Book Chapter: Verse

 1 Gen  45:11 |                          11 Hij bindt zijn jongen ezel aan den
 2 Deu  11:18 |         hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand,
 3 Deu  14:25 |        Zo maak het tot geld, en bindt het geld in uw hand, en
 4 Job  12:18 |  koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lenden. ~
 5 Job  26:8  |                           8 Hij bindt de wateren in Zijn wolken;
 6 Job  28:11 |                          11 Hij bindt de rivier toe, dat niet
 7 Psa 118:27 |        ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen
 8 Spre  26:8 |        gesteente in een slinger bindt, alzo is hij, die den zot
 9 Matt  13:30| Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve
10 Matt  22:13|         koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt
11 Mark   3:27|       hij niet eerst den sterke bindt; en alsdan zal hij zijn