Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
25001 Eze 48:5 | 5      En aan de landpale van Manasse, van 25002 Eze 48:6 | 6      En aan de landpale van Efraim, van 25003 Eze 48:7 | 7      En aan de landpale van Ruben, van 25004 Eze 48:8 | 8      Aan de landpale nu van Juda, van 25005 Eze 48:8 | meetrieten in breedte, en de lengte,      als van een 25006 Eze 48:9 | zult offeren, zal wezen de lengte van vijf en twintig 25007 Eze 48:9 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend. ~ 25008 Eze 48:10 | heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts 25009 Eze 48:10 | priesteren, noordwaarts de lengte van vijf en twintig 25010 Eze 48:10 | twintig duizend, en westwaarts de breedte van tien duizend, 25011 Eze 48:10 | duizend, en oostwaarts, de breedte      van tien duizend, 25012 Eze 48:10 | tien duizend, en zuidwaarts de lengte van vijf en twintig 25013 Eze 48:11 | 11      Het zal zijn voor de priesteren, die geheiligd 25014 Eze 48:11 | die geheiligd zijn uit de kinderen van Zadok, die 25015 Eze 48:11 | niet gedwaald hebben, als de kinderen Israels dwaalden;      25016 Eze 48:11 | dwaalden;      gelijk als de andere Levieten gedwaald 25017 Eze 48:12 | der heiligheden zijn, aan de landpale der Levieten. ~ 25018 Eze 48:13 | 13      Voorts zullen de Levieten tegenover de landpale 25019 Eze 48:13 | zullen de Levieten tegenover de landpale der priesteren 25020 Eze 48:13 | landpale der priesteren hebben de lengte van vijf en twintig 25021 Eze 48:13 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend; 25022 Eze 48:13 | breedte van tien duizend; de ganse lengte zal zijn vijf 25023 Eze 48:13 | twintig      duizend, en de breedte tien duizend. ~ 25024 Eze 48:14 | daarvan niet verkopen, noch de eerstelingen des lands verwisselen, 25025 Eze 48:15 | 15      Maar de vijf duizend, dat is hetgeen 25026 Eze 48:15 | hetgeen overgelaten is in de breedte, voor aan de vijf 25027 Eze 48:15 | in de breedte, voor aan de vijf en twintig duizend, 25028 Eze 48:15 | zal onheilig zijn, voor de stad, tot bewoning en tot 25029 Eze 48:15 | bewoning en tot voorsteden; en de stad      zal in het midden 25030 Eze 48:16 | zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend 25031 Eze 48:16 | vijfhonderd meetrieten; en de zuiderhoek vier duizend 25032 Eze 48:16 | en      vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend 25033 Eze 48:17 | 17      De voorsteden nu der stad zullen 25034 Eze 48:18 | En het overgelatene in de lengte, tegenover het heilig 25035 Eze 48:18 | heilig hefoffer zijn; en de      inkomst daarvan zal 25036 Eze 48:18 | onderhoud voor degenen, die de stad dienen. ~ 25037 Eze 48:19 | 19      En die de stad dienen, zullen haar 25038 Eze 48:20 | heilig hefoffer offeren, met de bezitting der stad. ~ 25039 Eze 48:21 | heiligen hefoffers, en van de bezitting der stad, voor 25040 Eze 48:21 | bezitting der stad, voor aan de vijf en twintig duizend 25041 Eze 48:21 | hefoffers, tot aan de oosterlandpale en westerlandpale, 25042 Eze 48:21 | westerlandpale, voor aan de vijf en twintig duizend 25043 Eze 48:21 | vijf en twintig duizend aan de westerlandpale, tegenover 25044 Eze 48:21 | westerlandpale, tegenover de andere delen, dat zal voor 25045 Eze 48:22 | 22      Van de bezitting nu der Levieten, 25046 Eze 48:22 | nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde 25047 Eze 48:22 | vorsten zal zijn; wat tussen de landpale van Juda, en tussen 25048 Eze 48:22 | landpale van Juda, en tussen de landpale      van Benjamin 25049 Eze 48:24 | 24      En aan de landpale van Benjamin, van 25050 Eze 48:25 | 25      En aan de landpale van Simeon, van 25051 Eze 48:25 | van den oosterhoek tot de westerhoek toe, Issaschar 25052 Eze 48:26 | 26      En aan de landpale van Issaschar, 25053 Eze 48:27 | 27      En aan de landpale van Zebulon, van 25054 Eze 48:28 | 28      Aan de landpale nu van Gad, aan 25055 Eze 48:28 | zuiderhoek zuidwaarts, daar zal de landpale zijn van Thamar 25056 Eze 48:28 | twistwater van Kades, voorts naar de beek henen, tot aan de      25057 Eze 48:28 | naar de beek henen, tot aan de      grote zee. ~ 25058 Eze 48:29 | vallen in erfenis, voor de stammen Israels, en dit 25059 Eze 48:29 | hun delen zijn, spreekt de Heere HEERE. ~ 25060 Eze 48:30 | 30      Voorts zullen dit de uitgangen der stad zijn: 25061 Eze 48:31 | 31      En de poorten der stad zullen 25062 Eze 48:31 | der stad zullen zijn naar de namen der stammen Israels; 25063 Eze 48:33 | 33      De zuiderhoek ook vier duizend 25064 Eze 48:34 | 34      De westerhoek, vier duizend 25065 Eze 48:35 | Rondom achttien duizend; en de naam der stad zal van dien 25066 Eze 48:35 | zal van dien dag af zijn: De HEERE Is ALDAAR. ~ 25067 Dan 1:1 | Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem, 25068 Dan 1:2 | 2      En de HEERE gaf Jojakim, den koning 25069 Dan 1:2 | het huis zijns gods; en de vaten      bracht hij in 25070 Dan 1:3 | 3      En de koning zeide tot Aspenaz, 25071 Dan 1:3 | voorbrengen zou enigen uit de kinderen Israels, te weten, 25072 Dan 1:3 | koninklijk zaad, en uit de prinsen; ~ 25073 Dan 1:4 | dat men hen onderwees in de boeken en spraak der Chaldeen. ~ 25074 Dan 1:5 | 5      En de koning verordende hun, wat 25075 Dan 1:5 | dag bij dag geven zou van de stukken der spijs des konings, 25076 Dan 1:6 | Onder dezelve nu waren uit de kinderen van Juda: Daniel, 25077 Dan 1:7 | 7      En de overste der kamerlingen 25078 Dan 1:8 | niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs des 25079 Dan 1:8 | ontreinigen met de stukken van de spijs des konings, noch 25080 Dan 1:10 | 10      Want de overste der kamerlingen 25081 Dan 1:11 | Daniel tot Melzar, dien de overste der kamerlingen 25082 Dan 1:13 | aangezicht onze gedaanten, en de gedaante der jongelingen, 25083 Dan 1:13 | gedaante der jongelingen, die de stukken van de spijs des 25084 Dan 1:13 | jongelingen, die de stukken van de spijs des konings eten; 25085 Dan 1:15 | vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken 25086 Dan 1:15 | dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des 25087 Dan 1:15 | jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten. ~ 25088 Dan 1:16 | geschiedde het, dat Melzar de stukken hunner spijs wegnam, 25089 Dan 1:18 | einde nu der dagen, waarvan de koning gezegd had, dat men 25090 Dan 1:18 | inbrengen, zo bracht ze de overste der kamerlingen 25091 Dan 1:19 | 19      En de koning sprak met hen; doch 25092 Dan 1:20 | verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond 25093 Dan 1:20 | hij hen tienmaal boven al de tovernaars en sterrekijkers, 25094 Dan 2:2 | 2      Toen zeide de koning, dat men roepen zou 25095 Dan 2:2 | koning, dat men roepen zou de tovenaars, en de sterrekijkers, 25096 Dan 2:2 | roepen zou de tovenaars, en de sterrekijkers, en de guichelaars, 25097 Dan 2:2 | en de sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen, 25098 Dan 2:2 | sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen, om den koning 25099 Dan 2:3 | 3      En de koning zeide tot hen: Ik 25100 Dan 2:4 | 4      Toen spraken de Chaldeen, tot den koning 25101 Dan 2:4 | den droom, zo zullen wij de uitlegging te kennen geven. ~ 25102 Dan 2:5 | 5      De koning antwoordde en zeide 25103 Dan 2:5 | antwoordde en zeide tot de Chaldeen: De zaak is mij 25104 Dan 2:5 | en zeide tot de Chaldeen: De zaak is mij ontgaan; indien 25105 Dan 2:7 | tweeden male, en zeiden: De koning zegge zijn knechten 25106 Dan 2:7 | den droom, dan zullen wij de uitlegging te kennen geven. ~ 25107 Dan 2:8 | 8      De koning antwoordde en zeide: 25108 Dan 2:8 | uitkoopt, dewijl gij ziet, dat de zaak mij ontgaan is. ~ 25109 Dan 2:9 | te zeggen bereid, totdat de tijd      verandere; daarom 25110 Dan 2:10 | 10      De Chaldeen antwoordden voor 25111 Dan 2:11 | 11      Want de zaak die de koning begeert, 25112 Dan 2:11 | 11      Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; 25113 Dan 2:11 | te kennen kan geven, dan de goden, welker woning bij 25114 Dan 2:12 | 12      Daarom werd de koning toornig en zeer verbolgen, 25115 Dan 2:12 | verbolgen, en zeide, dat men al de wijzen te Babel zou ombrengen. ~ 25116 Dan 2:13 | Die wet dan ging uit, en de wijzen werden gedood; men 25117 Dan 2:14 | die uitgetogen was, om de wijzen van Babel te doden. ~ 25118 Dan 2:15 | des konings: Waarom zou de wet van 's konings wege 25119 Dan 2:15 | Toen gaf Arioch aan Daniel de zaak te kennen. ~ 25120 Dan 2:16 | geven, dat hij den koning de uitlegging te kennen gave. ~ 25121 Dan 2:17 | naar zijn huis, en hij gaf de zaak zijn metgezellen, Hananja, 25122 Dan 2:18 | en zijn metgezellen met de overige wijzen van Babel 25123 Dan 2:19 | Daniel in een nachtgezicht de verborgenheid geopenbaard; 25124 Dan 2:20 | Daniel antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van 25125 Dan 2:20 | eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht. ~ 25126 Dan 2:20 | want Zijn is de wijsheid en de kracht. ~ 25127 Dan 2:21 | Want Hij verandert de tijden en stonden; Hij zet 25128 Dan 2:21 | tijden en stonden; Hij zet de koningen af, en Hij bevestigt 25129 Dan 2:21 | koningen af, en Hij bevestigt de koningen; Hij geeft den 25130 Dan 2:24 | Daniel in tot Arioch, dien de koning gesteld had om de 25131 Dan 2:24 | de koning gesteld had om de wijzen van Babel om te brengen; 25132 Dan 2:24 | zeide aldus tot hem: Breng de wijzen van Babel niet om,      25133 Dan 2:24 | koning, en ik zal den koning de uitlegging te kennen geven. ~ 25134 Dan 2:25 | hem: Ik heb een man van de gevankelijk weggevoerden 25135 Dan 2:25 | gevonden, die den koning de      uitlegging zal bekend 25136 Dan 2:26 | 26      De koning antwoordde en zeide 25137 Dan 2:27 | voor den koning, en zeide: De verborgenheid, die de koning 25138 Dan 2:27 | zeide: De verborgenheid, die de koning eist, kunnen de wijzen, 25139 Dan 2:27 | die de koning eist, kunnen de wijzen, de sterrekijkers, 25140 Dan 2:27 | eist, kunnen de wijzen, de sterrekijkers, de tovenaars, 25141 Dan 2:27 | wijzen, de sterrekijkers, de tovenaars, en de waarzeggers 25142 Dan 2:27 | sterrekijkers, de tovenaars, en de waarzeggers den koning niet 25143 Dan 2:28 | dagen; uw      droom, en de gezichten uws hoofds op 25144 Dan 2:30 | 30      Mij nu, mij is de verborgenheid geopenbaard, 25145 Dan 2:30 | daarom, opdat men den koning de uitlegging zou bekend maken, 25146 Dan 2:30 | maken, en      opdat gij de gedachten uws harten zoudt 25147 Dan 2:35 | zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, 25148 Dan 2:35 | dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg, en er werd 25149 Dan 2:35 | voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld geslagen 25150 Dan 2:35 | groten berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde. ~ 25151 Dan 2:36 | 36      Dit is de droom; zijn uitlegging nu 25152 Dan 2:36 | uitlegging nu zullen wij voor de koning zeggen. ~ 25153 Dan 2:37 | koning der koningen; want de God des hemels heeft u een 25154 Dan 2:38 | mensenkinderen wonen, heeft Hij de beesten des velds en de 25155 Dan 2:38 | de beesten des velds en de vogelen des hemels in uw 25156 Dan 2:39 | hetwelk heersen zal over de gehele aarde. ~ 25157 Dan 2:41 | En dat gij gezien hebt de voeten en de tenen, ten 25158 Dan 2:41 | gezien hebt de voeten en de tenen, ten dele van pottenbakkersleem, 25159 Dan 2:42 | 42      En de tenen der voeten, ten dele 25160 Dan 2:43 | vermengen, maar zij zullen de een aan den ander niet hechten, 25161 Dan 2:44 | 44      Doch in de dagen van die koningen zal 25162 Dan 2:44 | dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk 25163 Dan 2:45 | zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning      25164 Dan 2:45 | wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn 25165 Dan 2:46 | 46      Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn 25166 Dan 2:47 | 47      De koning antwoordde Daniel 25167 Dan 2:47 | Daniel en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder God 25168 Dan 2:47 | Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart, 25169 Dan 2:48 | 48      Toen maakte de koning Daniel groot, en 25170 Dan 2:48 | der      overheden over al de wijzen van Babel. ~ 25171 Dan 2:49 | Mesach en Abed-nego over de bediening van het landschap 25172 Dan 2:49 | Babel; maar Daniel bleef aan de poort des      konings. ~  ~ 25173 Dan 3:1 | 1      De koning Nebukadnezar maakte 25174 Dan 3:2 | 2      En de koning Nebukadnezar zond 25175 Dan 3:2 | henen, om te verzamelen, de stadhouders, de overheden, 25176 Dan 3:2 | verzamelen, de stadhouders, de overheden, en de landvoogden, 25177 Dan 3:2 | stadhouders, de overheden, en de landvoogden, de wethouders, 25178 Dan 3:2 | overheden, en de landvoogden, de wethouders, de schatmeesters, 25179 Dan 3:2 | landvoogden, de wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, 25180 Dan 3:2 | wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, de      ambtlieden, 25181 Dan 3:2 | schatmeesters, de raadsheren, de      ambtlieden, en al de 25182 Dan 3:2 | de      ambtlieden, en al de heerschappers der landschappen, 25183 Dan 3:2 | dat zij komen zouden tot de inwijding van het beeld, 25184 Dan 3:2 | inwijding van het beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had 25185 Dan 3:3 | Toen verzamelden zich de stadhouders, de overheden, 25186 Dan 3:3 | verzamelden zich de stadhouders, de overheden, de landvoogden, 25187 Dan 3:3 | stadhouders, de overheden, de landvoogden, de wethouders, 25188 Dan 3:3 | overheden, de landvoogden, de wethouders, de schatmeesters, 25189 Dan 3:3 | landvoogden, de wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, 25190 Dan 3:3 | wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, de ambtlieden, 25191 Dan 3:3 | schatmeesters, de raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers 25192 Dan 3:3 | raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers der      landschappen, 25193 Dan 3:3 | inwijding van het beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had 25194 Dan 3:5 | het gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar heeft 25195 Dan 3:7 | het gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had 25196 Dan 3:8 | Chaldeeuwse mannen, die de Joden openlijk beschuldigden; ~ 25197 Dan 3:12 | Joodse mannen, die gij over de bediening van het landschap 25198 Dan 3:15 | brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden uit mijn 25199 Dan 3:19 | Nebukadnezar vol grimmigheid, en de gedaante zijns aangezichts 25200 Dan 3:20 | 20      En tot de sterkste mannen van kracht, 25201 Dan 3:22 | des konings aandreef, en de oven zeer heet was, zo hebben 25202 Dan 3:22 | zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die mannen, 25203 Dan 3:24 | Toen ontzette zich de koning Nebukadnezar, en 25204 Dan 3:25 | geen verderf aan hen; en de gedaante des vierden is 25205 Dan 3:26 | naderde Nebukadnezar tot de deur van den oven des brandenden 25206 Dan 3:27 | 27      Toen vergaderden de stadhouders, de overheden, 25207 Dan 3:27 | vergaderden de stadhouders, de overheden, en de landvoogden, 25208 Dan 3:27 | stadhouders, de overheden, en de landvoogden, en de raadsheren 25209 Dan 3:27 | overheden, en de landvoogden, en de raadsheren des konings, 25210 Dan 3:27 | veranderd waren, ja, dat de reuk des vuurs daardoor 25211 Dan 3:28 | antwoordde en zeide: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach 25212 Dan 3:30 | 30      Toen maakte de koning Sadrach, Mesach en 25213 Dan 4:1 | 1      De koning Nebukadnezar aan 25214 Dan 4:2 | behaagt mij te verkondigen de tekenen en wonderen, die 25215 Dan 4:2 | tekenen en wonderen, die de allerhoogste God aan mij 25216 Dan 4:5 | droom, die mij vervaarde, en de gedachten, die ik op mijn 25217 Dan 4:5 | die ik op mijn bed had, en de gezichten mijns hoofds beroerden 25218 Dan 4:6 | voor mij zou inbrengen al de wijzen van Babel, opdat 25219 Dan 4:6 | van Babel, opdat zij mij de uitlegging van dien droom 25220 Dan 4:7 | 7      Toen kwamen in de tovenaars, de sterrekijkers, 25221 Dan 4:7 | kwamen in de tovenaars, de sterrekijkers, de Chaldeen 25222 Dan 4:7 | tovenaars, de sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers; 25223 Dan 4:7 | sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers; en ik zeide 25224 Dan 4:8 | mijns gods, in wien ook de geest der heilige goden 25225 Dan 4:9 | tovenaars! dewijl ik weet, dat de geest der heilige goden 25226 Dan 4:9 | heilige goden in u is, zo zeg de gezichten mijns drooms, 25227 Dan 4:10 | 10      De gezichten nu mijns hoofds 25228 Dan 4:11 | 11      De boom werd groot en sterk; 25229 Dan 4:12 | gedierte des velds schaduw, en de vogelen des hemels woonden 25230 Dan 4:13 | 13      Ik zag verder in de gezichten mijns hoofds, 25231 Dan 4:14 | verstrooit zijn vruchten, dat de dieren van onder hem wegzwerven, 25232 Dan 4:14 | hem wegzwerven, en      de vogelen van zijn takken; ~ 25233 Dan 4:15 | stam met zijn wortelen in de aarde, en met een ijzeren 25234 Dan 4:15 | des velds; en laat hem in de dauw des hemels nat gemaakt 25235 Dan 4:17 | woord der heiligen; opdat de levenden bekennen, dat de 25236 Dan 4:17 | de levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij 25237 Dan 4:17 | heerschappij heeft over de koninkrijken      der mensen, 25238 Dan 4:17 | daarover den laagste onder de mensen. ~ 25239 Dan 4:18 | gij nu, Beltsazar! zeg de uitlegging van dien, dewijl 25240 Dan 4:18 | uitlegging van dien, dewijl als de wijzen mijns koninkrijks 25241 Dan 4:18 | wijzen mijns koninkrijks mij de uitlegging niet hebben kunnen      25242 Dan 4:18 | maar gij kunt wel, dewijl de geest der heilige goden 25243 Dan 4:19 | gedachten beroerden hem. De koning antwoordde en zeide: 25244 Dan 4:19 | zeide: Beltsazar! laat u de droom en zijn      uitlegging 25245 Dan 4:19 | antwoordde en zeide: Mijn heer! de droom wedervare uw hateren, 25246 Dan 4:20 | 20      De boom, dien gij gezien hebt, 25247 Dan 4:21 | woonde, en in wiens takken de vogelen des hemels      25248 Dan 4:23 | 23      Dat nu de koning, een wachter, namelijk 25249 Dan 4:23 | met zijn      wortelen in de aarde, en met een ijzeren 25250 Dan 4:23 | tedere gras des velds, en in de dauw des hemels nat gemaakt 25251 Dan 4:24 | 24      Dit is de beduiding, o koning! en 25252 Dan 4:25 | Te weten, men zal u van de mensen verstoten, en met 25253 Dan 4:25 | totdat gij bekent, dat de Allerhoogste heerschappij 25254 Dan 4:25 | heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, 25255 Dan 4:26 | is, dat men den stam met de wortelen van dien boom laten 25256 Dan 4:26 | zult bekend hebben, dat de Hemel heerst. ~ 25257 Dan 4:27 | door genade te bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging 25258 Dan 4:30 | 30      Sprak de koning, en zeide: Is dit 25259 Dan 4:30 | huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en 25260 Dan 4:32 | 32      En men zal u van de mensen verstoten, en uw 25261 Dan 4:32 | verstoten, en uw woning zal bij de beesten des velds zijn; 25262 Dan 4:32 | totdat gij bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken 25263 Dan 4:32 | dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen 25264 Dan 4:33 | Nebukadnezar, want hij werd uit de mensen verstoten, en hij 25265 Dan 4:33 | verstoten, en hij at gras als de ossen, en zijn lichaam werd 25266 Dan 4:35 | 35      En al de inwoners der aarde zijn 25267 Dan 4:35 | met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en er 25268 Dan 4:36 | verstand weder in mij; ook kwam de heerlijkheid mijns koninkrijks, 25269 Dan 5:1 | 1      De koning Belsazar maakte een 25270 Dan 5:2 | had, zeide hij, dat men de gouden en zilveren vaten 25271 Dan 5:2 | weggevoerd had; opdat de koning en zijn geweldigen, 25272 Dan 5:3 | Toen bracht men voor de gouden vaten, die men uit 25273 Dan 5:3 | was, weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, 25274 Dan 5:4 | dronken den wijn, en prezen de gouden, en de zilveren, 25275 Dan 5:4 | en prezen de gouden, en de zilveren, de koperen, de 25276 Dan 5:4 | gouden, en de zilveren, de koperen, de ijzeren, de 25277 Dan 5:4 | de zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de 25278 Dan 5:4 | de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden. ~ 25279 Dan 5:4 | de ijzeren, de houten en de stenen goden. ~ 25280 Dan 5:5 | tegenover den kandelaar, op de kalk van den wand van het 25281 Dan 5:5 | het koninklijk paleis, en de koning zag het      deel 25282 Dan 5:6 | Toen veranderde zich de glans des konings, en zijn 25283 Dan 5:6 | gedachten verschrikten hem; en de banden zijner lendenen werden 25284 Dan 5:7 | 7      Zodat de koning met kracht riep dat 25285 Dan 5:7 | met kracht riep dat men de sterrekijkers, de Chaldeen 25286 Dan 5:7 | dat men de sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers 25287 Dan 5:7 | sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers inbrengen zou; 25288 Dan 5:7 | waarzeggers inbrengen zou; en de koning antwoordde en zeide 25289 Dan 5:7 | antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man,      25290 Dan 5:7 | om zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit      25291 Dan 5:8 | 8      Toen kwamen al de wijzen des konings in; maar 25292 Dan 5:9 | 9      Toen verschrikte de koning Belsazar zeer, en 25293 Dan 5:10 | zijner geweldigen, ging de koningin in het huis des 25294 Dan 5:10 | het huis des maaltijds. De koningin sprak en zeide: 25295 Dan 5:11 | in uw koninkrijk, in wien de geest der heilige goden 25296 Dan 5:11 | heilige goden is, want in de dagen uws vaders is bij 25297 Dan 5:11 | verstand, en wijsheid, gelijk de wijsheid der      goden 25298 Dan 5:11 | goden is; daarom stelde hem de koning Nebukadnezar, uw 25299 Dan 5:12 | hem, in Daniel, dien de koning den naam van Beltsazar 25300 Dan 5:12 | geroepen worden, die zal de uitlegging te kennen geven. ~ 25301 Dan 5:13 | voor den koning ingebracht. De koning antwoordde en zeide 25302 Dan 5:13 | gij die Daniel, een uit de gevankelijk weggevoerden 25303 Dan 5:13 | weggevoerden van Juda, die de koning, mijn      vader, 25304 Dan 5:14 | toch van u gehoord, dat de geest der goden in u is, 25305 Dan 5:15 | zijn voor mij ingebracht de wijzen en de sterrekijkers, 25306 Dan 5:15 | ingebracht de wijzen en de sterrekijkers, om dit schrift 25307 Dan 5:15 | te maken; maar zij kunnen de uitlegging dezer woorden 25308 Dan 5:16 | om uw hals, en gij zult de derde heerser in dit koninkrijk 25309 Dan 5:17 | voor den koning lezen, en de      uitlegging zal ik hem 25310 Dan 5:18 | Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft uw 25311 Dan 5:19 | 19      En vanwege de grootheid, die Hij hem gegeven 25312 Dan 5:20 | koninkrijks afgestoten, en men nam de eer van hem weg. ~ 25313 Dan 5:21 | 21      En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, 25314 Dan 5:21 | en zijn woning was bij de woudezelen; men gaf hem 25315 Dan 5:21 | totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is 25316 Dan 5:21 | Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, 25317 Dan 5:23 | des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor 25318 Dan 5:23 | uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, 25319 Dan 5:26 | 26      Dit is de uitlegging dezer woorden: 25320 Dan 5:29 | overluid van hem, dat hij de derde heerser in dat koninkrijk 25321 Dan 6:1 | 1      Darius, de Meder nu, ontving het koninkrijk, 25322 Dan 6:3 | vorsten, van dewelke Daniel de eerste zou zijn, denwelken 25323 Dan 6:3 | rekenschap geven, opdat de koning geen schade leed. ~ 25324 Dan 6:4 | voortreffelijke geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen 25325 Dan 6:5 | 5      Toen zochten de vorsten en de stadhouders 25326 Dan 6:5 | Toen zochten de vorsten en de stadhouders gelegenheid 25327 Dan 6:7 | Zo kwamen deze vorsten en de stadhouders met hopen tot 25328 Dan 6:8 | 8      Al de vorsten des rijks, de overheden 25329 Dan 6:8 | Al de vorsten des rijks, de overheden en stadhouders, 25330 Dan 6:8 | overheden en stadhouders, de raadsheren en landvoogden 25331 Dan 6:9 | niet veranderd worde, naar de wet der Meden en der Perzen, 25332 Dan 6:10 | 10      Daarom tekende de koning Darius dat schrift 25333 Dan 6:13 | leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: 25334 Dan 6:13 | is een vaste rede, naar de wet der Meden en      Perzen, 25335 Dan 6:14 | koning: Daniel, een van de gevankelijk weggevoerden 25336 Dan 6:15 | 15      Toen de koning deze rede hoorde, 25337 Dan 6:16 | noch ordonnantie, die      de koning verordend heeft, 25338 Dan 6:17 | 17      Toen beval de koning, en zij brachten 25339 Dan 6:17 | den kuil der leeuwen; en de koning antwoordde en zeide 25340 Dan 6:18 | mond des kuils gelegd: en de koning verzegelde denzelven 25341 Dan 6:18 | zijner geweldigen, opdat de wil aangaande      Daniel 25342 Dan 6:19 | 19      Toen ging de koning naar zijn paleis, 25343 Dan 6:20 | 20      Toen stond de koning in den vroegen morgenstond 25344 Dan 6:21 | Daniel met een droeve stem; de koning antwoordde en zeide 25345 Dan 6:21 | geduriglijk eert, u van de leeuwen kunnen verlossen? ~ 25346 Dan 6:24 | 24      Toen werd de koning bij zichzelven zeer 25347 Dan 6:25 | 25      Toen beval de koning, en zij brachten 25348 Dan 6:25 | den grond des kuils, of de leeuwen heersten over hen, 25349 Dan 6:26 | 26      Toen schreef de koning Darius aan alle volken, 25350 Dan 6:26 | natien en tongen, die op de ganse aarde woonden: Uw 25351 Dan 6:27 | bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij mijns 25352 Dan 6:27 | van Daniel; want Hij is de levende God, en      bestendig 25353 Dan 6:28 | wonderen in den hemel en op de aarde; Die heeft Daniel 25354 Dan 7:1 | dien droom, en hij zeide de hoofdsom der      zaken. ~ 25355 Dan 7:2 | gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden des hemels braken 25356 Dan 7:2 | des hemels braken voort op de grote zee. ~ 25357 Dan 7:3 | vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere 25358 Dan 7:4 | uitgeplukt waren, en het werd van de aarde opgeheven, en op de 25359 Dan 7:4 | de aarde opgeheven, en op de voeten gesteld, als      25360 Dan 7:5 | beer, en stelde zich aan de ene zijde, en het had drie 25361 Dan 7:6 | hoofden, en aan hetzelve werd de      heerschappij gegeven. ~ 25362 Dan 7:7 | 7      Daarna zag ik in de nachtgezichten, en ziet, 25363 Dan 7:7 | het was verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve 25364 Dan 7:8 | 8      Ik nam acht op de hoornen, en ziet, een andere 25365 Dan 7:8 | tussen dezelve, en drie uit de vorige hoornen werden uitgerukt 25366 Dan 7:9 | tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, 25367 Dan 7:9 | Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns 25368 Dan 7:10 | het gericht zette zich, en de      boeken werden geopend. ~ 25369 Dan 7:11 | Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, 25370 Dan 7:12 | 12      Aangaande ook de overige dieren, men nam 25371 Dan 7:13 | 13      Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, 25372 Dan 7:13 | en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens 25373 Dan 7:15 | midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds verschrikten 25374 Dan 7:16 | stonden, en verzocht van hem de zekerheid over dit alles; 25375 Dan 7:16 | zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging dezer zaken te 25376 Dan 7:17 | zijn vier koningen, die uit de aarde opstaan zullen. ~ 25377 Dan 7:18 | 18      Maar de heiligen der hoge plaatsen 25378 Dan 7:19 | Toen wenste ik naar de waarheid van het vierde 25379 Dan 7:19 | hetwelk verscheiden was van al de andere, zeer gruwelijk, 25380 Dan 7:20 | 20      En aangaande de tien hoornen die op zijn 25381 Dan 7:21 | hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die 25382 Dan 7:22 | 22      Totdat de Oude van dagen kwam, en 25383 Dan 7:22 | gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge plaatsen, 25384 Dan 7:22 | der hoge plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam, dat 25385 Dan 7:22 | bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten. ~ 25386 Dan 7:23 | al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het 25387 Dan 7:24 | 24      Belangende nu de tien hoornen: uit dat koninkrijk 25388 Dan 7:24 | zal verscheiden zijn van de vorigen, en het zal drie      25389 Dan 7:25 | Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen 25390 Dan 7:25 | verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, 25391 Dan 7:25 | het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij 25392 Dan 7:27 | 27      Maar het rijk, en de heerschappij, en de grootheid 25393 Dan 7:27 | en de heerschappij, en de grootheid der koninkrijken 25394 Dan 8:3 | twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de andere, 25395 Dan 8:3 | en de een was hoger dan de andere, en de      hoogste 25396 Dan 8:3 | hoger dan de andere, en de      hoogste kwam in het 25397 Dan 8:4 | 4      Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen 25398 Dan 8:4 | Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen 25399 Dan 8:5 | gansen aardbodem, en roerde de aarde niet aan; en die bok 25400 Dan 8:6 | hij kwam tot den ram, die de twee hoornen had, dien ik 25401 Dan 8:6 | en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht. ~ 25402 Dan 8:8 | 8      En de geitenbok maakte zich uitermate 25403 Dan 8:8 | vier aanzienlijke, naar de vier winden      des hemels. ~ 25404 Dan 8:10 | van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, 25405 Dan 8:11 | weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms 25406 Dan 8:12 | gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed 25407 Dan 8:13 | een heilige spreken; en de heilige zeide tot den onbenoemde, 25408 Dan 8:15 | ziet, er stond voor mij als de gedaante eens mans. ~ 25409 Dan 8:20 | 20      De ram met de twee hoornen, 25410 Dan 8:20 | 20      De ram met de twee hoornen, dien gij gezien 25411 Dan 8:20 | dien gij gezien hebt, zijn de koningen der Meden en der 25412 Dan 8:21 | Die harige bok nu, is de koning van Griekenland; 25413 Dan 8:21 | koning van Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen 25414 Dan 8:21 | tussen zijn ogen is, is de eerste koning. ~ 25415 Dan 8:23 | huns koninkrijks, als het de afvalligen op het hoogste 25416 Dan 8:24 | zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het 25417 Dan 8:25 | zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen 25418 Dan 8:26 | morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit 25419 Dan 9:2 | regering, merkte ik, Daniel, in de boeken, dat het getal der 25420 Dan 9:4 | God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien, 25421 Dan 9:6 | naar Uw dienstknechten, de profeten, die in Uw Naam 25422 Dan 9:7 | Bij U, o Heere! is de gerechtigheid, maar bij 25423 Dan 9:7 | gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten, 25424 Dan 9:7 | het is te deze dage; bij de mannen van Juda, en de inwoners 25425 Dan 9:7 | bij de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem, 25426 Dan 9:7 | en die verre zijn, in al de landen, waar Gij ze henengedreven 25427 Dan 9:8 | O Heere! bij ons is de beschaamdheid der aangezichten, 25428 Dan 9:9 | den Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, 25429 Dan 9:10 | onze aangezichten, door de hand van      Zijn knechten, 25430 Dan 9:10 | van      Zijn knechten, de profeten. ~ 25431 Dan 9:11 | eed, die geschreven is in de      wet van Mozes, den 25432 Dan 9:13 | 13      Gelijk als in de wet van Mozes geschreven 25433 Dan 9:14 | 14      Daarom heeft de HEERE over het kwade gewaakt, 25434 Dan 9:14 | over ons gebracht; want de HEERE, onze God, is rechtvaardig 25435 Dan 9:18 | zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd 25436 Dan 9:20 | en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel, 25437 Dan 9:21 | sprak in het gebed, zo kwam de man Gabriel, die ik in het 25438 Dan 9:24 | over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, 25439 Dan 9:24 | overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en 25440 Dan 9:24 | zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, 25441 Dan 9:24 | profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden 25442 Dan 9:25 | en twee en zestig weken; de      straten, en de grachten 25443 Dan 9:25 | weken; de      straten, en de grachten zullen wederom 25444 Dan 9:26 | twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, 25445 Dan 9:26 | hetwelk komen zal, zal de stad en het      heiligdom 25446 Dan 9:27 | versterken een week; en in de helft der week zal hij het 25447 Dan 9:27 | verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk 25448 Dan 10:1 | geopenbaard, en die zaak is de waarheid, doch in een      25449 Dan 10:6 | en Zijn aangezicht gelijk de gedaante des bliksems, en 25450 Dan 10:6 | armen en Zijn voeten gelijk de verf van      gepolijst 25451 Dan 10:6 | gepolijst koper; en de stem Zijner woorden was 25452 Dan 10:6 | Zijner woorden was gelijk de stem ener menigte. ~ 25453 Dan 10:7 | alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, 25454 Dan 10:9 | 9      En ik hoorde de stem Zijner woorden; en 25455 Dan 10:9 | Zijner woorden; en toen ik de stem Zijner woorden hoorde, 25456 Dan 10:10 | bewoog op mijn knieen, en de palmen mijner handen. ~ 25457 Dan 10:11 | zeer gewenste man! merk op de woorden, die Ik tot u spreken 25458 Dan 10:13 | 13      Doch de vorst des koninkrijks van 25459 Dan 10:13 | en ziet, Michael, een van de eerste vorsten, kwam om 25460 Dan 10:13 | aldaar gelaten      bij de koningen van Perzie. ~ 25461 Dan 10:17 | 17      En hoe kan de knecht van dezen mijn Heere 25462 Dan 10:18 | wederom aan Een, als in de gedaante van een mens; en 25463 Dan 10:20 | uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst      van Griekenland 25464 Dan 11:2 | 2      En nu, ik zal u de waarheid te kennen geven; 25465 Dan 11:2 | koningen in Perzie staan, en de vierde zal verrijkt worden 25466 Dan 11:2 | grote rijkdom, meer dan al de anderen; en      nadat hij 25467 Dan 11:4 | zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld 25468 Dan 11:5 | 5      En de koning van het Zuiden, die 25469 Dan 11:6 | elkander bevrienden, en de dochter des konings van 25470 Dan 11:6 | voorwaarden te maken; doch zij zal de macht des arms niet behouden, 25471 Dan 11:7 | 7      Doch uit de spruit van haar wortelen 25472 Dan 11:8 | vaten van zilver en goud, in de gevangenis naar Egypte brengen; 25473 Dan 11:9 | 9      Alzo zal de koning van het Zuiden in 25474 Dan 11:11 | 11      En de koning van het Zuiden zal 25475 Dan 11:13 | 13      Want de koning van het Noorden zal 25476 Dan 11:13 | zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en 25477 Dan 11:13 | oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij 25478 Dan 11:14 | koning van het Zuiden; en de scheurmakers uws volks zullen 25479 Dan 11:15 | 15      En de koning van het Noorden zal 25480 Dan 11:15 | vaste steden innemen; en de armen van het Zuiden zullen 25481 Dan 11:16 | het land des sieraads, en de verderving zal in zijn      25482 Dan 11:17 | aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks 25483 Dan 11:18 | hij zijn aangezicht tot de eilanden keren, en hij zal 25484 Dan 11:19 | zijn aangezicht keren naar de sterkten zijns lands, en 25485 Dan 11:21 | staat staan, denwelken men de koninklijke waardigheid 25486 Dan 11:22 | 22      En de armen der overstroming zullen 25487 Dan 11:22 | verbroken worden, en ook de vorst des verbonds. ~ 25488 Dan 11:23 | 23      En na de vereniging met hem zal hij 25489 Dan 11:24 | stilheid zal hij ook in de vette plaatsen des landschaps 25490 Dan 11:24 | doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner vaderen, niet 25491 Dan 11:24 | uitstrooien, en hij zal tegen de vastigheden zijn gedachten 25492 Dan 11:25 | een grote heirkracht; en de koning van het Zuiden zal 25493 Dan 11:26 | 26      En die de stukken zijner spijze zullen 25494 Dan 11:26 | eten, zullen hem breken, en de heirkracht deszelven zal 25495 Dan 11:29 | het zal niet zijn gelijk de eerste, noch gelijk de laatste 25496 Dan 11:29 | gelijk de eerste, noch gelijk de laatste reize. ~ 25497 Dan 11:30 | wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen verbonds. ~ 25498 Dan 11:31 | heiligdom ontheiligen, en de sterkte, en zij zullen het 25499 Dan 11:33 | 33      En de leraars des volks zullen 25500 Dan 11:35 | 35      En van de leraars zullen er sommigen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License