Book Chapter: Verse

1 1Sa  11:1 |                 1 Toen toog Nahas, de Ammoniet, op, en belegerde
2 1Sa  11:1 | mannen van Jabes zeiden tot Nahas: Maak een verbond met ons,
3 1Sa  11:2 |                      2 Doch Nahas, de Ammoniet, zeide tot
4 1Sa  12:12|    12 Als gij nu zaagt, dat Nahas, de koning van de kinderen
5 2Sa  10:2 |     aan Hanun, den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid
6 2Sa  17:25|    tot Abigail, dochter van Nahas, zuster van Zeruja, Joabs
7 2Sa  17:27|  was, dat Sobi, de zoon van Nahas, van Rabba der kinderen
8 1Kro  20:1|    geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning der kinderen
9 1Kro  20:2|     aan Hanun, den zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid