Book Chapter: Verse

 1 Job  19:20  |           20 Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn
 2 Psa  22:16  |    potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij
 3 Psa  42:9   |          9 Een Belialsstuk kleeft hem aan; en hij, die nederligt,
 4 Psa  44:26  |    nedergebogen; onze buik kleeft aan de aarde. ~
 5 Psa  63:9   |                9 Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand
 6 Psa 102:6   |            6 Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege
 7 Psa 119:25  |      25  Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend
 8 Jer  13:11  | Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden eens mans,
 9 Klaa   1:114|   De tong van het zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst;
10 Klaa   1:118|    op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is
11 Luk  10:11  |    dat uit uw stad aan ons kleeft, schudden wij af op ulieden;