Book Chapter: Verse

 1 1Kro   6:5 |  gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi; ~
 2 1Kro   6:6 |                         6 En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja
 3 1Kro   6:51|          51 Bukki zijn zoon; Uzzi zijn zoon; Serahja zijn
 4 1Kro   7:2 |  kinderen van Thola nu waren Uzzi, en Refaja, en Jeriel, en
 5 1Kro   7:3 |         3 En de kinderen van Uzzi waren Jizrahja; en de kinderen
 6 1Kro   7:7 |     van Bela waren Ezbon, en Uzzi, en Uzziel, en Jerimoth,
 7 1Kro   9:8 | Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en
 8 Ezra   7:4 |    van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,
 9 Neh  11:22 |    opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon
10 Neh  12:19 |       Matthenai; van Jedaja, Uzzi; ~
11 Neh  12:42 |    en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en Malchia,