Book Chapter: Verse

 1 Num  16:1  |   nam tot zich zo Dathan als Abiram, zonen van Eliab, en On,
 2 Num  16:12 |   schikte heen, om Dathan en Abiram, de zonen van Eliab, te
 3 Num  16:24 | woning van Korach, Dathan en Abiram. ~
 4 Num  16:25 |    op, en ging tot Dathan en Abiram; en achter hem gingen de
 5 Num  16:27 | woning van Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan
 6 Num  16:27 |   van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de
 7 Num  26:9  |  waren Nemuel, en Dathan, en Abiram; deze Dathan en Abiram waren
 8 Num  26:9  |    en Abiram; deze Dathan en Abiram waren de geroepenen der
 9 Deu  11:6  |     heeft aan Dathan, en aan Abiram, zonen van Eliab, den zoon
10 1Kon  16:34|    de Betheliet, Jericho; op Abiram, zijn eerstgeborenen zoon
11 Psa 106:17 | overdekte de vergadering van Abiram. ~