Book Chapter: Verse

 1 1Kro   3:20|        20 En Hasuba, en Ohel, en Berechja, en Hasadja, Jusabhesed;
 2 1Kro   6:39|      zijde; Asaf was de zoon van Berechja, den zoon van Simea, ~
 3 1Kro   9:16|        den zoon van Jeduthun; en Berechja, de zoon van Asa, den zoon
 4 1Kro  15:17|     broederen Asaf, den zoon van Berechja; en uit de zonen van Merari,
 5 1Kro  15:23|                            23 En Berechja en Elkana waren poortiers
 6 2Kro  28:12|     Azaria, de zoon van Johanan, Berechja, de zoon van Mesillemoth
 7 Neh   3:4  | verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel;
 8 Neh   3:30 | verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, tegenover zijn kamer. ~
 9 Neh   6:18 |       van Mesullam, den zoon van Berechja. ~
10 Zac   1:1  |       tot Zacharia, den zoon van Berechja, den zoon van Iddo, den
11 Zac   1:7  |      Zacharia, den zoon van      Berechja, den zoon van Iddo, den