Book Chapter: Verse

 1 Job  24:8 |   stroom der bergen worden zij nat, en zonder toevlucht zijnde,
 2 Dan   4:15|      hem in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en     
 3 Dan   4:23|       en in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en dat zijn
 4 Dan   4:25|       den dauw      des hemels nat gemaakt worden, en er zullen
 5 Dan   4:33|       den dauw des hemels      nat gemaakt, totdat zijn haar
 6 Dan   5:21|        van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende,
 7 Luk   7:38| wenende, begon zij Zijn voeten nat te maken met tranen, en
 8 Luk   7:44|   heeft Mijn voeten met tranen nat gemaakt, en met het haar
 9 1Kor   3:6|     heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft
10 1Kor   3:7|     plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den
11 1Kor   3:8|         8 En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een