Book Chapter: Verse

 1 Gen  19:6  | zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten, haar aan te roeren. ~
 2 Gen  28:7  |        doch God heeft hem niet toegelaten, om mij kwaad te doen. ~
 3 Gen  28:28 |       28 Ook hebt gij mij niet toegelaten mijn zonen en mijn dochteren
 4 Deu  18:14 |        God, heeft u zulks niet toegelaten. ~
 5 Job  31:30 |     heb ik mijn gehemelte niet toegelaten te zondigen, mits door een
 6 Matt  19:8 |       hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten;
 7 Mark  10:4 |        zij zeiden: Mozes heeft toegelaten een scheidbrief te schrijven,
 8 Hand  15:40|              40 En als hij het toegelaten had, Paulus, staande op
 9 Hand  22:16|   legers; maar aan Paulus werd toegelaten op zichzelven te wonen met
10 1Kor  14:34| zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen