Book Chapter: Verse

 1 Gen  17:8  |                 8 En hij nam boter en melk, en het kalf, dat
 2 Deu  32:14 |                           14 Boter van koeien, en melk van
 3 Ric   4:49 |   een herenschaal bracht zij boter. ~
 4 2Sa  17:29 |              29 En honig, en boter, en schapen, en koeienkazen,
 5 Job  20:17 | rivieren, beken van honig en boter zal hij niet zien. ~
 6 Job  29:6  |  Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken
 7 Psa  55:22 |     Zijn mond is gladder dan boter, maar zijn hart is krijg;
 8 Spre  30:33|     drukking der melk brengt boter voort, en de drukking van
 9 Jes   7:15 |                      15      Boter en honig zal Hij eten, totdat
10 Jes   7:22 |  melk, die zij geven zullen, boter zal eten; ja, een ieder,
11 Jes   7:22 |    midden des lands, die zal boter en      honig eten. ~