | 10      Men heeft de schaamte des vaders in u 24021 Eze 22:11 | 11      Daartoe heeft de een gruwel gedaan met zijns 24022 Eze 22:12 | Mijner vergeten, spreekt de Heere HEERE. 24023 Eze 22:14 | uw handen sterk zijn, in de dagen, als Ik met u handelen 24024 Eze 22:14 | met u handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, 24025 Eze 22:15 | zal u verstrooien onder de heidenen, en u verspreiden 24026 Eze 22:15 | heidenen, en u verspreiden in de landen, en uw ontreinigheid 24027 Eze 22:16 | in u ontheiligd zijn voor de ogen der heidenen; en gij 24028 Eze 22:16 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24029 Eze 22:19 | 19      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gijlieden 24030 Eze 22:22 | gij zult weten, dat Ik, de HEERE, Mijn grimmigheid      24031 Eze 22:25 | 25      De verbintenis harer profeten 24032 Eze 22:25 | een roof rooft; zij eten de zielen op, den schat en 24033 Eze 22:28 | voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE 24034 Eze 22:28 | zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken. ~ 24035 Eze 22:30 | voor Mijn aangezicht in de bresse staan voor het land, 24036 Eze 22:31 | hun hoofd gegeven, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 24037 Eze 23:3 | gedrukt, en daar werden de tepelen haars maagdoms betast. ~ 24038 Eze 23:4 | Haar namen nu waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar 24039 Eze 23:4 | haar zuster; en zij werden de Mijne, en baarden zonen 24040 Eze 23:5 | verliefd op haar boelen, op de Assyriers, die nabij waren; ~ 24041 Eze 23:7 | hoererijen met dezelve, die allen de keure der kinderen van Assur 24042 Eze 23:8 | jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars maagdoms betast, 24043 Eze 23:9 | Daarom gaf Ik haar in de hand van haar boelen over, 24044 Eze 23:9 | van haar boelen over, in de hand der kinderen van Assur, 24045 Eze 23:10 | zij kreeg een naam onder de vrouwen, nadat men      24046 Eze 23:11 | haar hoererijen meer dan de hoererijen van haar zuster. ~ 24047 Eze 23:12 | Zij werd verliefd op de kinderen van Assur, de vorsten 24048 Eze 23:12 | op de kinderen van Assur, de vorsten en overheden, die 24049 Eze 23:14 | mannen aan den wand zag, de beelden der Chaldeen, geschilderd 24050 Eze 23:15 | hoofdmannen waren, naar de gelijkenis der kinderen      24051 Eze 23:17 | 17      De kinderen van Babel nu kwamen 24052 Eze 23:19 | hoererijen, gedenkende aan de dagen van haar jeugd, als 24053 Eze 23:20 | en welker vloed is als de vloed der paarden. ~ 24054 Eze 23:21 | hebt gij weder opgehaald de schandelijke daad uwer jeugd, 24055 Eze 23:21 | tepelen betastten, vanwege de borsten uwer jeugd. ~ 24056 Eze 23:22 | Daarom, o Oholiba! alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal 24057 Eze 23:23 | 23      De kinderen van Babel en alle 24058 Eze 23:28 | 28      Want alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal 24059 Eze 23:28 | Zie, Ik zal u overgeven in de hand dergenen, die gij haat, 24060 Eze 23:28 | dergenen, die gij haat, in de hand dergenen, van dewelken 24061 Eze 23:30 | zal men u doen, dewijl gij de heidenen nagehoereerd hebt, 24062 Eze 23:32 | 32      Alzo zegt de Heere HEERE: Gij zult den 24063 Eze 23:32 | belaching en spot worden; de beker houdt veel in. ~ 24064 Eze 23:33 | jammer zult gij vol worden; de beker van uw zuster Samaria 24065 Eze 23:34 | heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~ 24066 Eze 23:35 | 35      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij Mijner 24067 Eze 23:36 | 36      En de HEERE zeide tot mij: Mensenkind! 24068 Eze 23:42 | zonden zij tot mannen uit de menigte der mensen, en daar 24069 Eze 23:42 | wijnzuipers aangebracht uit de woestijn; die deden      24070 Eze 23:43 | Nu zullen zij hoereren de hoererijen dezer hoer, en 24071 Eze 23:46 | 46      Want alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal een 24072 Eze 23:47 | 47      En de vergadering zal ze met stenen 24073 Eze 23:48 | 48      Alzo zal Ik de schandelijkheid uit het 24074 Eze 23:49 | op u leggen, en gij zult de zonden uwer drekgoden dragen; 24075 Eze 23:49 | gijlieden zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. ~  ~ 24076 Eze 24:1 | in het negende jaar, in de tiende maand, op den tienden 24077 Eze 24:2 | even van dezen zelfden dag; de koning van Babel legt zich 24078 Eze 24:3 | en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Zet een pot 24079 Eze 24:4 | daarin, alle goede stukken, de dij en den schouder, vul 24080 Eze 24:4 | den schouder, vul hem met de keur der beenderen. ~ 24081 Eze 24:5 | 5      Neem de keur van de kudde, en stook 24082 Eze 24:5 | 5      Neem de keur van de kudde, en stook ook een 24083 Eze 24:5 | ook een brandstapel van de beenderen daaronder; doe 24084 Eze 24:6 | 6      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Wee der bloedstad, 24085 Eze 24:7 | gelegd; zij heeft het op de aarde niet uitgestort, om 24086 Eze 24:8 | 8      Opdat Ik de grimmigheid doe opgaan om 24087 Eze 24:9 | 9      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Wee der bloedstad! 24088 Eze 24:10 | met specerijen, en laat de beenderen verbranden. ~ 24089 Eze 24:14 | 14      Ik, de HEERE, heb het gesproken; 24090 Eze 24:14 | zullen zij u richten, spreekt de Heere HEERE. ~ 24091 Eze 24:17 | schoenen aan uw voeten; en de bovenste lip zult gij niet 24092 Eze 24:21 | huis Israels: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal 24093 Eze 24:21 | Mijn heiligdom ontheiligen, de heerlijkheid uwer sterkte, 24094 Eze 24:21 | heerlijkheid uwer sterkte, de begeerte uwer ogen, en de 24095 Eze 24:21 | de begeerte uwer ogen, en de verschoning uwer ziel; en      24096 Eze 24:22 | gelijk als ik gedaan heb; de bovenste lip zult gij niet 24097 Eze 24:24 | dan zult gij weten, dat Ik de Heere HEERE ben. ~ 24098 Eze 24:25 | zal wegnemen hun sterkte, de vreugde huns sieraads, den 24099 Eze 24:27 | zullen      weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 24100 Eze 25:2 | zet uw aangezicht tegen de kinderen Ammons, en profeteer 24101 Eze 25:3 | 3      En zeg tot de kinderen Ammons: Hoort des 24102 Eze 25:3 | HEEREN woord: Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij gezegd 24103 Eze 25:5 | een kemelstal maken, en de kinderen Ammons tot een 24104 Eze 25:5 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24105 Eze 25:6 | 6      Want alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij met 24106 Eze 25:6 | Heere HEERE: Omdat gij met de hand geklapt, en met den 24107 Eze 25:7 | buit geven, en zal u uit de volken uitroeien, en u uit 24108 Eze 25:7 | volken uitroeien, en u uit de landen verdoen; Ik zal u 24109 Eze 25:7 | zult      weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24110 Eze 25:8 | 8      Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Moab 24111 Eze 25:8 | huis van Juda is gelijk al de heidenen; ~ 24112 Eze 25:9 | Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van 24113 Eze 25:9 | zijde van Moab openen, van de steden af, van zijn steden, 24114 Eze 25:10 | der kinderen Ammons onder de heidenen niet meer gedacht 24115 Eze 25:11 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24116 Eze 25:12 | 12      Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Edom 24117 Eze 25:13 | 13      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook 24118 Eze 25:14 | wraak doen aan Edom, door de hand van Mijn volk Israel; 24119 Eze 25:14 | gewaar worden, spreekt de Heere HEERE. ~ 24120 Eze 25:15 | 15      Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat de Filistijnen 24121 Eze 25:15 | zegt de Heere HEERE: Omdat de Filistijnen door wraak gehandeld 24122 Eze 25:16 | 16      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik strek 24123 Eze 25:16 | strek Mijn hand uit tegen de Filistijnen, en zal de Cherethieten 24124 Eze 25:16 | tegen de Filistijnen, en zal de Cherethieten uitroeien, 24125 Eze 25:16 | en het overblijfsel van de zeehaven verdoen. ~ 24126 Eze 25:17 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn wraak 24127 Eze 26:2 | Heah! zij is verbroken, de poort der volken; zij is 24128 Eze 26:3 | 3      Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil 24129 Eze 26:3 | u doen opkomen, alsof Ik de zee met haar golven deed 24130 Eze 26:4 | 4      Die zullen de muren van Tyrus verderven, 24131 Eze 26:5 | heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE; en zij zal 24132 Eze 26:6 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24133 Eze 26:7 | 7      Want alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal 24134 Eze 26:10 | 10      Vanwege de menigte zijner paarden zal 24135 Eze 26:10 | intrekken, gelijk door de ingangen ener doorbrokene 24136 Eze 26:11 | 11      Hij zal met de hoeven zijner paarden al 24137 Eze 26:11 | zwaard doden, en elk een van de kolommen uwer sterkten zal 24138 Eze 26:14 | gebouwd worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, 24139 Eze 26:14 | heb het gesproken, spreekt de Heere      HEERE. ~ 24140 Eze 26:15 | 15      Alzo zegt de Heere HEERE tot Tyrus: Zullen 24141 Eze 26:15 | HEERE tot Tyrus: Zullen niet de eilanden van het geluid 24142 Eze 26:15 | geluid uws vals beven, als de dodelijk verwonde zal kermen, 24143 Eze 26:16 | zullen zij bekleed worden, op de aarde      zullen zij nederzitten, 24144 Eze 26:17 | zeggen: Hoe zijt gij uit de zeeen vergaan, gij welbewoonde, 24145 Eze 26:18 | 18      Nu zullen de eilanden sidderen ten dage 24146 Eze 26:18 | sidderen ten dage uws vals; ja, de eilanden, die in de zee 24147 Eze 26:18 | ja, de eilanden, die in de zee zijn, zullen beroerd 24148 Eze 26:19 | 19      Want alzo zegt de Heere HEERE: Als Ik u zal 24149 Eze 26:19 | een verwoeste stad, gelijk de steden, die niet bewoond 24150 Eze 26:19 | over u zal doen opkomen, en de grote      wateren u zullen 24151 Eze 26:20 | zal u doen nederliggen in de onderste plaatsen der aarde, 24152 Eze 26:20 | onderste plaatsen der aarde, in de woeste plaatsen, die      24153 Eze 26:21 | worden in eeuwigheid, spreekt de Heere HEERE. ~  ~  ~  ~ ~ 24154 Eze 27:3 | Tyrus, die daar woont aan de ingangen der zee, handelende 24155 Eze 27:3 | der zee, handelende met de volken in vele eilanden: 24156 Eze 27:3 | in vele eilanden: Zo zegt de Heere HEERE: O Tyrus! gij 24157 Eze 27:6 | welbetreden elpenbeen, uit de eilanden der Chittieten. ~ 24158 Eze 27:7 | hemelsblauw en purper, uit de eilanden van Elisa, was 24159 Eze 27:8 | 8      De inwoners van Sidon en Arvad 24160 Eze 27:9 | 9      De oudsten van Gebal en haar 24161 Eze 27:11 | 11      De kinderen van Arvad en uw 24162 Eze 27:11 | waren rondom op uw muren, en de Gammadieten waren op uw 24163 Eze 27:12 | koophandel met u vanwege de veelheid van allerlei goed; 24164 Eze 27:15 | 15      De kinderen van Dedan waren 24165 Eze 27:15 | kooplieden; vele eilanden waren de koophandel uwer hand; hoornen 24166 Eze 27:16 | koophandel met u, vanwege de veelheid uwer werken; met 24167 Eze 27:18 | dreef koophandel met u, om de veelheid uwer werken, vanwege 24168 Eze 27:18 | veelheid uwer werken, vanwege de veelheid van allerlei goed; 24169 Eze 27:19 | Ook leverden Dan en Javan, de omreizer, op uw markten; 24170 Eze 27:21 | vorsten van Kedar waren de kooplieden uwer hand; met 24171 Eze 27:22 | 22      De kooplieden van Scheba en 24172 Eze 27:23 | Haran, en Kanne, en Eden, de kooplieden van Scheba, Assur 24173 Eze 27:25 | 25      De schepen van Tarsis zongen 24174 Eze 27:26 | in grote wateren gevoerd; de oostenwind heeft u verbroken 24175 Eze 27:28 | geschreeuws uwer schippers zullen de voorsteden beven. ~ 24176 Eze 27:29 | zeelieden, en alle schippers van de zee, zullen uit hun schepen 24177 Eze 27:30 | zullen zich wentelen in de as. ~ 24178 Eze 27:32 | is geweest als Tyrus, als de uitgeroeide in het midden 24179 Eze 27:33 | Als uw marktwaren uit de zeeen voortkwamen, hebt 24180 Eze 27:33 | vele volken verzadigd; met de veelheid uwer goederen en 24181 Eze 27:33 | onderlingen koophandel, hebt gij de koningen der aarde rijk      24182 Eze 27:34 | Ten tijde, dat gij uit de zeeen verbroken zijt in 24183 Eze 27:34 | zeeen verbroken zijt in de diepte der wateren, zijn 24184 Eze 27:35 | ontzet, en hun koningen staan de haren te berge, zij zijn 24185 Eze 27:36 | 36      De handelaars onder de volken 24186 Eze 27:36 | De handelaars onder de volken fluiten u aan; gij 24187 Eze 28:2 | vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE: Omdat uw hart 24188 Eze 28:5 | 5      Door de grootheid uwer wijsheid 24189 Eze 28:6 | 6      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Omdat 24190 Eze 28:7 | vreemden over u brengen, de tirannigste der heidenen; 24191 Eze 28:7 | zwaarden uittrekken over de schoonheid uwer wijsheid, 24192 Eze 28:9 | mens zijt en geen God, in de hand desgenen, die u verslaat? ~ 24193 Eze 28:10 | onbesnedenen sterven; door de hand der vreemden; want 24194 Eze 28:10 | heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~ 24195 Eze 28:12 | en zeg tot hem: Zo zegt de Heere HEERE: Gij verzegelaar 24196 Eze 28:16 | 16      Door de veelheid uws koophandels 24197 Eze 28:17 | vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, Ik 24198 Eze 28:18 | 18      Vanwege de veelheid uwer ongerechtigheden, 24199 Eze 28:18 | heb u gemaakt tot as op de aarde, voor de ogen van 24200 Eze 28:18 | tot as op de aarde, voor de ogen van al degenen, die 24201 Eze 28:19 | Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; 24202 Eze 28:22 | 22      En zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil 24203 Eze 28:22 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik gerichten 24204 Eze 28:23 | 23      Want Ik zal de pestilentie in haar zenden, 24205 Eze 28:23 | bloed op haar straten, en de verslagenen zullen vallen 24206 Eze 28:23 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. 24207 Eze 28:24 | zij zullen weten, dat Ik de Heere      HEERE ben. ~ 24208 Eze 28:25 | 25      Alzo zegt de Heere HEERE: Als Ik het 24209 Eze 28:25 | zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij 24210 Eze 28:25 | zijn, en Ik onder hen voor de ogen der heidenen zal geheiligd      24211 Eze 28:26 | zij zullen weten dat Ik, de HEERE, hunlieder God ben. ~  ~  ~  ~ ~ 24212 Eze 29:1 | In het tiende jaar, in de tiende maand, op den twaalfden 24213 Eze 29:3 | Spreek en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil 24214 Eze 29:3 | daar zegt: Mijn rivier is de      mijne, en ik heb die 24215 Eze 29:4 | rivieren optrekken, en al de vis uwer rivieren zal aan      24216 Eze 29:5 | En Ik zal u verlaten in de woestijn, u en al den vis 24217 Eze 29:6 | 6      En al de inwoners van Egypte zullen 24218 Eze 29:6 | Egypte zullen weten, dat Ik de HEERE ben, omdat zij den 24219 Eze 29:8 | 8      Daarom zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal 24220 Eze 29:9 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; omdat hij zegt: 24221 Eze 29:9 | HEERE ben; omdat hij zegt: De rivier is mijn, en ik heb 24222 Eze 29:10 | toren van Syrene af, tot aan de landpale van Morenland. ~ 24223 Eze 29:12 | veertig jaren;      en Ik zal de Egyptenaars verstrooien 24224 Eze 29:12 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 24225 Eze 29:12 | en zal hen verspreiden in de landen. ~ 24226 Eze 29:13 | 13      Maar zo zegt de Heere HEERE: Ten einde van 24227 Eze 29:13 | van veertig jaren zal Ik de Egyptenaars vergaderen uit 24228 Eze 29:13 | Egyptenaars vergaderen uit de volken, waarhenen zij verstrooid 24229 Eze 29:14 | 14      En Ik zal de gevangenis der Egyptenaren 24230 Eze 29:15 | het zal nederiger zijn dan de andere koninkrijken, en 24231 Eze 29:15 | niet meer verheffen boven de heidenen; want Ik zal hen 24232 Eze 29:15 | niet zullen heersen over de heidenen. ~ 24233 Eze 29:16 | zij zullen weten, dat Ik de Heere      HEERE ben. ~ 24234 Eze 29:17 | zeven en twintigste jaar, in de eerste maand, op den eersten 24235 Eze 29:18 | Mensenkind! Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft 24236 Eze 29:19 | 19      Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal 24237 Eze 29:20 | gewrocht hebben, spreekt de Heere HEERE. ~ 24238 Eze 29:21 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 24239 Eze 30:2 | profeteer, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Huilt: Ach 24240 Eze 30:3 | 3      Want de dag is nabij, ja, de dag 24241 Eze 30:3 | Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, 24242 Eze 30:4 | smart zijn in Morenland, als de verslagenen zullen vallen 24243 Eze 30:5 | Morenland, en Put, en Lud, en al de gemengde hoop, en Cub, en 24244 Eze 30:5 | gemengde hoop, en Cub, en de kinderen van het land des 24245 Eze 30:6 | 6      Zo zegt de HEERE: Ja, zij zullen vallen, 24246 Eze 30:6 | Egypte ondersteunen, en de hovaardij harer sterkte 24247 Eze 30:6 | zwaard      vallen, spreekt de Heere HEERE. ~ 24248 Eze 30:8 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik een vuur 24249 Eze 30:10 | 10      Zo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal 24250 Eze 30:10 | Heere HEERE: Ja, Ik zal de menigte van Egypte doen 24251 Eze 30:10 | Egypte doen ophouden, door de hand van Nebukadrezar, den 24252 Eze 30:11 | Hij, en zijn volk met hem, de tirannigste der heidenen 24253 Eze 30:12 | 12      En Ik zal de rivieren tot droogte maken, 24254 Eze 30:12 | en het land verkopen in de hand der bozen; en Ik zal 24255 Eze 30:12 | volheid verwoesten door de hand der vreemden: Ik, de 24256 Eze 30:12 | de hand der vreemden: Ik, de HEERE, heb      het gesproken. ~ 24257 Eze 30:13 | 13      Zo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook 24258 Eze 30:13 | Heere HEERE: Ik zal ook de drekgoden verdoen, en de 24259 Eze 30:13 | de drekgoden verdoen, en de nietige afgoden doen ophouden 24260 Eze 30:15 | grimmigheid uitgieten over Sin, de sterkte van Egypte; en Ik 24261 Eze 30:15 | sterkte van Egypte; en Ik zal de menigte van No uitroeien. ~ 24262 Eze 30:17 | 17      De jongelingen van Aven en 24263 Eze 30:17 | door het zwaard vallen, en de dochters zullen gaan in 24264 Eze 30:17 | dochters zullen gaan in de gevangenis. ~ 24265 Eze 30:18 | En te Tachpanhes zal de dag verduisterd worden, 24266 Eze 30:18 | aldaar zal verbreken, en de hovaardij harer sterkte 24267 Eze 30:18 | dochters zullen gaan in de gevangenis. ~ 24268 Eze 30:19 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24269 Eze 30:20 | het in het elfde jaar, in de eerste maand, op den zevenden 24270 Eze 30:22 | 22      Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, 24271 Eze 30:23 | 23      En Ik zal de Egyptenaars verstrooien 24272 Eze 30:23 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 24273 Eze 30:23 | en zal hen verspreiden in de landen. ~ 24274 Eze 30:24 | 24      En Ik zal de armen des konings van Babel 24275 Eze 30:25 | 25      Ja, Ik zal de armen des konings van Babel 24276 Eze 30:25 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn zwaard 24277 Eze 30:25 | ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des      konings van 24278 Eze 30:26 | 26      En Ik zal de Egyptenaars verstrooien 24279 Eze 30:26 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 24280 Eze 30:26 | en zal hen verspreiden in de landen; alzo zullen zij 24281 Eze 30:26 | zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 24282 Eze 31:1 | ook in het elfde jaar, in de derde maand, op den eersten 24283 Eze 31:4 | 4      De wateren maakten hem groot, 24284 Eze 31:4 | wateren maakten hem groot, de afgrond maakte hem hoog; 24285 Eze 31:5 | zijn scheuten lang, vanwege de grote wateren, als hij uitschoot. ~ 24286 Eze 31:7 | in zijn grootheid en in de lengte zijner takken, omdat 24287 Eze 31:8 | 8      De cederen in Gods hof verduisterden 24288 Eze 31:8 | verduisterden hem niet, de dennebomen waren zijn takken 24289 Eze 31:8 | zijn takken niet gelijk, en de kastanjebomen waren niet 24290 Eze 31:9 | hem zo schoon gemaakt door de veelheid zijner takken, 24291 Eze 31:10 | 10      Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Omdat gij u 24292 Eze 31:11 | Daarom gaf Ik hem in de hand van den machtigste 24293 Eze 31:12 | 12      En vreemden, de tirannigste der heidenen, 24294 Eze 31:12 | hem; zijn takken vielen op de bergen en in alle valleien, 24295 Eze 31:15 | 15      Zo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als 24296 Eze 31:15 | zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en de 24297 Eze 31:15 | de stromen van dien, en de grote      wateren werden 24298 Eze 31:16 | geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem 24299 Eze 31:16 | en alle bomen van Eden, de keur en het      beste van 24300 Eze 31:17 | hem neder ter helle, tot de verslagenen van het zwaard; 24301 Eze 31:18 | heerlijkheid en grootheid, onder de bomen van Eden? Ja, gij 24302 Eze 31:18 | nedergevoerd worden met de bomen van Eden, tot het 24303 Eze 31:18 | onbesnedenen zult gij liggen, met de verslagenen door het zwaard. 24304 Eze 31:18 | zijn ganse menigte, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 24305 Eze 32:1 | in het twaalfde jaar, in de twaalfde maand op den eersten 24306 Eze 32:2 | waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij 24307 Eze 32:2 | waart als een zeedraak in de      zeeen, en braakt voort 24308 Eze 32:3 | 3      Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal daarom 24309 Eze 32:5 | zal uw vlees henengeven op de bergen, en de dalen met 24310 Eze 32:5 | henengeven op de bergen, en de dalen met uw hoogheid vervullen. ~ 24311 Eze 32:6 | uw bloed drenken tot aan de bergen; en de stromen zullen 24312 Eze 32:6 | drenken tot aan de bergen; en de stromen zullen van u vervuld 24313 Eze 32:7 | sterren zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, 24314 Eze 32:7 | met wolken bedekken, en de maan zal haar licht niet 24315 Eze 32:8 | over uw land maken, spreekt de Heere HEERE. ~ 24316 Eze 32:9 | als Ik uw verbreking onder de heidenen zal brengen in 24317 Eze 32:9 | heidenen zal brengen in de landen, die gij niet gekend 24318 Eze 32:10 | en hun koningen zullen de haren over u te berge staan, 24319 Eze 32:11 | 11      Want zo zegt de Heere HEERE: Het zwaard 24320 Eze 32:12 | zal uw menigte vellen door de zwaarden der helden, die 24321 Eze 32:12 | helden, die al te zamen de tirannigste der heidenen 24322 Eze 32:12 | heidenen zijn; die zullen de hovaardij van Egypte verstoren, 24323 Eze 32:13 | beesten verdoen van bij de grote wateren; en geen mensenvoet 24324 Eze 32:14 | doen gaan als olie, spreekt de Heere HEERE: ~ 24325 Eze 32:15 | zullen zij      weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24326 Eze 32:16 | zullen zij klagelijk zingen; de dochteren der heidenen zullen 24327 Eze 32:16 | ganse menigte,      spreekt de Heere HEERE. ~ 24328 Eze 32:18 | Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte, en doe 24329 Eze 32:18 | ze nederdalen, (haar en de dochteren der prachtige 24330 Eze 32:18 | der prachtige heidenen) in de onderste plaatsen der aarde, 24331 Eze 32:19 | Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen. ~ 24332 Eze 32:21 | 21      De machtigste der helden zullen 24333 Eze 32:21 | zij zijn nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, 24334 Eze 32:23 | Welker graven gesteld zijn in de zijden des kuils, en haar 24335 Eze 32:24 | zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, 24336 Eze 32:24 | onbesneden zijn nedergedaald tot de onderste plaatsen der      24337 Eze 32:27 | Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen 24338 Eze 32:27 | met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; 24339 Eze 32:28 | onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het zwaard. ~ 24340 Eze 32:29 | hunlieder macht gelegd zijn bij de verslagenen van het zwaard; 24341 Eze 32:29 | zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met degenen,      24342 Eze 32:30 | 30      Daar zijn de geweldigen van het Noorden, 24343 Eze 32:30 | alle Sidoniers, die met de verslagenen zijn nedergedaald, 24344 Eze 32:30 | zij liggen onbesneden bij de verslagenen van het zwaard, 24345 Eze 32:31 | over zijn ganse menigte; de verslagenen van het zwaard 24346 Eze 32:31 | zijn ganse heir, spreekt de Heere HEERE. ~ 24347 Eze 32:32 | midden der onbesnedenen bij de verslagenen van het zwaard, 24348 Eze 32:32 | ganse menigte, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 24349 Eze 33:2 | Mensenkind! spreek tot de kinderen uws volks, en zeg 24350 Eze 33:3 | het land, en blaast met de bazuin, en waarschuwt het 24351 Eze 33:6 | Wanneer daarentegen de wachter het zwaard ziet 24352 Eze 33:6 | komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet 24353 Eze 33:11 | waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust 24354 Eze 33:11 | daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van 24355 Eze 33:12 | dan, o mensenkind! zeg tot de kinderen uws volks: De gerechtigheid 24356 Eze 33:12 | tot de kinderen uws volks: De gerechtigheid des rechtvaardigen 24357 Eze 33:12 | overtreding; en aangaande de goddeloosheid      des goddelozen, 24358 Eze 33:12 | goddeloosheid bekeert; en de rechtvaardige zal niet kunnen 24359 Eze 33:15 | 15      Geeft de goddeloze het pand weder, 24360 Eze 33:15 | geroofde, wandelt hij in de inzettingen des levens, 24361 Eze 33:17 | 17      Nog zeggen de kinderen uws volks: De weg 24362 Eze 33:17 | zeggen de kinderen uws volks: De weg des Heeren is niet recht; 24363 Eze 33:18 | 18      Als de rechtvaardige afkeert van 24364 Eze 33:19 | 19      En als de goddeloze zich bekeert van 24365 Eze 33:20 | 20      Nog zegt gij: De weg des Heeren is niet recht; 24366 Eze 33:21 | gevankelijke wegvoering, in de tiende maand, op den vijfden 24367 Eze 33:21 | ontkomen was,      zeggende: De stad is geslagen. ~ 24368 Eze 33:22 | 22      Nu was de hand des HEEREN op mij geweest 24369 Eze 33:24 | 24      Mensenkind! de inwoners van die woeste 24370 Eze 33:25 | Daarom zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Gij eet vlees 24371 Eze 33:26 | verontreinigt, een ieder de huisvrouw zijns naasten; 24372 Eze 33:27 | zult gij tot hen zeggen: De Heere HEERE zegt alzo: Zo 24373 Eze 33:27 | het hem vrete, en die in de vestingen en in de spelonken 24374 Eze 33:27 | die in de vestingen en in de spelonken zijn, door de 24375 Eze 33:27 | de spelonken zijn, door de pestilentie zullen sterven! ~ 24376 Eze 33:28 | en een schrik stellen, en de hovaardij zijner sterkte 24377 Eze 33:28 | sterkte zal ophouden; en de bergen Israels zullen woest 24378 Eze 33:29 | zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik het land 24379 Eze 33:30 | En gij, o mensenkind! de kinderen uws volks spreken 24380 Eze 33:30 | spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der 24381 Eze 33:30 | van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de 24382 Eze 33:30 | de deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, 24383 Eze 34:2 | Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israel; profeteer 24384 Eze 34:2 | profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere 24385 Eze 34:2 | tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen 24386 Eze 34:2 | weiden! zullen      niet de herders de schapen weiden? ~ 24387 Eze 34:2 | zullen      niet de herders de schapen weiden? ~ 24388 Eze 34:3 | vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, 24389 Eze 34:3 | slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet. ~ 24390 Eze 34:4 | 4      De zwakke sterkt gij niet, 24391 Eze 34:8 | waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik niet! 24392 Eze 34:8 | schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, 24393 Eze 34:10 | 10      Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil 24394 Eze 34:10 | HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal Mijn schapen 24395 Eze 34:10 | schapen doen ophouden, zodat de herders      zichzelven 24396 Eze 34:11 | 11      Want zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, 24397 Eze 34:12 | Ik zal ze redden uit al de plaatsen,      waarhenen 24398 Eze 34:13 | Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen 24399 Eze 34:13 | en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze in 24400 Eze 34:13 | en Ik zal ze weiden op de bergen Israels, bij de stromen 24401 Eze 34:13 | op de bergen Israels, bij de stromen en in alle      24402 Eze 34:14 | zal Ik ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal 24403 Eze 34:14 | weiden in een vette weide, op de      bergen Israels. ~ 24404 Eze 34:15 | zal ze legeren, spreekt de Heere HEERE. ~ 24405 Eze 34:17 | Want gij, o Mijn schapen! de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, 24406 Eze 34:17 | vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken. ~ 24407 Eze 34:17 | vee, tussen de rammen en de bokken. ~ 24408 Eze 34:18 | het u te weinig, dat gij de goede weide afweidt? Zult 24409 Eze 34:18 | voeten vertreden? En zult gij de bezonkene wateren drinken, 24410 Eze 34:18 | bezonkene wateren drinken, en de overgelatene      met uw 24411 Eze 34:20 | 20      Daarom zegt de Heere HEERE alzo tot hen: 24412 Eze 34:21 | 21      Omdat gij al de zwakken met de zijde en 24413 Eze 34:21 | Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder 24414 Eze 34:24 | 24      En Ik, de HEERE, zal hun tot een God 24415 Eze 34:24 | het midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 24416 Eze 34:25 | zij zullen zeker wonen in de woestijn, en slapen in de 24417 Eze 34:25 | de woestijn, en slapen in de wouden. ~ 24418 Eze 34:26 | Want Ik zal dezelve, en de plaatsen rondom Mijn heuvel, 24419 Eze 34:27 | en zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik de      24420 Eze 34:27 | Ik de HEERE ben, als Ik de      disselbomen huns juks 24421 Eze 34:27 | verbroken, en hen gerukt uit de hand dergenen, die zich 24422 Eze 34:30 | zij zullen weten, dat Ik, de HEERE, hun God, met hen 24423 Eze 34:30 | het huis Israels, spreekt de Heere HEERE. ~ 24424 Eze 34:31 | maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 24425 Eze 35:3 | tot hetzelve: Alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil 24426 Eze 35:4 | worden, en zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24427 Eze 35:5 | vijandschap hebt, en hebt de kinderen Israels doen wegvloeien 24428 Eze 35:6 | waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE; Ik zal u voorzeker 24429 Eze 35:7 | zal het gebergte Seir tot de uiterste verwoesting stellen; 24430 Eze 35:8 | stromen, in dezelve zullen de verslagenen van het zwaard 24431 Eze 35:9 | alzo zult gij weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24432 Eze 35:10 | erfelijk bezitten, ofschoon de HEERE daar ware; ~ 24433 Eze 35:11 | waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE: Ik zal ook 24434 Eze 35:12 | gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen 24435 Eze 35:12 | gehoord heb, die gij tegen de bergen Israels gesproken 24436 Eze 35:14 | 14      Alzo zegt de Heere HEERE: Gelijk het 24437 Eze 35:14 | verblijd is, alzo zal Ik u de verwoesting aandoen. ~ 24438 Eze 35:15 | gij u verblijd hebt over de erfenis van het huis Israels, 24439 Eze 35:15 | zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 24440 Eze 36:1 | mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: 24441 Eze 36:2 | 2      Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand 24442 Eze 36:2 | zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand van u zegt: Heah! 24443 Eze 36:2 | van u zegt: Heah! zelfs de eeuwige hoogten zijn ons 24444 Eze 36:3 | profeteer en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Daarom, omdat 24445 Eze 36:3 | en gij gebracht zijt op de klapachtige lip en in opspraak 24446 Eze 36:4 | des Heeren HEEREN: Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen 24447 Eze 36:4 | zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, 24448 Eze 36:4 | HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen 24449 Eze 36:4 | en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen, 24450 Eze 36:4 | heuvelen, tot de stromen en tot de dalen, tot de verwoeste      24451 Eze 36:4 | stromen en tot de dalen, tot de verwoeste      eenzame plaatsen 24452 Eze 36:4 | eenzame plaatsen en tot de verlaten steden, die tot 24453 Eze 36:5 | 5      Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zo Ik niet 24454 Eze 36:5 | begerige plundering, opdat de landerij daarvan ten rove 24455 Eze 36:6 | land Israels, en zeg tot de bergen en tot de heuvelen, 24456 Eze 36:6 | zeg tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen 24457 Eze 36:6 | en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen: 24458 Eze 36:6 | heuvelen, tot de stromen en tot de dalen: Zo zegt de Heere 24459 Eze 36:6 | en tot de dalen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik heb 24460 Eze 36:7 | 7      Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ik heb Mijn 24461 Eze 36:7 | hand opgeheven; zo niet de heidenen, die rondom u zijn, 24462 Eze 36:10 | Israels, ja, dat geheel; en de steden zullen bewoond, en 24463 Eze 36:10 | steden zullen bewoond, en de eenzame plaatsen bebouwd 24464 Eze 36:11 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 24465 Eze 36:13 | 13      Zo zegt de Heere HEERE: Omdat zij tot 24466 Eze 36:14 | doen struikelen, spreekt de Heere HEERE. ~ 24467 Eze 36:15 | struikelen,      spreekt de Heere HEERE. ~ 24468 Eze 36:17 | voor Mijn aangezicht als de      onreinigheid ener afgezonderde 24469 Eze 36:19 | Ik verstrooide hen onder de heidenen, en zij werden 24470 Eze 36:19 | zij werden verspreid in de landen; Ik oordeelde ze 24471 Eze 36:20 | 20      Als zij nu tot de heidenen kwamen, waarhenen 24472 Eze 36:21 | Israels ontheiligde onder de heidenen, waarhenen zij 24473 Eze 36:22 | het huis Israels: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het 24474 Eze 36:22 | gijlieden ontheiligd hebt onder de      heidenen, waarhenen 24475 Eze 36:23 | Naam heiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, 24476 Eze 36:23 | hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten, dat 24477 Eze 36:23 | heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben,      spreekt 24478 Eze 36:23 | HEERE ben,      spreekt de Heere HEERE, als Ik aan 24479 Eze 36:24 | 24      Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u 24480 Eze 36:24 | heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik 24481 Eze 36:30 | 30      En Ik zal de vrucht van het geboomte 24482 Eze 36:30 | vrucht van het geboomte en de inkomst des velds vermenigvuldigen; 24483 Eze 36:30 | vermenigvuldigen; opdat gij de smaadheid des hongers niet 24484 Eze 36:30 | niet meer ontvangt onder de heidenen. ~ 24485 Eze 36:32 | niet om uwentwil, spreekt de Heere HEERE, het zij u bekend! 24486 Eze 36:33 | 33      Alzo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als 24487 Eze 36:33 | ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen, en 24488 Eze 36:33 | steden doen bewonen, en de eenzame plaatsen zullen 24489 Eze 36:34 | een verwoesting was, voor de ogen van een ieder, die 24490 Eze 36:35 | als een hof van Eden; en de eenzame, en de verwoeste 24491 Eze 36:35 | Eden; en de eenzame, en de verwoeste en verstoorde 24492 Eze 36:36 | 36      Dan zullen de heidenen, die in de plaatsen 24493 Eze 36:36 | zullen de heidenen, die in de plaatsen rondom u zullen 24494 Eze 36:36 | overgelaten zijn, weten, dat Ik, de HEERE, de verstoorde plaatsen 24495 Eze 36:36 | weten, dat Ik, de HEERE, de verstoorde plaatsen bebouw, 24496 Eze 36:36 | het verwoeste beplant. Ik, de HEERE,      heb het gesproken 24497 Eze 36:37 | 37      Alzo zegt de Heere HEERE: Daarenboven 24498 Eze 36:38 | 38      Gelijk de geheiligde schapen, gelijk 24499 Eze 36:38 | geheiligde schapen, gelijk de schapen van Jeruzalem op 24500 Eze 36:38 | hoogtijden, alzo zullen de eenzame steden vol zijn


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License