Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
david 1016
davids 151
dden 1
de 33382
debir 14
debora 10
dedagen 1
Frequency    [«  »]
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn

Bijbel

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

      Book Chapter: Verse
4001 Num 6:12 | 12 Daarna zal hij de dagen van zijn Nazireerschap 4002 Num 6:12 | brengen ten schuldoffer; en de vorige dagen zullen vallen, 4003 Num 6:13 | 13 En dit is de wet des Nazireers: op den 4004 Num 6:13 | Nazireers: op den dag, als de dagen van zijn Nazireerschap 4005 Num 6:13 | zal hij dit brengen tot de deur van de tent der samenkomst. ~ 4006 Num 6:13 | brengen tot de deur van de tent der samenkomst. ~ 4007 Num 6:16 | 16 En de priester zal het voor het 4008 Num 6:17 | der ongezuurde koeken; en de priester zal zijn spijsoffer 4009 Num 6:18 | 18 Alsdan zal de Nazireer, aan de deur van 4010 Num 6:18 | Alsdan zal de Nazireer, aan de deur van de tent der samenkomst, 4011 Num 6:18 | Nazireer, aan de deur van de tent der samenkomst, het 4012 Num 6:19 | 19 Daarna zal de priester een gezoden schouder 4013 Num 6:19 | vlade; en hij zal ze op de handen des Nazireers leggen, 4014 Num 6:20 | 20 En de priester zal die bewegen 4015 Num 6:20 | ding voor den priester, met de borst des beweegoffers, 4016 Num 6:21 | 21 Dit is de wet des Nazireers, die zijn 4017 Num 6:21 | alzo zal hij doen, naar de wet van zijn Nazireerschap. ~ 4018 Num 6:22 | 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4019 Num 6:23 | zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israels zegenen, 4020 Num 6:24 | 24 De HEERE zegene u, en behoede 4021 Num 6:25 | 25 De HEERE doe Zijn aangezicht 4022 Num 6:26 | 26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht 4023 Num 6:27 | zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israels leggen; 4024 Num 7:2 | 2 Dat de oversten van Israel, de 4025 Num 7:2 | de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner 4026 Num 7:2 | vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die 4027 Num 7:2 | oversten der stammen, die over de getelden stonden. ~ 4028 Num 7:4 | 4 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4029 Num 7:5 | bedienen den dienst van de tent der samenkomst; en 4030 Num 7:8 | naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den zoon 4031 Num 7:9 | 9 Maar de zonen van Kohath gaf hij 4032 Num 7:9 | Kohath gaf hij niet; want de dienst der heilige dingen 4033 Num 7:9 | dingen was op hen, die zij op de schouderen droegen. ~ 4034 Num 7:10 | 10 En de oversten offerden ter inwijding 4035 Num 7:10 | als hetzelve gezalfd werd; de oversten dan offerden hun 4036 Num 7:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Elke 4037 Num 7:12 | offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor 4038 Num 7:17 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Nahesson, 4039 Num 7:18 | tweeden dag offerde Nethaneel, de zoon van Zuar, de overste 4040 Num 7:18 | Nethaneel, de zoon van Zuar, de overste van Issaschar. ~ 4041 Num 7:23 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Nethaneel, 4042 Num 7:24 | Op den derden dag offerde de overste der zonen van Zebulon, 4043 Num 7:24 | zonen van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon. ~ 4044 Num 7:29 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Eliab, den 4045 Num 7:30 | den vierden dag offerde de overste der kinderen van 4046 Num 7:30 | kinderen van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur. ~ 4047 Num 7:35 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Elizur, den 4048 Num 7:36 | kinderen van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai. ~ 4049 Num 7:41 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Selumiel, 4050 Num 7:42 | Op den zesden dag offerde de overste der kinderen van 4051 Num 7:47 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Eljasaf, den 4052 Num 7:48 | den zevenden dag offerde de overste der kinderen van 4053 Num 7:53 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Elisama, den 4054 Num 7:54 | den achtsten dag offerde de overste der kinderen van 4055 Num 7:54 | kinderen van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur. ~ 4056 Num 7:59 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Gamaliel, 4057 Num 7:60 | den negenden dag offerde de overste der kinderen van 4058 Num 7:60 | kinderen van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni. ~ 4059 Num 7:65 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Abidan, den 4060 Num 7:66 | den tienden dag offerde de overste der kinderen van 4061 Num 7:66 | kinderen van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai. ~ 4062 Num 7:71 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Ahiezer, den 4063 Num 7:72 | Op den elfden dag offerde de overste der kinderen van 4064 Num 7:72 | kinderen van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran. ~ 4065 Num 7:77 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Pagiel, den 4066 Num 7:78 | den twaalfden dag offerde de overste der kinderen van 4067 Num 7:78 | kinderen van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan. ~ 4068 Num 7:83 | eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Ahira, den 4069 Num 7:84 | 84 Dit was de inwijding des altaars van 4070 Num 7:84 | inwijding des altaars van de oversten van Israel, op 4071 Num 7:85 | zeventig; al het zilver van de vaten was twee duizend en 4072 Num 7:87 | 87 Al de runderen ten brandoffer 4073 Num 7:88 | 88 En al de runderen ten dankoffer waren 4074 Num 7:88 | vier en twintig varren, de rammen zestig, de bokken 4075 Num 7:88 | varren, de rammen zestig, de bokken zestig, de eenjarige 4076 Num 7:88 | zestig, de bokken zestig, de eenjarige lammeren zestig. 4077 Num 7:88 | lammeren zestig. Dit is de inwijding des altaars, nadat 4078 Num 7:89 | 89 En als Mozes in de tent der samenkomst ging, 4079 Num 7:89 | verzoendeksel, hetwelk is op de ark der getuigenis, van 4080 Num 7:89 | der getuigenis, van tussen de twee cherubim. Alzo sprak 4081 Num 8:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4082 Num 8:2 | en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken zult, recht 4083 Num 8:2 | tegenover den kandelaar zullen de zeven lampen lichten. ~ 4084 Num 8:4 | bloemen was het dicht; naar de gedaante, die de HEERE Mozes 4085 Num 8:4 | dicht; naar de gedaante, die de HEERE Mozes vertoond had, 4086 Num 8:5 | 5 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4087 Num 8:6 | 6 Neem de Levieten uit het midden 4088 Num 8:6 | Levieten uit het midden van de kinderen Israels, en reinig 4089 Num 8:9 | 9 En gij zult de Levieten voor de tent der 4090 Num 8:9 | gij zult de Levieten voor de tent der samenkomst doen 4091 Num 8:9 | doen naderen; en gij zult de gehele vergadering der kinderen 4092 Num 8:10 | 10 Ja, gij zult de Levieten voor het aangezicht 4093 Num 8:10 | HEEREN doen naderen; en de kinderen Israels zullen 4094 Num 8:10 | Israels zullen hun handen op de Levieten leggen. ~ 4095 Num 8:11 | 11 En Aaron zal de Levieten bewegen ten beweegoffer 4096 Num 8:11 | aangezicht des HEEREN, vanwege de kinderen Israels; opdat 4097 Num 8:12 | 12 En de Levieten zullen hun handen 4098 Num 8:12 | brandoffer den HEERE, om over de Levieten verzoening te doen. ~ 4099 Num 8:13 | 13 En gij zult de Levieten stellen voor het 4100 Num 8:14 | 14 En gij zult de Levieten uit het midden 4101 Num 8:14 | Levieten uit het midden van de kinderen Israels uitscheiden, 4102 Num 8:14 | Israels uitscheiden, opdat de Levieten Mijn zijn. ~ 4103 Num 8:15 | 15 En daarna zullen de Levieten inkomen, om de 4104 Num 8:15 | de Levieten inkomen, om de tent der samenkomst te bedienen; 4105 Num 8:16 | gegeven uit het midden van de kinderen Israels; voor de 4106 Num 8:16 | de kinderen Israels; voor de opening van alle baarmoeder, 4107 Num 8:16 | van alle baarmoeder, voor de eerstgeborenen van een ieder 4108 Num 8:16 | eerstgeborenen van een ieder uit de kinderen Israels, heb Ik 4109 Num 8:17 | alle eerstgeborene onder de kinderen Israels is Mijn, 4110 Num 8:17 | kinderen Israels is Mijn, onder de mensen en onder de beesten; 4111 Num 8:17 | onder de mensen en onder de beesten; ten dage dat Ik 4112 Num 8:18 | 18 En Ik heb de Levieten genomen voor alle 4113 Num 8:18 | alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels. ~ 4114 Num 8:19 | 19 En Ik heb de Levieten aan Aaron en aan 4115 Num 8:19 | gegeven, uit het midden van de kinderen Israels, om den 4116 Num 8:19 | Israels, om den dienst van de kinderen Israels in de tent 4117 Num 8:19 | van de kinderen Israels in de tent der samenkomst te bedienen, 4118 Num 8:19 | te bedienen, en om voor de kinderen Israels verzoening 4119 Num 8:19 | er geen plage zij onder de kinderen Israels, als de 4120 Num 8:19 | de kinderen Israels, als de kinderen Israels tot het 4121 Num 8:20 | Mozes deed, en Aaron, en de ganse vergadering der kinderen 4122 Num 8:20 | der kinderen Israels, aan de Levieten, naar alles, wat 4123 Num 8:20 | Levieten, naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had 4124 Num 8:20 | HEERE Mozes geboden had van de Levieten, zo deden de kinderen 4125 Num 8:20 | van de Levieten, zo deden de kinderen Israels aan hen. ~ 4126 Num 8:21 | 21 En de Levieten ontzondigden zich, 4127 Num 8:22 | 22 En daarna kwamen de Levieten, om hun dienst 4128 Num 8:22 | hun dienst te bedienen in de tent der samenkomst, voor 4129 Num 8:22 | zijner zonen; gelijk als de HEERE Mozes van de Levieten 4130 Num 8:22 | gelijk als de HEERE Mozes van de Levieten geboden had, alzo 4131 Num 8:23 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4132 Num 8:24 | 24 Dit is het, wat de Levieten aangaat: van vijf 4133 Num 8:24 | strijden, in den dienst van de tent der samenkomst. ~ 4134 Num 8:26 | zijn broederen dienen in de tent der samenkomst, om 4135 Num 8:26 | tent der samenkomst, om de wacht waar te nemen; maar 4136 Num 8:26 | bedienen. Alzo zult gij aan de Levieten doen in hun wachten. ~  ~ 4137 Num 9:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes in 4138 Num 9:1 | HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van Sinai, in het 4139 Num 9:1 | Egypteland uitgetogen waren, in de eerste maand, zeggende: ~ 4140 Num 9:2 | 2 Dat de kinderen Israels het pascha 4141 Num 9:4 | 4 Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, dat zij 4142 Num 9:5 | der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn 4143 Num 9:5 | tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinai; naar 4144 Num 9:5 | van Sinai; naar alles wat de HEERE Mozes geboden had, 4145 Num 9:5 | geboden had, alzo deden de kinderen Israels. ~ 4146 Num 9:7 | verkort worden, dat wij de offerande des HEEREN op 4147 Num 9:7 | offeren, in het midden van de kinderen Israels? ~ 4148 Num 9:8 | staande, dat ik hoor, wat de HEERE u gebieden zal. ~ 4149 Num 9:9 | 9 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 4150 Num 9:10 | 10 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 4151 Num 9:11 | 11 In de tweede maand, op den veertienden 4152 Num 9:11 | veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij 4153 Num 9:13 | uitgeroeid worden; want hij heeft de offerande des HEEREN op 4154 Num 9:14 | HEERE ook houden zal, naar de inzetting van het pascha, 4155 Num 9:15 | des tabernakels bedekte de wolk den tabernakel, op 4156 Num 9:15 | wolk den tabernakel, op de tent der getuigenis; en 4157 Num 9:16 | geschiedde het geduriglijk; de wolk bedekte denzelven, 4158 Num 9:17 | 17 Maar nadat de wolk opgeheven werd van 4159 Num 9:17 | opgeheven werd van boven de tent, zo verreisden ook 4160 Num 9:17 | zo verreisden ook daarna de kinderen Israels; en in 4161 Num 9:17 | kinderen Israels; en in de plaats, waar de wolk bleef, 4162 Num 9:17 | Israels; en in de plaats, waar de wolk bleef, daar legerden 4163 Num 9:17 | bleef, daar legerden zich de kinderen Israels. ~ 4164 Num 9:18 | mond des HEEREN, verreisden de kinderen Israels, en naar 4165 Num 9:18 | mond legerden zij zich; al de dagen, in dewelke de wolk 4166 Num 9:18 | al de dagen, in dewelke de wolk over den tabernakel 4167 Num 9:19 | 19 En als de wolk vele dagen over den 4168 Num 9:19 | tabernakel verbleef, zo namen de kinderen Israels de wacht 4169 Num 9:19 | namen de kinderen Israels de wacht des HEEREN waar, en 4170 Num 9:20 | 20 Als het nu was, dat de wolk weinige dagen op den 4171 Num 9:21 | 21 Maar was het, dat de wolk van den avond tot den 4172 Num 9:21 | den morgen daar was, en de wolk in den morgen opgeheven 4173 Num 9:21 | daags, of des nachts, als de wolk opgeheven werd, zo 4174 Num 9:22 | 22 Of als de wolk twee dagen, of een 4175 Num 9:22 | daarop, zo legerden zich de kinderen Israels, en verreisden 4176 Num 9:23 | verreisden zij; zij namen de wacht des HEEREN waar, naar 4177 Num 9:23 | den mond des HEEREN, door de hand van Mozes. ~  ~ 4178 Num 10:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 4179 Num 10:2 | en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, 4180 Num 10:3 | dezelve blazen zullen, dan zal de gehele vergadering tot u 4181 Num 10:3 | u vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 4182 Num 10:3 | worden, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 4183 Num 10:4 | 4 Maar als zij met de ene zullen blazen, dan zullen 4184 Num 10:4 | zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der 4185 Num 10:4 | vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van 4186 Num 10:5 | blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten 4187 Num 10:6 | klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden 4188 Num 10:7 | Maar in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, 4189 Num 10:8 | 8 En de zonen van Aaron, de priesters, 4190 Num 10:8 | 8 En de zonen van Aaron, de priesters, zullen met die 4191 Num 10:10 | gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, 4192 Num 10:10 | maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw 4193 Num 10:10 | aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God! ~ 4194 Num 10:11 | geschiedde in het tweede jaar, in de tweede maand, op den twintigsten 4195 Num 10:11 | op den twintigsten van de maand, dat de wolk verheven 4196 Num 10:11 | twintigsten van de maand, dat de wolk verheven werd van boven 4197 Num 10:12 | 12 En de kinderen Israels togen op, 4198 Num 10:12 | op, naar hun tochten, uit de woestijn Sinai; en de wolk 4199 Num 10:12 | uit de woestijn Sinai; en de wolk bleef in de woestijn 4200 Num 10:12 | Sinai; en de wolk bleef in de woestijn Paran. ~ 4201 Num 10:13 | den mond des HEEREN, door de hand van Mozes. ~ 4202 Num 10:14 | 14 Want vooreerst toog op de banier van het leger der 4203 Num 10:14 | zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab. ~ 4204 Num 10:16 | kinderen van Zebulon was Eliab, de zoon van Helon. ~ 4205 Num 10:17 | 17 Toen werd de tabernakel afgenomen, en 4206 Num 10:17 | tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de 4207 Num 10:17 | de zonen van Gerson, en de zonen van Merari togen op, 4208 Num 10:18 | 18 Daarna toog de banier van het leger van 4209 Num 10:18 | over zijn heir was Elizur, de zoon van Sedeur. ~ 4210 Num 10:19 | van Simeon was Selumiel, de zoon van Zurisaddai. ~ 4211 Num 10:20 | kinderen van Gad was Eljasaf, de zoon van Dehuel. ~ 4212 Num 10:21 | 21 Toen togen op de Kohathieten, dragende het 4213 Num 10:21 | dragende het heiligdom; en de anderen richtten den tabernakel 4214 Num 10:22 | 22 Daarna toog op de banier van het leger der 4215 Num 10:22 | over het heir was Elisama, de zoon van Ammihud. ~ 4216 Num 10:23 | van Manasse was Gamaliel, de zoon van Pedazur. ~ 4217 Num 10:24 | van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni. ~ 4218 Num 10:25 | 25 Toen toog op de banier van het leger der 4219 Num 10:25 | van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; 4220 Num 10:25 | over zijn heir was Ahiezer de zoon van Ammisaddai. ~ 4221 Num 10:26 | kinderen van Aser was Pagiel, de zoon van Ochran. ~ 4222 Num 10:27 | van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan. ~ 4223 Num 10:28 | 28 Dit waren de tochten der kinderen Israels, 4224 Num 10:29 | naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zal 4225 Num 10:29 | wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israel 4226 Num 10:31 | dat wij ons legeren in de woestijn, zo zult gij ons 4227 Num 10:32 | geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen zal, 4228 Num 10:33 | den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN 4229 Num 10:34 | 34 En de wolk des HEEREN was des 4230 Num 10:35 | nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta 4231 Num 10:36 | hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden 4232 Num 11:1 | beklagende, dat het kwaad was in de oren des HEEREN; want de 4233 Num 11:1 | de oren des HEEREN; want de HEERE hoorde het, zodat 4234 Num 11:4 | bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom, 4235 Num 11:5 | 5 Wij gedenken aan de vissen, die wij in Egypte 4236 Num 11:5 | Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan de pompoenen, 4237 Num 11:5 | aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look, 4238 Num 11:5 | en aan het look, en aan de ajuinen, en aan het knoflook. ~ 4239 Num 11:7 | korianderzaad, en zijn verf was als de verf van den bedolah. ~ 4240 Num 11:8 | koeken; en zijn smaak was als de smaak van de beste vochtigheid 4241 Num 11:8 | smaak was als de smaak van de beste vochtigheid der olie. ~ 4242 Num 11:9 | 9 En wanneer de dauw des nachts op het leger 4243 Num 11:10 | huisgezinnen, een ieder aan de deur zijner hut; en de toorn 4244 Num 11:10 | aan de deur zijner hut; en de toorn des HEEREN ontstak 4245 Num 11:10 | zeer; ook was het kwaad in de ogen van Mozes. ~ 4246 Num 11:11 | 11 En Mozes zeide tot de HEERE: Waarom hebt Gij aan 4247 Num 11:16 | 16 En de HEERE zeide tot Mozes: Verzamel 4248 Num 11:16 | Mij zeventig mannen uit de oudsten van Israel, dewelke 4249 Num 11:16 | dewelke gij weet, dat zij de oudsten des volks en deszelfs 4250 Num 11:16 | gij zult hen brengen voor de tent der samenkomst, en 4251 Num 11:18 | eten; want gij hebt voor de oren des HEEREN geweend, 4252 Num 11:18 | wel in Egypte! Daarom zal de HEERE u vlees geven, en 4253 Num 11:22 | hen genoeg zij? zullen al de vissen der zee voor hen 4254 Num 11:23 | 23 Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou 4255 Num 11:24 | Mozes ging uit, en sprak de woorden des HEEREN tot het 4256 Num 11:24 | verzamelde zeventig mannen uit de oudsten des volks, en stelde 4257 Num 11:24 | volks, en stelde hen rondom de tent. ~ 4258 Num 11:25 | 25 Toen kwam de HEERE af in de wolk, en 4259 Num 11:25 | Toen kwam de HEERE af in de wolk, en sprak tot hem, 4260 Num 11:25 | op hem was, legde Hem op de zeventig mannen, die oudsten; 4261 Num 11:25 | en het geschiedde, als de Geest op hen rustte, dat 4262 Num 11:26 | hen (want zij waren onder de aangeschrevenen, hoewel 4263 Num 11:26 | aangeschrevenen, hoewel zij tot de tent niet uitgegaan waren), 4264 Num 11:28 | 28 En Jozua, de zoon van Nun, de dienaar 4265 Num 11:28 | Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, een van 4266 Num 11:29 | HEEREN profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen 4267 Num 11:30 | Mozes tot het leger, hij en de oudsten van Israel. ~ 4268 Num 11:31 | en raapte kwakkelen van de zee, en strooide ze bij 4269 Num 11:31 | omtrent twee ellen boven de aarde. ~ 4270 Num 11:32 | anderen dag, en verzamelden de kwakkelen; die het minst 4271 Num 11:33 | gekauwd was, zo ontstak de toorn des HEEREN tegen het 4272 Num 11:33 | HEEREN tegen het volk, en de HEERE sloeg het volk met 4273 Num 12:2 | En zij zeiden: Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes 4274 Num 12:2 | niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het! ~ 4275 Num 12:3 | 3 Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, 4276 Num 12:4 | 4 Toen sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, 4277 Num 12:4 | Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst! En 4278 Num 12:5 | 5 Toen kwam de HEERE af in de wolkkolom, 4279 Num 12:5 | Toen kwam de HEERE af in de wolkkolom, en stond aan 4280 Num 12:5 | wolkkolom, en stond aan de deur der tent; daarna riep 4281 Num 12:6 | profeet onder u is, Ik, de HEERE, zal door een gezicht 4282 Num 12:8 | door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt 4283 Num 12:10 | 10 En de wolk week van boven de tent; 4284 Num 12:10 | En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam was 4285 Num 12:10 | Mirjam was melaats, wit als de sneeuw. En Aaron zag Mirjam 4286 Num 12:11 | heer! leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk 4287 Num 12:12 | zijns moeders lijf uitgaat, de helft wel verteerd is! ~ 4288 Num 12:14 | 14 En de HEERE zeide tot Mozes: Zo 4289 Num 12:16 | en zij legerden zich in de woestijn van Paran. ~  ~  ~  ~ 4290 Num 13:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4291 Num 13:3 | 3 Mozes dan zond hen uit de woestijn van Paran, naar 4292 Num 13:4 | stam van Ruben, Sammua, de zoon van Zaccur. ~ 4293 Num 13:5 | 5 Van de stam van Simeon, Safat, 4294 Num 13:5 | stam van Simeon, Safat, de zoon van Hori. ~ 4295 Num 13:6 | 6 Van de stam van Juda, Kaleb, de 4296 Num 13:6 | de stam van Juda, Kaleb, de zoon van Jefunne. ~ 4297 Num 13:7 | 7 Van de stam van Issaschar, Jigeal, 4298 Num 13:7 | stam van Issaschar, Jigeal, de zoon van Jozef. ~ 4299 Num 13:8 | 8 Van de stam van Efraim, Hosea, 4300 Num 13:8 | stam van Efraim, Hosea, de zoon van Nun. ~ 4301 Num 13:9 | 9 Van de stam van Benjamin, Palti, 4302 Num 13:9 | stam van Benjamin, Palti, de zoon van Rafu. ~ 4303 Num 13:10 | 10 Van de stam van Zebulon, Gaddiel, 4304 Num 13:10 | stam van Zebulon, Gaddiel, de zoon van Sodi. ~ 4305 Num 13:11 | 11 Van de stam van Jozef, voor den 4306 Num 13:11 | stam van Manasse, Gaddi, de zoon van Susi. ~ 4307 Num 13:12 | 12 Van de stam van Dan, Ammiel, de 4308 Num 13:12 | de stam van Dan, Ammiel, de zoon van Gemalli. ~ 4309 Num 13:13 | 13 Van de stam van Aser, Sethur, de 4310 Num 13:13 | de stam van Aser, Sethur, de zoon van Michael. ~ 4311 Num 13:14 | 14 Van de stam van Nafthali, Nachbi, 4312 Num 13:14 | stam van Nafthali, Nachbi, de zoon van Wofsi. ~ 4313 Num 13:15 | 15 Van de stam van Gad, Guel, de zoon 4314 Num 13:15 | Van de stam van Gad, Guel, de zoon van Machi. ~ 4315 Num 13:16 | 16 Dit zijn de namen der mannen, die Mozes 4316 Num 13:19 | zij of kwaad; en hoedanig de steden zijn, in dewelke 4317 Num 13:20 | versterkt u, en neemt van de vrucht des lands. Die dagen 4318 Num 13:20 | lands. Die dagen nu waren de dagen der eerste vruchten 4319 Num 13:20 | der eerste vruchten van de wijndruiven. ~ 4320 Num 13:21 | verspiedden het land, van de woestijn Zin af tot Rechob 4321 Num 13:23 | op een draagstok; ook van de granaatappelen en van de 4322 Num 13:23 | de granaatappelen en van de vijgen. ~ 4323 Num 13:24 | oorzake van den tros, dien de kinderen Israels van daar 4324 Num 13:26 | Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der kinderen 4325 Num 13:26 | der kinderen Israels, in de woestijn Paran, naar Kades; 4326 Num 13:26 | bescheid weder aan hen, en aan de gehele vergadering, en lieten 4327 Num 13:26 | vergadering, en lieten hen de vrucht des lands zien. ~ 4328 Num 13:28 | hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast, en zeer 4329 Num 13:29 | 29 De Amalekieten wonen in het 4330 Num 13:29 | land van het zuiden; maar de Hethieten, en de Jebusieten, 4331 Num 13:29 | zuiden; maar de Hethieten, en de Jebusieten, en de Amorieten 4332 Num 13:29 | Hethieten, en de Jebusieten, en de Amorieten wonen op het gebergte; 4333 Num 13:29 | wonen op het gebergte; en de Kanaanieten wonen aan de 4334 Num 13:29 | de Kanaanieten wonen aan de zee, en aan den oever van 4335 Num 13:29 | zee, en aan den oever van de Jordaan. ~ 4336 Num 13:31 | 31 Maar de mannen, die met hem opgetrokken 4337 Num 13:32 | zij verspied hadden, aan de kinderen Israels, zeggende: 4338 Num 13:33 | 33 Wij hebben ook daar de reuzen gezien, en de kinderen 4339 Num 13:33 | daar de reuzen gezien, en de kinderen van Enak, van de 4340 Num 13:33 | de kinderen van Enak, van de reuzen; en wij waren als 4341 Num 14:1 | 1 Toen verhief zich de gehele vergadering, en zij 4342 Num 14:2 | 2 En al de kinderen Israels murmureerden 4343 Num 14:2 | Mozes en tegen Aaron; en de gehele vergadering zeide 4344 Num 14:3 | 3 En waarom brengt ons de HEERE naar dat land, dat 4345 Num 14:4 | 4 En zij zeiden de een tot den ander: Laat 4346 Num 14:5 | voor het aangezicht van de ganse gemeente der vergadering 4347 Num 14:5 | gemeente der vergadering van de kinderen Israels. ~ 4348 Num 14:6 | 6 En Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, 4349 Num 14:6 | zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, zijnde 4350 Num 14:7 | 7 En zij spraken tot de ganse vergadering der kinderen 4351 Num 14:8 | 8 Indien de HEERE een welgevallen aan 4352 Num 14:9 | schaduw is van hen geweken, en de HEERE is met ons; vreest 4353 Num 14:10 | 10 Toen zeide de ganse vergadering, dat men 4354 Num 14:10 | stenen stenigen zoude. Maar de heerlijkheid des HEEREN 4355 Num 14:10 | des HEEREN verscheen in de tent der samenkomst, voor 4356 Num 14:10 | der samenkomst, voor al de kinderen Israels. ~ 4357 Num 14:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Hoe 4358 Num 14:13 | den HEERE: Zo zullen het de Egyptenaars horen; want 4359 Num 14:14 | En zij zullen zeggen tot de inwoners van dit land, die 4360 Num 14:15 | enigen man doden, zo zouden de heidenen, die Uw gerucht 4361 Num 14:16 | 16 Omdat de HEERE dit volk niet kon 4362 Num 14:16 | heeft Hij hen geslacht in de woestijn! ~ 4363 Num 14:17 | 17 Nu dan, laat toch de kracht des HEEREN groot 4364 Num 14:18 | 18 De HEERE is lankmoedig en groot 4365 Num 14:18 | weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, 4366 Num 14:18 | onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen 4367 Num 14:18 | ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en 4368 Num 14:19 | 19 Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, 4369 Num 14:19 | ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte Uwer goedertierenheid, 4370 Num 14:20 | 20 En de HEERE zeide: Ik heb hun 4371 Num 14:21 | waarachtig als Ik leef, zo zal de ganse aarde met de heerlijkheid 4372 Num 14:21 | zo zal de ganse aarde met de heerlijkheid des HEEREN 4373 Num 14:22 | 22 Want al de mannen, die gezien hebben 4374 Num 14:22 | die Ik in Egypte en in de woestijn gedaan heb, en 4375 Num 14:25 | 25 De Amalekieten nu en de Kanaanieten 4376 Num 14:25 | 25 De Amalekieten nu en de Kanaanieten wonen in het 4377 Num 14:25 | en maakt uw reize naar de woestijn, op den weg naar 4378 Num 14:25 | woestijn, op den weg naar de Schelfzee. ~ 4379 Num 14:26 | 26 Daarna sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, 4380 Num 14:27 | murmurerende? Ik heb gehoord de murmureringen van de kinderen 4381 Num 14:27 | gehoord de murmureringen van de kinderen Israels, waarmede 4382 Num 14:28 | waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE, indien Ik ulieden 4383 Num 14:30 | doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, 4384 Num 14:30 | zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. ~ 4385 Num 14:35 | 35 Ik, de HEERE, heb gesproken: zo 4386 Num 14:36 | en wedergekomen zijnde, de ganse vergadering tegen 4387 Num 14:38 | 38 Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, 4388 Num 14:38 | zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven 4389 Num 14:38 | Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan waren, 4390 Num 14:39 | sprak deze woorden tot al de kinderen Israels. Toen treurde 4391 Num 14:40 | vroeg op, en klommen op de hoogte des bergs, zeggende: 4392 Num 14:40 | wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE gezegd 4393 Num 14:40 | optrekken tot de plaats, die de HEERE gezegd heeft; want 4394 Num 14:42 | 42 Trekt niet op, want de HEERE zal in het midden 4395 Num 14:43 | 43 Want de Amalekieten, en de Kanaanieten 4396 Num 14:43 | Want de Amalekieten, en de Kanaanieten zijn daar voor 4397 Num 14:43 | hebt van den HEERE, zo zal de HEERE met u niet zijn. ~ 4398 Num 14:44 | poogden zij vermetel, om op de hoogte des bergs te klimmen; 4399 Num 14:44 | des bergs te klimmen; maar de ark des verbonds des HEEREN 4400 Num 14:45 | 45 Toen kwamen af de Amalekieten en de Kanaanieten, 4401 Num 14:45 | kwamen af de Amalekieten en de Kanaanieten, die in dat 4402 Num 15:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 4403 Num 15:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg 4404 Num 15:9 | meelbloem, gemengd met olie, de helft van een hin. ~ 4405 Num 15:10 | offeren ten drankoffer, de helft van een hin, tot een 4406 Num 15:11 | of met het klein vee, van de lammeren, of van de geiten. ~ 4407 Num 15:11 | van de lammeren, of van de geiten. ~ 4408 Num 15:15 | gelijk gijlieden, alzo zal de vreemdeling voor des HEEREN 4409 Num 15:17 | 17 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 4410 Num 15:18 | 18 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg 4411 Num 15:20 | 20 De eerstelingen uws deegs, 4412 Num 15:21 | 21 Van de eerstelingen uws deegs zult 4413 Num 15:22 | hebben al deze geboden, die de HEERE tot Mozes gesproken 4414 Num 15:23 | 23 Alles, wat u de HEERE door de hand van Mozes 4415 Num 15:23 | Alles, wat u de HEERE door de hand van Mozes geboden heeft; 4416 Num 15:23 | van dien dag af, dat het de HEERE geboden heeft, en 4417 Num 15:24 | dwaling gedaan, en voor de ogen der vergadering verborgen 4418 Num 15:24 | vergadering verborgen is, dat de ganse vergadering een var, 4419 Num 15:24 | en zijn drankoffer, naar de wijze; en een geitenbok 4420 Num 15:25 | 25 En de priester zal de verzoening 4421 Num 15:25 | 25 En de priester zal de verzoening doen voor de 4422 Num 15:25 | de verzoening doen voor de ganse vergadering van de 4423 Num 15:25 | de ganse vergadering van de kinderen Israels, en het 4424 Num 15:26 | 26 Het zal dan aan de ganse vergadering der kinderen 4425 Num 15:28 | 28 En de priester zal de verzoening 4426 Num 15:28 | 28 En de priester zal de verzoening doen over de 4427 Num 15:28 | de verzoening doen over de dwalende ziel, als zij gezondigd 4428 Num 15:28 | aangezicht des HEEREN, doende de verzoening over haar; en 4429 Num 15:30 | 30 Maar de ziel, die iets gedaan zal 4430 Num 15:32 | 32 Als nu de kinderen Israels in de woestijn 4431 Num 15:32 | nu de kinderen Israels in de woestijn waren, zo vonden 4432 Num 15:33 | Mozes, en tot Aaron, en tot de ganse vergadering. ~ 4433 Num 15:35 | 35 Zo zeide de HEERE tot Mozes: Die man 4434 Num 15:35 | zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem 4435 Num 15:36 | 36 Toen bracht hem de ganse vergadering uit tot 4436 Num 15:36 | dat hij stierf, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 4437 Num 15:37 | 37 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4438 Num 15:38 | 38 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg 4439 Num 15:38 | zich snoertjes maken aan de hoeken hunner klederen, 4440 Num 15:38 | bij hun geslachten; en op de snoertjes des hoeks zullen 4441 Num 15:39 | 39 En hij zal ulieden aan de snoertjes zijn, opdat gij 4442 Num 15:39 | gij het aanziet, en aan al de geboden des HEEREN gedenkt, 4443 Num 15:41 | 41 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit 4444 Num 15:41 | een God te zijn; Ik ben de HEERE, uw God! ~  ~ 4445 Num 16:1 | 1 Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van 4446 Num 16:2 | tweehonderd en vijftig mannen uit de kinderen Israels, oversten 4447 Num 16:2 | oversten der vergadering, de geroepenen der samenkomst, 4448 Num 16:3 | zij allen, zijn heilig, en de HEERE is in het midden van 4449 Num 16:3 | verheft gijlieden u over de gemeente des HEEREN? ~ 4450 Num 16:5 | zeggende: Morgen vroeg dan zal de HEERE bekend maken, wie 4451 Num 16:5 | HEERE bekend maken, wie de Zijne, en de heilige is, 4452 Num 16:5 | maken, wie de Zijne, en de heilige is, dien Hij tot 4453 Num 16:7 | het zal geschieden, dat de man, dien de HEERE verkiezen 4454 Num 16:7 | geschieden, dat de man, dien de HEERE verkiezen zal, die 4455 Num 16:9 | Is het u te weinig, dat de God van Israel u van de 4456 Num 16:9 | de God van Israel u van de vergadering van Israel heeft 4457 Num 16:10 | Hij u, en al uw broederen, de kinderen van Levi, met u, 4458 Num 16:12 | heen, om Dathan en Abiram, de zonen van Eliab, te roepen; 4459 Num 16:13 | opgevoerd, om ons te doden in de woestijn, dat gij ook uzelven 4460 Num 16:14 | erfdeel gegeven. Zult gij de ogen dezer mannen uitgraven? 4461 Num 16:18 | daarin; en zij stonden voor de deur van de tent der samenkomst, 4462 Num 16:18 | stonden voor de deur van de tent der samenkomst, ook 4463 Num 16:19 | 19 En Korach deed de ganse vergadering tegen 4464 Num 16:19 | tegen hen verzamelen, aan de deur van de tent der samenkomst. 4465 Num 16:19 | verzamelen, aan de deur van de tent der samenkomst. Toen 4466 Num 16:19 | samenkomst. Toen verscheen de heerlijkheid des HEEREN 4467 Num 16:20 | 20 En de HEERE sprak tot Mozes en 4468 Num 16:23 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4469 Num 16:24 | zeggende: Gaat op van rondom de woning van Korach, Dathan 4470 Num 16:25 | Abiram; en achter hem gingen de oudsten van Israel. ~ 4471 Num 16:26 | 26 En hij sprak tot de vergadering, zeggende: Wijkt 4472 Num 16:26 | zeggende: Wijkt toch af van de tenten dezer goddeloze mannen, 4473 Num 16:27 | 27 Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan 4474 Num 16:27 | Abiram gingen uit, staande in de deur hunner tenten, met 4475 Num 16:28 | Hieraan zult gij bekennen, dat de HEERE mij gezonden heeft, 4476 Num 16:29 | bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden. ~ 4477 Num 16:30 | 30 Maar indien de HEERE wat nieuws zal scheppen, 4478 Num 16:30 | bekennen, dat deze mannen de HEERE getergd hebben. ~ 4479 Num 16:32 | 32 En de aarde opende haar mond, 4480 Num 16:32 | Korach toebehoorden, en al de have. ~ 4481 Num 16:33 | was, levend ter helle; en de aarde overdekte hen, en 4482 Num 16:34 | want zij zeiden: Dat ons de aarde misschien niet verslinde! ~ 4483 Num 16:36 | 36 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 4484 Num 16:37 | Aaron, den priester, dat hij de wierookvaten uit den brand 4485 Num 16:38 | 38 Te weten de wierookvaten van dezen, 4486 Num 16:39 | 39 En Eleazar, de priester, nam de koperen 4487 Num 16:39 | Eleazar, de priester, nam de koperen wierookvaten, die 4488 Num 16:39 | koperen wierookvaten, die de verbranden gebracht hadden, 4489 Num 16:40 | 40 Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat 4490 Num 16:40 | vergadering, gelijk als hem de HEERE door den dienst van 4491 Num 16:41 | anderen daags murmureerde de ganse vergadering der kinderen 4492 Num 16:42 | 42 En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde 4493 Num 16:42 | Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst, ziet, 4494 Num 16:42 | bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN 4495 Num 16:43 | en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst. ~ 4496 Num 16:44 | 44 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 4497 Num 16:46 | daarop, haastelijk gaande tot de vergadering, doe over hen 4498 Num 16:46 | aangezicht des HEEREN uitgegaan, de plaag heeft aangevangen. ~ 4499 Num 16:47 | midden der gemeente, en ziet, de plaag had aangevangen onder 4500 Num 16:48 | 48 En hij stond tussen de doden en tussen de levenden;


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33382

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License