Book Chapter: Verse

31501 Gal   5:4   |                ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt
31502 Gal   5:4   |               wilt worden; gij zijt van de genade vervallen. ~
31503 Gal   5:5   |              den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. ~
31504 Gal   5:6   |         voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende. ~
31505 Gal   5:11  |                 broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom
31506 Gal   5:11  |                 nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd. ~
31507 Gal   5:13  |           broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak
31508 Gal   5:13  |                maar dient elkander door de liefde. ~
31509 Gal   5:14  |                                 14 Want de gehele wet wordt in een
31510 Gal   5:16  |             door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses
31511 Gal   5:17  |             begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en
31512 Gal   5:18  |                  zo zijt gij niet onder de wet. ~
31513 Gal   5:19  |                                      19 De werken des vleses nu zijn
31514 Gal   5:22  |                                 22 Maar de vrucht des Geestes is liefde,
31515 Gal   5:23  |                                23 Tegen de zodanigen is de wet niet. ~
31516 Gal   5:23  |                23 Tegen de zodanigen is de wet niet. ~
31517 Gal   5:24  |           hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden. ~
31518 Gal   6:2   |                 lasten, en vervult alzo de wet van Christus. ~
31519 Gal   6:7   |             niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij
31520 Gal   6:10  |               aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs. ~
31521 Gal   6:13  |                 besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen,
31522 Gal   6:14  |             Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is,
31523 Gal   6:17  |               moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere
31524 Gal   6:18  |                                      18 De genade van onzen Heere Jezus
31525 Efez   1:1  |               door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn,
31526 Efez   1:3  |                          3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere
31527 Efez   1:4  |          uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld,
31528 Efez   1:4  |          onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; ~
31529 Efez   1:7  |                  7 In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed,
31530 Efez   1:7  |               door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden,
31531 Efez   1:9  |                 bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil,
31532 Efez   1:10 |                                10 Om in de bedeling van de volheid
31533 Efez   1:10 |                10 Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom
31534 Efez   1:10 |                 den hemel is, en dat op de aarde is; ~
31535 Efez   1:14 |                is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot
31536 Efez   1:15 |               Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, ~
31537 Efez   1:15 |                 is, en de liefde tot al de heiligen, ~
31538 Efez   1:17 |                                17 Opdat de God van onzen Heere Jezus
31539 Efez   1:17 |             onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid,
31540 Efez   1:18 |              gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en
31541 Efez   1:18 |              van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid
31542 Efez   1:18 |        heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; ~
31543 Efez   1:19 |                             19 En welke de uitnemende grootheid Zijner
31544 Efez   1:19 |              aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner
31545 Efez   1:20 |               Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en
31546 Efez   1:21 |                deze wereld, maar ook in de toekomende; ~
31547 Efez   1:23 |               Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die
31548 Efez   2:1  |                daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; ~
31549 Efez   2:1  |               waart door de misdaden en de zonden; ~
31550 Efez   2:2  |           eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar
31551 Efez   2:2  |            wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den
31552 Efez   2:2  |              den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; ~
31553 Efez   2:3  |             eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses,
31554 Efez   2:3  |         kinderen des toorns, gelijk ook de anderen; ~
31555 Efez   2:5  |                toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend
31556 Efez   2:7  |                Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden
31557 Efez   2:7  |             rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons
31558 Efez   2:9  |                              9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme. ~
31559 Efez   2:12 |           Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen
31560 Efez   2:12 |              hebbende, en zonder God in de wereld. ~
31561 Efez   2:15 |                            15 Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees
31562 Efez   2:15 |               te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen
31563 Efez   2:16 |               verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve
31564 Efez   2:20 |               waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; ~
31565 Efez   3:1  |              deze oorzaak ben ik Paulus de gevangene van Christus Jezus,
31566 Efez   3:2  |               gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods,
31567 Efez   3:6  |                          6 Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen,
31568 Efez   3:7  |              dienaar geworden ben, naar de gave der genade Gods, die
31569 Efez   3:7  |                die mij gegeven is, naar de werking Zijner kracht. ~
31570 Efez   3:8  |                  den allerminste van al de heiligen, is deze genade
31571 Efez   3:8  |                genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie
31572 Efez   3:9  |               zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid
31573 Efez   3:10 |                       10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt
31574 Efez   3:10 |                bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten
31575 Efez   3:10 |               worde aan de overheden en de machten in den hemel de
31576 Efez   3:10 |                 de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods; ~
31577 Efez   3:12 |                 In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang
31578 Efez   3:15 |               Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd
31579 Efez   3:15 |            geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, ~
31580 Efez   3:17 |               uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond
31581 Efez   3:18 |                 kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte,
31582 Efez   3:18 |               met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte,
31583 Efez   3:19 |                          19 En bekennen de liefde van Christus, die
31584 Efez   3:19 |                liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat
31585 Efez   3:19 |                gij vervuld wordt tot al de volheid Gods. ~
31586 Efez   3:20 |              wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, ~
31587 Efez   3:21 |                     21 Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de Gemeente,
31588 Efez   3:21 |                  zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus
31589 Efez   4:1  |                  1 Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere,
31590 Efez   4:3  |              benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door
31591 Efez   4:7  |              Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de
31592 Efez   4:7  |                 de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus. ~
31593 Efez   4:8  |                 Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis
31594 Efez   4:8  |                 in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen,
31595 Efez   4:9  |                eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde? ~
31596 Efez   4:10 |             opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle
31597 Efez   4:12 |                                  12 Tot de volmaking der heiligen,
31598 Efez   4:13 |              wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en
31599 Efez   4:13 |               tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der
31600 Efez   4:13 |           volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van
31601 Efez   4:14 |           kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd
31602 Efez   4:14 |               allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen,
31603 Efez   4:15 |                                 15 Maar de waarheid betrachtende in
31604 Efez   4:16 |         voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk
31605 Efez   4:16 |                zijns zelfs opbouwing in de liefde. ~
31606 Efez   4:17 |                meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen
31607 Efez   4:17 |             andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds. ~
31608 Efez   4:18 |                van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen
31609 Efez   4:18 |       onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten; ~
31610 Efez   4:21 |                Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is; ~
31611 Efez   4:22 |               zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden
31612 Efez   4:22 |                die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding; ~
31613 Efez   4:25 |                       25 Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid,
31614 Efez   4:25 |                af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met
31615 Efez   4:26 |               toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw
31616 Efez   4:28 |                werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe
31617 Efez   5:2  |                         2 En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook
31618 Efez   5:6  |                want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen
31619 Efez   5:6  |                 komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. ~
31620 Efez   5:9  |                                 9 (Want de vrucht des Geestes is in
31621 Efez   5:11 |               hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der
31622 Efez   5:14 |                 slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over
31623 Efez   5:16 |                 tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn. ~
31624 Efez   5:17 |      onverstandig, maar verstaat, welke de wil des Heeren zij. ~
31625 Efez   5:21 |           Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods. ~
31626 Efez   5:23 |                                 23 Want de man is het hoofd der vrouw,
31627 Efez   5:23 |              der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. ~
31628 Efez   5:24 |                       24 Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig
31629 Efez   5:24 |                 onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen
31630 Efez   5:25 |               lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft,
31631 Efez   5:28 |                            28 Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen
31632 Efez   5:29 |        onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente. ~
31633 Efez   5:29 |               gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente. ~
31634 Efez   5:32 |                ziende op Christus en op de Gemeente. ~
31635 Efez   5:33 |                 lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man
31636 Efez   6:3  |                en dat gij lang leeft op de aarde. ~
31637 Efez   6:4  |             toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des
31638 Efez   6:7  |       goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; ~
31639 Efez   6:9  |            hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet,
31640 Efez   6:9  |               dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat geen
31641 Efez   6:10 |            krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. ~
31642 Efez   6:11 |                             11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods,
31643 Efez   6:11 |              opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des
31644 Efez   6:12 |              vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten,
31645 Efez   6:12 |               tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers
31646 Efez   6:12 |                 tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld,
31647 Efez   6:12 |            duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in
31648 Efez   6:12 |                geestelijke boosheden in de lucht. ~
31649 Efez   6:13 |                     13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods,
31650 Efez   6:14 |              lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende
31651 Efez   6:15 |                                   15 En de voeten geschoeid hebbende
31652 Efez   6:16 |             geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen
31653 Efez   6:18 |          gedurigheid en smeking voor al de heiligen; ~
31654 Efez   6:19 |              het Woord gegeven worde in de opening mijns monds met
31655 Efez   6:19 |            monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie
31656 Efez   6:21 |               dat alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe
31657 Efez   6:24 |                                      24 De genade zij met al degenen,
31658 Fili   1:1  |                die te Filippi zijn, met de opzieners en diakenen: ~
31659 Fili   1:10 |                   10 Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen,
31660 Fili   1:29 |                is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet
31661 Fili   2:3  |                door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender
31662 Fili   2:6  |                                6 Die in de gestaltenis Gods zijnde,
31663 Fili   2:7  |            heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts
31664 Fili   2:10 |                             10 Opdat in de Naam van Jezus zich zou
31665 Fili   2:10 |                 in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde
31666 Fili   2:10 |               op de aarde, en die onder de aarde zijn. ~
31667 Fili   2:11 |            belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid
31668 Fili   2:15 |              gij schijnt als lichten in de wereld; ~
31669 Fili   2:17 |          drankoffer geofferd worde over de offerande en bediening uws
31670 Fili   3:2  |                               2 Ziet op de honden, ziet op de kwade
31671 Fili   3:2  |              Ziet op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op
31672 Fili   3:2  |                kwade arbeiders, ziet op de versnijding. ~
31673 Fili   3:3  |                         3 Want wij zijn de besnijding, wij, die God
31674 Fili   3:5  |               Benjamin, een Hebreer uit de Hebreen, naar de wet een
31675 Fili   3:5  |            Hebreer uit de Hebreen, naar de wet een Farizeer; ~
31676 Fili   3:6  |            vervolger der Gemeente; naar de rechtvaardigheid, die in
31677 Fili   3:6  |                rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk. ~
31678 Fili   3:8  |               dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis
31679 Fili   3:9  |               rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het
31680 Fili   3:9  |               van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die uit
31681 Fili   3:10 |               10 Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding,
31682 Fili   3:10 |            kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens,
31683 Fili   3:11 |                enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. ~
31684 Fili   3:19 |              het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid
31685 Fili   3:20 |               20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook
31686 Fili   3:21 |             Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook
31687 Fili   4:3  |          Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders,
31688 Fili   4:5  |                zij allen mensen bekend. De Heere is nabij. ~
31689 Fili   4:7  |                                    7 En de vrede Gods, die alle verstand
31690 Fili   4:9  |               gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u
31691 Fili   4:10 |             gedacht hebt, maar gij hebt de gelegenheid niet gehad. ~
31692 Fili   4:17 |                          17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek
31693 Fili   4:17 |                 gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig
31694 Fili   4:20 |               Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid.
31695 Fili   4:21 |               Christus Jezus; U groeten de broeders, die met mij zijn. ~
31696 Fili   4:22 |                                   22 Al de heiligen groeten u, en meest
31697 Fili   4:23 |                                      23 De genade van onzen Heere Jezus
31698 Kol   1:1   |                van Jezus Christus, door de wil van God, en Timotheus,
31699 Kol   1:1   |              wil van God, en Timotheus, de broeder, ~
31700 Kol   1:4   |            Jezus gehoord hebben, en van de liefde, die gij hebt tot
31701 Kol   1:5   |                                    5 Om de hoop, die u weggelegd is
31702 Kol   1:5   |             hoop, die u weggelegd is in de hemelen, van welke gij te
31703 Kol   1:6   |               gekomen is, gelijk ook in de gehele wereld, en het brengt
31704 Kol   1:6   |                dat gij gehoord hebt, en de genade Gods in waarheid
31705 Kol   1:9   |                moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in
31706 Kol   1:10  |                dragende, en wassende in de kennis van God; ~
31707 Kol   1:11  |                bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid,
31708 Kol   1:12  |             heeft, om deel te hebben in de erve der heiligen in het
31709 Kol   1:13  |                 ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en
31710 Kol   1:14  |                      14 In Denwelke wij de verlossing hebben door Zijn
31711 Kol   1:14  |               door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; ~
31712 Kol   1:15  |               is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen. ~
31713 Kol   1:16  |                dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde
31714 Kol   1:16  |                 in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk
31715 Kol   1:18  |                  Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden,
31716 Kol   1:18  |                is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen
31717 Kol   1:18  |               doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. ~
31718 Kol   1:19  |       welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; ~
31719 Kol   1:20  |              zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde,
31720 Kol   1:20  |                hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen
31721 Kol   1:20  |                 die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen
31722 Kol   1:20  |                 hetzij de dingen die in de hemelen zijn. ~
31723 Kol   1:21  |           vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend, ~
31724 Kol   1:23  |               en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies, dat
31725 Kol   1:23  |           hetwelk gepredikt is onder al de kreature, die onder den
31726 Kol   1:24  |               en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen
31727 Kol   1:24  |             vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus,
31728 Kol   1:24  |                Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente; ~
31729 Kol   1:25  |           dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij
31730 Kol   1:26  |                             26 Namelijk de verborgenheid, die verborgen
31731 Kol   1:27  |                 bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid
31732 Kol   1:27  |               dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus
31733 Kol   1:27  |              welke is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid; ~
31734 Kol   2:2   |                zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen
31735 Kol   2:3   |                       3 In Denwelken al de schatten der wijsheid en
31736 Kol   2:5   |               en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof
31737 Kol   2:8   |              als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding,
31738 Kol   2:8   |                 ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen,
31739 Kol   2:8   |           overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld,
31740 Kol   2:9   |                  9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; ~
31741 Kol   2:11  |             zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam
31742 Kol   2:11  |                 zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; ~
31743 Kol   2:12  |               werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. ~
31744 Kol   2:13  |                u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid
31745 Kol   2:13  |             waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede
31746 Kol   2:15  |                                   15 En de overheden en de machten
31747 Kol   2:15  |                   15 En de overheden en de machten uitgetogen hebbende,
31748 Kol   2:19  |                het gehele lichaam, door de samenvoegselen en samenbindingen
31749 Kol   2:20  |             Indien gij dan met Christus de eerste beginselen der wereld
31750 Kol   2:20  |             wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet, met inzettingen
31751 Kol   2:22  |                 gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der
31752 Kol   3:1   |                 opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn,
31753 Kol   3:1   |               Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. ~
31754 Kol   3:2   |                               2 Bedenkt de dingen, die boven zijn,
31755 Kol   3:2   |                 boven zijn, niet die op de aarde zijn. ~
31756 Kol   3:5   |              Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij,
31757 Kol   3:5   |                kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst. ~
31758 Kol   3:6   |                              6 Om welke de toorn Gods komt over de
31759 Kol   3:6   |                 de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; ~
31760 Kol   3:12  |             Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der
31761 Kol   3:13  |                 elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand
31762 Kol   3:14  |                boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band
31763 Kol   3:14  |               aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid. ~
31764 Kol   3:15  |                                   15 En de vrede Gods heerse in uw
31765 Kol   3:17  |               werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus,
31766 Kol   3:17  |                het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God
31767 Kol   3:17  |            Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem. ~
31768 Kol   3:20  |        gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk. ~
31769 Kol   3:24  |                den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis;
31770 Kol   3:24  |                 erfenis; want gij dient de Heere Christus. ~
31771 Kol   4:1   |               ook gij een Heere hebt in de hemelen. ~
31772 Kol   4:3   |               ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, om
31773 Kol   4:3   |             Woords opene, om te spreken de verborgenheid van Christus,
31774 Kol   4:7   |                u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe
31775 Kol   4:7   |                  en mededienstknecht in de Heere; ~
31776 Kol   4:9   |          geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles
31777 Kol   4:10  |               medegevangene; en Markus, de neef van Barnabas, aangaande
31778 Kol   4:11  |                gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen
31779 Kol   4:12  |                U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht
31780 Kol   4:12  |              tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan
31781 Kol   4:14  |                       14 U groet Lukas, de medicijnmeester, de geliefde,
31782 Kol   4:14  |              Lukas, de medicijnmeester, de geliefde, en Demas. ~
31783 Kol   4:15  |                                15 Groet de broeders, die in Laodicea
31784 Kol   4:15  |            Laodicea zijn, en Nymfas, en de Gemeente, die in zijn huis
31785 Kol   4:16  |             zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicensen
31786 Kol   4:17  |              zegt aan Archippus: Zie op de bediening, die gij aangenomen
31787 Kol   4:17  |              die gij aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult. ~
31788 Kol   4:18  |                                      18 De groetenis met mijn hand,
31789 Kol   4:18  |            Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen. ~  ~  ~  ~
31790 1The   1:1  |             Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen,
31791 1The   1:3  |               den arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop
31792 1The   1:9  |                tot God bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden
31793 1The   1:10 |                     10 En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken
31794 1The   1:10 |           verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk
31795 1The   2:14 |         medeburgers, gelijk als zij van de Joden; ~
31796 1The   2:16 |          verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig
31797 1The   2:16 |             zonden vervullen zouden. En de toorn is over hen gekomen
31798 1The   2:18 |              eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet. ~
31799 1The   3:5  |             verstaan; of niet misschien de verzoeker u zou verzocht
31800 1The   3:6  |                 ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht
31801 1The   3:9  |           wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap, waarmede wij
31802 1The   3:12 |                                   12 En de Heere vermeerdere u, en
31803 1The   3:12 |                en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en
31804 1The   3:13 |             voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere
31805 1The   4:3  |                           3 Want dit is de wil van God, uw heiligmaking:
31806 1The   4:3  |                  dat gij u onthoudt van de hoererij; ~
31807 1The   4:5  |              begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen. ~
31808 1The   4:6  |                 in zijn handeling; want de Heere is een wreker over
31809 1The   4:9  |                                   9 Van de broederlijke liefde nu hebt
31810 1The   4:10 |               doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel
31811 1The   4:13 |               bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. ~
31812 1The   4:15 |           levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet
31813 1The   4:16 |                                 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep,
31814 1The   4:16 |                 zal met een geroep, met de stem des archangels, en
31815 1The   4:16 |             stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van
31816 1The   4:17 |                 hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet,
31817 1The   4:17 |                  den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij
31818 1The   5:1  |                              1 Maar van de tijden en de gelegenheden,
31819 1The   5:1  |                 1 Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders!
31820 1The   5:2  |               weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal
31821 1The   5:2  |               komen, gelijk een dief in de nacht. ~
31822 1The   5:3  |           verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte
31823 1The   5:6  |                 niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken,
31824 1The   5:8  |                liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid. ~
31825 1The   5:11 |            vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk
31826 1The   5:14 |            bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost
31827 1The   5:14 |                 ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt
31828 1The   5:14 |              kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig
31829 1The   5:18 |               God in alles; want dit is de wil van God in Christus
31830 1The   5:20 |                              20 Veracht de profetieen niet. ~
31831 1The   5:23 |                                   23 En de God des vredes Zelf heilige
31832 1The   5:23 |                onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere
31833 1The   5:26 |                             26 Groet al de broeders met een heiligen
31834 1The   5:28 |                                      28 De genade van onzen Heere Jezus
31835 2The   1:1  |             Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen,
31836 2The   1:3  |                geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van
31837 2The   1:4  |              wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw
31838 2The   1:7  |                 verkwikking met ons, in de openbaring van den Heere
31839 2The   1:7  |                 Jezus van den hemel met de engelen Zijner kracht; ~
31840 2The   1:9  |           aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, ~
31841 2The   1:12 |                                12 Opdat de Naam van onzen Heere Jezus
31842 2The   1:12 |               in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en
31843 2The   2:1  |                bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere
31844 2The   2:2  |               van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande
31845 2The   2:3  |             komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat
31846 2The   2:3  |                  en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon
31847 2The   2:3  |      geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; ~
31848 2The   2:7  |                                  7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid
31849 2The   2:8  |                         8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard
31850 2The   2:8  |           geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den
31851 2The   2:8  |            monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; ~
31852 2The   2:9  |                  wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle
31853 2The   2:10 |         verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet
31854 2The   2:11 |             kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; ~
31855 2The   2:12 |                 veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben,
31856 2The   2:12 |              welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid. ~
31857 2The   2:15 |           broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd
31858 2The   3:2  |                mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen;
31859 2The   3:3  |                                  3 Maar de Heere is getrouw, Die u
31860 2The   3:5  |                                  5 Doch de Heere richte uw harten tot
31861 2The   3:5  |              Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot de
31862 2The   3:5  |               de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus. ~
31863 2The   3:6  |        ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons
31864 2The   3:9  |                         9 Niet, dat wij de macht niet hebben, maar
31865 2The   3:12 |                                 12 Doch de zodanigen bevelen en vermanen
31866 2The   3:16 |                                      16 De Heere nu des vredes Zelf
31867 2The   3:16 |                tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen. ~
31868 2The   3:17 |                                      17 De groetenis met mijn hand,
31869 2The   3:18 |                                      18 De genade van onzen Heere Jezus
31870 1Tim   1:8  |                   8 Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand die
31871 1Tim   1:9  |                  dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar
31872 1Tim   1:10 |                 zo er iets anders tegen de gezonde leer is; ~
31873 1Tim   1:12 |            getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld hebbende; ~
31874 1Tim   1:14 |                                 14 Doch de genade onzes Heeren is zeer
31875 1Tim   1:15 |          waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de
31876 1Tim   1:15 |                de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken,
31877 1Tim   1:15 |            zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. ~
31878 1Tim   1:16 |              Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn
31879 1Tim   1:18 |                 Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan
31880 1Tim   2:5  |           Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; ~
31881 1Tim   2:6  |             rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd; ~
31882 1Tim   2:7  |             prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik
31883 1Tim   2:8  |                       8 Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen,
31884 1Tim   2:9  |                   9 Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar
31885 1Tim   2:10 |                        10 Maar (hetwelk de vrouwen betaamt, die de
31886 1Tim   2:10 |                 de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden)
31887 1Tim   2:12 |                         12 Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij
31888 1Tim   2:14 |             niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is
31889 1Tim   3:5  |               regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) ~
31890 1Tim   3:8  |                                       8 De diakenen insgelijks moeten
31891 1Tim   3:9  |                              9 Houdende de verborgenheid des geloofs
31892 1Tim   3:11 |                                      11 De vrouwen insgelijks moeten
31893 1Tim   3:12 |                                  12 Dat de diakenen ener vrouwe mannen
31894 1Tim   3:15 |               moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods,
31895 1Tim   3:16 |                En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid
31896 1Tim   3:16 |                den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder
31897 1Tim   3:16 |             engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in
31898 1Tim   3:16 |                 heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in
31899 1Tim   4:1  |                                  1 Doch de Geest zegt duidelijk, dat
31900 1Tim   4:1  |            Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen
31901 1Tim   4:3  |         nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid
31902 1Tim   4:3  |               voor de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend. ~
31903 1Tim   4:6  |              Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der
31904 1Tim   4:7  |                          7 Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse
31905 1Tim   4:8  |                                  8 Want de lichamelijke oefening is
31906 1Tim   4:8  |                 is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle
31907 1Tim   4:8  |               alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen
31908 1Tim   4:14 |                              14 Verzuim de gave niet, die in u is,
31909 1Tim   4:14 |               is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging
31910 1Tim   4:16 |               Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want
31911 1Tim   5:1  |              vermaan hem als een vader; de jonge als broeders; ~
31912 1Tim   5:2  |                                       2 De oude vrouwen als moeders;
31913 1Tim   5:2  |               oude vrouwen als moeders; de jonge als zusters, in alle
31914 1Tim   5:3  |                                   3 Eer de weduwen, die waarlijk weduwen
31915 1Tim   5:8  |                        8 Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk
31916 1Tim   5:11 |                            11 Maar neem de jonge weduwen niet aan;
31917 1Tim   5:13 |              leren zij ledig omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen
31918 1Tim   5:14 |                      14 Ik wil dan, dat de jonge weduwen huwelijken,
31919 1Tim   5:14 |               oorzaak van lastering aan de wederpartij geven. ~
31920 1Tim   5:16 |             genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde,
31921 1Tim   5:17 |                                  17 Dat de ouderlingen, die wel regeren,
31922 1Tim   5:17 |                arbeiden in het Woord en de leer. ~
31923 1Tim   5:18 |                                 18 Want de Schrift zegt: Een dorsenden
31924 1Tim   5:18 |                gij niet muilbanden; en: De arbeider is zijn loon waardig. ~
31925 1Tim   5:20 |   tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben. ~
31926 1Tim   5:21 |                Heere Jezus Christus, en de uitverkoren engelen, dat
31927 1Tim   5:22 |               22 Leg niemand haastelijk de handen op, en heb geen gemeenschap
31928 1Tim   5:24 |                 Van sommige mensen zijn de zonden te voren openbaar,
31929 1Tim   5:25 |                       25 Desgelijks ook de goede werken zijn te voren
31930 1Tim   6:1  |                                       1 De dienstknechten, zovelen
31931 1Tim   6:1  |               eer waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer
31932 1Tim   6:1  |               opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd worde. ~
31933 1Tim   6:3  |                 en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen
31934 1Tim   6:3  |            Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid
31935 1Tim   6:3  |                en met de leer, die naar de godzaligheid is, ~
31936 1Tim   6:5  |                 verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende,
31937 1Tim   6:5  |              beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij.
31938 1Tim   6:6  |                                  6 Doch de godzaligheid is een groot
31939 1Tim   6:7  |                Want wij hebben niets in de wereld gebracht, het is
31940 1Tim   6:9  |      schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in
31941 1Tim   6:10 |                                 10 Want de geldgierigheid is een wortel
31942 1Tim   6:12 |               gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden
31943 1Tim   6:13 |               Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd
31944 1Tim   6:14 |                en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere
31945 1Tim   6:15 |                Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige
31946 1Tim   6:15 |               en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en
31947 1Tim   6:17 |                noch hun hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms,
31948 1Tim   6:20 |        ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk
31949 1Tim   6:21 |               van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. ~  ~  ~  ~
31950 2Tim   1:1  |              door den wil van God, naar de belofte des levens, dat
31951 2Tim   1:6  |          indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die in u is,
31952 2Tim   1:6  |                 Gods, die in u is, door de oplegging mijner handen. ~
31953 2Tim   1:8  |                 met het Evangelie, naar de kracht Gods; ~
31954 2Tim   1:9  |                 in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; ~
31955 2Tim   1:10 |             Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker
31956 2Tim   1:10 |                 gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het
31957 2Tim   1:16 |                                      16 De Heere geve den huize van
31958 2Tim   1:18 |                                      18 De Heere geve hem, dat hij
31959 2Tim   2:1  |             mijn zoon, word gesterkt in de genade, die in Christus
31960 2Tim   2:4  |                       4 Niemand, die in de krijg dient, wordt ingewikkeld
31961 2Tim   2:4  |             dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts,
31962 2Tim   2:6  |                                       6 De landman, als hij arbeidt,
31963 2Tim   2:6  |                arbeidt, moet alzo eerst de vruchten genieten. ~
31964 2Tim   2:7  |              Merk, hetgeen ik zeg; doch de Heere geve u verstand in
31965 2Tim   2:8  |                  dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke
31966 2Tim   2:9  |                 verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener;
31967 2Tim   2:10 |             Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook
31968 2Tim   2:10 |            uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen,
31969 2Tim   2:17 |             woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneus
31970 2Tim   2:18 |                              18 Die van de waarheid zijn afgeweken,
31971 2Tim   2:18 |                afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied
31972 2Tim   2:19 |              staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die
31973 2Tim   2:19 |                 Heere kent degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk,
31974 2Tim   2:22 |                           22 Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid;
31975 2Tim   2:23 |                           23 En verwerp de vragen, die dwaas en zonder
31976 2Tim   2:24 |             bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen; ~
31977 2Tim   3:1  |                   1 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen
31978 2Tim   3:2  |                                  2 Want de mensen zullen zijn liefhebbers
31979 2Tim   3:3  |                wreed, zonder liefde tot de goeden, ~
31980 2Tim   3:5  |              van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend
31981 2Tim   3:6  |              van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen
31982 2Tim   3:6  |              huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die
31983 2Tim   3:8  |       tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen,
31984 2Tim   3:11 |         vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle
31985 2Tim   3:13 |                                 13 Doch de boze mensen en bedriegers
31986 2Tim   3:15 |                 En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten
31987 2Tim   3:16 |                                   16 Al de Schrift is van God ingegeven,
31988 2Tim   3:16 |                tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; ~
31989 2Tim   3:17 |                                17 Opdat de mens Gods volmaakt zij,
31990 2Tim   4:1  |               Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen
31991 2Tim   4:3  |              een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen
31992 2Tim   4:4  |                En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen
31993 2Tim   4:6  |                 drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is
31994 2Tim   4:8  |                 Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid,
31995 2Tim   4:8  |             rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige
31996 2Tim   4:8  |   rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in
31997 2Tim   4:10 |            heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen,
31998 2Tim   4:13 |           gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid de
31999 2Tim   4:13 |                 de boeken, inzonderheid de perkamenten. ~
32000 2Tim   4:14 |                           14 Alexander, de kopersmid, heeft mij veel