Book Chapter: Verse

28001 Mark  12:24 |               gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch
28002 Mark  12:24 |               Schriften niet weet, noch de kracht Gods? ~
28003 Mark  12:25 |                     25 Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn,
28004 Mark  12:25 |             zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn. ~
28005 Mark  12:26 |                       26 Doch aangaande de doden, dat zij opgewekt
28006 Mark  12:26 |                 heeft, zeggende: Ik ben de God Abrahams, en de God
28007 Mark  12:26 |                 ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs? ~
28008 Mark  12:26 |           Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs? ~
28009 Mark  12:29 |       antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel,
28010 Mark  12:29 |               geboden is: Hoor, Israel, de Heere, onze God, is een
28011 Mark  12:32 |                                   32 En de schriftgeleerde zeide tot
28012 Mark  12:33 |                 verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht;
28013 Mark  12:33 |           geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief
28014 Mark  12:33 |              zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen. ~
28015 Mark  12:33 |               dan al de brandofferen en de slachtofferen. ~
28016 Mark  12:35 |               in den tempel: Hoe zeggen de Schriftgeleerden, dat de
28017 Mark  12:35 |                de Schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David
28018 Mark  12:36 |              den Heiligen Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tot mijn
28019 Mark  12:37 |                hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde
28020 Mark  12:38 |                 Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden, die daar
28021 Mark  12:38 |            klederen, en gegroet zijn op de markten; ~
28022 Mark  12:39 |                                   39 En de voorgestoelten hebben in
28023 Mark  12:39 |                voorgestoelten hebben in de synagogen, en de vooraanzittingen
28024 Mark  12:39 |              hebben in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden; ~
28025 Mark  12:39 |               en de vooraanzittingen in de maaltijden; ~
28026 Mark  12:40 |                                40 Welke de huizen der weduwen opeten,
28027 Mark  12:41 |                gezeten zijnde tegenover de schatkist, zag, hoe de schare
28028 Mark  12:41 |        tegenover de schatkist, zag, hoe de schare geld wierp in de
28029 Mark  12:41 |                 de schare geld wierp in de schatkist; en vele rijken
28030 Mark  12:43 |                heeft, dan allen, die in de schatkist geworpen hebben. ~
28031 Mark  13:3  |                 op den Olijfberg, tegen de tempel over, vraagden Hem
28032 Mark  13:6  |             Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zullen velen
28033 Mark  13:9  |                 zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in
28034 Mark  13:9  |               raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult geslagen
28035 Mark  13:10 |               gepredikt worden onder al de volken. ~
28036 Mark  13:11 |                 niet, die spreekt, maar de Heilige Geest. ~
28037 Mark  13:12 |                                   12 En de ene broeder zal den anderen
28038 Mark  13:12 |            overleveren tot den dood, en de vader het kind; en de kinderen
28039 Mark  13:12 |                en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan
28040 Mark  13:12 |           kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. ~
28041 Mark  13:14 |                zijn, dat zij vlieden op de bergen. ~
28042 Mark  13:20 |                            20 En indien de Heere de dagen niet verkort
28043 Mark  13:20 |                   20 En indien de Heere de dagen niet verkort had,
28044 Mark  13:20 |            heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort. ~
28045 Mark  13:21 |               zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is
28046 Mark  13:22 |           indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen. ~
28047 Mark  13:24 |                 na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden,
28048 Mark  13:24 |              zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel
28049 Mark  13:25 |                                   25 En de sterren des hemels zulen
28050 Mark  13:25 |                zulen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen
28051 Mark  13:25 |                  en de krachten, die in de hemelen zijn, zullen bewogen
28052 Mark  13:26 |                 mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht
28053 Mark  13:27 |      uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste
28054 Mark  13:28 |                zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo
28055 Mark  13:28 |           uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. ~
28056 Mark  13:29 |               weet, dat het nabij, voor de deur is. ~
28057 Mark  13:31 |                                      31 De hemel en de aarde zullen
28058 Mark  13:31 |                          31 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan;
28059 Mark  13:32 |              die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel
28060 Mark  13:32 |                 noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon,
28061 Mark  13:32 |              die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader. ~
28062 Mark  13:32 |                 zijn, noch de Zoon, dan de Vader. ~
28063 Mark  13:33 |             want gij weet niet, wanneer de tijd is. ~
28064 Mark  13:35 |             want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal,
28065 Mark  14:1  |            broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden
28066 Mark  14:1  |                  En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten,
28067 Mark  14:3  |            nardus, van groten prijs; en de albasten fles gebroken hebbende,
28068 Mark  14:5  |                dezelve had kunnen boven de driehonderd penningen verkocht,
28069 Mark  14:7  |                                  7 Want de armen hebt gij altijd met
28070 Mark  14:9  |                 gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal
28071 Mark  14:10 |                 Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot
28072 Mark  14:10 |                 twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij
28073 Mark  14:13 |            zeide tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens
28074 Mark  14:14 |                tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is de
28075 Mark  14:14 |                De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha
28076 Mark  14:16 |                gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk
28077 Mark  14:17 |              geworden was, kwam Hij met de twaalven. ~
28078 Mark  14:19 |         begonnen bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem
28079 Mark  14:19 |                 te worden, en de een na de ander tot Hem te zeggen:
28080 Mark  14:20 |                 tot hen: Het is een uit de twaalven, die met Mij in
28081 Mark  14:20 |                twaalven, die met Mij in de schotel indoopt. ~
28082 Mark  14:21 |                                      21 De Zoon des mensen gaat wel
28083 Mark  14:21 |              wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden
28084 Mark  14:25 |               niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot
28085 Mark  14:27 |                zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid
28086 Mark  14:30 |               heden in dezen nacht, eer de haan tweemaal gekraaid zal
28087 Mark  14:35 |         voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk
28088 Mark  14:38 |                niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar
28089 Mark  14:41 |                 en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de
28090 Mark  14:41 |                de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd
28091 Mark  14:41 |            mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren. ~
28092 Mark  14:43 |              Judas aan, die een was van de twaalven, en met hem een
28093 Mark  14:43 |                en stokken, gezonden van de overpriesters, en de schriftgeleerden,
28094 Mark  14:43 |                van de overpriesters, en de schriftgeleerden, en de
28095 Mark  14:43 |                 de schriftgeleerden, en de ouderlingen. ~
28096 Mark  14:49 |               maar dit geschiedt, opdat de Schriften vervuld zouden
28097 Mark  14:51 |                over het naakte lijf, en de jongelingen grepen hem. ~
28098 Mark  14:53 |               en bij hem vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen,
28099 Mark  14:53 |                 al de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. ~
28100 Mark  14:53 |    overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. ~
28101 Mark  14:54 |                van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters,
28102 Mark  14:54 |               hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende
28103 Mark  14:55 |                                   55 En de overpriesters, en de gehele
28104 Mark  14:55 |                 En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis
28105 Mark  14:56 |                 valselijk tegen Hem, en de getuigenissen waren niet
28106 Mark  14:60 |                                   60 En de hogepriester, in het midden
28107 Mark  14:61 |              niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot
28108 Mark  14:61 |                 zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden
28109 Mark  14:61 |              Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods? ~
28110 Mark  14:62 |               kracht Gods, en komen met de wolken des hemels. ~
28111 Mark  14:63 |                                   63 En de hogepriester, verscheurende
28112 Mark  14:64 |                             64 Gij hebt de gods lastering gehoord;
28113 Mark  14:65 |                te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. ~
28114 Mark  14:66 |                En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de
28115 Mark  14:66 |               de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters; ~
28116 Mark  14:68 |             zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, en de haan kraaide. ~
28117 Mark  14:68 |               buiten in de voorzaal, en de haan kraaide. ~
28118 Mark  14:69 |                                   69 En de dienstmaagd, hem wederom
28119 Mark  14:72 |                                   72 En de haan kraaide de tweede maal;
28120 Mark  14:72 |                   72 En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd
28121 Mark  14:72 |                 tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal
28122 Mark  15:1  |              des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad,
28123 Mark  15:1  |        overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden,
28124 Mark  15:2  |           Pilatus vraagde Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij
28125 Mark  15:3  |                                    3 En de overpriesters beschuldigden
28126 Mark  15:8  |                                    8 En de schare riep uit, en begon
28127 Mark  15:10 |                  10 (Want hij wist, dat de overpriesters Hem door nijd
28128 Mark  15:11 |                                 11 Maar de overpriesters bewogen de
28129 Mark  15:11 |                de overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever
28130 Mark  15:16 |                                   16 En de krijgsknechten leidden Hem
28131 Mark  15:16 |    krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis,
28132 Mark  15:16 |                het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; ~
28133 Mark  15:19 |            bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden Hem. ~
28134 Mark  15:22 |                 En zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk
28135 Mark  15:25 |                           25 En het was de derde ure, en zij kruisigden
28136 Mark  15:26 |               was boven Hem geschreven: De KONING DER JODEN. ~
28137 Mark  15:28 |                                   28 En de Schrift is vervuld geworden,
28138 Mark  15:28 |                daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend. ~
28139 Mark  15:31 |                    31 En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden,
28140 Mark  15:31 |               ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden
28141 Mark  15:32 |                                      32 De Christus, de Koning Israels,
28142 Mark  15:32 |                         32 De Christus, de Koning Israels, kome nu
28143 Mark  15:33 |                               33 En als de zesde ure gekomen was, werd
28144 Mark  15:33 |                 werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende
28145 Mark  15:33 |               over de gehele aarde, tot de negende ure toe. ~
28146 Mark  15:39 |                                   39 En de hoofdman over honderd, die
28147 Mark  15:40 |              Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, den
28148 Mark  15:42 |                was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke
28149 Mark  15:42 |             voorbereiding was, welke is de voorsabbat; ~
28150 Mark  15:46 |                wentelde een steen tegen de deur des grafs. ~
28151 Mark  15:47 |              Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Joses, aanschouwden,
28152 Mark  16:1  |                                1 En als de sabbat voorbijgegaan was,
28153 Mark  16:1  |              Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome
28154 Mark  16:2  |            kwamen zij tot het graf, als de zon opging; ~
28155 Mark  16:3  |               Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen? ~
28156 Mark  16:4  |                 opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want
28157 Mark  16:6  |                  Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd
28158 Mark  16:13 |        heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden
28159 Mark  16:14 |           Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten,
28160 Mark  16:15 |             zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het
28161 Mark  16:18 |          schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen
28162 Mark  16:19 |                                      19 De Heere dan, nadat Hij tot
28163 Mark  16:19 |                hemel, en is gezeten aan de rechter hand Gods. ~
28164 Mark  16:20 |            zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde
28165 Luk   1:1   |                 stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen
28166 Luk   1:4   |                4 Opdat gij moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan
28167 Luk   1:5   |                                    5 In de dagen van Herodes, den koning
28168 Luk   1:5   |                 met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn
28169 Luk   1:5   |             Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aaron, en
28170 Luk   1:6   |              voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren,
28171 Luk   1:8   |      priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde. ~
28172 Luk   1:9   |                                  9 Naar de gewoonte der priesterlijke
28173 Luk   1:10  |                                10 En al de menigte des volks was buiten,
28174 Luk   1:13  |                                 13 Maar de engel zeide tot hem: Vrees
28175 Luk   1:17  |               heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te
28176 Luk   1:17  |                van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de
28177 Luk   1:17  |               de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen
28178 Luk   1:17  |             vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid
28179 Luk   1:17  |                 en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen,
28180 Luk   1:19  |                                   19 En de engel antwoordde en zeide
28181 Luk   1:23  |               23 En het geschiedde, als de dagen zijner bediening vervuld
28182 Luk   1:25  |                       25 Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen,
28183 Luk   1:25  |                 mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij mij
28184 Luk   1:25  |                 mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen. ~
28185 Luk   1:26  |                                26 En in de zesde maand werd de engel
28186 Luk   1:26  |               En in de zesde maand werd de engel Gabriel van God gezonden
28187 Luk   1:27  |                uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. ~
28188 Luk   1:28  |                                   28 En de engel tot haar ingekomen
28189 Luk   1:28  |               gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt
28190 Luk   1:28  |                 gij zijt gezegend onder de vrouwen. ~
28191 Luk   1:30  |                                   30 En de engel zeide tot haar: Vrees
28192 Luk   1:32  |                 Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd
28193 Luk   1:32  |                 genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon
28194 Luk   1:35  |                                   35 En de engel, antwoordende, zeide
28195 Luk   1:35  |           antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u
28196 Luk   1:35  |              Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten
28197 Luk   1:36  |               onvruchtbaar genaamd was, de zesde. ~
28198 Luk   1:38  |                 38 En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren;
28199 Luk   1:38  |             geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar. ~
28200 Luk   1:41  |                geschiedde, als Elizabet de groetenis van Maria hoorde,
28201 Luk   1:42  |                 Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is
28202 Luk   1:42  |                 vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks! ~
28203 Luk   1:43  |              van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot
28204 Luk   1:44  |                        44 Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn
28205 Luk   1:45  |                 die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den
28206 Luk   1:48  |                            48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd
28207 Luk   1:48  |             zullen mij zalig spreken al de geslachten. ~
28208 Luk   1:51  |               arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten
28209 Luk   1:51  |           verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. ~
28210 Luk   1:52  |                 Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen
28211 Luk   1:57  |                                   57 En de tijd van Elizabet werd vervuld,
28212 Luk   1:58  |                 haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid
28213 Luk   1:66  |             toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was met
28214 Luk   1:68  |                          68 Geloofd zij de Heere, de God Israels, want
28215 Luk   1:68  |                68 Geloofd zij de Heere, de God Israels, want Hij heeft
28216 Luk   1:71  |               van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons
28217 Luk   1:74  |                 wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem
28218 Luk   1:75  |              gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens. ~
28219 Luk   1:78  |                                 78 Door de innerlijke bewegingen der
28220 Luk   1:78  |                 welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; ~
28221 Luk   1:78  |             bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; ~
28222 Luk   1:80  |                 in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag
28223 Luk   2:1   |                den Keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven
28224 Luk   2:4   |                 ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea,
28225 Luk   2:4   |               Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem
28226 Luk   2:6   |                 als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat
28227 Luk   2:7   |           doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden
28228 Luk   2:7   |            henlieden geen plaats was in de herberg. ~
28229 Luk   2:8   |                 in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. ~
28230 Luk   2:9   |                Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren
28231 Luk   2:10  |                                   10 En de engel zeide tot hen: Vreest
28232 Luk   2:11  |         Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus,
28233 Luk   2:11  |          Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. ~
28234 Luk   2:11  |               is Christus, de Heere, in de stad Davids. ~
28235 Luk   2:12  |                gewonden, en liggende in de kribbe. ~
28236 Luk   2:14  |                       14 Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede
28237 Luk   2:14  |          hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. ~
28238 Luk   2:15  |               15 En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren
28239 Luk   2:15  |               hen weggevaren waren naar de hemel, dat de herders tot
28240 Luk   2:15  |                waren naar de hemel, dat de herders tot elkander zeiden:
28241 Luk   2:15  |                 er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. ~
28242 Luk   2:16  |                het Kindeken liggende in de kribbe. ~
28243 Luk   2:18  |             hetgeen hun gezegd werd van de herders. ~
28244 Luk   2:20  |                                   20 En de herders keerde wederom,
28245 Luk   2:22  |                               22 En als de dagen harer reiniging vervuld
28246 Luk   2:22  |           reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten
28247 Luk   2:23  |                 Gelijk geschreven is in de wet des Heeren: Al wat mannelijk
28248 Luk   2:23  |                Al wat mannelijk is, dat de moeder opent, zal den Heere
28249 Luk   2:24  |        offerande gaven, naar hetgeen in de wet des Heeren gezegd is,
28250 Luk   2:25  |               godvrezende; verwachtende de vertroosting Israels, en
28251 Luk   2:25  |                vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem. ~
28252 Luk   2:27  |             Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus
28253 Luk   2:27  |               Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem
28254 Luk   2:31  |              voor het aangezicht van al de volken; ~
28255 Luk   2:35  |               uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten uit vele harten
28256 Luk   2:38  |            sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem
28257 Luk   2:39  |             voleindigd hadden, wat naar de wet des Heeren te doen was,
28258 Luk   2:40  |                vervuld met wijsheid; en de genade Gods was over Hem. ~
28259 Luk   2:42  |          Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag; ~
28260 Luk   2:43  |                                   43 En de dagen aldaar voleindigd
28261 Luk   2:44  |          dagreize, en zochten Hem onder de magen, en onder de bekenden. ~
28262 Luk   2:44  |                onder de magen, en onder de bekenden. ~
28263 Luk   2:49  |               niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? ~
28264 Luk   2:52  |                 en in genade bij God en de mensen. ~  ~
28265 Luk   3:2   |                                 2 Onder de hogepriesters Annas en Kajafas,
28266 Luk   3:2   |              den zoon van Zacharias, in de woestijn. ~
28267 Luk   3:4   |                  den profeet, zeggende: De stem des roependen in de
28268 Luk   3:4   |                De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg
28269 Luk   3:5   |                zal vernederd worden, en de kromme wegen zullen tot
28270 Luk   3:5   |              een rechten weg worden, en de oneffen tot effen wegen. ~
28271 Luk   3:6   |                     6 En alle vlees zal de zaligheid Gods zien. ~
28272 Luk   3:7   |                     7 Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen,
28273 Luk   3:9   |                                    9 En de bijl ligt ook alrede aan
28274 Luk   3:10  |                                   10 En de scharen vraagden hem, zeggende:
28275 Luk   3:14  |                  14 En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende:
28276 Luk   3:15  |          Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware; ~
28277 Luk   3:17  |              dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur
28278 Luk   3:19  |                    19 Maar als Herodes, de viervorst van hem bestraft
28279 Luk   3:19  |                 werd, om Herodias' wil, de vrouw van Filippus, zijn
28280 Luk   3:20  |          toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis gesloten heeft. ~
28281 Luk   3:21  |                gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd; ~
28282 Luk   3:22  |                               22 En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde,
28283 Luk   3:23  |                zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den zoon
28284 Luk   4:1   |             Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den
28285 Luk   4:1   |                door den Geest geleid in de woestijn; ~
28286 Luk   4:3   |                                    3 En de duivel zeide tot Hem: Indien
28287 Luk   4:4   |         zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet
28288 Luk   4:5   |                            5 En als Hem de duivel geleid had op een
28289 Luk   4:5   |                 berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld,
28290 Luk   4:6   |                                    6 En de duivel zeide tot Hem: Ik
28291 Luk   4:6   |                 zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken
28292 Luk   4:9   |             Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide
28293 Luk   4:9   |               zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp Uzelven
28294 Luk   4:11  |                      11 En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat
28295 Luk   4:13  |                               13 En als de duivel alle verzoeking voleindigd
28296 Luk   4:14  |              Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar
28297 Luk   4:16  |               op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om
28298 Luk   4:17  |                opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven
28299 Luk   4:18  |                                      18 De Geest des Heeren is op Mij,
28300 Luk   4:19  |                 blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden
28301 Luk   4:20  |     wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge
28302 Luk   4:20  |                 en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. ~
28303 Luk   4:22  |               en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit
28304 Luk   4:22  |                 en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? ~
28305 Luk   4:25  |               vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de
28306 Luk   4:25  |                de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes
28307 Luk   4:27  |             werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier. ~
28308 Luk   4:28  |               28 En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld,
28309 Luk   4:29  |             wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op
28310 Luk   4:29  |                 gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. ~
28311 Luk   4:31  |               Galilea, en leerde hen op de sabbatdagen. ~
28312 Luk   4:33  |                                33 En in de synagoge was een mens, hebbende
28313 Luk   4:34  |                  wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. ~
28314 Luk   4:35  |             stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden
28315 Luk   4:38  |             Jezus, opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis
28316 Luk   4:39  |               boven haar, bestrafte Hij de koorts, en de koorts verliet
28317 Luk   4:39  |             bestrafte Hij de koorts, en de koorts verliet haar; en
28318 Luk   4:40  |                               40 En als de zon onderging, brachten
28319 Luk   4:40  |              legde een iegelijk van hen de handen op, en genas dezelve. ~
28320 Luk   4:41  |          roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods!
28321 Luk   4:41  |         zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En hen bestraffende,
28322 Luk   4:41  |               omdat zij wisten, dat Hij de Christus was. ~
28323 Luk   4:42  |              naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en
28324 Luk   4:44  |                   44 En Hij predikte in de synagogen van Galilea. ~  ~  ~  ~ ~
28325 Luk   5:1   |                1 En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong,
28326 Luk   5:2   |               van het meer liggende, en de vissers waren daaruit gegaan,
28327 Luk   5:2   |             daaruit gegaan, en spoelden de netten. ~
28328 Luk   5:3   |               nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip. ~
28329 Luk   5:4   |                tot Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten
28330 Luk   5:7   |                 kwamen, en vulden beide de schepen, zodat zij bijna
28331 Luk   5:8   |              dat ziende, viel neder aan de knieen van Jezus, zeggende:
28332 Luk   5:9   |                 die met hem waren, over de vangst der vissen, die zij
28333 Luk   5:10  |                ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, die
28334 Luk   5:11  |                           11 En als zij de schepen aan land gestuurd
28335 Luk   5:13  |                              13 En Hij, de hand uitstrekkende, raakte
28336 Luk   5:13  |             gereinigd! En terstond ging de melaatsheid van hem. ~
28337 Luk   5:16  |                  16 Maar Hij vertrok in de woestijnen, en bad aldaar. ~
28338 Luk   5:17  |             Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was er
28339 Luk   5:19  |             inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op
28340 Luk   5:19  |                 dak, en lieten hem door de tichelen neder met het beddeken,
28341 Luk   5:21  |                                   21 En de Schriftgeleerden en de Farizeen
28342 Luk   5:21  |               En de Schriftgeleerden en de Farizeen begonnen te overdenken,
28343 Luk   5:21  |              lastering spreekt? Wie kan de zonden vergeven, dan God
28344 Luk   5:24  |              opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft
28345 Luk   5:24  |               des mensen macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (
28346 Luk   5:24  |                macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide
28347 Luk   5:30  |                 hun Schriftgeleerden en de Farizeen murmureerden tegen
28348 Luk   5:33  |           zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes
28349 Luk   5:33  |                 gebeden, desgelijks ook de discipelen der Farizeen,
28350 Luk   5:33  |           discipelen der Farizeen, maar de Uwe eten en drinken? ~
28351 Luk   5:34  |                 zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl
28352 Luk   5:34  |              bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen
28353 Luk   5:35  |                                 35 Maar de dagen zullen komen, wanneer
28354 Luk   5:35  |             dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen
28355 Luk   5:36  |                 dat nieuwe het oude, en de lap van het nieuwe komt
28356 Luk   5:37  |             leder zakken; anders zo zal de nieuwe wijn de leder zakken
28357 Luk   5:37  |            anders zo zal de nieuwe wijn de leder zakken doen bersten,
28358 Luk   5:37  |                 zakken doen bersten, en de wijn zal uitgestort worden,
28359 Luk   5:37  |               zal uitgestort worden, en de leder zakken zullen verderven. ~
28360 Luk   5:39  |                 nieuwen; want hij zegt: De oude is beter. ~  ~
28361 Luk   6:1   |              aten ze, die wrijvende met de handen. ~
28362 Luk   6:2   |                geoorloofd is te doen op de sabbatten? ~
28363 Luk   6:4   |                 is in het huis Gods, en de toonbroden genomen en gegeten
28364 Luk   6:5   |                 5 En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere
28365 Luk   6:6   |              anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde.
28366 Luk   6:7   |                                    7 En de Schriftgeleerden en de Farizeen
28367 Luk   6:7   |               En de Schriftgeleerden en de Farizeen namen Hem waar,
28368 Luk   6:8   |                 zeide tot den mens, die de dorre hand had: Rijs op,
28369 Luk   6:9   |            vragen: Wat is geoorloofd op de sabbatten, goed te doen,
28370 Luk   6:10  |                 hersteld, gezond gelijk de andere. ~
28371 Luk   6:16  |                 Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is. ~
28372 Luk   6:17  |               vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner discipelen,
28373 Luk   6:19  |                                19 En al de schare zocht Hem aan te
28374 Luk   6:22  |               Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer
28375 Luk   6:26  |                    26 Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken,
28376 Luk   6:29  |                   29 Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de
28377 Luk   6:29  |                de wang slaat, biedt ook de andere; en dengene, die
28378 Luk   6:31  |               En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen zullen, doet
28379 Luk   6:32  |                 dank hebt gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen,
28380 Luk   6:33  |                 dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde. ~
28381 Luk   6:34  |                 dank hebt gij? Want ook de zondaars lenen den zondaren,
28382 Luk   6:35  |                Hij is goedertieren over de ondankbaren en bozen. ~
28383 Luk   6:39  |               Zullen zij niet beiden in de gracht vallen? ~
28384 Luk   6:40  |                                      40 De discipel is niet boven zijn
28385 Luk   6:45  |                                      45 De goede mens brengt het goede
28386 Luk   6:45  |           goeden schat zijns harten; en de kwade mens brengt het kwade
28387 Luk   6:48  |                op een steenrots; als nu de hoge vloed kwam, zo sloeg
28388 Luk   6:48  |               hoge vloed kwam, zo sloeg de waterstroom tegen dat huis
28389 Luk   6:48  |                bewegen; want het was op de steenrots gegrond. ~
28390 Luk   6:49  |                  die een huis bouwde op de aarde zonder fondament;
28391 Luk   6:49  |                fondament; tegen hetwelk de waterstroom aansloeg, en
28392 Luk   6:49  |                en het viel terstond, en de val van datzelve huis was
28393 Luk   7:3   |              hebbende, zond hij tot Hem de ouderlingen der Joden, Hem
28394 Luk   7:5   |                 lief, en heeft zelf ons de synagoge gebouwd. ~
28395 Luk   7:6   |            verre van het huis was, zond de hoofdman over honderd tot
28396 Luk   7:6   |              zeide tot Hem: Heere, neem de moeite niet; want ik ben
28397 Luk   7:8   |                 ben ook een mens, onder de macht van anderen gesteld,
28398 Luk   7:9   |               Zich omkerende, zeide tot de schare, die Hem volgde:
28399 Luk   7:12  |                           12 En als Hij de poort der stad genaakte,
28400 Luk   7:12  |                 en een grote schare van de stad was met haar. ~
28401 Luk   7:13  |                                   13 En de Heere, haar ziende, werd
28402 Luk   7:14  |                 Hij ging toe, en raakte de baar aan; (de dragers nu
28403 Luk   7:14  |                 en raakte de baar aan; (de dragers nu stonden stil)
28404 Luk   7:15  |                                   15 En de dode zat overeind, en begon
28405 Luk   7:18  |                                   18 En de discipelen van Johannes
28406 Luk   7:20  |                               20 En als de mannen tot Hem gekomen waren,
28407 Luk   7:20  |             waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U afgezonden,
28408 Luk   7:22  |               boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en
28409 Luk   7:22  |              gehoord hebt, namelijk dat de blinden ziende worden, de
28410 Luk   7:22  |               de blinden ziende worden, de kreupelen wandelen, de melaatsen
28411 Luk   7:22  |                  de kreupelen wandelen, de melaatsen gereinigd worden,
28412 Luk   7:22  |             melaatsen gereinigd worden, de doven horen, de doden opgewekt
28413 Luk   7:22  |                 worden, de doven horen, de doden opgewekt worden, den
28414 Luk   7:24  |                               24 Als nu de boden van Johannes weggegaan
28415 Luk   7:24  |          weggegaan waren, begon Hij tot de scharen van Johannes te
28416 Luk   7:24  |               Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen?
28417 Luk   7:25  |               wellust zijn, die zijn in de koninklijke hoven. ~
28418 Luk   7:28  |           meerder profeet, dan Johannes de Doper; maar de minste in
28419 Luk   7:28  |                 Johannes de Doper; maar de minste in het Koninkrijk
28420 Luk   7:29  |               het volk, Hem horende, en de tollenaars, die met den
28421 Luk   7:30  |                                 30 Maar de Farizeen en de wetgeleerden
28422 Luk   7:30  |                  30 Maar de Farizeen en de wetgeleerden hebben den
28423 Luk   7:31  |                                   31 En de Heere zeide: Bij wien zal
28424 Luk   7:31  |              zeide: Bij wien zal Ik dan de mensen van dit geslacht
28425 Luk   7:32  |                  32 Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt
28426 Luk   7:32  |                 aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander
28427 Luk   7:32  |                 zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt
28428 Luk   7:33  |                        33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch brood
28429 Luk   7:34  |                                      34 De Zoon des mensen is gekomen,
28430 Luk   7:35  |                                 35 Doch de wijsheid is gerechtvaardigd
28431 Luk   7:37  |                37 En ziet, een vrouw in de stad, welke een zondares
28432 Luk   7:38  |                voeten, en zalfde ze met de zalf. ~
28433 Luk   7:39  |                                   39 En de Farizeer, die Hem genood
28434 Luk   7:41  |       schuldheer had twee schuldenaars; de een was schuldig vijfhonderd
28435 Luk   7:41  |               vijfhonderd penningen, en de andere vijftig; ~
28436 Luk   7:44  |                Hij, Zich omkerende naar de vrouw, zeide tot Simon:
28437 Luk   7:49  |        zichzelven: Wie is Deze, Die ook de zonden vergeeft? ~
28438 Luk   7:50  |                   50 Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u
28439 Luk   8:1   |              daarna, dat Hij reisde van de ene stad en vlek tot de
28440 Luk   8:1   |                 de ene stad en vlek tot de andere, predikende en verkondigende
28441 Luk   8:1   |                 het Koninkrijk Gods; en de twaalven waren met Hem; ~
28442 Luk   8:3   |                           3 En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den
28443 Luk   8:5   |              weg, en werd vertreden, en de vogelen des hemels aten
28444 Luk   8:7   |           andere viel in het midden van de doornen, en de doornen mede
28445 Luk   8:7   |               midden van de doornen, en de doornen mede opwassende,
28446 Luk   8:8   |                 8 En het andere viel op de goede aarde, en opgewassen
28447 Luk   8:10  |                zeide: U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk
28448 Luk   8:10  |              Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen,
28449 Luk   8:11  |                            11 Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is
28450 Luk   8:12  |                  die horen; daarna komt de duivel, en neemt het Woord
28451 Luk   8:13  |                            13 En die op de steenrots bezaaid worden,
28452 Luk   8:14  |                            14 En dat in de doornen valt, zijn dezen,
28453 Luk   8:14  |         heengaande verstikt worden door de zorgvuldigheden, en rijkdom,
28454 Luk   8:15  |                            15 En dat in de goede aarde valt, zijn dezen,
28455 Luk   8:19  |                 Hem niet komen, vanwege de schare. ~
28456 Luk   8:22  |                  Laat ons overvaren aan de andere zijde van het meer.
28457 Luk   8:24  |           zijnde, bestrafte den wind en de watergolven, en zij hielden
28458 Luk   8:25  |               is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt,
28459 Luk   8:27  |         ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen
28460 Luk   8:27  |             bleef in geen huis, maar in de graven. ~
28461 Luk   8:29  |                 te zijn; en hij verbrak de banden, en werd van den
28462 Luk   8:29  |              van den duivel gedreven in de woestijnen. ~
28463 Luk   8:33  |                                   33 En de duivelen, uitvarende van
28464 Luk   8:33  |                 van den mens, voeren in de zwijnen; en de kudde stortte
28465 Luk   8:33  |                voeren in de zwijnen; en de kudde stortte van de steilte
28466 Luk   8:33  |                 en de kudde stortte van de steilte af in het meer;
28467 Luk   8:34  |          heengaande boodschapten het in de stad, en op het land. ~
28468 Luk   8:35  |             vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren,
28469 Luk   8:35  |           uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed
28470 Luk   8:36  |             hadden, verhaalden hun, hoe de bezetene was verlost geworden. ~
28471 Luk   8:37  |                                   37 En de gehele menigte van het omliggende
28472 Luk   8:38  |                                   38 En de man, van welken de duivelen
28473 Luk   8:38  |                38 En de man, van welken de duivelen uitgevaren waren,
28474 Luk   8:39  |            heeft. En hij ging heen door de gehele stad, verkondigende,
28475 Luk   8:40  |              Jezus wederkeerde, dat Hem de schare ontving; want zij
28476 Luk   8:41  |               synagoge; en hij viel aan de voeten van Jezus, en bad
28477 Luk   8:42  |             heenging, zo verdrongen Hem de scharen.
28478 Luk   8:44  |                aan; en terstond stelpte de vloed haars bloeds. ~
28479 Luk   8:45  |                 met hem waren: Meester, de scharen drukken en verdringen
28480 Luk   8:47  |                                      47 De vrouw nu, ziende, dat zij
28481 Luk   8:51  |               Johannes, en den vader en de moeder des kinds. ~
28482 Luk   9:1   |                 kracht en macht over al de duivelen, en om ziekten
28483 Luk   9:2   |                 het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken. ~
28484 Luk   9:6   |                uitgaande, doorgingen al de vlekken, verkondigende het
28485 Luk   9:6   |                 Evangelie, en genezende de zieken overal. ~
28486 Luk   9:7   |                           7 En Herodes, de viervorst, hoorde al de
28487 Luk   9:7   |                 de viervorst, hoorde al de dingen, die van Hem geschiedden;
28488 Luk   9:7   |           gezegd werd, dat Johannes van de doden was opgestaan; ~
28489 Luk   9:8   |            anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan. ~
28490 Luk   9:10  |                                   10 En de apostelen, wedergekeerd
28491 Luk   9:11  |                                   11 En de scharen, dat verstaande,
28492 Luk   9:12  |                                   12 En de dag begon te dalen; en de
28493 Luk   9:12  |               de dag begon te dalen; en de twaalven, tot Hem komende,
28494 Luk   9:12  |           komende, zeiden tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij,
28495 Luk   9:12  |                opdat zij, heengaande in de omliggende vlekken en in
28496 Luk   9:12  |                omliggende vlekken en in de dorpen, herberg nemen mogen,
28497 Luk   9:16  |                              16 En Hij, de vijf broden en de twee vissen
28498 Luk   9:16  |               En Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende,
28499 Luk   9:17  |              opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten was,
28500 Luk   9:18  |                alleen was biddende, dat de discipelen met Hem waren,