Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
32001 2Tim 4:14 | mij veel kwaads betoond; de Heere vergelde hem naar 32002 2Tim 4:17 | 17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan, 32003 2Tim 4:17 | volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen 32004 2Tim 4:17 | zouden horen. En ik ben uit de muil des leeuws verlost. ~ 32005 2Tim 4:18 | 18 En de Heere zal mij verlossen 32006 2Tim 4:18 | Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. 32007 2Tim 4:21 | Linus, en Klaudia, en al de broeders. ~ 32008 2Tim 4:22 | 22 De Heere Jezus Christus zij 32009 2Tim 4:22 | Christus zij met uw geest. De genade zij met ulieden. 32010 2Tim 5:1 | der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die 32011 2Tim 5:1 | kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; ~ 32012 2Tim 5:2 | 2 In de hoop des eeuwigen levens, 32013 2Tim 5:2 | kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, maar 32014 2Tim 5:3 | Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd 32015 2Tim 5:8 | die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, 32016 2Tim 5:9 | getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig 32017 2Tim 5:9 | beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers 32018 2Tim 5:9 | door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~ 32019 2Tim 5:10 | zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; ~ 32020 2Tim 5:12 | eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, 32021 2Tim 5:14 | der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~ 32022 2Tim 5:16 | zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk 32023 Tit 1:1 | der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die 32024 Tit 1:1 | kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; ~ 32025 Tit 1:2 | 2 In de hoop des eeuwigen levens, 32026 Tit 1:2 | kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, maar 32027 Tit 1:3 | Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd 32028 Tit 1:8 | die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, 32029 Tit 1:9 | getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig 32030 Tit 1:9 | beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers 32031 Tit 1:9 | door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~ 32032 Tit 1:10 | zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; ~ 32033 Tit 1:12 | eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, 32034 Tit 1:14 | der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~ 32035 Tit 1:16 | zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk 32036 Tit 2:2 | 2 Dat de oude mannen nuchter zijn, 32037 Tit 2:2 | gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid. ~ 32038 Tit 2:2 | geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid. ~ 32039 Tit 2:3 | 3 De oude vrouwen insgelijks, 32040 Tit 2:4 | 4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig 32041 Tit 2:7 | goede werken, betoon in de leer onvervalstheid, deftigheid, 32042 Tit 2:10 | trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, 32043 Tit 2:11 | 11 Want de zaligmakende genade Gods 32044 Tit 2:12 | onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse 32045 Tit 2:12 | wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden 32046 Tit 2:13 | 13 Verwachtende de zalige hoop en verschijning 32047 Tit 3:1 | Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig 32048 Tit 3:4 | 4 Maar wanneer de goedertierenheid van God, 32049 Tit 3:4 | Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, ~ 32050 Tit 3:5 | zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, 32051 Tit 3:7 | erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens. ~ 32052 Tit 3:9 | 9 Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen, 32053 Tit 3:9 | twistingen, en strijdingen over de wet; want zij zijn onnut 32054 Tit 3:10 | Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; ~ 32055 Tit 3:11 | 11 Wetende, dat de zodanige verkeerd is, en 32056 Tit 3:14 | 14 En dat ook de onzen leren, goede werken 32057 Tit 3:15 | liefhebben in het geloof. De genade zij met u allen. 32058 File 1:1 | Christus Jezus, en Timotheus, de broeder, aan Filemon, den 32059 File 1:2 | 2 En aan Appia, de geliefde, en aan Archippus, 32060 File 1:2 | onzen medestrijder, en aan de Gemeente, die te uwen huize 32061 File 1:5 | Heere Jezus, en jegens al de heiligen; ~ 32062 File 1:6 | 6 Opdat de gemeenschap uws geloofs 32063 File 1:6 | geloofs krachtig worde in de bekendmaking van alle goed, 32064 File 1:7 | vertroosting over uw liefde, dat de ingewanden der heiligen 32065 File 1:9 | ik nochtans liever door de liefde, daar ik zodanig 32066 File 1:13 | mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies. ~ 32067 File 1:25 | 25 De genade van onzen Heere Jezus 32068 Heb 1:1 | en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende 32069 Heb 1:1 | gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze 32070 Heb 1:2 | alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; ~ 32071 Heb 1:3 | Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden 32072 Heb 1:3 | gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit 32073 Heb 1:3 | rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen; ~ 32074 Heb 1:4 | treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender 32075 Heb 1:5 | 5 Want tot wien van de engelen heeft Hij ooit gezegd: 32076 Heb 1:6 | 6 En als Hij wederom de Eerstgeborene inbrengt in 32077 Heb 1:6 | Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat 32078 Heb 1:7 | 7 En tot de engelen zegt Hij wel: Die 32079 Heb 1:8 | is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks 32080 Heb 1:10 | Heere! hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen 32081 Heb 1:10 | beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer 32082 Heb 1:14 | worden, om dergenen wil, die de zaligheid beerven zullen? ~  ~  ~  32083 Heb 2:2 | Want indien het woord, door de engelen gesproken, vast 32084 Heb 2:3 | verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd 32085 Heb 2:5 | 5 Want Hij heeft aan de engelen niet onderworpen 32086 Heb 2:5 | engelen niet onderworpen de toekomende wereld, van welke 32087 Heb 2:6 | betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, 32088 Heb 2:7 | weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid 32089 Heb 2:7 | Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer handen; ~ 32090 Heb 2:9 | Die een weinig minder dan de engelen geworden was, vanwege 32091 Heb 2:9 | des doods, opdat Hij door de genade Gods voor allen den 32092 Heb 2:10 | dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den 32093 Heb 2:13 | wederom: Zie daar, Ik en de kinderen, die Mij God gegeven 32094 Heb 2:14 | 14 Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds 32095 Heb 2:16 | Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij 32096 Heb 2:17 | Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen 32097 Heb 2:17 | bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. ~ 32098 Heb 3:6 | 6 Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; 32099 Heb 3:6 | wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en de roem 32100 Heb 3:6 | maar de vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde 32101 Heb 3:7 | 7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, 32102 Heb 3:8 | gelijk het geschied is in de verbittering, ten dage der 32103 Heb 3:8 | dage der verzoeking, in de woestijn; ~ 32104 Heb 3:13 | uit u verhard worde door de verleiding der zonde. ~ 32105 Heb 3:15 | uw harten niet, gelijk in de verbittering geschied is. ~ 32106 Heb 3:17 | lichamen gevallen zijn in de woestijn? ~ 32107 Heb 4:1 | dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust 32108 Heb 4:3 | geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd 32109 Heb 4:3 | hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld 32110 Heb 4:6 | niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid, ~ 32111 Heb 4:8 | Want indien Jozua hen in de rust gebracht heeft, zo 32112 Heb 4:10 | werken gerust, gelijk God van de Zijne. ~ 32113 Heb 4:12 | zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des 32114 Heb 4:13 | zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken 32115 Heb 4:14 | Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk 32116 Heb 5:1 | Want alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt gesteld 32117 Heb 5:1 | genomen, wordt gesteld voor de mensen in de zaken, die 32118 Heb 5:1 | gesteld voor de mensen in de zaken, die bij God te doen 32119 Heb 5:1 | gaven en slachtofferen voor de zonden; ~ 32120 Heb 5:2 | medelijden kan hebben met de onwetenden en dwalenden, 32121 Heb 5:3 | zichzelven, offeren voor de zonden. ~ 32122 Heb 5:6 | in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. ~ 32123 Heb 5:7 | 7 Die in de dagen Zijns vleses, gebeden 32124 Heb 5:7 | en verhoord zijnde uit de vreze. ~ 32125 Heb 5:8 | 8 Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid 32126 Heb 5:10 | genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek. ~ 32127 Heb 5:12 | node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der 32128 Heb 5:14 | 14 Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de 32129 Heb 5:14 | de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend 32130 Heb 5:14 | die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, 32131 Heb 6:1 | van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; 32132 Heb 6:1 | leggende het fondament van de bekering van dode werken, 32133 Heb 6:2 | 2 Van de leer der dopen, en van de 32134 Heb 6:2 | de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en 32135 Heb 6:2 | oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en 32136 Heb 6:4 | verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, 32137 Heb 6:5 | het goede woord Gods, en de krachten der toekomende 32138 Heb 6:7 | 7 Want de aarde, die den regen, menigmaal 32139 Heb 6:8 | is verwerpelijk, en nabij de vervloeking, welker einde 32140 Heb 6:9 | u betere dingen, en met de zaligheid gevoegd, hoewel 32141 Heb 6:10 | Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en 32142 Heb 6:11 | naarstigheid bewijze, tot de volle verzekerdheid der 32143 Heb 6:12 | geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven. ~ 32144 Heb 6:13 | Want als God aan Abraham de belofte deed, dewijl Hij 32145 Heb 6:15 | verwacht hebbende, heeft hij de belofte verkregen. ~ 32146 Heb 6:16 | 16 Want de mensen zweren wel bij den 32147 Heb 6:16 | meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is denzelven 32148 Heb 6:17 | beloftenis overvloediger bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn 32149 Heb 6:18 | hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben, 32150 Heb 6:18 | toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te 32151 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, 32152 Heb 6:20 | ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, 32153 Heb 7:2 | welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst 32154 Heb 7:4 | aan denwelken ook Abraham, de patriarch, tienden gegeven 32155 Heb 7:5 | 5 En die uit de kinderen van Levi het priesterdom 32156 Heb 7:5 | nemen van het volk, naar de wet, dat is, van hun broederen, 32157 Heb 7:5 | broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen 32158 Heb 7:6 | tienden genomen, en hem, die de beloftenissen had, heeft 32159 Heb 7:8 | En hier nemen wel tienden de mensen, die sterven, maar 32160 Heb 7:10 | 10 Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem 32161 Heb 7:11 | 11 Indien dan nu de volkomenheid door het Levietische 32162 Heb 7:11 | hetzelve heeft het volk de wet ontvangen), wat nood 32163 Heb 7:11 | een ander priester naar de ordening van Melchizedek 32164 Heb 7:11 | gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron? ~ 32165 Heb 7:15 | meer openbaar, zo er naar de gelijkenis van Melchizedek 32166 Heb 7:16 | 16 Die dit niet naar de wet des vleselijken gebods 32167 Heb 7:16 | gebods is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken 32168 Heb 7:17 | Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. ~ 32169 Heb 7:18 | 18 Want de vernietiging van het voorgaande 32170 Heb 7:19 | 19 Want de wet heeft geen ding volmaakt, 32171 Heb 7:19 | geen ding volmaakt, maar de aanleiding van een betere 32172 Heb 7:21 | Die tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en 32173 Heb 7:21 | Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek). ~ 32174 Heb 7:26 | onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de 32175 Heb 7:26 | de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden; ~ 32176 Heb 7:27 | te offeren, daarna, voor de zonden des volks; want dat 32177 Heb 7:28 | 28 Want de wet stelt tot hogepriesters 32178 Heb 7:28 | woord der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt den 32179 Heb 8:1 | 1 De hoofdsom nu der dingen, 32180 Heb 8:1 | Hogepriester, Die gezeten is aan de rechter hand van den troon 32181 Heb 8:1 | den troon der Majesteit in de hemelen: ~ 32182 Heb 8:2 | waren tabernakels, welken de Heere heeft opgericht, en 32183 Heb 8:4 | priesters zijn, die naar de wet gaven offeren; ~ 32184 Heb 8:5 | 5 Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen 32185 Heb 8:5 | gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den 32186 Heb 8:8 | zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de 32187 Heb 8:8 | de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het 32188 Heb 8:9 | ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland 32189 Heb 8:9 | op hen niet geacht, zegt de Heere. ~ 32190 Heb 8:10 | maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten 32191 Heb 8:11 | zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij 32192 Heb 8:13 | is en verouderd, is nabij de verdwijning. ~  ~ 32193 Heb 9:1 | eerste verbond rechten van de gods dienst, en het wereldlijk 32194 Heb 9:2 | 2 Want de tabernakel was toebereid, 32195 Heb 9:2 | was toebereid, namelijk de eerste, in welken was de 32196 Heb 9:2 | de eerste, in welken was de kandelaar, en de tafel, 32197 Heb 9:2 | welken was de kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, 32198 Heb 9:2 | kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd 32199 Heb 9:3 | het tweede voorhangsel was de tabernakel, genaamd het 32200 Heb 9:4 | een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom met 32201 Heb 9:4 | goud overdekt, in welke was de gouden kruik, daar het Manna 32202 Heb 9:4 | daar het Manna in was, en de staf van Aaron, die gebloeid 32203 Heb 9:4 | Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds. ~ 32204 Heb 9:5 | boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, 32205 Heb 9:6 | toebereid zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten 32206 Heb 9:6 | tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten te volbrengen; ~ 32207 Heb 9:7 | tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester, eenmaal des 32208 Heb 9:8 | 8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde, 32209 Heb 9:8 | Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet 32210 Heb 9:8 | openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand 32211 Heb 9:9 | werden, die dengene, die de dienst pleegde, niet konden 32212 Heb 9:11 | 11 Maar Christus, de Hogepriester der toekomende 32213 Heb 9:13 | der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende 32214 Heb 9:13 | jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot 32215 Heb 9:13 | onreinen, hen heiligt tot de reinigheid des vleses; ~ 32216 Heb 9:15 | 15 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, 32217 Heb 9:15 | nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen 32218 Heb 9:15 | degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve 32219 Heb 9:16 | daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers 32220 Heb 9:17 | een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen 32221 Heb 9:17 | geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft. ~ 32222 Heb 9:19 | 19 Want als al de geboden, naar de wet van 32223 Heb 9:19 | als al de geboden, naar de wet van Mozes, tot al het 32224 Heb 9:21 | ook den tabernakel, en al de vaten van den dienst met 32225 Heb 9:22 | door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting 32226 Heb 9:23 | het dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, 32227 Heb 9:23 | voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen zijn, door deze 32228 Heb 9:23 | dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door 32229 Heb 9:25 | dikwijls zou opofferen, gelijk de hogepriester alle jaar in 32230 Heb 9:26 | dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld 32231 Heb 9:26 | maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, 32232 Heb 9:26 | der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door 32233 Heb 10:1 | 1 Want de wet, hebbende een schaduw 32234 Heb 10:4 | bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. ~ 32235 Heb 10:5 | 5 Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer 32236 Heb 10:6 | Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd. ~ 32237 Heb 10:8 | brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, 32238 Heb 10:8 | U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden); ~ 32239 Heb 10:10 | wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van 32240 Heb 10:11 | dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen 32241 Heb 10:12 | Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, 32242 Heb 10:12 | in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; ~ 32243 Heb 10:15 | 15 En de Heilige Geest getuigt het 32244 Heb 10:16 | maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten 32245 Heb 10:18 | geen offerande meer voor de zonde. ~ 32246 Heb 10:23 | 23 Laat ons de onwankelbare belijdenis 32247 Heb 10:25 | nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander 32248 Heb 10:25 | meer, als gij ziet, dat de dag nadert. ~ 32249 Heb 10:26 | willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen 32250 Heb 10:26 | slachtoffer meer over voor de zonden; ~ 32251 Heb 10:27 | en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. ~ 32252 Heb 10:28 | 28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet 32253 Heb 10:30 | Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, 32254 Heb 10:30 | zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere 32255 Heb 10:30 | spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen. ~ 32256 Heb 10:31 | Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods. ~ 32257 Heb 10:32 | 32 Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke, 32258 Heb 10:34 | banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met 32259 Heb 10:34 | beter en blijvend goed in de hemelen. ~ 32260 Heb 10:36 | van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen; ~ 32261 Heb 10:38 | 38 Maar de rechtvaardige zal uit het 32262 Heb 11:2 | Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. ~ 32263 Heb 11:3 | geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods 32264 Heb 11:3 | Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet 32265 Heb 11:7 | aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien 32266 Heb 11:7 | bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis 32267 Heb 11:7 | huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, 32268 Heb 11:8 | geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een 32269 Heb 11:10 | 10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, 32270 Heb 11:12 | in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als 32271 Heb 11:13 | in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen 32272 Heb 11:13 | gasten en vreemdelingen op de aarde waren. ~ 32273 Heb 11:17 | Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, 32274 Heb 11:18 | machtig was, hem ook uit de doden te verwekken; ~ 32275 Heb 11:25 | worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; ~ 32276 Heb 11:26 | 26 Achtende de versmaadheid van Christus 32277 Heb 11:26 | meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want 32278 Heb 11:26 | Egypte; want hij zag op de vergelding des loons. ~ 32279 Heb 11:28 | het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds, 32280 Heb 11:28 | besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen 32281 Heb 11:29 | Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan, als 32282 Heb 11:29 | door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, 32283 Heb 11:30 | 30 Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, 32284 Heb 11:31 | Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met 32285 Heb 11:31 | hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de 32286 Heb 11:31 | de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had 32287 Heb 11:32 | ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, 32288 Heb 11:32 | en David, en Samuel, en de profeten; ~ 32289 Heb 11:33 | gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, 32290 Heb 11:33 | beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt; ~ 32291 Heb 11:34 | 34 De kracht des vuurs hebben 32292 Heb 11:34 | vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn 32293 Heb 11:34 | heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht; ~ 32294 Heb 11:35 | 35 De vrouwen hebben hare doden 32295 Heb 11:35 | vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; 32296 Heb 11:35 | zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet 32297 Heb 11:38 | 38 (Welker de wereld niet waardig was) 32298 Heb 11:39 | getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; ~ 32299 Heb 12:1 | afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk 32300 Heb 12:1 | ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld 32301 Heb 12:2 | geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld 32302 Heb 12:2 | veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons 32303 Heb 12:3 | zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft 32304 Heb 12:4 | tegengestaan, strijdende tegen de zonde; ~ 32305 Heb 12:5 | 5 En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als 32306 Heb 12:5 | Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en 32307 Heb 12:6 | 6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt 32308 Heb 12:7 | 7 Indien gij de kastijding verdraagt, zo 32309 Heb 12:7 | want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) ~ 32310 Heb 12:9 | 9 Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel 32311 Heb 12:12 | 12 Daarom richt weder op de trage handen, en de slappe 32312 Heb 12:12 | weder op de trage handen, en de slappe knieen; 32313 Heb 12:14 | den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke 32314 Heb 12:15 | niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige 32315 Heb 12:17 | weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beerven, 32316 Heb 12:19 | het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke 32317 Heb 12:22 | gekomen tot den berg Sion, en de stad des levenden Gods, 32318 Heb 12:22 | het hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; ~ 32319 Heb 12:23 | 23 Tot de algemene vergadering en 32320 Heb 12:23 | algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, 32321 Heb 12:23 | der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, 32322 Heb 12:23 | den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen; ~ 32323 Heb 12:25 | van Dien afkeren, Die van de hemelen is; ~ 32324 Heb 12:26 | 26 Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft 32325 Heb 12:26 | zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel. ~ 32326 Heb 12:27 | Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke 32327 Heb 12:27 | waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk 32328 Heb 12:28 | Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door 32329 Heb 13:1 | 1 Dat de broederlijke liefde blijve. ~ 32330 Heb 13:2 | 2 Vergeet de herbergzaamheid niet; want 32331 Heb 13:6 | vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, 32332 Heb 13:7 | geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling. ~ 32333 Heb 13:11 | welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het 32334 Heb 13:11 | lichamen werden verbrand buiten de legerplaats. ~ 32335 Heb 13:12 | volk zou heiligen, buiten de poort geleden. ~ 32336 Heb 13:13 | dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid 32337 Heb 13:14 | blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. ~ 32338 Heb 13:15 | offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn 32339 Heb 13:16 | 16 En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid 32340 Heb 13:16 | vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want 32341 Heb 13:20 | 20 De God nu des vredes, Die den 32342 Heb 13:20 | eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, 32343 Heb 13:21 | Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. 32344 Heb 13:23 | 23 Weet, dat de broeder Timotheus losgelaten 32345 Heb 13:24 | al uw voorgangeren, en al de heiligen. U groeten die 32346 Heb 13:25 | 25 De genade zij met u allen. 32347 Jako 1:1 | Heere Jezus Christus; aan de twaalf stammen, die in de 32348 Jako 1:1 | de twaalf stammen, die in de verstrooiing zijn: zaligheid. ~ 32349 Jako 1:3 | 3 Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid 32350 Jako 1:4 | 4 Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt 32351 Jako 1:9 | 9 Maar de broeder, die nederig is, 32352 Jako 1:10 | 10 En de rijke in zijn vernedering; 32353 Jako 1:11 | 11 Want de zon is opgegaan met de hitte, 32354 Jako 1:11 | Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras 32355 Jako 1:11 | bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns 32356 Jako 1:11 | is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. ~ 32357 Jako 1:12 | 12 Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; 32358 Jako 1:12 | zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, 32359 Jako 1:12 | levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, 32360 Jako 1:15 | 15 Daarna de begeerlijkheid ontvangen 32361 Jako 1:15 | hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde 32362 Jako 1:20 | 20 Want de toorn des mans werkt Gods 32363 Jako 1:25 | 25 Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid 32364 Jako 1:27 | 27 De zuivere en onbevlekte godsdienst 32365 Jako 1:27 | zichzelven onbesmet bewaren van de wereld. ~  ~ 32366 Jako 2:3 | zoudt aanzien dengene, die de sierlijke kleding draagt, 32367 Jako 2:5 | heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk 32368 Jako 2:6 | aangedaan. Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij u 32369 Jako 2:6 | en trekken zij u niet tot de rechterstoelen? ~ 32370 Jako 2:8 | 8 Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt, 32371 Jako 2:8 | koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste 32372 Jako 2:9 | gij zonde, en wordt van de wet bestraft als overtreders. ~ 32373 Jako 2:10 | 10 Want wie de gehele wet zal houden, en 32374 Jako 2:12 | doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld 32375 Jako 2:13 | barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid roemt tegen 32376 Jako 2:14 | geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof 32377 Jako 2:16 | gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, 32378 Jako 2:17 | ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij 32379 Jako 2:18 | hebt het geloof, en ik heb de werken. Toon mij uw geloof 32380 Jako 2:19 | enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, 32381 Jako 2:20 | mens, dat het geloof zonder de werken dood is? ~ 32382 Jako 2:21 | onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, 32383 Jako 2:22 | volmaakt is geweest uit de werken? ~ 32384 Jako 2:23 | 23 En de Schrift is vervuld geworden, 32385 Jako 2:24 | dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, 32386 Jako 2:25 | En desgelijks ook Rachab, de hoer, is zij niet uit de 32387 Jako 2:25 | de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd geweest, 32388 Jako 2:25 | gerechtvaardigd geweest, als zij de gezondenen heeft ontvangen, 32389 Jako 2:26 | is ook het geloof zonder de werken dood. ~  ~ 32390 Jako 3:3 | leggen den paarden tomen in de monden, opdat zij ons zouden 32391 Jako 3:4 | 4 Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot 32392 Jako 3:4 | klein roer, waarhenen ook de begeerte des stuurders wil. ~ 32393 Jako 3:5 | 5 Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt 32394 Jako 3:6 | 6 De tong is ook een vuur, een 32395 Jako 3:6 | ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, 32396 Jako 3:6 | en wordt ontstoken van de hel. ~ 32397 Jako 3:7 | en is getemd geweest van de menselijke natuur. ~ 32398 Jako 3:8 | 8 Maar de tong kan geen mens temmen; 32399 Jako 3:9 | door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis 32400 Jako 3:9 | wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt 32401 Jako 3:14 | roemt en liegt niet tegen de waarheid. ~ 32402 Jako 3:15 | 15 Deze is de wijsheid niet, die van boven 32403 Jako 3:17 | 17 Maar de wijsheid, die van boven 32404 Jako 3:18 | 18 En de vrucht der rechtvaardigheid 32405 Jako 4:4 | overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een 32406 Jako 4:5 | 5 Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: 32407 Jako 4:5 | Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, 32408 Jako 4:6 | meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat 32409 Jako 4:6 | Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen 32410 Jako 4:8 | zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en 32411 Jako 4:8 | gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! ~ 32412 Jako 4:11 | die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. 32413 Jako 4:11 | van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet 32414 Jako 4:11 | oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij 32415 Jako 4:15 | gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven 32416 Jako 5:2 | en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; ~ 32417 Jako 5:3 | hebt schatten vergaderd in de laatste dagen. ~ 32418 Jako 5:4 | hebben, is gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. ~ 32419 Jako 5:5 | hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; 32420 Jako 5:7 | lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, 32421 Jako 5:7 | toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke 32422 Jako 5:7 | Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, 32423 Jako 5:8 | versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt. ~ 32424 Jako 5:9 | veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur. ~ 32425 Jako 5:9 | ziet, de Rechter staat voor de deur. ~ 32426 Jako 5:10 | lijdens, en der lankmoedigheid de profeten, die in den Naam 32427 Jako 5:11 | die verdragen; gij hebt de verdraagzaamheid van Job 32428 Jako 5:11 | einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is 32429 Jako 5:12 | bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen 32430 Jako 5:14 | Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, 32431 Jako 5:15 | zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, 32432 Jako 5:16 | 16 Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, 32433 Jako 5:17 | en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes 32434 Jako 5:18 | 18 En hij bad wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde 32435 Jako 5:18 | en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht 32436 Jako 5:19 | indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, 32437 Jako 5:20 | degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, 32438 1Pet 1:1 | van Jezus Christus, aan de vreemdelingen, verstrooid 32439 1Pet 1:2 | 2 Den uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, 32440 1Pet 1:2 | voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, 32441 1Pet 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere 32442 1Pet 1:3 | tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus 32443 1Pet 1:3 | opstanding van Jezus Christus uit de doden. ~ 32444 1Pet 1:4 | onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor 32445 1Pet 1:5 | 5 Die in de kracht Gods bewaard wordt 32446 1Pet 1:5 | wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is, 32447 1Pet 1:7 | 7 Opdat de beproeving uws geloofs, 32448 1Pet 1:7 | eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus; ~ 32449 1Pet 1:9 | einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. ~ 32450 1Pet 1:10 | ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd 32451 1Pet 1:10 | geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; ~ 32452 1Pet 1:11 | welke of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die 32453 1Pet 1:11 | op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende. ~ 32454 1Pet 1:12 | gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in 32455 1Pet 1:13 | 13 Daarom opschortende de lenden uws verstands, en 32456 1Pet 1:13 | zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht 32457 1Pet 1:13 | die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. ~ 32458 1Pet 1:14 | wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te 32459 1Pet 1:18 | ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; ~ 32460 1Pet 1:20 | voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, 32461 1Pet 1:21 | Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid 32462 1Pet 1:22 | dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, 32463 1Pet 2:2 | zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, 32464 1Pet 2:3 | anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is. ~ 32465 1Pet 2:4 | een levenden Steen, van de mensen wel verworpen, maar 32466 1Pet 2:6 | Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in 32467 1Pet 2:7 | ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden 32468 1Pet 2:7 | wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, 32469 1Pet 2:9 | opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u 32470 1Pet 2:9 | deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft 32471 1Pet 2:11 | dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, 32472 1Pet 2:11 | welke krijg voeren tegen de ziel; ~ 32473 1Pet 2:12 | uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen 32474 1Pet 2:12 | van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in 32475 1Pet 2:13 | hetzij den koning, als de opperste macht hebbende; ~ 32476 1Pet 2:15 | 15 Want alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende, 32477 1Pet 2:15 | weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen; ~ 32478 1Pet 2:16 | 16 Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een 32479 1Pet 2:17 | Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest 32480 1Pet 3:4 | 4 Maar de verborgen mens des harten, 32481 1Pet 3:5 | zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op 32482 1Pet 3:8 | eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met 32483 1Pet 3:12 | 12 Want de ogen des Heeren zijn over 32484 1Pet 3:12 | ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn 32485 1Pet 3:15 | u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid 32486 1Pet 3:17 | weldoende, (indien het de wil van God wil) lijdt, 32487 1Pet 3:18 | Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig 32488 1Pet 3:18 | geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat 32489 1Pet 3:19 | zijnde, den geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt 32490 1Pet 3:20 | ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal 32491 1Pet 3:20 | Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de 32492 1Pet 3:20 | de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin 32493 1Pet 3:21 | Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, 32494 1Pet 3:21 | goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus; ~ 32495 1Pet 3:22 | 22 Welke is aan de rechter hand Gods, opgevaren 32496 1Pet 3:22 | Gods, opgevaren ten hemel, de engelen, en machten, en 32497 1Pet 4:1 | die heeft opgehouden van de zonde; ~ 32498 1Pet 4:2 | 2 Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, 32499 1Pet 4:5 | bereid staat om te oordelen de levenden en de doden. ~ 32500 1Pet 4:5 | oordelen de levenden en de doden. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License