Book Chapter: Verse

 1 1Kro   3:21|        Obadja, de kinderen van Sechanja. ~
 2 1Kro   3:22|          22 De kinderen nu van Sechanja waren Semaja; en de kinderen
 3 1Kro  25:11|    voor Jesua, het tiende voor Sechanja, ~
 4 2Kro  31:15|    Jesua, en Semaja, Amarja en Sechanja, in de steden der priesteren,
 5 Ezra   8:3 |          3 Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros,
 6 Ezra   8:5 |          5 Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en
 7 Ezra  10:2 |              2 Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een
 8 Neh   3:29 | verbeterde Semaja, de zoon van Sechanja, de bewaarder van de Oostpoort. ~
 9 Neh   6:18 |     hij was een schoonzoon van Sechanja, den zoon van Arah; en zijn
10 Neh  12:3  |                              3 Sechanja, Rehum, Meremoth, ~