Book Chapter: Verse

 1 Deu  24:20|              20 Wanneer gij uw olijfboom zult geschud hebben, zo
 2 Deu  28:40|      olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen. ~
 3 Ric   8:8 |  zalven, en zij zeiden tot den olijfboom: Wees gij koning over ons. ~
 4 Ric   8:9 |                      9 Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik
 5 Job  15:33| bloeisel afwerpen, als van een olijfboom. ~
 6 Psa  52:10|        zal zijn als een groene olijfboom in Gods huis; ik vertrouw
 7 Jer  11:16|       naam genoemd een groenen olijfboom, schoon van liefelijke vruchten;
 8 Rom  11:17|        zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats
 9 Rom  11:24|        afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was,
10 Rom  11:24|     tegen nature in den goeden olijfboom ingeent; hoeveel te meer
11 Rom  11:24|      takken zijn, in hun eigen olijfboom geent worden? ~